Ingezonden stukken
Binnenlandscb Nieuws.
derbaar verklaard, zijn aan den heer ont
vanger ter invordering ter hand gesteld,
De rekeningen over 1901 en de be
grootingen over 1905 van de polder loozende
door het oudeland van Oude Tonge liggen
van at' 21 dezer gedurende 14 dagen voor
Ingelanden dier polders ter inzage ten kan
tore van den Secretaris.
De milicien J. B. Somers van de lich
ting 1903 thans met tijdelijk verlof is tegen
30 Maart a.s. in werkelijken dienst opge
roepen.
Naar men ons mededeelt is de laatste
Ajuin alhier Zaterdag verkocht voor f 10
per 60 kilo, door S. Schouwenaar alhier.
Mej. A. Zangers alhier komt op de
voordracht voor onderwijzeres aan de
Openbare School 3e kl. no. 70 te Rotter
dam voor onder no. 2.
OOLTGENSPLAAT- Do zeven miliciens uit
deze gemeente voor de lichting 1905, die
verleden week te Dordrecht moesten ver
schijnen om te worden ingelijfd, zijn allen
ingedeeld bij de compagnie van het 4e re
giment vesting-artillerie, te Willemstad in
garnizoen.
De voorloopige kiezerslijst voor het jaar
1905 1906 bevat 400 namen van kiezers,
waarbij er 290 zijn, die kiezers zijn voor
leden van den gemeenteraad. Verleden jaar
waren die getallen respectievelijk 333 en 278.
Onze afgevaardigde ter Tweede Kamer,
de heer A. Roodhuijzen, hoopt Maandag 27
Maart a.s., des avonds te 7 uur, als spreker
op te treden in eene openbare vergadering
der liberale kiesvereeniging alhier. Deze
vergadering zal worden gehouden in het
lokaal van den heer L. van Kempen.
Daar het aantal leerlingen aan de
openbare school no. 1 alhier op 15 Januari j.l.
bleek gedaald te zijn tot 195, besloot de
Raad dezer gemeente één der 5 onderwijs
krachten, die buiten het hoofd aan deze
school werkzaam zyn, te ontslaan. Door
Burgemeester en Wethouders werd aan den
Raad in zijne vergadering van 25 Pebr.j.l.
tot ontslag voorgedragen de jongste onder
wijskracht, zijnde de onderwijzeres Mej. C.
W. van Mens. Daar in deze vergadering de
stemmen staakten (3 tegen 3), werd over
deze voordracht tot ontslag in de daarop
volgende vergadering, gehouden Woensdag
15 Maart j.l., weder gestemd. Ook nu weder
staakten de stemmen, zoodat het voorstel
verworpen is.
Een paard van den landbouwer P.
Jacobs, dat men bij den wagenmaker Van
OosteDbrugge alhier op stal wilde zetten en
daartoe geleid werd over de voor het huis
van dezen liggende brug over de Z.-Achter-
wegsloot, keerde zich, toen het bijna de
brug over was, plotseling om, tengevolge
waarvan het in de sloot terecht kwam.
Met behulp van velen uit de spoedig toe
geschoten menigte gelukte het na veel
moeite, het dier weder op den vasten wal
te helpen.
DEN BOMMEL- Woensdag jl. sloeg op den
dijk tusschen den Bommel en Stad, ten ge
volge van een rukwind een hittenkai om
ver. Met eenige schade aan kar en tuig liep
het ongeval af.
De vrijzinnig democratische kiesver
eeniging alhier heeft op hare laatste ver
gadering met algemeene stemmen besloten
zich aan te sluiten bij den vrijzinnig de-
mocratischen bond.
Twee arbeiders alhier kregen twi3t,
die zoo hoog liep, dat er eenige klappen
werden toegediend.
Een vijfjarig knaapje dat zich op de
kaai vermaakte met spelen op eenige ledige
kisten, viel daaraf, en bezeerde zich zoo
danig aan den arm, dat geneeskundige hulp
moest worden ingeroepen.
Hebben wij vroeger vermeld, dat er
pogingen werden in het werk gesteld tot
het oprichten eener rederijkerskamer, thans
kunnen wij mededeelen, dat de plannen in
zooverre tot uitvoering zijn gekomen, dat
is opgericht eene reciteervereeniging, waar
van reeds meer dan een dozijn jongelui lid
zijn geworden.
STAD AAN 'T HARINGVLIET Door Bur
gemeester en Wethouders is de dokterstuin
verhuurd aan T Vroegindewij voor f32,10
per jaar.
Aan het algemeen Armbestuur is eene
suppletoirs subsidie verleend groot f200.—
Het herhalingsonderwijs is op 17 Maart
geëindigd met 10 leerlingen. Er werd ijverig
van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Het
werd aangevangen met elf leerlingen, waar
van één door vertrek naar elders het on
derwijs niet kon blijven volgen.
Het kohier van den Hoofdelijken om
slag is door den Raad vastgesteld tot een
bedrag van f 1884,90.
De heer W. K. was te Nieuw Beier
land bij familie aan 't loegeeren. Die fa
milie had eene papegaai. K. kwam met
zijn hand aan de kooi en fluks had de pa
pegaai hem in de hand gebeten. Terugge
komen, zwol de hand op en de man leed
hevige pijn, zoodaning, dat geneeskundige
hulp moest worden ingeroepen. De genees
heer oordeelde een operatie noodig, die met
goed gevolg plaats had.
Het batig slot der rekening van het
Diaconie Armbestuur der Ned. Her. Gemeen
te over het jaar 1904 bedraagt f 322,—
De Burgemeester maakt bekend, dat
het kohier no. 1 der personeele belasting,
over het dienstjaar 1905, aan den ontvanger
ter invordering is ter hand gesteld en ieder
daarop voorkomend belastingschuldige ver
plicht is, zijnen aanslag, op den bij de wet
bepaalden voet te voldoen.
Burgemeester en Wethouders maken
bekend, dat een afschrift van het primi
tief kohier van den hoofdelijken omslag
voor het dienstjaar 1905 gedurende vijf
maanden van 18 Maart tot 18 Augustus
ter gemeente secretarie voor een ieder ter
inzage ligt.
De Burgemeester maakt bekend, dat
het kohier no. 4 der personeele belasting
over het dienstjaar 1904 invorderbaar ver
klaard den 20 Maart 1905, aan den ontvan
ger ter invordering is ter hand gesteld en
ieder daarop voorkomend belastingschuldi
ge verplicht is, zjjnen aanslag op den bij
den wet bepaalden voet, te voldoen.
MIDDELHARNIS. Voor de afdeeling van
't N. O. G. trad gisteravond als spreker op
de heer C. J. H. v. d. Broek. Voor een goed
bezette zaal behandelde spreker in een
keurige uiteenzetting: Ons Planetenstelsel.
Met onverdeelde aandacht werd de boeien
de rede aangehoord, zoo mogelijk zullen we
de volgende maal een uitvoerig verslag er
van plaatsen.
Spaarbank van het departement van 't
Nut van 't Algemeen.
Staat der spaarbank op 31 Dec. 1904.
Baten, totaal f 90815,925. Lasten, totaal
77490,16». Batig slot f 12695,76.
Gemiddeld kapitaal aan ieder inlegger
verschuldigd.
Over 1900 f 200,73, 1901 f 196,78, 1902
f 216,17, 1903 f 238,52, 1904 f 235,53
Over 1904 bedroeg't aantal inleggers 273,
dat is 42 meer dan in 1903.
't Batig stot steeg van 11986,325 in 1903
tot 12695,76 in 1904.
De uitkeering aan 't departement bedroeg
in 1904 f 449,17.
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie)
Praatje tussclicn Aren en Bram, naafloop
van de gemeenteraadzitting te Stad a/t
Haringvliet op Maart 1.1.
A. Zoo Bram bin je oak ens weze luustere, dat
bin ik oak niet van je gewent.
B. Wat zal ik je zeggen man, mijn vrouw zit
zooals je wel weet op alle dag en noe was ik wonder
nieuwsgierigi of ze de vroedvrouw weer zouden be
noemen.
A. Noe, dan ken je vooreerst wel gerust weze.
B. Zeit dat wel. Ik bawe der al wat over ingezete,
eergistere hoorde ik nog zeggen, as dat de Jiffrouw
't voor niet minder dan drie riesdaalders wou doen.
A. Noe, dat zit nog: de Jiffrouw is zoo kwaad
nog niet voor een erm mensch. Maer een ander
praetje. Von je dat voorstel van Simons om de Jif
frouw voor een jaer te benoemen oak niet beter as
dat van de Burgemeester om heur zoo maar voor
onbepaelde tied an te stellen.
B. Dat bawe ik, om je de waerbeid te zeggen,
niet zoo goed gesnapt. Wat wil dat noe eigenlik
zeggen voor onbepaelden tied?
A. Wel! da's makkelijk genogt: dat wil zeggen,
dat ze heur der ontslag kanne geve, niet pas na een
jaer, maer as ze maer wille.
B. Maer as ik 't noe goed verstaen bawe, dan kriegt
ze toen voor een heel jaer der traktement. Wat kan
de Burgemeester der dan toch mee voor hawe om
der nog voor 't einde van dat jaer te ontslaen? Ik
boarde hem zoo iets zegge van te gemoet te kommen
aen de bezwaeren van de Gedippeteerde Staeten.Binne
die daer altemet op gesteld?
A. Wel neent, net anders om. Kiek is, ik hawe,
omdat je alles toch niet ken ontbouwe, effentjes op
een stikje pompier gezet, wat er lioofdzaekelik in
die brief van Gedippeteerden sting en noe ken je 't
zelf leze, dat die hoage mannen willen, dat de Jiffrouw,
oak al kriegen we hier een dokter, toch nog een
jaer in der betrekking bluuft.
B. Dan zal er wel wat anders achter zitten.
A. Wel zeker en ik weet oak wel wat. Je beit toch
oak wel geboard wat van der Gevel zei, dat, as 't er
hier soms een dokter kwam, ie 'tgeld van de ver
lossingen heel goed zou kanne gebruke, om hier een
bestaen te vinden.
B. Zeker hawe ik dat gelioard en daarin lieit de
schipper dubbel en dwors geliek.
A. Hou dat maer vast! Maer waer ie niet om ge
docht heit, is, dat al is de Juffrouw geen gemeente
verloskundigen meer, ze bier toch we.1 verlossingen
doen raag.
A. En zei noe's eerlijk op Bram, as der noe, over
een week bier 's een dokter kwam en Juffr. Visser
kreeg der ontslag, zou je vrouw der dan niet meer
wille hawe, omdat ze dan geen gemeente-verloskun
dige meer was?
B. Bin je gek vent! wat geeft beur der om of de
Juffrouw door de gemeente is angesteld of niet; an
dat mensch is ze noe eenmaal gewend, die beit ze
al van zes kinders verlost en de eerste keer spande
't er van belang, dat kan ik je vertelle,
Nee, noe begriep ik er niks meer van boe de Bur
gemeester zo iets kon voorstellen.
A. Och, de Burgemeester is nog zoo kwaed niet,
maar 'tis nog z'oon jong ventje en in zulke soort
van zaeken nog erg groen, dat begriep je wel.
B. Maer wat kon er dan toch voor kwaed in zit
ten, dat we bier een vroedvrouw hawe, oak al kregen
we bier een eigen dokter?
A. Kwaed? Net anders om, dat zou wel goed we
zen, dan hadden we trek hulp, as de dokter eens
ziek was of op reis. Dat er hier een dokter komt,
hopen we natuurlik allemaele, en dat Sterk daer
moeite voor doet da 's erg mooi van hem, maar dat
't daermee noe gaawer opschiet as onder van Mens,
dat kan ik noe just niet zegge. Eerst most die'Bree-
berg komme, maer die most nog een eksoame doen
en toen hi dat doen most, kwam bi er nog niet eens
detir. Toen most er weer een anderen kommen en
die hiette van Rossum en toen was men al doende
in 't dokters huns de kaemers te behangen en alles
mooi te maeken en toeiGging die vent weer bedan
ken en toen mosten ze midden in het behangen
bluve steken.
B. Noe jae, maer wat beit dat bier noe mee te
maeken.
j A. Dat heit er zoo veul mee te maeken, as dat 't
wel eens kon gebeuren, dat, al kregen we hier een
dokter en die zag dat het hier geen vetpot was, dat
ie dan wel eens over een paer maenden weg zou
kanne gaen en dat ze dan opnieuw de Jiffrouw weer
mosten benoemen.
B. Jae, dat is zoo en as de Jiffrouw dan eens weg
was dan zatten we heeleniael in de warre en dan
moste we om den Bommelaer of om Knöps.
A. Jae, dat zat er dood op.
B. As ik bet noe goed begrepen bawe, zoo is de
Burgemeester van plan om zoo gauw as't er bier een
dokter is, de Jiffrouw der ontslag te geven en der
traoteinent toch deur te laeten gaen tot 1 Maart van
't volgende jaer. Noe, ik gun 't bet mensch wel, maer
ik vin bet toch dierbaere zonde om bet geld van de
gemeente zoo ten onnutte uut te geven.
A. Iloe! Hou! dat hei je mis, bet is niet van de
gemeente, dat ze die centen trekt maer van bet Riek
en van de Provincie.
B. Zoo, maer dan zou 'ttoch oak wel eens kannen
gebeuren, dat gedippeteerde Staeten, het oak zonde
zouden vinden van dat geld en 'tbesluut niet goed
keurden.
A. Dat ken goed wezen en oak öaerom. vind ik dat
Simons geliek had.
B. Laet die maer loapen! die beit een gladde kop
en wat die meent, dat durft bi altied goed te zeg
gen. 'tKan hem niks verschillen tegen wie. Ik hoop,
dat die nog lang in de raed mag zitten.
A. Dat help ik je wenscben, maer laete we noe
maer gauw naer liuus gaen, want 't begint te regenen.
Misschien trekteert je vrouw je nog wel, uutblie-
schap, dat de Jiffrouw bluuft.
Zeg se van me gendag.
B. Besjoer!
Geachte heer Redacteur
Naar aanleiding van uw artikel in Vooruit van
15 Maart jl. „de Toekomststaat" een paar opmerkin
gen en vragen.
In bet aangehaalde artikel herbaalt u betgeen
reeds te voren (Vooruit Sept. en.Oct.'04) is beweerd,
n.l. dat in de toekomststaat der Soc. dem. bet ka
pitaal verdwenen zal zijn, en kapitaalvorming on
mogelijk, terwijl u zelf het voorbeeld aanhaalt van
de kolonie „Amana", welke, in vele opzichten op
soc. dem. leest geschoeid, 60 milioen gulden rijk is
aan bezittingen kapitaal) Hoe is dit?
Afgaande naar de beteekenis die staathuishoud
kundigen, zooals Adam Smith, Ricardo, Mc. Culoch
en John. Stuart Mill,1J hechten aan} het"woord „kapi
taal", alhoewel uiteenloopende in zienswijze, is toch
m.i, een samenleving zonder Kapitaal of Kapitaal
vorming niet denkbaar. Dat in den Soc. dem. toe-
koinststaatgde menschen het nog wel niet met elkan
der zouden kunnen vinden, eeloof ik met u maar
zal dit in den vrijz. dem. toekomststaat wél zoo zijn
Hetgeen prof. Treub beweert, dient ook nog wel
van een andere zijde te worden bekeken, omdat
aangaande professor's meeningen anderen, ook der
zake kundigen, nog al wat hebben in bet midden
te brengen, evengoed der overdenking waard.
Zoo kan men o.in. in de brochure „Kritiek van
een Radicaal op Karl Marx" een antwoord op Mr.
Treub's brochure „de Radicalen tegenover de sociaal
democratische partij in Nederland", lezen:
„Waar Mr, Treub betreffende de ruilwaardetheorie
Marx aanhaalt, geeft hij de onmiskenbare blijken
diens werken niet gelezen te hebben, zoo min als
bij acht geslagen beeft op betgeen overtde ruil
waarde gezegd is door mannen als Ricardo uit de
burgerlijke economische school.
En waar Mr. Treub in plaats van Marx's'theorie
der ruilwaarde een andere, de zijne, stelt, beeft hij
over betgeen bij sprak en schreef niet helder genoeg
nagedacht en gebruikswaarde en ruilwaarde met
elkaar verward."
Het is nu wel 15 jaar geleden dat dit werd ge
schreven, doch meeningen van Mr. Treub van toen,
werden nog in Vooruit van September en October
1.1. aangehaald.
Intussclien zij in ieder geval ons strevenVoor
uit de tijd zal leeren wie aan de beurt komt bet
„Euréka" uitteroepen.
Met dank voor de plaatsing
O. T. Maart '05 Achtend,
J. C. Bresijn.
Noot van de redactie Den geachten inzender zij 't
volgende opgemerkt.
Ie Wanneer wij zeggen in de toekomststaat, zal
kapitaal of kapitaalvorming ontbreken, moet daar
onder verstaan worden kapitaal in banden van bet
individu, kapitaalvorming door elk persoon afzon
derlijk. Het kapitaal in de beteekenis van produc
tiemiddelen zal overgegaan zijn in banden der
gemeenschap, er zal dus maar één kapitaalbezitter
zijn, dat is de Staat.
Dat die toestand onmogelijk is, is de inzender
met ons eens
2e Zullen in den vrijz. dem. toekomststaat de
de menschen bet steeds met elkaar kunnen vinden?
Geen vrijz. democraat, die dat beweert. Zij zeggen
juist, dat zij de schrille tegenstellingen willen ver
zachten, de economisch z-vakkere verheffen. Maar
nooit hebben zij beweerd de(nrmoede geheel de wereld
uit te kunnen helpen, nooit een ideaalstaat voor-
gespis'jeld aio de soc. democratie. Doch welvermee-
nen zij de bestaande maatschappij door bun hervor
mingen uitnemend te kunnen verbeteren en de lage
re klassen aan beter l evensvoorwaarden te kunnen
helpen.
3e De schrijver haalt een oordeel aan van soc.
dem. zijde over prof. Treub's bestrijding der ruil
waarde- theorie van Marx.
Het is ons nu bekend, dat prof. Treub, na zijn
eerste oordeel tot andere inzichten is gekomen,
daarom geven wij zijn woorden van 1891 bier weer:
„De ruilwaarde van Marx slaat de werkelijkheid
zoo zeer in bet aangezicht, dat men geen profeet
behoeft te wezen om te voorspellen, dat binnen
weinige jaren aan deze. theorie hetzelfde lot. zal
worden beschoren (als in 't afgeloopen jaar v. Halle
aan Lassalle's ijzeren loonwet ten deel viel?
Tot deze conclusie komt professer Treub na een
uitvoerige uiteenzetting dat Marx's opvatting der
ruilwaarde onhoudbaar is. Het is van den criticus
op Treub's brochure al heel boud gesproken t.e dur
ven beweren, dat Treub Marx's werk niet gelezen
zou hebben. Integendeel, weinigen zullen zoo op de
hoogt.e°zijn van Marx's theoriën als de boogleeraar.
Dat overigens Marx's theorie niet [onaangetast is
gebleken, blijkt uit prof. v. d. Vlugt's woorden
Onder meer hebben de JOostenrijkscbe staathuis
houdkundigen zich de moeite gegeven om aan de
verhouding tusschen arbeid en waarde een beeld te
ontwerpen, het lijnrecht tegenovergestelde van dat
hetwelk Marx gegeven beeft. Niet de bestede arbeid
zoo ongeveer vat nu Pierson bet samen geeft,
waarde aan voorwerpen, waaraan bij besteed is. Maar
arbeid wordt er aan ten koste gelegd, omdat het.
voorwerp waarde zal hebben. Op dien grondslag
voort bouwende beeft von Böhrn Bawerck Marx
geheel weerlegd".
AMSTERDAM, Maart 1905.
Geachte Redactie.
Beleefd verzoeken ondergeteekenden, bet volgende
in de kolommen van uw blad te willen opnemen.
Het Hoofd hes tuur van de Vereeniging van Hoof
den van Scholen in Nederland verneemt, dat in den
laatsten tijd bij versehillende gelegenheden door de
voorstanders van bet ontwerp tot herzienig van de
wet op het langer onderwijs, iu hunne discussiën
met tegenstanders daarvan, een beroep gedaan wordt
op bet oordeel van'de Vereeniging voornoemd, waar
bij dan citaten worden ontleend aan artikelen, door
de beide redacteuren van Ihet Nieuwe Schoolblad ge
schreven en met hunne initialen geteekeml. Aanne
mende, dat door de kampioenen voor de onderwijs-
novelle te goeder trouw wordt gedwaald en ten
einde verdere misvattingen te voorkomen, stelt bet.
Hoofdbestuur er prijs op bier de verklaring af te
leggen, dat bedoelde .beschouwigen in het N. S. alleen
liet persoonlijk (gevoelen uitdrukken van de beide
redacteuren en dus niet op rekening mogen worden
gesteld van de Vereeniging van I-I. v. S. Het Hoofd
bestuur, dat volstrekt niet identiek is met de van
de Vereeniging onafhankelijke redactie, beeft reeds
in November 19U4 een adres met een uitvoerige
memorie tot de Tweede Kamer gericht, waarin een
twintigtal wenscben en bezwaren tegen bet wetsont
werp worden geformuleerd en toegelicht. Het zij den
ondergeteekenden vergund, voor den aanhef van deze
memorie een plaatsje te verzoeken, opdut moge blij
ken, hoe hunne Vereeniging, evenals trouwens de
Redactie van het N. S. beslist positie gekozen heeft
tef/en de onderwijsnovelle
„Het Hoofdbestuur der Vereeniging voorn,
wenscht, alsvorens tot de opsomming van de in zijn
adres bedoelde wenschen en opmerkingen over te
gaan zijn leedwezen uit te'drukken overhet indienen
van dit ontwerp tot herziening van de Wet op bet
Lager onderwijs, overtuigd als het'is, dat wat er ook
aan moge gewijzigd worden, geen verandering aan
gebracht kan worden in geest en strekking, die
beide volgens de meening van het Hoofdbestuur
beslist nadeelig zijn voor de voortgaande ontwikke
ling van ons volksonderwijs, voor de instandhou
ding en bevestiging onzer volkseenheid en daar
mede voor bet welzijn van den Staat.
„Ons openbaar volksonderwijs is nog niet, wat
bet zijn moet, bet eischt in meer dan één opzicht
nog verbetering; maar bet heeft zich vooral sedert
1857 ontwikkeld in de goede richting, bet mag zich
verheugen in een toenemenden bloei en waar men
bet Nederlandsche volk om zijn verdraagzaamheid
op bet gebied van godsdienst en politiek aan vele
anderen natiën ten voorbeeld kan stellen, daar
zal niemand ontkennen, dat vooral de openbare
volksschool is, die deze verdraagzaamheid beeft
ingeprent aan baar leerlingen.
„De huidige politieke omstandigheden geven
echter geen hoop, dat de meerderheid der Wetge
vende macht zich met bovenstaande beschouwin
gen zal vereeningen en dus bet ontwerp tot her
ziening der Wet op het Lager Onderwijs om geest
en strekking zal verwerpen: daarom acht bet H.B.
bet plicht, uw aandaebt te vragen voor eenige
verbeteringen van techniscben aard, die worden
zij aangebracht, het ontwerp voor de voorstanders
van goed volksonderwijs wel niet aannemelijk,
maar toch minder verwerpelijk zullen maken."
Met dank voor de plaatsing,
Namens het Hoofdbestuur
C. F. A. ZERNIKE, Voorzitter
J. G. NIJK, Secretaris.
Stad aan 't Haringvliet 21 Maart 1905.
Den heer Redacteur van Vooruitte Middelharnis.
In bet vorig nummer komt onder Stad aan 't
Haringvliet een bericht voor dat Dr. J. Prins Fokkes
te den Bommel door den Raad tot tijdelijk genees
heer is aangesteld, na een minder gunstige, door
Burg. en Weth. gedane aanbieding, van de band te
hebben gewezen.
Ik heb bet bericht ingezonden zonder de bijvoeging
van bet aanbod, om de eenvoudige reden, dat mij
daarvan niets bekend is. Gaarne vernam ik boe deze
bijvoeging daar bijkomt of anders zag ik gaarne
onder bet bericht vernield „Niet van onzen gewonen
correspondent'
Hoogachtend,
L. J. ELVÉ.
Correspondent.
Als antwoord op bovenstaand stukje kunnen wij
mededeelen, dat dit niet van onzen gewonen corres
pondent ontvangen was, doch dat wij dit ontvingen
van een zeer betrouwbaar persoon.
Redactie VOORUIT!
Men schrijft uit 's Gravenhage aan de T e 1.
Het driedaagsch verblijf van H. M. de
Koningin en Z. K. H. den Prim op Het Loo
houdt verband met een onlangs op het
Zomerverblijf van H.M. gerezen kwestie.
Tijdens het voorlaatste bezoek van Ko
ningin en Prins aan het Loo heeft o. m.
het kappen van boomen op groote schaal
in het Koninklijk Park in hooge mate 't
misnoegen van den Prins opgewekt, te meer
daar op tal van plaatsen, o. a. nabij de Vors
telijke vijvers, op eigen gezag was gekapt.
Kort daarna werden eenige arbeiders ont
slagen, doch toen bleek, dat niet deze maar
hooger zeer hoogèr geplaatste ambtenaren
de schuldige waren, werd het ontslag op
last van H.M. weer ingetrokken.
Ten einde een volledig onderzoek te kun
nen instellen, (ook geldelijke aangelegen
heden moeten in het spel ziin), heeft het
Koninklijk Echtpaar zich nu Zaterdag uaar
Het Loo begeven.
Hoogstwaarschijnlijk zullen enkele amb
tenaren worden ontslagen of in rang ver
laagd.
Teneinde aan Hl'. Ms. jagermeester, den
heer F. W. J. Loudon, voortaan minder
verantwoordelijkheid te geven, is deze van
het beheer der bosschen ontheven en deze
functie opgedragen aan den rentmeester van
het Kroondomein, den Heer G. F. H. Tutein
Nolthenius.
De bestrijders van de kermis te Wjjk-bij-
Duurstede krijgen nu medewerking van een
zijde, vanwaar zij die zeker allerminst ooit
verwacht zullen hebben. Er circuleert n.l.
in die gemeente een adres aan den raad tot
afschaffing van de kermis en die beweging
daarvoor gaat uit van twee herber
giers. Zij is vooral gericht tegen de stoom-
caroussels en dergelijke van elders, die met
het kermisgeld gaan strijken, terwyl de
neringdoenden in de gemeente kunnen toe
kijken. Ter vervanging van de kermis stel
len adressanten voor het houden van een
jaarlykschen feestdag, b.v. op den verjaar
dag van H. M. de Koningin.
Geldleening. Men schrijft uit Woensel aan
de „L. K."
Er werd aan de deur geklopt. Binnen!
riep men op de secretarie.
Een man uit Best trad vóór de balie en
vroeg inlichting omtrent de geldleening. Hij
kon heel wat geld gebruiken, zeid-ie.
De gemeente ook, was 't antwoord.
En ze leent geld, staat er in de krant!
Juist! Je kunt hier geld breng en, maar
niet halen.
O!
Bonjour!