ff Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. 5de Jaargang. Woensdag 22 Februari 1905. No. 13. Boei- en Gemaskerd. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofd-Agent voor NederlandC. W. BETKE, Advertentie- Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam. TTltg'arve cler te Middeiharnis. Prijs der Advertentiënvan 1 6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Ad verten tie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middeiharnis. De brave Spoorwegmaatschappijen. Toen de groote spoorwegstaking van 1903 het verkeer stremde gaf dr. Kuyper aan de spoorwegarbeiders de gerenom meerde dwangwetten en daarnevens een enquête (onderzoek) commissie, die, zooals we reeds meermalen vermeldden, treurige toestanden aan het licht bracht. En loonen én arbeidstijden waren en zijn vaak zoodanig, dat men gerust van uitbuitenj mag spreken. Nadat de Enquêtecommissie haar verslag uit bracht, volgde een „nader advies", dat zij gaarne openbaargemaakt wilde zien. Bij de behandeling der Waterstaatsbe- grooting vroeg het kamerlid Melchers aan den minister waarom dit stuk niet gepubliceerd werd. De minister ant woordde, dat hij dit niet wenschelijk achtte! Waarschijnlijk zouden we dus van het „nader advies" niets gehoord hebben, indien niet de bekende Spoor wegman, de heer Oudegeest, het stuk in handen had gekregen. In het Volk wordt dit zoogenaamde „geheime stuk" nu bekend gemaakt en de lezing er van is belangrijk uit tweeërlei oogpunt. Ten eerste, omdat er uit blijkt, dat al de mooie woorden van den „christelijken" minister over opheffing van grieven enz. geen steek beteekenen. Een der belangrijkste artikelen van 't spoorwegreglement is art. 113, waarin de dienst- en rusttijden van 't personeel- worden geregeld. Nu staat in 't „geheime rapport," dat geen der maatschappijen, niettegen staande er om verzocht was, een „ge formuleerd voorstel tot herziening van art. 113 met het oog op de onderscheidene categorieën van personeel" heeft inge diend. En wat zei de Staatsspoor daarbij Luister, lezer,»zulk een ontwerp zal eerst met vrucht kunnen worden af geleverd, wanneer over de beginselen eene beslissing zal zijn gegeven, hoeda- nige beslissing van Uwe Excellentie wordt toegemoet gezien." FEUILLETON. van Hans Arnold, (1) door K. te ffl. „Nu, en hoe is die verloving zoo plotseling tot stand gekomen vroeg de majoor terwijl hij voor- zich tig de asch van zijn sigaar klopte. »Ik geloof, dat hij de grootmoeder voor zich heeft weten te winnen: deze heeft zich zijn verliefdheid ter harte genomen, en toen was de zaak spoedig in aan feine' merkte een ander uit den kleinen kring -,_"PUS besctiermster I' „zei de majoor en zag na- Jenkendin het flikkerend haardvuur, „dat komt we- aer op mijn theorie uit. Ik heb altijd veel van be schermsters gehouden en in ieder garnizoen, waar ik laghad ik er een paar in voorraad; één, die mij pasteien bakte en lekkernijen bezorgde, één, die mij lektuur verschafte, en één, die ik mijn geldnood en mijn dolle streken biechtte, de laatste echter wel eens onder zeker voorbehoud, zooals gij begrijpen kunt. Uischoon het getal mijner beschermsters zeer groot is, heb ik in waarheid slechts één ware biechtmoeder, as ik ze zoo eens noemen mag, gehad. Om zulk een post van vertrouwen by een jong, overmoedig luitenant op zich te nemen, dient men niet alleen een warm hart en een goed verstand te bezitten. maar Let wel, de maatschappij wacht een beslissing van den minister. De minister, die dit „geheime rapport' natuurlijk kent, zegt in de Kamer, dat hij wacht op de directies, die hij niet wil dwingen?! Heeft Oudegeest niet volkomen gelijk, als hij van deze comedie zegt „Dat is het spelletje van Jan sloeg Lijsje en Lijsjo sloeg Jan 1 En zie nu, hoe die spoorluiden, welke dwangwetten kregen, hun grieven be vredigd zien. Art. 113; dient gewijzigd. Dat wil de Hollandsche Spoorwegmaatschappij ook. Maar ze wil het zoo hebben, dat de regeling van dienst- en rusttijden alleen geldt voor de beambten, belast met de zorg voor het veilig verkeer of met het vervoer over den spoorweg. Begrijpt ge, lezer Dan vallen die tienduizenden spoorarbeiderswelke bij het spoor werkzaam zijn, zonder belast te zijn met de zorg voor 't veilig verkeer of met het vervoer over den spoorweg (ladingmeesters, lampenisten enz.) er buiten en kan de maatschappij die afjakkeren zooals ze wil. Weet ge, wat de Enquête-commissie van dat voorstel zegt? Niets minder dan ditDe commissie is van meening, dat het wenschelijk is art. 113 tot allé beambten en bedienden der spoorweg diensten uit te breiden en zou de wij ziging van den aanhef van dat artikel in den zin der Holl. Spoor-Maatschappij zeker onraadzaam achten, ook opgrond van hetgeen haar uit de verzamelde sta tistische gegevens omtrent bestaande diensttijden is gebleken.'' En hoe betracht de minister dezen wenk der commissie Door het rapport „geheim" te ver klaren. Voor de spoorarbeiders dwang wetten, voor de machtige spoorweg directies wegmoffeling van een bezwarend rapport? Dat is een meten met twee maten, wat kant noch wal raakt. Dit „geheime rapport" bevat zooveel argumenten tegen het voortbestaan der particuliere spoorwegexploitatie, pleit zoo sterk voor de dringende noodzake lijkheid der exploitatie van Staatswege dat wij er een tweede artikel aan zullen wijden. (Wordt vervolgd.) bovenal een flinke persoonlijkheid te zijn, en zulke dames groeien niet langs den weg. Mijn eenige, eer ste en laatste biechtmoeder in de nooden van mijn portemonnaie en van mijn hart gevoelde zich later zoo tot mij aangetrokken, dat ze al haar invloed bezigde om mijn loopbaan eervol te maken en mijn levensgeluk te verzekeren, waarvoor ik de goede oude ziel nog dagelijks dankbaar ben, ofschoon zij sedert lang niet meer op aarde rond wandelt. Hoewel men het woord dikwijls gebruikt en nog meer misbruikt, durf ik toch zeggen zij was ori gineel in den besten zinEen boomlange, knokige gestalte, met reeds tamelijk grijzend haar, dat eenigszins verwardjom het hoofd hing met een diepe mannestem, die zich bij ernst en scherts bij lachen en weenen, bij iedere gelegenheid wel hoorbaar wist te maken met een paar breede handen als van een boerenarbeider en een gelaat dat wel nimmer be koorlijk genoemd werd. Een oppervlakkig beoordee- laar zou haar ten minste zoo beschreven hebben maar ik en ieder die nader kennis met haar maakte, vond haar niet leelijk, want uit het grof besneden en gekleurde gezicht keek zoo veel frissche levens lust, zoo veel goedhartigheid, dat men spoedig op hield zich zeiven af te vragen of haar neus en mond niet precies andersom stonden als bij gewone ster velingen. Zij was, ofschoon reeds op gevorderden leeftijd, zoo benijdenswaardig jong gebleven, dat nie mand er aan dacht naar haar ouderdom te gissen. Haar vlug verstand en haar manier om onschuldige grappen van den gunstigsten kant te beschouwen deed een onbeperkt vertrouwen in haar stellen en als de uitdrukking voor een dame niet al te onge woon was, had men haar een flinken kerel kunnen noemen. Deze oude dame, zij heette Adelheid van Stetten- Hoe jonge broekjes bedot worden. Antirevolutionaire propagandisten hebben getracht het voor te stellen alsof professor Treub's belastinghervor mingen de landbouwers zwaar zouden drukken. Niemand minder dan prof. Treub zelve heeft "deze giftigheid zoo afdoend mogelijk weerlegd. Meneer Kolkman heelt er op de be ruchte Haagsche voorstelling, wat anders op bedacht. Na zijn bekende demagogische (ophit sende) valsche geloofsleuze, zeide deze spreker (nog wel een Karnerafgevaar- digde!) „800,000 gulden zullen weer be taald moeten worden uit de erfenissen die de kinderen van hun ouders krijgen en l'/o millioen weer door hen die in de bedrijfsbelasting zijn aangeslagen. Doch spr. ziet niet in hoe degenen die reeds op zoo zware lasten zitten, nog meer kunnen betalen. De middenstand zal alweer het gelag moeten betalenhet oude liedje!" (Applaus.) Zonder twijfel zal het applaus dei- leergierige jonge Roomsche garde en antirevolutionaire propagandaclub, tot wier voorlichting meneer Kolkman op trad, hem een zoete streeling zijn ge weest Het is als 't ware het verguldsel voor de bittere pil, die meneer Kolkman te slikken krijgt: zijn voorstelling van den middenstand, die 't gelag betaalt is leugen, gemeene laster. We zullen dit dadelijk bewijzen. In de Vragen des Tijds van Febr. 1905 schrijft prof. Treub een uitvoerig artikel onder het opschrift„Van waar moeten de miilioenen komen?" In dat artikel geeft de eminente hoogleeraar uitvoerige berekeningen over 't successierecht en over de bedrijfs- en vermogensbelasting, Daaruit nu blijkt: le De inkomens uit vermogen voor gehuwde lieden zonder kinderen, (voor kinderen wordt nog een flinke aftrek toegestaan) worden lager belast, zoo lang bet inkomen blijft beneden f3620. 2e De belasting voor inkomens van f 3620 tot f 4420 blfjft ongeveer ge lijk. 3e Eerst voor de hoogere Inkomens begint ze langzaam te stijgen. Meneer Kolkman kan dat vinden op blz. 306 van de Februari-aflevering der Vragen des Tijds. En als meneer Kolk man dat dan leest en als eerlijk man zal moeten zeggen, dat de middenstand niet, zwaarder belast, doch integendeel ontlast zal worden, geheel in de lijn van het vrijz.-dem. program, dan zal meneer Kolkman zeker niet nalaten hoofdschuddend uit te roepenJongens, jongens, wat heb ik die jonge broekjes door mijn verregaande averechtsche voor stelling bedot. dorp woonde in G waar ik toen als luitenant bij het zooveelste negiment diende. Wij hadden na een zeer lange berekening uitgemaakt dat wij eigenlijk nog familie waren, al was het dan ook maar van Adam's kant. Op grond van die verwantschap werd het mijn gewoonte alle dagen, als mijn tijd en dienst het toeliet, haar nette, vriendelijke woning op te zoeken. Nu eens gebruikte ik bij haar het ontbijt, dan weer zat ik bij haar gedurende het schemeruur, als zij met vaardigheid en een ongedacht talent het klavier bespeelde. Hoe levendig herinner ik mij nog die avondurenZacht en langzaam ging de scheme ring in duisternis over, dat het roode vonkje aan mijn sigaar het eenige zichtbare in de kamer was, en dan lieten zich, door onzichtbare hand gespeeld, oude melodiën hooren, die altijd den weg tot het hart vinden. Deze uren waren mooi, werkelijk zeer mooi I Men ziet, juffrouw Van Stettendorp en ik waren mettertijd goede vrienden geworden er bestond tus- sclien ons zoo'n echte vertrouwelijkheid öiB een en kelen keer tusschen personen van zoo verschillen den leeftijd ontstaan kan. In die dagen was ik juist gestemd voor en gesteld op zulk soort verkeer, want ik had uit mijn vorig garnizoen een tamelijk ernstige hartewond meege- jracht, die mij zeer ontstemde, omdat ze niet zooals gewoonlijk in een paar dagen wilde genezen. Dat klavierspel van mijn oude vriendin in de schemer uren vond ik aangenaam, omdat ik dan kon droo- men van dingen die geweest waren en die nog ko men zonden, of komen konden. Mijn beschermster was natuurlijk door zijdeling- sche zinspelingen en terloopsche uitdrukkingen reeds op de hoogte van mijn geschiedenis, als men het ten minste een geschiedenis mocht noemen. Zien we thans eens naar de 8 ton, die de kinderen meer zullen moeten betalen voor de erfenissen hunner ouders. We weten niet, of meneer Kolkman met eenige spruiten gezegend is en evenmin de kapitalist Kolkman opkomt tegen 't hoogere recht, dat eenmaal van zijn ka pitaal zal worden betaald. Want het is alweer net als met de bedrijfsbelasting, die 8 ton komen al leen voort uit de groote erfenissen. Me neer Kolkman kan dat weer vinden op blz. 291 tot blz. 297 van genoemde af levering der Vragen des Tijds". Daar staat te lezen 'le. Erfenissen tot f 799 zijn vrij. 2e. "Voor elk jaar dat een kind jonger is dan 21 jaar wordt het vrijgestelde bedrag met f 400 verhoogd. bv. Als een kind van 10 jaar van een zijner ouders niet meer dan f 4800 erft, is het vrij van betaling van successie recht. Een kind van 10 jaar betaalt pas het volle recht als het meer erft dan f 10400! De verhooging van 't successierecht voor kinderen als erfgenamen treft dus alweer alleen de groote erfenissen, ge heel in de lijn van het vrijz. dem. pro gram. Als meneer Kolkman dit alles leest en dan eens denkt, aan zijn jeremiade „Ik zie niet in, hoe degenen, die reeds op zoo zware lasten zitten, nog meer kunnen betalen," dan «al hij zonder twij fel ten tweeden male uitroepen „Hoe heb ik die jonge broekjes bedot". Met het in zulke gevallen gewone pijnlijk welbe hagen had ik haar verteld, dat ik in mijn vorige garnizoensplaats een-jongedame bad leeren kennenmet oogen zoo blauw en een kopje zoo blond als er geen tweede op dit ondermaansche tranendal te vinden was, hoe het noodlot mij met militaire onmecdoo- gendheid voortgejaagd had voor ik eenig vermoeden had kunnen krijgen of zij, die ik zoo innig aanbad, mij eenige aandacht waardig keurdewant zij wist baar bekoorlijk gelaat met zulk een waas van on verschilligheid te overdekken en zij was altijd doer zulk een drom van aanbidders omgeven, dat het bijna onmogelijk was een vonkje van haar komeetcnlicht op te vangen. In het kort, ik was lafhartig afge reisd en wist niet of de beheerscheres mijner ge dachten ook maar een seconde aan mij gedacht had na myn vertrekeen zeer onbehagelijke toestand voor een man met een lichtontvlambaar gemoed. Deze liefdegeschiedenis zonder eenigen vorm of gestalte had ik, natuurlijk zonder namen te noemen, mijn onde vriendin bij brokstukken tegelijk, maar eindelijk toch geheel medegedeeld en zij beklom met mij dapper alle verdiepingen van mijn zeer groot luchtkasteel, maar nog vaker lachte zij mij helder uit om mijn gebrek aan zelfvertrouwen. Tot mijn rechtvaardiging moet ik zeggen.dat deze overvloed van bescheidenheid werkelijk maar bij deze enkele gelegenheid bestond, met trots mag ik be kennen, dat ik in'alle andere gevallen als een echte bengel bekend stond. Mijn vriendin schudde dan ook dikwijls krachtig bet hoofd en gaf mij meermalen te kennen dat bet een groote dwaasheid was het hart te leggen aan de voeten van zulk een voorname dame, die zich niet eens wilde verwaardigen het op te rapen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1905 | | pagina 1