Officieel Nieuws- en Advertentieblad
voor Overflakkee en Goedereede.
EERSTE BLAD.
5de Jaargang.
Woensdag 1 Maart 1905.
No. 14.
Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij
Gemaskerd.
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofd-Agent voor NederlandC. W. BETKE, Advertentie-
Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam.
Uitgave d.er
te MldcLelHamis.
Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels f 0,60.
Iedere regel meer0,10.
G-roote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
L' histoire se répète.
Hoe dringt zich dit gevleugelde woord
van den Franschen staatsman telkens
aan ons op, bij het aanschouwen van het
Russisch treurspel. De geschiedenis her-
haait zich. Zij toont het in opeenvolgende
eeuwen, in verschillende landen: De
machthebbenden maakten zich haar les
sen weinig te nutte, sloegen de waar
schuwingen van voorgaande wereldge
beurtenissen in den wind, tartten het
volk tot het uiterste, tot het uitbarstte
in geweldige opstanden, in bloedige re
voluties. Voor nauw honderd jaar het
Fransche volk onder het ergste despo
tisme van adel en geestelijkheid. Alle
lasten voor den burger en den boer,
alle lusten voor een uitbuitende pries
ter- en adelstand. Geen boer, die zijn
wijnoogst niet moest laten behandelen
in de wijnpers van den heer. Belastin
gen zwaar drukkend op de schouders
van den burger, millioenen opgebracht
door de kleinen, om tot braspenning te
dienen van de Fransche grooten.
In de achterbuurten van Parijs een
opeenhooping van duizenden proleta
riërs, saamgestroomd van 't platteland
om den honger te ontkomen.
En eindelijk zoekt de tot razernij ge
dreven massa een uitweg in de geweldige
revolutie, haar tyrannen meedoogenloos
moordend, haar wraak koelend aan even
zoo vele onschuldigen.
En als t bloed dagenlang heeft ge
stroomd, als de guillotine honderden on
der haar valbijl heeft zien vallen, keert
de orde weer, wordt in de staatsinrich
ting een plaats ingeruimd aan „de rech
ten van den mensch".
Zie nauw honderd jaar later. Rusland
in 1905. Een grootvorstendom, dat milli
oenen bij millioenen trekt uit de staats
ruif. Dat duizenden guldens, voor de
verminkte strijders van 't Russisch va
derland bestemd, in zijn onuitputtelijken
geldbuidel doet verdwijnen om zijn
bijzitten met diamanten te kunnen be
hangen
FEUILLETON.
van Hans Arnold,
(2) door K. te Ut.
Een roofzuchtige bureaucratie, die
steelt en plundert, rooft en moordt, elke
vrijheid verstikt, het volk afperst en uit
buit sinds jaren. Tot eindelijk 't afge
beulde volk, na „Vadertje Gzaar" oot
moedig gesmeekt te hebben om hervor
mingen, zich werpt in de armen der
revolutie, de bommen slingert naar de
gehale beulen. Tot stroomen bloeds ge
stroomd hebben, voor de hervormingen
zijn afgedwongen.
De geschiedenis herhaalt zich.
Dan zal wellicht in een volgende eeuw
een „politiek" christen in datzelfde Rus
land de revolutie, door adel en bureau
cratie veroorzaakt, bij de „kleine luy-
den" trachten uit te spelen tegen de
hervormingspartijen, zooals men thans
ten onzent aanschouwt.
Als grootvorst Sergius valt als slacht
offer van zijn eigen stelsel, van zijn
eigen misdaden, gaan de gezanten der
vorsten op audiëntie aan den Czaar hun
rouwbeklag te doen.
Als de stakende arbeiders met knoet
en sabel worden mishandeld, op de
binnenplaats eener gevangenis armen
en beenen worden stukgeslagen de oogen
worden uitgestoken, mogen de vorsten
zich niet mengenin de binnen-
landsche politiek van het Czarenrijk.
Zoo stonden de zaken toen ik eenB op een avond
even bij jnffrouw VanJStettendorp aanliep. Ik vond
daarop li aar lievelingsplekje bij hetjbaardvnur, ijverig
bezig een brief te lezen. Zij knikte mij toe, zonder
zich door mijn binnentreden te] laten storen, dat
was trouwens haar gewoonte ook niet. Ik zette mij
zwijgend tegenover baar, de sabel tnsscben de knieën
de handen daarop gesteund en wachtte tot zij haar
lectuur ten einde zou zijn.
„Ziezoo," zeide zij en streek den brief weer in de
vouwen, „dit schrijven bericht mij, dat ik een lo
geergast krijg en wel zulk een, bij wie u, Roten
berg,mij ais adjudant moet ter zjj'de staan. De dochter
van een oude schoolvriendin wordt midden in het
seizoen de stad nit en mij op den hals gestuurd,
omdat zij eenige waaronder onbegrijpelijke, blauw-
jes heeft laten^ loopen. Het ia een echt goudviechje,
mijn jongen 1 ja, spits uw ooren maar! daarbij is
het een zeer bekoorlijk wezentje. Dat zou ton slotte
nog een homoeopatiach geneesmiddel voor u ktin-
rtT°r,?1n- Nu' hoe denkt u over dat zaakje?»
Ik haalde zwaarmoediglde schouders op. „Voor mij
18 "Pel en dans voorbijsprak ik met de diepe
Als duizenden Israëlieten worden ver
volgd, mishandeld, hun vrouwen en
dochters onteerd en verkracht, hun
kinderen doodgeslagen voor 't oog dei-
stervende moedergaat geen enkele
gezant namens zijn vorst protest indienen
bij „Vadertje Czaar.''
De geschiedenis herhaalt zich.
Zooals eenmaal de Fransche priester
Siéyès de partij koos van 't gemarteld
en getergde volk, is het ook in het
Russisch treurspel een priester die de
partij kiest van de verdrukten en uit-
gebuiten. Zie, hoe vreeselijk moet de
toestand zijn, als een priester durft
aanraden dynamiet en bommen. Zeker,
wij keuren dien weg van geweld af,
streng en onvoorwaardelijk.
Doch aan wie de schuld?
stem van den 'bezitter eener ongelukkige liefde.
„Niet al te zwartgalligantwoordde zij. „U weet,
daar kan ik maar een heel kleine hoeveelheid van
verdragen. Komaan u mag doen of wezen wat u
wil, maar den volgenden keer dat u weerbier komt,
is er wat jongs en vroolyks bij het haardvuur en
u moet mij helpen dat aangenaam bezig te houden,
een heel programma voor genoegens opstellen, voor
luchten op schaatsen en voor dansen zorgen, in het
kort voor alles, wat men van uw leeftijd en positie
verwachten en verlangen mag. Gelukkig hebben wij
spoedig het gemaskerd bal te wachten, daar zal mijn
schoone gast als een gratie heen fladderen en enkel
om mij te plezieren fladdert u mee
Ik verklaarde mij, zooals van zelf spreekt, als was
in haar handen en dientengevolge bereid mij te
laten kneden tot berenleider van onbekende nichten
of vriendinnen.
Met een soort van vergenoegden trots of trotsche
vergenoegdheid aanvaardde ik werkelijk de mij op
gedragen taak, die mij in zoo verre aanlokkelijk
scheen, dat ik nu eens' toonen kon, niet,voor alle
jonge meisjes zoo ongevaarlijk te zijn als voor de
blonde Elze, die ik niet uit mijn gedachten kon
verdrijven.
Na eenigen tijd vernam ik, dat de verwachtte da
me was aangekomen en besloot mijn opwachting te
gaan maken. Ik trok mijn besten rok aan, streek
raijn snor zoo veel als mogelijk was in de hoogte, in
het kort ik tooide mij zooals het een hartenbreker
betaamt en begaf mij op weg naar de woning mijner
oude vriendin. Als het nichtje niet op mij verliefde,
geen voldoende verstrooiing in haar verbannings
oord vond, dan zou het aan mij niet liggen.
Een weinigje nieuwsgierig was ik wel, hoe het
goudvischje, dat glinsterend de onbekende toekoraBt
Aan wie anders, dan de reactionaire
adelheerschappij, het uitbuitend groot-
vorstendom, de alles roovende-bureau
cratie, die in Rusland regeert?
Nog kan de Gzaar 't volk leiden in 't
rechte spoor, als hij krachtdadig de
hervormingen ter hand neemt.
Maar wederom zal het de reactie zijn,
die hem dit belet, wederom zal een
machtige adelstand zich schrap zetten
tegen elke inkrimping harer uitbuitende
overmacht.
Juist als in 't Frankrijk van 1789.
De geschiedenis herhaalt zich.
Het manifest der oud-liberalen.
Verleden week verscheen in de bladen
een manifest, dat men kan beschouwen
als de staatkundige belijdenis van de
oud-liberale partij. Het is onderteekend
door 75 mannen van grooten naam en
invloed. Onnoodig te zeggen, dat wij het
in zeer vele opzichten met de stel
lers van dit stuk oneens zijn, doch ook,
dat we veel er van kunnen onderschrij
ven. Het groote belang er van is hierin
gelegen, dat het duidelijk aangeeft, wat
we bij de Juniverkiezingen aan de oud-
liberaien zullen hebben. En dan is 't ons
een reden tot groote vreugde, dat deze
partij, zich beslist stellend tegenover de
coalitie van unie-liberalen en vrijz.-de-
mocraten, zich even beslist plaats tegen
over de clericale coalatie en zich in
's lands belang aan de zijde der vrijzin
nigen schaart. Vooral waar in 1901 vele
twijfelaars aan oud-liberalen kant hun
stem gaven aan 't ministerie Kuyper en
de clericale organen daar nu al reeds
weer op speculeeren (getuige de verkie
zing in den Briel), is het van gewicht,
dat dit manifest onomwonden zijn partij-
genooten er op wijst, dat hun plaats is
aan de zijde der vrijzinnigen. Om 't be
lang der zaak, nemen wij 't manifest in
zijn geheel op:
AAN DE LIBERALE KIEZERS,
's Gravenhage, 18 Febr. 1905.
Nu weldra de vierjarige periode van wet
geving zal zjjn afgeloopen, zijn de onder-
geteekenden te rade gegaan wat zü kunnen
doen, eeneizijds om aan de vrijzinnige be
ginselen wederom een overwegenden in
vloed te verzekeren, anderzijds om hun po-
kwam tegemoet zwemmen, er uitzag; voor de j'eugd
heeft het vreemde iets aantrekkelijks en daarom
was ik dan ook vol hoop op hetgeen komen zou.
Als ik zoo uitgerust, gelaarsd en gespoord als een
jonge ridder die zijn eerste heldendaad gaat verrich
ten, op de in te nemen vesting af ging, ontmoette
ik een dame inet een paar pakjes in de hand, een
ruiker van viooltjes in het knoopsgat en de neus
een weinigje in den wind. Ik stond als door een
bliksemstraal getroffen, want mijn aangebedene uit
M... stond in eigen levenden lijve voor mij.
Zij herkende mij ook terstond, dat zag ik, want
een diep rood van verrassing vloog over haar wan
gen. Deze seinvlag van gerooede- en hartaandoe-
ningen durfde ik echter in het geheel niet te mij
nen gunste uitleggen, want ze werd zooals ik op
gemerkt en2ervaren .had, uitgestoken voor vriend
en vijand, voor haar vroegeren ouden onderwijzer
zoowel als voor een tegenwoordigen danser. Vele
meisjes bezitten nu eenmaal die eigenaardigheid tot
haar eigen verdriet en tot scherts of vermaak van
anderen. Nu, in ieder geval zij werd rood en ik nog
rooder, al mijn plannen en uitzichten op de nicht
mijner vriendin versmolten als sneeuw voor de stra
len eener MaaTtsche zon. In twee slappen was ik
bij haar, en zonder te bedenken hoe mijn gedrag
streed tegen den vorm, welke verbiedt een jonge
dame op straat zoo maar zonder complimenten aan
te spreken, zonder dit of iets anders te bedenken,
legde ik de hand aan de muts en sprak.
Hooggeëerde dame! welk een onverwacht genoe
gen
Maar zij, den neus nog een centimeter hooger. zag
mfj uit de hoogte koel en afwijzend aanIT is ooi.
hier, mijnheer Rotenberg? Heel aardigi" sprak zij,
neeg het hoofd precies alsof het afgemeten was twee
sitie en die hunner naaste geestverwanten,
mede ten aanzien van andere vrijzinnige
groepen nauwkeuriger te bepalen.
Tegen de hoofdbeginselen, welke de coali
tie der thans de meerderheid in deStaten-
Generaal vormende partijen aan het Staats
beleid ten grondslag legt, blijven zij gekant.
Zy meenen, dat de vermenging van gods
dienst en politiek, welke van de toepassing
dier beginselen het onvermijdelijk gevolg
is, slechts kan strekken tot ontwijding van
den godsdienst, tot schaden aan waarheid
in wetgeving en bestuur en tot verkorting
der vrjjheid van denken en spreken. Zij zien
met zorg een Ministerie aan het bewind,
dat de verdeeldheid op grond van verschil
in godsdienstige overtuiging verscherpt.
Verschillende maatregelen in het thans
bijna verstreken regeeringstijdperk tot stand
gebracht of voorbereid, hebben hen in deze
zienswijze bevestigd. De uitoefening der be
stuursmacht was in menig geval niet over
eenkomstig hetgeen naar hun meening,
door 's lands belang geeischt wordt. Op wet
gevend gebied duchten zij met name van
de onderwijspolitiek gevaar. Tevens achten
zij krachtig verzet noodig tegen de voorge
stelde wijziging van het tarief van invoer
rechten, vooreerst omdat de vrijhandelsge-
zinde staatkunde der laatste halve eeuw
Neerlands welvaart ten goede is gekomen
en niet minder omdat die wijziging te
groote uitbreiding geeft aar. de heffingen,
waarbij met de draagkracht geen rekening
wordt gehouden.
Naar hun oordeel gedoogt's lands belang
derhalve niet bestendiging van de tegen
woordige regeeringsmeerderheidzij achten
zich verplicht tegenover haar front te ma
ken, zoowel zelfstandig als met handha
ving van eigen standpunt door het ver-
leenen van steun aan vrijzinnige candidaten
der linkerzijdecandidaten die niet tot hun
naaste geestverwanten behooren.
Ter afbakening en handhaving van dit
eigen standpunt wenschen zy voorts nu
andere groepen van vrijzinnigen, met het
oog op de stembus van 1905, een compro
mis hebben gesloten in het kort de be
ginselen te omschrijven, aan welke naar bun
opvatting de liberale staatkunde behoort
vast te houden by haar streven naar op
lossing der staatkundige en maatschappe
lijke vraagstukken, die door de tijdsomstan
digheden en de geleidelijke ontwikkeling
van nieuwe denkbeelden aan de orde van
behandeling worden gebracht.
1. Als hoofdbeginsel van liberale staat
kunde stellen zy, dat de staat naar den
eisch van strikte onpartijdigheid aan alle
e» een hal ven centimeter, maakte een kleinebeweging
op haar smalle hakjes en draaide omeenvoudig om
zooals men niet méér omdraaien kanen daar stond
ik. en dacht., zooals een gewoon mensch in zulk een
geval slechts denken kan „Daar heb je 't nou I"
Ik zag het slanke, mooie meisje nog een paar oogen-
blikken half bedwelmd en geheel Lednaik
had weder eens het gevoel een flink, kond stortbad
over den kop gekregen te hebben, zooals mij al vaker
door de zelfde hand was toegediend en hoewel dat
niet altijd akngenaam is, kan men het onder zekere
omstandigheden best verdragen.
Men moet een levenslustig jongmensch geweest
zijn, zoo een, die altijd evenveel geluk bij de dames
had, die op alle mogeljjke bals de geliefd<-te danser
was, om te ondervinden, hoe verraderlijk het noodlot
is, als juist die eene, die men zoo graag voor zicli
zou winnen, bij wie men zich aangenaam wil maken,
voor wie men door een vuur niet zou vliegen maar
er ten haren believe langzaam do^r wandelen, als
juist die eene iederen keer als men haar toevallig of
opzettelijk nadert-, twee graden onder nul bevriest..
Maar alles lieeft zijn grenzen en de man heeft zyn
trots. Ik had nu genoeg van de koele schoone ver
dragendat meende ik tenminsteen besloot on
der den verschen indruk van het daareven voorge
vallene nu met verdubbelden ijver de onbekende
nicht van mijn beschermster het hof te gaan maken.
Een dag of twee voor mijn onverwachte ontmoe-.
ting met Elze was zij, de nicht, gearriveerd het. was
dus nog niet te laat haar een welkomstbouquet te
zenden. Ik kocht er een, den grootsten dien ik be
machtigen kon en zond dien met mijn kaartje aan
juffrouw Van Stettendorp, want tot. mijn beschaming
viel mij bij het adrsseeren in, dat ik nog niet naar
den naam der nicht, gevraagd had. (Wordt verv.)