l EAFHIE largarine. ff Officieel Nieuws- en Advertentieblad BLAD. Lmelsdijk. che Boekhandel, schillen Couranten, laatsdiappi), voor Overflakkee en Goedereede. Mz„ lartogs Middelharnis ng Boeke ïinistratie kantoor. t, Middelharnis. kenen Bijbels, 5de Jaargang. Woensdag 11 Januari 1905. No. 7. jf- en Teekenbehoefto. ITKAARTEN Zilveren werken, Middelharnis. it zilver gemonteerd. L-Tandei\ T. ORTtt ZONES, ran der Plaat> mmelsdyk. [HELSDIJK. Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij Vleugellam. LÜD1JH. alle Binnen- en Buiten- vreemde Banknoten. Landerijen en Gebouwen, e voorschotten, istigde Hypotheekbanken, e Maatschappij „de Sala- uwen en Roerende Goe dige Papieren en Bank- Goederen. 3d. in alle in ertentien kek- en Maandblad**, ging van prijs. alle geheele Eiland. siekaarten. nz. enz. ft Zilver wordt tegen ijs gekocht en geruild. SORTEERING tand, f40 per gebit. Kunsttanden zonder Kier gehemelteplaat. Tandarts Z. 11, en ■hiebade O. Z. 240. erda m. aproductle'B en rergrootinffen billijk. plieXS, vraagt Idres zeer billijke premie. 098 508. JACHT 136. bare gewaarborgde schappij in stukken der verkrijgbaar bij Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofd-Agent voor Nederland: C. W. BETKE, Advertentie- Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam. VJitg-awe clex te MidcLelhamis. Prijs der Advertentiën: van 1—6 regels 0,60. Iedere regel meer0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Fiakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Geen sybrandiseeren! In ons nummer van 28 Dec. jl.plaatsten wij een artikeltje van 't Sociaal Weekblad, waarin vermeld werd, dat de heer Vegtei in een redevoering te Oudenhoorn ge zegd zou hebben, dat van Treub's hervor mingen „de boeren het zouden betalen". Het stukje eindigde aldus: „O. Z. 0. D. heet, volgens het verslag, de vereeniging, waar dit werd gedebi teerd. Wat deze letters beteekenen, staat er niet bij. Wij vermoeden: „Oneerlijkheid zij ons divies!" De vereeniging „O. Z. O. D." heeft de zaak niet onder zich gelaten. In het Weekblad voor Voorne en Putten van 1 Jan. heeft de secretaris dier vereeni ging zich zoo afdoende tegen het S. W. ver3edigd, dat men het verwijt van ons Zusterblad onbillijk moet noemen. Doch ook de heer Vegtei heeft zich de zaak aangetrokken. In een tweetal ingezonden stukken heett hij zich tegen den aanval van het S. W. verdedigd. "Wij blijken goed gedaan te hebben onze conclusie niet getrokken te hebben, al vorens 't„Hoor en wederhoor" toege past te hebben, want 't S. W. schrijft in zijn naschrift op het tweede artikel van den heer V.: „Wij konden moeilijk meenen, dat hij anders had gesproken dan het verslag weergaf, te meer, daar die woorden tusschen aanhalingsteekens in het ver slag zijn aangegeven. Heeft hij (de heer V.) de woorden, waarover wij hem hard vielen niet gebezigd, dan vervalt de be schuldiging." Wij kunnen dus thans als onze con clusie neerschrijven: Van „sybrandisee ren" is bij den heer V. geen sprake geweest. Van de questie afstappende, rest ons een opmerking. In 't tweede artikel van den heer Vegtei lezen wij: „Terecht constateerende, dat in het stelsel TreubBorgesius ook de boer zal betalen enz." De heer V. heeft hier het oog op het betoog van prof. Treub, dat de vrijstel ling van het landbouwbedrijf in de be drijfsbelasting niet billijk is. Om elk misverstand te voorkomen leggen we den nadruk op drie zinsneden van het betoog des hoogleeraars: Ten eersteprof. Treub zeideik ben er stellig niet voor de kleine boeren zwaar te belasten evenmin als ik dit wensch voor den kleinen middenstand in de steden. Ten tweede: de vrijstelling van den landbouw, waardoor allerlei groote land bouwers en groote land- en tuinbouw- ondernemlngen niets behoeven bij te dragen in die belasting acht ik een zoo onbillijk privilege, dat dit zoo spoedig mogelijk moet verdwijnen. Ten derde: Uit de bedrijfsbelasting dacht prof. Treub slechts l'/2 millioen meer te halen en van dat bedrijf vormt het boerenbedrijf een (betrekkelijk) klein onderdeel. En eindelijk lijkt het ons het ver standigst te wachten, om over het aan deel der boeren in de belastingplannen van prof. Treub te oordeelen, totdat de brochure van onzen eminenten partij genoot verschijnt, die hij toezegde op blz. 528 der Handelingen: „Deze cijfers zijn ik erken het niet te controleeren, maar ik sla er voor in en ik zal ik herhaal het hen, die er belang' in stellen binnen niet te langen tijd in de gelegenheid stellen die contröle wel te doen." FEUILLETON. van Hans Arnold, (14) door K. te Iff. Het waren zeker dergelijke gedachten, welke mij juist in die dagen gedreven hadden tot een wandeling door de duinen, door die woeste, door de elementen gevormde zandhoogten, hier en daar dicht en woest begroeiden nu zoo rustig door elkander liggend, be schenen door dejheldere Jnajaarszon. Ik wierp mij op het sterk geurend duingras neer en staarde voor mij uit in de trillende lucht. Een stil windje suisde om mij heen, met grooten drang kwam een gevoel van vredige eenzaamheid over mij ik had hier kunnen vergeten dat er nog andere stormen woeden dan die welke de zee be roeren. Ik sloot de oogen en hoorde droömend naar het 8n®rren'. sjirpen, soemen der duizenden kleine ekten die hier in het gras, hun wereld, hun korte ven uitleefden, dat hen misschien, wie kan het frin ^e*en» ®ven gewichtig, even lang, en even rig toescheen als den menschen het hunne, rooA* een, lan8en> bangen tijdde zon ging het on^er' ,®en koude luchtstroom streek mij langs Samen optrekken? De bladen vermeldden in de afgeloo- pen week, dat na langdurige beraad slagingen Vrijzinnig-Democraten en Unie-Liberalen een program van actie hadden opgesteld, dat de eenparige in stemming had verkregen van alle Kamer leden, behoorende tot de beide genoemde groepen. Dit plan, geldende voor de eerstvol gende vier jaar, zou het volgende in houden. „„Met handhaving van de Openbare School verheffing van het peil van het volksonderwijs in zijue verschillende vertakkingen. „„Sociale Hervormingen: Verzeke- Een ritselen van het gras, als door een lichten voetstap bewogen, deed mij opzien in een oogwenk stond ik overeind, als strijdvaardig tegen een vijand. Sinaïde stond voor mij, met een stil bleek gelaat, waaruit ieder spoor van het schitterende, weelderige wezen uitgewischt scheen de schoone, overmoe dige mond zweeg ernstig. De slang had weer een andere huid aangetrokken en toen zij daar zoo beschenen door de avondzon voor mij stond, ondervond ik, dat zij nooit mooier en verleidelijker geweest was dan op dit oogenblik. Wij bleven beide een poos sprakeloos staan. Eindelijk nam ik liet woord en vroeg haar zoo koel en rustig mogelijk „Waarom is u teruggekeerd?" Zij stond bewegingloos voor mij en zag mij onaf gewend aan, terwijl de wonderbare oogen als don kerblauwe edelgesteenten in hetbleeke gelaat schit terden. „Waarom is u teruggekeerd vroeg ik nogmaals en ontweek haar blik niet. Zij liet langzaam, langzaam het hoofd zinken. „TT weet het!" zeide zij bijna onhoorbaar. „Neen T' antwoordde ik ijskoud. Zij trad snel een stap nader. weet hetherhaalde zij vast en haastig, „ont ken het niet. Zie mij aan en zeg dan nog eens; dat u het niet weet, als 11 daartoe den moed heeft Zij verschoot telkens van kleur, doch haar oogen waren geen oogenblik van mij af, een woeste, som bere, geheimzinnige, smartelijke lach kwam over haar gelaat! Ik greep haar smalle hand met zulk een harden, onbarmhartigen greep, alsof ik die verbrijzelen wilde. „En afa ik het weet!" stiet ik met. op elkander ge klemde tanden uit, „en als het om mij gebeurd is, dan ringswetten, waaronder in het bijzonder de verplichte in validiteits- en ouderdoms- verzekering met geldelijke bijdrage van den Staat; herziening van de armenwet waarbij de openbare armenverzorging niet blijft uitsluitend politiezorg. „„Hervorming van het defensiewezen in de richting van een volksleger. „„Ter voorziening in de fmancieele behoeften, ook ter verkrijging van een betere verhouding tusschen de geldmid delen van Rijk en Gemeente in de eerste plaats, bezuiniging op militaire en andere uitgaven, en verder, met hand having van de vrijzinnige handelspoli tiek, eene meer rationeele regeling van de directe belastingen door welke, zij het ook in gesplitsten vorm, de inkom sten worden getroffen, alsmede uit breidingder progressie; billijker regeling en verhooging der successiebelasting, voorts belastingen op voorwerpen van weelde. „„Daarnevens worde, zonder dat andere wetgevende arbeid hierbij behoeft ach ter te staan, wijziging van de Grond wet, in dien zin dat aan den gewonen wetgever volkomen vrijheid bij de re geling van het kiesrecht wordt toege kend ter hand genomen, terwijl het vertrouwen wordt uilgesproken dat deze zoodanig worde voorbereid, dat vóór het einde van het vierjarig tijdvak de eerste beslissing over een daartoe strekkend voorstel kan genomen worden."" Op 21 Jan. a.s. houden zoowel de Vrijz. Dem. Bond als de Liberale Unie een algemeene vergadering te Amsterdam om aan ieden dit programma ter goed keuring aan te bieden. De „Zutphensche Courant" geeft reeds van te voren deze waarschuwing. „Van aanvullings- of wijzigingsvoorstellen moge de overweging weerhouden, dat men hier te doen heeft met een com promis, vrucht van langdurig overleg, en dat elke wijziging of aarzeling alles weder op losse schroeven zou zetten. Dit weerhoudt ons het program nu reeds te bespreken, de bovengenoemde vergadering zal er zeker toe bijdra gen de wel wat vage formuleering van ae gewenschte hervormingen nader uit een te zetten en te verduidelijken. zeg ik u, dat ik mijn hart liever met beide banden uit de borst rukken en in de zee slingeren zou, eer ik Ik hield op, de woedende strijd in mij werd al wilder en wilder, hij dreigde mij te overweldigen en te verstikken! Zij stond nog altijd op haar zelfde •laats, een trilling doorliep haar slanke gestalte, doch laar gelaat was als versteend en behield de zelfde zonderlinge uitdrukking. „Zeg \i mij maar eens," begon zij toen, nog altijd met haar zeldzame zachte stem, die in zulke sterke tegenstelling was met haar gelaat en haar woorden. „Zeg het maar één keer! Als dat, wat in de laatste weken hier gebeurde, wat u er ik en wij allen hier meegeleefd hebben, als' dat niet gebeuïd was, zou ik u dan onverschillig gebleven zijn Ik stond een poos stil en strak. Het was mij of iemand een bloedroode'n sluier voor mijn oogen hield en dien plotseling weer wegtrok. Ik wilde niets ant woorden en voelde, dat ik het het volgende oogenblik toch doen zou, en voor ik het zelf wist en wilde of verhinderen kon, had ik „Neen I geantwoord. Toen zeide zij met een stem, waarin diepe geluk zaligheid klonk, waarin trots alles een hartstocht lag „Gode zij dank Nu zij daar zoo stond, het hoofd achterover ge worpen, de oogen in zelfvergetenheid omhoogge- richt—- om haar heen, als een koningsmantel, den vurigen wilden gloed van den avondhemel toen zag ik als met reuzenletters voor mij geschreven Vlucht Ik keerde mij om en stormde weg, de zee langs, al verder en verder, zonder oogmerk," zonder doel, als gejaagd door een wilden angst, dat ik mijzelf en de menschen, die ik het meest liefhad op aarde, ontrouw zou kunnen worden. Eindelijk viel ik uitgeput en verslagen aan het Staatsexploitatie der Spoorwegen. II. Het rapport der Enquêtecommissie, waarop wij de vorige maal doelden, geeft een reeks cijfers omtrent loonen en arbeidstijden die het voor ieder begrij pelijk maken, dat ontevredenheid sinds jaren onder het spoorwegpersoneel beerscht en, ware het niet reeds door de laatste stakingen geweest, zeker spoe dig tot eene uitbarsting zoude zijn ge komen. Misschien zegt een Fiakkeesche ar beider, als hij de loonstaten van de spoor wegarbeiders leest„Nou, bij mij ver geleken gaat het nog al." Zoo één zou de questie verkeerd stellen. Het is niet de vraag of er nog lagere loonen te vinden zijn, 'doch of het uitbetaalde loon vol doende is. En dan kan men zeker met beslistheid zeggen, dat loonen van 7, 8 of 9 gulden voor een gansch gezin en lot betaling van een dikwijls gevaarlijke en zeer verantwoordelijke betrekking ten eenenmale onvoldoende zijn en een schande voor de maatschappijen, die ze uit betalen. Men leze eens Wegwerkers- bulpwachters der sectie UtrechtBreukelen. Eén verdiende f8,75 per week, twee f8,40, twee i'7.50, twee f6,9ü, twee 16,60, vijf f6,30. Sectie Breda—Tilburg. Eén verdiende f8,05, vier f7,70, een f7,35, acht f7,zes f6,30, één 15,40. Wegarbeiders baanvak Apeldoorn Wierden. Eén verdiende f7,Elf 7,35, twee f7,70, één f<S,50, zeventien f8,40. Deze loonen blijven beneden zeer matige eischen, want men vergete niet, dal de spoorweg-maatschappijen voor die acht of negen gulden een buitengewoon langen diensttijd vorderen. Men leze maar weer eens: (H tot 25 Oct. 1003). Sectie Utrecht- Breukelen. In 44 dagen hadden twee wegwerkers-hulpwacbters meer dan 168 uur dienst, de een 174 uur, de ander 168*/2 uur. De een bad in die 14 dagen één dag vrij, 11 dagen had hij dienst van 6 uur 's morgens tot 7 uur 's avonds. Op 18 en 19 October deed hij 36 uur strand nederik was volkomen onmachtig mijD ge dachten te regelen en voortdurend warrelden door mijn hoofd de woorden: wij hebben niet testrijden tegen vleesch of bloed, maar tegen vorsten en ge weldigen en de machten der duisternis. Hoe ik thuis en in bed gekomen ben weet ik niet meer, ik herinner mij slechts, dat ik den volgenden morgen bij het ontwaken niet kon begrijpen dat tusschen dezen dag en 'den vorigen slechts één nacht lag, er moesten minstens een paar dagen tus schen liggen. Er waren twee dagen verloopen na mijn ontmoe ting met Sinaïde, al mijn vrijen tijd bracht ik door in de nabijheid van mijn zieken, opgewonden vriend, die wegsmolt, als sneeuw voor de zon; als ik's nachts wakker lag, hoorde ik zijn scherpen, onheilspellen- den hoest door het huis klinken, het sneed mij wer kelijk door het hart. Annie zag ik niet, ik kon er niet toe overgaan haar onder de oogen te komen, en spoedig zag ik Allan ook zeer weinig meer. Met een somberen trots ont week hij mij, want ik had hem heftig gezegd, dat het als aanstaande bruidegom zijn plicht was zoo spoedig mogelijk van hier te vertrekken om het ge vaar dat hem dreigde te ontvluchten. Het gevolg hiervan was, dat hij nog denzelfden dag met. pak en zak zonder een woord van afscheid uit mijn huis vertrok om zijn intrek te nemen in een alleenstaand huis, dat tusschen mijn woning en de villa van den generaal in lag en „Oudlander" werd genoemd. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1905 | | pagina 1