Buiteiilaiidsch Overzicht. Binnenlandsch Nieuws. om ilea ouden dag voor armoe te bewa ren. Wij wenschen voor die duizenden geen genade, geen barmhartigheid, doch recht. Dat recht is in een geordenden Staat: De arbeider, die zijn levenskrach ten gaf aan de gemeenschap, moet zijn ouden dag zonder kwellende zorgen kunnen doorbrengen op kosten der ge meenschap. Was zijn loon behoorlijk, goed, dan drage hij in zijn arbeidsjaren door zijn premie bij tot zijn pensioen. Was zijn loon te laag, dan geve tenminste de gemeenschap hem, wat hem te kort werd gedaan in zooveel arbeidsjaren een ouden dag zonder nijpende armoede. Om tot die pensioneeringen te komen moet de deelname algemeen zijn. „De onwilligen moeten er toe verplicht wor den ten bate der goedivilligen, de kort- zichtigen ten bate der verstandigen, de zelfzuchtigen ten voordeele van hen, die met gemeenschapsgevoel zijn toegerust." De dwang a la prof. Fabius is in die beteekenis niets anders dan verstandige zorg van den Staat ten behoeve van allen. Alle mooie preeken over liefde en ge nade voor den mindere zijn ijdele klan ken, als {de Staat zelf die liefde en gena de niet gaat oefenen. Dit doende vervuld hij een christenplicht als hoofd der maat schappelijke organisatie en schept voor den arbeider het recht, waarop zij „geen dag en nacht konden wachten." De redeneering van prof. Fabius kan de „kleine luyden" weer eens doen zien wat ze te denken hebben van de clericalen. Kan 't arbeidende volk van Nederland van die partijen ooit bevrediging zijner zoo lang reeds bepleite wenschen ver wachten? Staatsexploitatie der Spoorwegen. Een eiscli (les tyds. 1. De voornaamste moderne verkeers wegen zijn in ons land voornamelijk in handen van tweegroote maatschappijen, de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaat schappij (H. Y. S. M.) en de Maatschap pij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen. (M. t. E.) In 1890 werden tusschen en met deze machtige lichamen overeen komsten gesloten, welke ten doel hadden door concurrentie het publiek ten goede tej komen. Wie nog al eens met den trein reist, weet, hoe die concurrentie in de praktijk werkt. Tarieven en nog eens tarieven, zoo verscheiden, dat een gewoon mensch er geen wijs uit weet. Hadden de maatschappijen elk een deel des lands te exploiteeren, dan zou de concurrentie de wereld uit zijn, maar dwaze toe standen als nu bestaan ook niet voor komen. Wat is het geval? Sommige lijnen hebben beide maatschappijen ge zamenlijk. Tusschen sommige piaatsen ligt zoowel een lijn van de H.Y.S. M. als van de M. t. E. De eene lijn is langer dan de andere. Maar de concurrentie maakt, dat b.v. een kaartje Amsterdam- Schiedam duurder is dan een kaartje Amsterdam-Rotterdam. Toch licht Schie dam één station dichter bij Amsterdam als men met de H. Y. S. M. reist. Willen de maatschappijen geen con currentie, welnu, wat nood, door een overeenkomst helpen ze die de wereld uit. Moet door de concurrentie de eene lijn met nadeel of minder voordeel ge ëxploiteerd worden, och, dan wordt door hoogere tarieven op een andere lijn die schade wel weer ingehaald. Neem nu eens een lijn, die aan beide maatschappijen behoort bv. Utrecht Gorinchern. Wie voor dien afstand ineens een kaartje neemt, betaalt een paar dub beltjes meer, dan wanneer hij eerst tot Geldermalsen neemt en daar een nieuw kaartje voor Gorinchern koopt. Hoe dat komt? Wel bij een reis over lijnen van beide maatschappijen behoorende, doen ze er wat bij. De afstand UtrechtGorkum over Geldermalsen bedraagt naar 't tarief 04 K.M. Maar de afstand UtrechtGelder malsen en GeldermalsenUtrecht is elk 26 K.M., alweer volgens 't tarief. Daarin zit de oplossing van 't verschil in prijs, hoewel de weg precies dezelfde is. En hoe treurig de correspondentie vaak is van een trein H. IJ. S. M. met een M. t. E. weet ieder reiziger, 't Gevolg is, dat de snelheid van 't verkeer schade leidt door de concurrentie. Een ander nadeel alweer is, dat veel meer materiaal noodig is dan bij expolitatie in één hand. Er zouden tegen de tegen woordige particuliere exploitatie nog heel wat meer bezwaren in te brengen zijn. Doch de sterkstee argumenten levert wellicht nog het rapport der Enquête commissie op, ingesteld na de bekende spoorwegstakingen. Het rapport dier commissie is onlangs in eenige lijvige boekdeelen gepubliceerd. Het bevat on dermeer een aantal gegevens omtrent de arbeidsvoorwaarden van het spoor wegpersoneel. Natuurlijk kon voor die gegevens niet 't geheele personeel onder vraagd worden. De commissie koos daar om eenige beambten uit elk der ver schillende groepen. Ongeveer geeft de statistiek dus een beeld van den toe stand over 't geheele spoorwegnet. En als men nu die cijfers nagaat, begrijpt men, dat bij 't spoorwegpersoneel de ontevredenheid sinds jaren is opgekropt. Daarover de volgende maal. Geen Syhrandiseeren. In ons vorig hoofdartikel beloofden wij de questie nader te behandelen. Daar we nog niet in 't bezit van volledige inlichtingen zijn moeten we tot onzen spijt tot het vol gende nummer wachten. De hervormingen, waarop men in Rusland zoo zeer gehoopt had zullen niet doorgaan, de bureaukratische partij, welke zich tus schen den keizer en zijn volk gedrongen heeft, weet haar invloed tijdelijk nog te handhaven. WaDneer de keizerlijke oekas bedoeld is om ook werkelijk tot uitvoering gebracht te worden, dan mag zij een document van historische beteekenis genoemd worden, want dan is zjj ongetwijfeld een begin van een nieuwe era in de Russische binnen- landsche politiek. Voor een met onverbid delijk ijzeren autocratisme tot dusver geregeerden staat als Rusland zijn het geen geringe concessies, die de Keizer in dit stuk doet aan de wenschen van een groot getal zy'ner onderdanen. Voor 't oogenblik is het stuk het ver rassendst omdat het plotseling eenige vast heid brengt in de onophoudelijke schom meling der berichten over de al of niet geringe kans op eenige hervormingen, waarop bijna alle kringen der Russische samenleving met steeds meer klem aan drongen den laatsten tijd. De jongste berichten repten vaneen volkomen zegepraal der reactionairen, wier hoofden de groot vorsten zyn, samen met lieden als Pobjedonostsef en dergelijke. Niet alleen zou er van geen enkele hervorming iets komen op eenige kleine lotsverbetering voor den boerenstand na, maar prins Swiatopolk Mirski zou aftreden en strenge straffen bedreigd zijn tegen ambtenaren, tegen voorzitters van zemstwo's en doema's, maar vooral tegen de pers, die het zouden durven wagen, nog langer de hervormingsbeweging rechtstreeks of zijdelings te steunen of aan te moedigen. Meer dan ooit zou het besluit des Tsaren vaststaan om zijn gezag onver minderd en onveranderd aan zijn opvolger over te dragen. De oekas aan den Senaat „over een ont werp tot vervolmaking der staatsregeling", houdt, naar den eersten aanblik teoordeelen, een veiligen en tegelijk waardeerbaren mid denweg tusschen de verststrekkende eischen der niet-revolutionaire hervormingsgezinden en den halsstarrigen tegenstand der reactie. Alles hangt er nu van af of de wil en de macht er bij de regeering zijn om de voor gestelde maatregelen te verwezenlijken. Een niet geringen steun zal zij bij haar pogingen daartoe vinden by een groot deel van het Russische volk zelf; en niet weinig onder danen, die zich van haar hadden afgewend onder den indruk van een dreigende, don kere toekomst, zullen voorloopig ganschelijk voldaan met het nu ontvouwde program, zich met hart en ziel weer tot St. Petersburg aangetrokken voelen. Er zal anderzijds een geweldige strijd te voeren vallen tegen het verzet van een verontwaardigde reactie, aangevoerd door invloedrijke, machtige lieden, maar ook tegen het gemis aan besef der haar toebedachte zegeningen bij een aanzienlijk deel eener door eeuwenlangen druk en stelselmatig domhouden afge stompte bevolking. Daartegenover staat weer de steun van geheel het intellectueels Rusland, dat de laatste maanden op zoo demonstratieve wijze zijn onbedwingbaar verlangen naar een nieuwen koers heeft geopenbaard. Belangwekkend zal het ten slotte zijn te vernemen in hoeverre prins Mirski's ver dienste reiki in deze en dus zijn naam zal verbonden blijven aan het merkwaardig document, waarmee het Russische volk niet op den naamdag van zijn keizer, maar op het Kerstfeest der volgelingen van den Nieu wen Sty'l is verrast. En voorts in hoever de zich zoo krachtig geuit hebbende openbare meening te St. Petersburg in den minister raad invloed heeft geoefend, tezamen met de gistingen op vele plaatsen. De beteekenis van het antwoord op deze laatste vraag is duidelijk zij komt hierop neer Zullen van nu af in Rusland de in den vorm van be toogingen en moties uitgedrukte wenschen van het volk of van bepaalde groepen ervan gelijk in andere rijken, gewicht in de schaal gaan leggen bij de besluiten zijner hoogste overheid Aan een telegram, waarin de regeering verklaart alle pogingen tot verstoring der orde, enz. gestrengeljjk te zullen tegengaan, willen wy voorloopig geen hcoger beteeke nis toekennen dan een waarschuwing aan heethoofden om niet op grond van 's Keizers oekas zich eensklaps aan al te veel vrijhe den over te geven. In de vereeuigde ryken van den ouden keizer te Weenen gaat het thans geheel verkeerd. In Hongarije dreigt Tisza, die nog over een tamelijke meerderheid beschikt,met ontbinding van den Rijksdag en in Oosten rijk dreigt een ministrieele crisis. De groote arbeidskracht van Koerber is door de moeie- lijkhedenjen teleurstellingen eener vijfjarige regeering uitgeput en verbruikt. De minister is ziek en teleurgesteld, gij heeft dringend rust noodig. Alle middelen om den politieken toestand te verbeteren, zijn geprobeerd en zelfs een ontbinding van het parlement met nieuwe verkiezingen zou niet in staat zijn om aan de obstructie een einde te maken. Men zou ongeveer dezelfde menschen terug krijgen. Door benoeming van een nieuwen minis ter voor Bohemen heeft Koerber nog kort geleden getracht te bewijzen dat hij den Tsjechen niet kwaad gezind is, zooals deze beweerden. Maar het heeft niets geholpen; de concessies hebben niets gebaat en de dwarsdrijverij is niet ontwapend. De gene raals verlangen dringend de deor de dele gaties toegestane millioenen, maar Koerber is niet in staat de wet volgens welke voor die militaire uitgaven geleend moet worden, in den Rijksraad er door te brengen. Dit moet hij aan den Keizer gezegd hebben, en die omstandigheden zal er zeker veel toe bijgedragen hebben dat het verzoek tot ont slag door Z. M. is aangenomen. Want geld voor de buitengewone militaire uitgaven is dringend noodig en kan Koerber het niet verschaffen dan moet een ander het doen. Die ander moet het parlement er toe weten te brengen, nu de commissie tot beheer der nationale schuld zich verzet tegen het aan wijzen van gelden zonder toestemming van het parlement. Volgens het Prager Tagblatt heeft de Kei zer slechts met moeite het verzoek tot ont slag ingewilligd. Want die demissie valt hem moeielyk te midden van de parlemen taire crisis in Hongarije en van de onder handelingen over de handelstractaten. Ofschoon nu van een overgangsministerie Wittek gesproken wordt en ook van een coalitie-kabinet met graaf Schönburg als president, zoo is nog niet bekend hoe de crisis zal worden opgelost, zoodat Nieuwe- jaar wel zal voorbijgaan, alvorens ernstig aan de constructie van een nieuw mini sterie gewerkt worden zal. Dit zal dan voor een heet vuur komen te staan. Want wat ook Koerber gedaan heeft om aan de anar chie in het parlement een einde te maken, niets heeft geholpen, zelfs niet het ge schenk van een nieuw net van kanalen en spoorwegen, waarnaar sinds lang vurig verlangd werd. De partijen zjjn te onver draagzaam en haten elkaar te veel, dan dat oen ontmoeting op het neutrale terrein van materieele belangen nog mogelijk is. Zelfs de noodlijdende toestand op het plat teland, veroorzaakt door dorheid, en die de minister met een geschenk van 15 mill, kr. trachtte te lenigen, is niet in staat geweest om de partijen tot een wapenstil stand te bewegen. De Keizer, die 74 jaar is en naar rust verlangt, heeft die rust door toegeven pogen te koopen. Maar het heeft niets geholpen en slechts gestrekt om het gezag der regeering te verminderen en de begeerigheid der nationale partijen te vermeerderen. Men wil het nu weer eens met een coali tie-kabinet probeeren, al heeft zulk een com binatie tien jaren geleden jammerlijk schip breuk geleden. Na eenige intermezzo's kwam toen het ambtenaars kabinet Koerber aan het roer, en nu dit, niettegenstaande de groote bekwaamheid en werkkracht van zijn chef, evenmin succes gehad heeft, wil men het weer eens beproeven met een par lementair ministerie uit de groote partyen. Men redeneert dat de Tsjechen toch ein delijk zullen inzien dat zy niet krachtig genoeg zijn om een meerderheid tegen de Duitschers te vormen en dus verstandig zullen doen met hen te onderhandelen. Maar dit is nog toekomstmuziek. Wat we op het oogenblik hebben is verwarring en geen draad om uit het doolhof te geraken. Dat de partijen dien vinden zullen is on waarschijnlijk. Daartoe staan zij te zeer onder den invloed van radicale drijvers, laten zich te veel door persoonlijke rede nen Ibeheerschen en maken zich tengevolge eener verregaande partyzucht te veel aan ergerlijke schandalen en kabalen schuldig. Zy zijn dus machteloos."Daarenboven heeft het parlement in de publieke opinie alle achting verloren. Men spreekt er van met verachting en daarom verwacht men meer heil van versterking van het openbaar ge zag. Zoo eindigt een stormachtig jaar; niet alleen hier, maar ook in Hongarije waar Tisza door nieuwe verkiezingen de obstruc tie tracht te verpletteren. Of het hem luk ken zal? Een geheimzinnig geval In den nacht van Zaterdag op Zondag, ongeveer één uur, ontdekten de buren brand op den zolder van een winkel in de Galery zyde öosteinde, te Amsterdam, waarin een filiaal is gevestigd van het magazijn in manden en rietartikelen der firma de Ridder. Het perceel was op ditoogenblik onbewoond. De brandweer spoedig ter plaatse, had een gemakkelijke taak, er stond wat rietwerk en een kist in brand en het vuur was spoe dig gebluscht. Maar het zonderlinge van het geval was, dat men de deur van den winkel had opengevonden en op de verdie ping boven den winkel de brandkast open stond en geheel ledig was. Ookdegeldbak vond men ledig, de kasten open, terwijl een pakje tafelzilver ingepakt werd gevonden. De eigenaar der zaak beweerde een groot bedrag aan geld te vermissen. Een verklaring van het geheimzinnig geval is nog niet gevonden. Het haantje van den toren. Het haantje van den toren der Nieuwezyds kapel te Amsterdam heeft nog den geheelen Vrijdag avond en nacht de Kalverstraat en de beide Kapelstegen onveilig gemaakt, tot schade an de daar wonende winkeliers en tot niet ering ongerief voor de voorbijgangers, die en heelen omweg moesten maken. Zater dagmorgen, toen de wind was gaan liggen, hebben particuliere werklieden datgene ge daan waartoe de brandweer gisteren dooi den storm en het late uur niet in staat was. Zij wierpen touwen om den torenspits en haalden het haantje zóó omlaag. Dat trof ongelukkig. Te Hedikhuizen moest de veldwachter, namens den burge meester een boodschap overbrengen bij het lid van den Raad J. v. B. De betrokken persoon was niet thuis, maar volgens de meid de achterdeur uitgegaan en het veld in. De veldwachter daarheen om zich nu van zijn boodschap te kwijten; doch treft v. B. met geladen geweer aan. Eerst werd nu het geweer in beslag genomen, daarop procesverbaal opgemaakt en eindelijk de boodschap van den burgemeester medege deeld. De brand te Breda. Vrijdag tusschen half twaalf en twaalf uur ontstond er brand in de ijzergieterij en modelmakerij der firma G. j. Marijnen te Breda, gelegen onder Princenhage. De Bredasche brandweer was onmiddellijk ter plaatse en slaagde er in, na ruim anderhalfurigen arbeid met vier brandspuiten en eenige slangen op de water leiding, den brand tot de ijzergieterij en modelmakerij te beperken, die dan ook geheel zijn uitgebrand. Ofschoon met moeite, werden de belendende perceelen tegen het vernielend element beveiligd. De hulp der brandweer uit Prinsenhage, die om ongeveer half twee uur kwam aan rukken, was vrij wel overbodig. Zijn arm verbrijzeld. By het Oudejaars- schieten heeft een'knecht van den veerman P. Jonk te Weere (N.-H.) zich den arm ver brijzeld. Het werk van laaghartigen De '75 jarige A. S., te Sprang, is dezer dagen aangevallen en mishandeld en wel zóó ernstig, dat het leven van den grysaard thans in gevaar verkeert. Kippenhouders 'mogen er wel aan den ken, dat het in het koude jaargetijde zeer nuttig is om vooral het ontbijt der hoenders warm te geven en om het drinkwater even eens wat te verwarmen, dit laatste tenminste zeker by vorst. Gasontploffing. Zaterdagmiddag had in de dezer dagen geopende vischhal van den heer Blauw aan de Baangracht te Alkmaar een hevige gasontploffing plaats, doordat de loodgieter met een licht in de kelder kwam om te zoeken naar een lek in de gasbuis. De kelder stond blijkbaar reeds vol gas. Van den voorgevel van het perceel werden deur en ramen totaal vernield. De loodgieter werd aan gelaat en handen tamelijk verwond. De verkiezing voor een lid der Tweede Kamer in het kiesdistrict Brielle (vac.- Goekoop) zal plaats hebben Zaterdag 14 Januari; de stemming, zoo noodig, Woens dag 25 Jan. en de herstemming, zoo noodig, Vrijdag 3 Febr. De Zomerkade te IJselmonde is op ver schillende plaatsen doorgebroken er werd een gat van circa 10 meter lengte gemaakt, zoodat de geheele Zomerpolder onder water staat. Te Bemmel woei het huis, bewoond door de familie B. totaal in, hetgeen betrekkelijk goed is afgeloopen, daar de ouders afwezig waren en de kinderen te bed lagen. Door eenige buren werden zij meer dood dan levend van den schrik onder de puinhoopen weggehaald. De materieele schade bij verschillende inwoners te Brielle bij den jongste hoogen vloed is vrij aanzienlijk. Omstreek halfelf had het water zijn hoogste punt bereikt, de stand was toen 3,48 boven R.P. Toen stonden de Nieuwstraat, Geuzenstraat, Vischstraat, Seharloo en Lijnbaan en gedeel- i telijk de Voorstraat onder water. De polder Meeuwenoord en het pas inge dijkte land aan het Havenhoofd zijn beide volgeloopen. De dyk te Westkapelle (Zeeland) is door gebroken. Een ploeg van ongeveer 150 man vertrok er heen om hem te herstellen. De bekende firma Van den Berghs, Limi ted te Rotterdam werd op de tentoonstel ling van kookkunst en hotelwezen, d. d. te 'sHage gehouden, met haar artikel „Vitello magarine" met de hoogste onderscheiding (gouden medaille) bekroond. Dit succes is ongetwijfeld een aansporing voor onze winkeliers om met dit voortreffelijk product kenr.is te maken.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1905 | | pagina 2