iTDOIF".
Officieel Nieuws- en Advertentieblad
.VOORUIT!
isrhappi),
DERDE BLAD.
RBOTER
>rn, Delft,
LAG.
No 16 J 5 Maart 190b
Landbouw
&ENBANK
landsch
[IJS,
der Plaaf^
ELSDIJK.
ïelding,
5de Jaargang.
Woensdag 22 Maart 11)05.
No. r
Ingezonden stukken
Gemengd Nieuws.
'IR A "KT IS!
ipartainant
a SomxnelcdLlJ le„
»«l ran 'I Jleemmm.
tagen 3 rente 'o jaaa.
ig en terugbetaling raat
sdag, Woensdag en Boo-
ecs Maandagavond na
m den Theaaurler-Boafe
AUddeZhitr&fA
SOUMELSDIJK.
aan leden tegen 41/» °/o
op tegen 3°/0'sjaars,
schotten kunnen dage
bij een der leden van
ugen en terugbetaling
agavond van 6S uur
r
e Sommelsdijk.
|ng van
Goedkoop.
I overal.
te HELMOND.
lioen Gulden.
|P verleent Credle-
deposito, koopt
en coupons, sluit
Igatien en verricht
leden tot het Xas-
lember 1903.
2.724.351,65
- 931.662,41
- 136.024,17
F. MOENS,
Directeur.
lis en omstreken
Pxoo-a.re-a.x-
LIJ
>e£§avxiia.
b due tie'a an
rootlnffen
bW1J&.
|HT 136.
gewaarborgde
Ippij in stukken
[verkrijgbaar bij
Door duizend»
RECHT 1878.
il 26jaargebi
indep
»nrikl
ir flacon,
ir flacon.
lUnrnlt
33HEL
turen te Alkmaar,
•gekomen met
9
I»
(Buiten verantwoordelijkheid van de Redactie)
Vriend Redacteur.
Wees zoo goed onderstaande in uw blad op te
nemen.
De beste dagen van een arbeiderskind, als bet nog
speelt en dartelt vol levenslast en zonder zorg, zijn
maar al te spoedig om. Maar nergens duren ze korter
dan op bet land. Vroeg gaat bet kind mee naar den
akker in weer en wind, hetzij, omdat het niet thuis
gelaten worden kan en op het veld althans onder het
O'ïg der moeder is, hetzij dat het reeds mee moet
werken om wat te verdienen. De loonen der zwoegers
op het land zijn *zoo laag, dat ook de weinige centen,
die het jeugdige kind kan bijbrengen, welkom zijn
in het armelijke huishouden.
Dertig jaar geleden heeft men reeds iugezien.dat
het kind beschermd moet worden tegen de onver-
zadelijke hebzucht van het kapitaal. Bij de kinder
wet van 1874 werd althans een eerste zeer bescheiden
stap gedaan en fabrieksarbeid van jongens en meisjes
beneden de twaalf jaar verboden. Maar aan den veld
arbeid raakt men niet. Ook in 1889 bij de arbeids
wet bleef bet kind van den landarbeideronbescberrad.
Dat was nota bene onder de eerste Christelijke
regeering, die van Mackay. Kinderarbeid is goedkoop,
en in den landbouw op allerlei wijzen aan te wenden.
Door den arbeid van jongens en meisjes krijgt de
boer zijn werk goedkoop gedaan, en spaart hy vol
wassen mannen en vrouwen uit. Het heet altijd dat
de arbeiders zelf belang hebben bij den arbeid van
hun kinderenzij kunnen immers de opbrengst zoo
goed gebruiken. Inderdaad is het andersom, de kin
derarbeid drukt de loonen, maakt de mannen gedeel
telijk overbodig, is dus oorzaak van de werkeloos
heid, waardoor het platteland gedurig zoo verschrik
kelijk' geteisterd wordt.
Alleen ue grondbezitter heeft belang bij dengoed-
koopen arbeid van bet kind, dat op de schoolbanken
behoorde te zitten in plaats van in weer en in wind
te vertoeven op het land. Bij de ingediende groote
arbeidwet door den Christelijken Minister Kuyper
worden ook weer uitdrukkelijk de landarbeiders
uitgezonderd. Jammer genoeg, dat bij 't behandelen
der leerplichtwet in 1900 geen verplichte schoolvoe-
ding en kleeding van gemeentewege is bedongen,
want hierdoor had de leerplichtwet die thans'n vloek
of zoo niet, dan toch van nul er geener waarde is,
'n zegen kunnen zijn. Ik weet wel. dat de Antir. te
den Bommel zeggen dat schoolvoeding en klee
ding van gemeentewege het huisgezin uit elkaar
rukten, dat zij liever kinderen van 10 11 jaar
achter de koeien zien loopen, slecht gevoed en
gekleed, dan goed gevoed en gekleed, en goed onder
wijs genietende op kosten van de gemeente.
Dat de Antir.-boeren zoo redeneeren kan 'k me
begrijpen, want die hebben er belang bij. Vooreerst
hebben zij goedkoope koewachters en later, als die
kinderen volwassen arbeiders zijn, dan kunnen zij
weer des te beter uitgezogen worden, want de boer
weet drommels goed, dat kennis macht maakt en hoe
dommer, hoe makkelijker zij te bedotten zijn. Maar
wat de Antirev.-arbeiders zulke zeggen, kan 'k me
in 't geheel niet begrijpen, want ik ben van meening,
dat die kinderen meer achting voor hun ouders
zullen hebben, welke gezorgd hebben voor goed
voedsel en kleeding, al is 'tdan op kosten van de
gemeente, als zij zelf niet bij machte zijn, dan die
kinderen, welker ouders dit niet hebben willen aan
vaarden en die tengevolge hun kinderen hebben
verwaarloosd. Tenslotte spoor ik de arbeiders aan
zich te ontwikkelen en te organiseeren, laat iedere
arbeider zorgen, dat zijn kinderen gedurende de
wintermaanden herhalingsonderwijs genieten, want
dit is zeer nuttig, als de kinderen met hun twaalfde
jaar de school verlaten dan zijn zij op twintigjarige
leeftijd '2/s vergeten, van hetgeen zij geleerd hebben,
maar door hetjherhalingsrnderwijs leeren zij nog bij.
Ook zijn de jongens beier 's avonds in de school
dan dat zij op straat allerlei kattekwaad verrichten.
Verder is organisatie voor de volwassen arbeiders
zoo hard noodig, uant zonder deze kunnen zij hun
toestand niet verbeteren en die heeft toch, zoo als
ik hier aangetoond heb, zoo'n verbetering noodig.
Daarom, arbeiders geeft gehoor aan mijne roepstem.
Dankzeggend voor de verleende plaatruimte.
JAC. DE BERG, Oude Tonge.
„De Man der Kleine Luiden".
Er is een brochure verschenen. Welnu zult ge
'ioo zeggen, wat zou dat het aantal is legio ja
maar, ja maar het is een mooie en gueden en ze
loont dubbel de moeite van een korte bespreking.
Het is toen een boekje, dat handelt over oude en
nieuwe plunje en niet zoo maar van een heel alle-
daagsch mensch Neen het maar het motto
zegt het zoo mooi over wiens plunje.
„ITet krielt" verklaart Bram, „om ons heen
„van Heidnen en Heidinnen,
„bekeer die eerst." „Heel goed, alleen
„Bram moest met Bram beginnen."
De schrijver zegt eeist:
le. dat Dr. Kuyper één van Nederlands talentstvolle
mannen is, en in onze parlementaire geschiedenis
een der merkwaardigste liguren:
2e dat hij op 't volk 'n enormen invloed heeft ge
oefend.
De brochure wil een antwoord geven op de vraag
of Dr. Kuiper in alles de eerlijke, consequente chris
ten staatsman is gebleven, trouw aan beginsel en ge
loof, trouw aan een democratische politiek.
In mijn isolement ligt mijn krachtsprak de aristo
cratische Groen van Prinsterer, de grondlegger der
anti-revolutionaire beginselen in Nederland" En nu
Dr. Kuyper. De virtuoos der coalitie en op 't gebied
der grenzentrekking. Nooit heelt iemand de grens
tusschen anti rev. en Roomschen scherpergeteekend
dan hij.
Hij verklaarde in de „Heraut", dat een coalitie met
Rome niets minder zou zijn, dan.
Verraad aan de broeders, verraad aan de nagedach
tenis der vaderen, verraad aan eigen zaak gepleegd.
In '91 sprak hij op de deputaten-vergadering
„En zegt ge, maar dan behooren ook de Roomscb
Katholieken bij ons, zoo bid ik u. dat gij u wacht
voor een zoo overijlde gevolgtrekking. Ik wijs met
beslistheid de gevolgtrekking van de hand, alsof we
samen als één man met hen konden optrekken. Dat
dit niet kan, ligt aan onze glorieuse historie dat dit
niet kan en nooit zal kunnen ligt aan het bloed der
martelaren, dat gevloeid heeft; dat dit nu niet kan
en dat dit.,nooit zal kunnen, ligt aan de schrandere
grijsaard te Rome, die de pretentie maakt gevolmach
tigd Stedehouder van Christus op aarde te zijn.
„Steeds zou ik dan ook van verraad aan onze his
torie, van een verraad aan onze beginselen roepen
zoo ooit van eene ineensmelting of ook maar van
te nauwe aaneensluiting met onze Roomsche land-
genooten sprake viel."
Veel vroeger nog schreef Dr. K. in de Standaard:
„Verre van Rome's stemmen voor uwe candidaten af
te bedelen, paste het u veleer op middelen te zinnen,
om die stemmen van uw candidaat te weren". Keurt
elk overleg met Rome in uwe leidslieden af, waar
ge die ook op het spoor komt. Zeg uw vertrouwen
op aan wie u door Rome ter overwinning wil leiden
Ik zal het bij deze enkele grepen laten. Genoeg
om u lezers een kijkje te geven up de oude plunje
van hem, die eens in een vurig gebed uitriep„Ze
kunnen niet wachten, geen dag en geen uur." En
ziet, nog wachten die kleine luiden die zich en ik
vraag is het wonder, door zulke woorden lieten over
halen om hun stem te geven aan de coalitiecandi-
daten. Ze konden geen dag, ja zelfs geen uur
wachten en zie bijna zijn vier jaar voorbij en nog
wachten, wachten ze. Gelukkig beginnen er dat
wachten moe te worden. Maar genoeg, ik zou bijna
mijn bart gaan luchten en mijn doel vergefen. De
brochure toch, waarin ik u een heel, heel klein kijkje
gaf is te verkrijgen in Van Beerschotens Boek en
Papierhandel, Zwart Janstraat 7, R'dam. Prijs 10 cent.
Bij meer exemplaren minder. Geen vrijzinnige kies
vereniging mag nalaten deze brochure op ruime
schaal te verspreiden.
R'dam 13 Maart '05
JAN M. ELVÉ.
Mijnheer de Redacteur!
Beleefd verzoek ik U voor het bovenstaande een
plaatsje.
naamste meststoffen, die zooal op de aard
appelen gebruikt worden. Ik wil aan geen
enkele dezer meststoffen afbreuk doen. Het
is best mogelijk, dat op zekere grondeE een
bepaalde meststof', om de een of andere ons
verborgen oorzaak, het best voldoet, maar
dat belet niet, dat we toch wel op enkele
dier meststoffen om eenige voor de hand
liggende redenen oritiek mogen uitoefenen
en dat we in geen geval blind mogen zijn
voor de talrijke uitkomsten van de verschil
lende proefvelden, die alle op dezelfde uit
komsten wijzen.
In sommige streken misschien wel in
de meeste is het de gewoonte, de aard
appels met niets anders dan stalmest te
bemesten. Ik geloof niet, dat op een enkele
boerderij de hoeveelheid stalmest die men
maken kan, zoo groot is, dat men genoeg
stalmest op den grond kan brengen om de
grootst mogelyke opbrengst te verkrijgen,
en is dit wel zóó, geeft men inderdaad zoo
veel stalmest als noodig is, (stalmest of
compost) dan lydt daaronder de smaak der
aardappelen zoodanig, dat deze absoluut
niet als eetaardappelen gebruikt kunnen
worden. Doch waarom zou men de aard
appelen met enkel stalmest willen verbou
wen, als half stalmest en half kunstmest
beter resultaten geven wat de opbrengst
aangaat? De landbouwleeraar van Fries
land schrijft naar aanleiding van bemes-
tingsproeven op aardappelen, gehouden op
een hoogen zandgrond, die in goeden bemes
tingstoestand verkeerde, en waarbij half
stalmest en half kunstmest (welke laatste
bestond uit 480 K.G. Kaïniet, 380 K.G.
thomasslakken en 125 K.G. chilisalpeter)
alsook heel kunstmest (het dubbele van het
vorige) vergeleken werden de volgende woor
den „aangezien men meestal stalmest te
kort kotnt, kan het gebruik van kunstmest
niet warm genoeg aanbevolen worden." Op
middelmatig zwaren kleigrond, werd ver
geleken een volledige bemesting van 400
K.G. chilisalpeter, 600 K.G. superphosphaat
en 280 K.G. zwavelzure Kalimagnesia met
800 K.G. opgeloste Peru-Guano en ook met
800 ammoniak-superphosphaat, waarbij de
hoogste opbrengst verkregen werd door het
met de genoemde volledige scheikundige
meststoffen, bemeste perceel, namelijk 590
gulden per Hectare.
Uit deze en tal van andere proefvelden
blijkt, dat het gebruik van chilisalpeter in
vereeniging met Kali en phosphorzuurbe-
mesting zeer rendeerend is, hetzy dat leze
meststoffen alleen, hetz'y half aan half met
stalmest gegeven worde. Vooral de laatste
methode half stalmest half kunstmest, waar
bij dan 200 K.G. chilisalpeter per Hectare
kan gegeven worden, acht ik, met het oog
op de verkregen resultaten der proefvelden
de beste.
Wat hebben de laatste proeven ge
leerd omtrent het gebruik van
Chilisalpeter op het aard
appeliand?
Ik geloof niet dat er één gewas is, dat op
meer verschillende wijzen bemest wordt,
dan de aardappelenaardappelmest (ge
mengd) Peru Guano, stalmest, ammoniak,
superphosphaat, superphosphaat, met Chili
salpeter, en het een of andere kalizout,
ziedaar de verschillende, of liever de voor-
Een stad uitgemoord. Volgens een te Mom
basa loopend gerucht, hebben 9000 Somalia
de stad Morka op de kust van Banadir
(Italiaansch Oost-Afrika) aangevallen en
alle bewoners vermoord,
Keizer Wilhelm weer aan 't speechen. Kei
zer Wilhelm heeft te Wilhelmshaven by de
eedsaflegging van de marinerecruten een
toespraak gehouden, waarin hy drie dingen
aanroerdede beteekenis van den eed, de
gebrekkige nakoming van godsdienstplich
ten onder de jongelingschap en ook den
oorlog in Oost-Azië. De Keizer vermaande
van 1 6 regels 0,60.
0,10.
naar plaatsruimte.
L slechts tweemaal berekend,
ars en Advertentie-Bureaux
rertentiën aan.
'ij te Middelharnis.
gelegenheid toegang en gehoor
gen bij de vreemde monarchen
landsche staatslieden. Daardoor
gelegenheid persoonlijk onder-
jen te leiden en met buiten
ministers besprekingen te hou-
vvas 't werk geweest, niet van
sr, doch van baron van Lynden.
'ger werd het. Minister van
reeg een soort controleur boven
oud-gezant, meneer Van Wec-
le belangrijke stukken moesten
dezen heer geteekend worden
departement verlieten? Meneer
cerlin behoort, als wij onsniet
tot de paganisten.
voor, een minister van een
elijk aangediend kabinet onder
;esteld van een „paganist" door
minder dan dr. Kuyper zelve!
vonder, dat minister van Lyn-
3lde, dat hij voor „spek en
>p 't ministerie zat
vonder, dat de „uitstekend in-
persoon" in het Vaderland
c u reeds in den aanvang zeide
positie van baron van Lynden
jaren bijna even onhoudbaar
>oi' drie weken, zal u nu wel
ijn. Dr. Kuyper was de minister
llega was figurant,
niet anders was de feitelijke
welke evengoed te Berlijn als
hekend iswaarom ik dan ook
i zie, dezen toestand voor ons
iek te verbloemen. Of wij nu
plomatie van dr. Kuyper tot
(bespotting) van Europa zijn
zal later wel uitkomen, maar
sstige (aanzien) in het buiten-
dit alles er niet op verhoogd
i moeilijk betwijfeld worden,
ireken van de desorganisatie,
g) waarin de dienst gekomen
evenmin binnen korten tijd
>n zijn."
kader nu van dit kort exposé
ng) van feiten, welke de ver
estand op bet Buitenhof aan-
eten de gebeurtenissen van
weken beschouwd worden. De
in buitenlandsche zaken werd
ger hoe bedenkelijker,
d daar op hel laatst wanhopig.
narijen uuuueujK gewonar' en aan was er toch geen
haar op mijn hoofd, dat daaraan gedacht had.
Dat men echter, als men met een aardig meisje
schaatsenrydt, zich galant gedraagt en een weinigje
Hink voordoet, dat men om beuzelingen, ja soms om
niets in een h artelij ken lach uitbarst, dat is toch
geen schande, geen misdaad, niet waar Alleen voor
mij werd het waarlijk een ongeluk, want toen ik
midden in een vroolijk praatje met mijn kleinejuf
fertje was; toen wij zoo echt als twee vlinders over
het ijs wiegelden en schommelden onder de muziek
van een toen juist in de mode gekomen nieuwe wals,
daar zag ik plotseling de groote oogen van juffrouw
Elze zoo ernstig op mij gevestigd, dat ik er gewoon
weg van schrok, zonderevenwel te kunnen verklaren
wat ik nu eigenlijk misdaan had:
schaatsen afbinden, groette mij, die als een zoutpi
laar in luitenantsgestalte voor haar stond en zweefde
weg. Haar gedrag was duidelijk genoeg en gaf een
niet verkeerd te verstaan antwoord op de vraag welke
ik zoo dikwijls op de lippen had.
Ik deed geen moeite haar te volgen ik stond haar
twee, drie minuten na te staren, toen begon ik te
overleggen dat vastvriezen aan een ijsbaan een zeer
twijfelachtig genoegen is, en dat zou toch myn deel
worden, als ik nog lang hier zoo bewegingloos bleef
staan. Ik verliet de baan en ging mijn weg met het
gevoel ;dat ik nu van deze geschiedenis werkelijk
genoeg had en er verder mijn humeur en mijn ver
eering van andere schoonheden niet door zou laten
bederven.
Ik had mij dien morgen een prachtig kostuum van
allerlei kleine, onmisbare diensten.
Ik ging dus naar haar toe en vond haar geheel
alleen in de woonkamer, behagelyk haar schemer
uurtje genietend, niets toonde aanstalten voor een
feest.
„Ik hoop u niet te storen bij de voorbereidingen
voor uw toilet!" begon ik eenigszins stijf bij het
binnen komen.
De goede, oude dame lachte mij vergenoegd toe.
„Neen, Rotenberg, ik wii u wel een kleine ontrouw
van my verraden. Ik ga niet naar bet bal. Mijn met
zoo veel zorg aanbevolen logé heb ik in gezelschap
en onder de hoede van mevrouw Van Massenburg
laten vertrekken en haar beloofd, later te zullen
komen, als ik beter word. Ik had namelijk een
weinig hoofdpijn en die diende mij als voorwendsel om
•enwant eigenlijk is het mij van
geen ernst geweest om naar het
te gaan, ofschoon ik daar op dien stoel
rig heksenkostuum met hoofdkap en
net gelaat heb liggen, het ziet er zoo
ïen kinderen of vreesachtige menschen
in loop zou jagen, dat verzeker ik u.
er weinig aardigheid aan menschen
'tijd moeten zich niet meer als hans
kelen, dat moeten ze maar voor de
iten. Als de kleine Elze zich aan zulk
ok zou ik dat dwaasheid vindenzij
lief uit in haar Spaansche herderin
wat een ongeluk daar verraad ik u
leim Zij is met de Massenbergs mee-
s ik niet na kom, wat ik natuurlijk
ian keert zij met die familie ook naar
g en blijft; daar vannacht, logeeren.
ik mij zelf in plaats van een zeer
oen heerlijk rustigen nacht bezorgd.
Nu, mijn jongen had je wel vermoed, dat ik uit
zuiver eigenbelang zoo intrigeeren kon 7 „Maar voer
de oude dame dan levendig voort en greep mij by
den arm, „maar u? waarom is u nog niet als de een
of andere bekende of onbekende grootheid uitgedost
Wil je wel eens gauw maken, dat je wegkomt?"
„Liever niet!" antwoordde ik meteen gedwongen
lachje, „als u mij hier houden wil, beste tante 1 dan
blijf ik bij u—- ik heb den datum van het gemaskerd
bal in deiischoorsteen geschreven."
Tante richtte zich op en zag mij met haaT schran
dere oogen een langen tijd aan, toen vroeg zij zeer
langzaam
„En waarom?"
(Wordt vervolgd.)