Officieel N ieuws- en Advertentieblad TE BLAD. voor Overflakkee en Goedereede. 5de Jaargang. Woensdag 29 Maart 1905. No. IS. Flakkeesche Boek en Handelsdrukkerij Gemaskerd. m Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofd-Agent voor NederlandC. W. BETKE, Advertentie- Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam. "CTitgfa,ve cler te Middelharnis. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels 0,60. Iedere regel meer„0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Een geschilpunt. Tusschen vrijzinnig-democraten en Liberale Uniemannen is de samenwer king voor de stembus van '1905 in Januari jl. beklonken. Doch men heeft een punt over 't hoofd gezien, dat thans tot geschil aanleiding geeft. Er zijn namelijk nog altijd oud-liberalen. Wel hebben deze nooit veel van actie hunnerzijds doen hooren en zij zijn voor een deel de schuld, dat de kerkelijken zooveel voet wonnen, doch ze zijn er eenmaal. In '1901 van Houten heeft het destijds met een zekeren trots, maar thans met evenveelspijtenontgoocheling gezegd hebben ze dr. Kuyper op 't kussen geholpen. De clericalen hebben dat zeer goed begrepen en speculeerden o. a. bij de verkiezing van den heer Roodhyzen zoo hard ze konden op oud- liberale stemmen. Intusschen met bitter weinig succes. Ook de oud-liberale oogen zijn opengegaan en zij duchten sterk de reactie, die onder dit bewind heerscht. Hoe zullen nu de samenwerkenden tegenover de oud-liberalen bij de stem bus staan Stel geen candidaat tegenover een zit tend oud-liberaal, zegt de L. Unie. Doe het wel,_ doch nietals ge daardoor den zetel misschien in kerkelijke handen brengt zegt de V. D. Bond. Principieel is de laatste houding de juiste, mits er zeer ernstig over elk dis trict wordt nagedacht. Wij stellen op den voorgrond Een oud-liberaal boven een clericaal. Voor alles: tegen dit ministerie, omdat het is conservatief, reactionair. Waarlijk niet, omdat we zoo'n voor liefde hebben voor den oud-liberaal. Wij vinden op den weg der democratie bei den vijandig tegenover ons én den oud liberaal èn den clericaal. Maar de eerste zal ten minste pal staan voor onze Openbare School, ter/en de hatelijke tariefwet, tegen inkrimping onzer vrijheden, zooals 't beruchte post- wetje 't wil. Van twee vijanden den minste en daar- F JE OILLETOW. (6) van Hans Arnold, door K. te Jl .Om een'voor.Traij zeer geldige reden, "zeide ik en trachtte zoo luchtig mogelijk te spreken. „Toen ik nog een kind was en geen koekjes krijgen kon, ging ik niet voor een banketbakkerswinkel, waar ze voor de ramen nitgestald lagen, hopeloos staan kijken. Nn ben ik overtuigd, dat het koekje waar ik thans veel zin aan heb, ook niet door mij te krijgen is, waartoe zou het nu dienen ora mij een geheelen avond tegenover het zoo zeer begeerde en toch niet te verkrijgen voorwerp bevond? Neen, men moet van iets begeerlijks ook afstand kunnen doen, en om dat tetoonen is het van avond juist de geschikte tijd." Juffrouw Van Stettendorp zweeg een poos, zagna- denkend in'bet vuur, en zei eindelijk: „Kijk eens, Rotenberg! ik zou wonder in mijn schik zijn als ik zeggen kon mijn jongen 1 je haalt voor niemendal akeligheden en muizenissen in het hoofd, want je kansen staan zeer gunstig, het meisje heeft veel met je op, ze spreekt in je afwezigheid dikwijls over je, en al dergelijke dingen welke een jongmensch gaarne hoort. Maar ik moet eerlijk be- kennen, dat ik niet achter het hartsgeheim van dat schijnbaar eenvoudig persoontje komen kan. Dat om: in geen geval een kerkelijke. Wij hebben te vragenniet alleen of wij de democratie kunnen helpen door vooruit gang, doch ook of we ze kunnen helpen, door achteruitgang te voorkomen. En daarom alweer een oud-liberaal boven een clericaal. Wij kunnen ons 't advies van den V. D. Bond uitstekend begrijpen. Tegenover 't aftredend vrijz. dem. Statenlid mr, Marchant stellen de oud-liberalen in De venter een eigen candidaat. Die laatste zal den steun hebben van Rome. Om 't conservatisme weet U Welnu, volharden de oud-liberalen in die houding, dan kan 'tniet anders of de vrijz.-democraten stellen in alle dis tricten, waar oud-liberalen zitting heb ben, candidaten. Doch dat zou ons spijten. Voor alles versterking der linkerzijde. En ookvoor de democratie. Daarom zouden wij zeggenwaar een vrijzinnig democraat zit,steunemenhem, overeenkomstig de afspraak zoo ook voor de L. Unie. En waar een oud-liberaal zit, steune men hem, omdat hij minder vijand is dan de clericaal, die met de winst zou kunnen gaan schuiven. (Haarlem, Alk maar). En in de districten door kerke lijken bezet zijn de samenwerkenden naar onze meening geheel vrij. Wij achten daarom 't advies der L Unie het verstandigst, doch onder één voorwaarde Onvoorwaardelijk steunen de oud liberalen de aftredende vrijzinnig-demo craten. Dat dit niet van ganscher harte zal gaan, kunnen wij ons begrijpen, doch bij ons is de liefde minstens even gering. Doch wij meenen, dat het dien weg uit moet, om de democratie nog niet verder achteruit te helpen, omdat onze demo cratische eischen eerst dan in vervulling kunnen gaan, als 1905 paal en perk stelt aan de clericale reactie. Daarop dient het oog gericht le zijn. Hoe men de openbare school tracht te belasteren. Dominee Wielinga is een gereformeerd er iets in haar omgaat is zeker, daar zou ik op dur ven zweren. Dikwijls zijn haar oogen rood geweend, menigmaal zit zij over haar handwerkje te zuchten alsof zij een wedstrijd met een blaasbalg houden wil; maar of gij de oorzaak van haar leed zijt, of dat er een ander achter zit, dat weet ik niet. Het is een zeer bijzonder meisje, zij verraadt zich nooit, op geen enkele manier, en ik, die gewoonlijk de gezworen vertrouwde in alle hartsgeheimen ben, krijg geen enkel woord uit haar, hoe ik ook mijn best doe om iets aan de weet te komen. Maar één ding moet ik u nog zeggen: als ge van avond niet naar het feest gaat, haal je een zeer domme streek uit. Achter een masker is een mensch geheel anders dan gewoon, de deuren van het hart zijn dan niet zoo zorgvuldig ge sloten en wie weet of er bij haar oök niet een kier tje ontstaat, waardoor je meer te zien krijgt, dan je nu wel denken durft." „En misschien ook wel meer dan mij lief is wierp ik somher tegen. „En als dat zoo is, welnu, dan is het ook goed." sprak de oude op haar beslisten toon. „Dan weet u, waaraan zich te houden. U weet, mijn lijfspreuk is klaarheid over alles, en dat moet van avond ook de uwe zijn En nu, mijn zoon vertrekeen heeren- toilet duurt geen eeuwigheid en zes weken, kies een pak dat je totaal onherkenbaar maakt en beproef je geluk bij haar! Doet het geen nut, schaden kan je het onmogelijk, want ik geloof dat die verliefdheid dieper ingeslagen is, dan ik eerst meende. Nu, hoe zit het, komt er wat van Ik aarzelde. „Het is onmogelijkantwoordde ik, „heden mid dag heb ik mijn kleermaker laten zeggen, dat het door mij bestelde pak van avond niet zou gebruikt worden, de man was daar zeer mee in zijn schik, predikant bij de Gereformeerde Kerk A te Arnhem. Dominee hield een lezing te Schaarsbergen. Daar moest de openbare school het ontgelden. Natuurlijk, zoo zou men haast zeggen, als men van politieke lezingen door gereformeerde dominees van kerk A of B leest. Het antirevolu tionaire blad de Arnhemmer gaf van dominee Wielinga's lezing een verslag. En daarin stond„Z. Eerwaarde liet door voorbeelden zien, hoe bv. socialistische onderwijzers bij het onderwijs hun denk beelden den kinderen inprenten zelfs bij het rekenen. Eén voorbeeld: Onderw. Willem, wat verdient je va der? Willem, gulden per week, meester? Onderw. Dat is per jaar? Willem, f 300, meester! Onderw. Hoeveel verdient de koningin per jaar? Willem. Dat weet ik niet, meester? Onderw. Dan zal ik het je zeggen f 600000 per jaar. Hoeveel maal is dat f 300 Wie werkt er nu harder, je vader of de koningin? enz. De Nieuwe Arnhemmer Courant ver zocht dominee beleefd, te willen mede- deelen, waarwanneer en door welken onderwijzer op deze wijze was gesproken en verklaarde zich bereid 't antwoord van dominee te publiceeren. Dominee antwoordde in de Arnhemmer van '1 Maart, „dat hij het sommetje alleen als voorbeeld aanhaalde om te laten gevoelen, hoe de wiskunde op de „neutrale" school dienstbaar kon ge maakt worden aan de propaganda dei- Socialistische beginselen.'' Met andere woorden, op 1 Maart had dominee Wielinga heel onchristelijk de openbare school verdacht gemaakt, zon der eenig bewijs. Echter op 11 Maart kwam dominee in de Arnhemmer met een stuk, waarin hij verklaarde, dat in 1903 te Beverwijk dit sommetje was opgegeven, en vooreenigen tijd in Haarlem. De N. A. C. ging dadelijk op onderzoek uit. Zij wendde zich dadelijk tot den gemeentesecretaris van Beverwijk en ontving het volgende antwoord, dat wij in zijn geheel plaatsen: Beverwijk, '21 Mrt. '05. want hij kon nu zijn tijd aan eigenlijk veel dringen der werk besteden, dusheb ik nu geen kostuum." De oude dame spTong op en riep levendig uit „Neem dan het mijne Ga als heks, Rotenberg dat is nog de voornaamste grap! Niemand zal u achter zulk een masker vermoeden. Van-grootte 'verschillen wij weinig en denk eens welke waarnemingen! je, zoo onherkenbaar kunt doen. Dat is een uitmuntend idee dat doen wij Ik stond besluiteloos, de gedachte lokte mij wel aan juist om het avontuurlijke er van. Ik was in een stemming om de grootste dwaasheid uit te halen en juffrouw Van Stettendorp liet mij geen oogenblik tijd om eens bedaard te kunnen overleggen. Zij hing mij het hekeenkleed over den arm en schoof mij een deur uit, haar toiletkamer binnen. Toen ik na een ge- ruimen tijd, dien ik noodig had gehad om mij in het geheel ongewone gewaad te schikken, weder in de woonkamer trad, legde zij met uitbundige vreugde de laatste hand aan mijn toilet en verstopte mijn trotsche snor achter het masker van een heks, die er zoo huiveringwekkend uitzag als een echte bezem steelrijdster er ooit heeft kunnen uitzien. Omgepraat, versuft, hopend, geheel verward, kwam ik eigenlijk eerst recht tot bezinning, toen ik mij in de halzaal bevond, midden tusschen een bont gewe mel van een groot gezelschap onkenbaar gemaakte personen. De eerste indruk dien ik kreeg was niet aanmoedigend "ik* voelde mij omringd door enkel vreemden. Ik zocht onder al die uitdrukkinglooze aangezichten naar mijn Spaansche herderin, doch vond ze ni€tik stond als een zwijgende,verstomde heks tegen een pilaar en liet de bonte menigte langs mij voorbij gaan. Ik was tamelijk laat gekomen, zoodat er reeds een levendige vroolijklijkheid heerschte, een luidruch- WelEdG. Heer, In beleefd antwoord op Uw schrijven van 11 dezer, deel ik U mede dat ik omtrent de zaak die Uwe belangstelling heelt gewekt, inlichtingen heb ingewon nen bij het Hoofd der O. L. school alhier. Het ontvangen antwoord voegib hierbij Persoonlijk kan ik natuurlijk moeielijk verklaringen omtrent deze zaak doen; het door U bedoelde rekensommetje kwam mij wel bekend voor; ik heb het echter nooit hooren aanhalen als een voorbeeld uit Beverwijk. Hoogachtend heb ik de eer te zijn, Udw. dn. C. van Loenen. Het in dit schrijven bedoelde antwoord luidt als volgt: Beverwijk, 17 Maart 1905. Weledelgeboren Heer In antwoord op Uwe vraag om inlich tingen aangaande het befaamde gesprek tusschen een onderwijzer en een leerling dat gevarieerd op velerlei wijze van een voudige rekensom totrechtstreekschen aanval op het koningschap, liefderijk gebruikt wordt, om aan te toonen, hoe ons land aan den rand van den onder gang gebracht wordt door éénen slechten openbaren onderwijzer, heb ik de eer U het volgende mede te deelen. Ik heb zes leerlingen, die van den len Mei 190H tot den len Mei 1903 in de hoogste klasse zaten, drie R.K. en drie Pr. de namen en woonplaatsen volgen hieronder het gesprek voor gelezen. Geen van zessen herinnerde zich dat zoo iets was voorgevallen. Een meende, dat hij weieens van het inkomen der Koningin had hooren spreken, maar wees liel insinueerende slot met kracht af. Uit deze getuigenis en uit de kennis van het karakter en van de paedago- gische bekwaamheden van de mogelijk betrokken onderwijzers, meen ik gerust te mogen afleiden, dat de beschuldiging beslist onwaar is. Tevens geloof ik te mogen uitspreken dat ik, als christen en als verstandig mensch in de waarheid van de beschul diging geen overtuigend bewijs zou zien van de slechtheid der O. S. Er zijn op de openbare Scholen en ook op de chris- tigheid zooals men in onze kringen niet gewoon is. Plotseling zegt een lief, bekend stemmetje achter mij „Tante, goede tante ben je dan toch nog gekomen Ach, ik gevoelde my zoo onaangenaam onder die vele, vreemde Heden! Hoe prettig, dat je hier bent!" Haar kleine hand raakte mijn schouder aan,waar- door ik sidderde als een betrapte misdadiger. „Is de hoofddijn toch overgegaan voer Elze voort op zoo liefdevollentoon.dat mij het hart warm werd. „Het is verrukkelijk dat je gekomen bent„tantetje nu blijf ik echter bij je ook hoorl" Mijn stem bracht mij nu een oogenblik in groote ongelegenheid gewoon spreken was onmogelijk, want dan was ik terstond verradenik moest dus met een hooge pieperige stem praten of fluisteren. Toen ik tot het laatste besloten was, zei ik, voorzichtig een antwoord op haar vragen ontwijkend „Willen wij ons gesprek maar fluisterend voeren men behoeft niet te weten, dat wij bij elkander be- hooren en mijn stem is zoo algemeen bekend.' Zij knikte toestemmend en zei „Ja, ja, je hebt stellig gelijkmaar ik kan, geloof ik, gerust spreken zoo ik wil, niemand kent mij toch. Er is toevallig geen mensch hierging zij op pruilenden toon voort en wat in een zaal met een goede paar honderd menschen toch wel wat belache lijk klonk, „den luitenant Rotenberg heb ik ook niet kunnen ontdekken, hij is zeker niet gekomen." voegde zij er zacht aan toe. „Toch is hij hiergaf ik steeds op denzelfden fluisterenden toon ten antwoord, „daar ginds aan het boveneind der zaal staat hij, die Italiaansche roover (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1905 | | pagina 1