eblad „VOORUIT!" DERDE BLAD. 5de Jaargang. Woensdag 28 December 11)04. No. 5. No 4 21 Dec. 1904 V ergaderingen Gemengd Nieuws. 0,10. atsruimte. 1,8 Verslag van het verhandelde in de verga dering van den Kolenbond Helpt Elkander" op Maandag den 19 decem ber jl. 's avonds te ÉH/a uur in het Hotel Spee. Tegenwoordig waren: Het bestuur alsde heeren Bijlevelt voorzitter, Pen, secretaris, van Es, penningmeester, de heeren van As en Moelijker bestuursleden, Yroegindeweij en van Driel commissarissen, benevens 102 leden. De [voorz. opent de vergadering en bedankt aide leden voor hun getrouwe opkomst. De secreteris leest de notulen der vorige vergade ring voor welke worden goedgekeurd en geteekend. De voovz. deelt mede dat een schrijven is binnen gekomen van de diakenen der Ned. Herv. Kerk al hier en antwoord op een schryven van het bestuur voor de levering van steenkolen, waarop afwijzend is beschikt. Alsvoren van den heer N. Heintjes welke bedankt als vice-voorzitter. Beiden worden voor kennisgeving aangenomen. Daarna deelt de voorz. mede dat de punten 3 en 4 van het convocatiebiljet niet kunnen worden be handeld, aangezien de statuten van de vereeniging nog niet goedgekeurd zijn terugontvangen. Komt ?aan de beurt punt 5 en wel bespreking omtrent het aangekochte Mekhof. De voorz. deelt de vereeniging mede dat de bond het Mekhof aangekocht heeft voor f 1430, wat vol gens z. i. een goede koop genoemd mag worden, hij brengt hulde aan den heer de Gast voor diens goede hulp, en wel in woord en daad. Als nu moet beslist worden aangezien' de ruimte voor als nog te groot is, of er een gedeelte moet worden verkocht of verhuurd, en dat het bestuur meent het in zijn geheel te behouden, het huis af te breken, en van den afbraak een kleiner huisje te bouwen en het erf te omheinen. Na vele discussien hieromtrent is men algemeen van meening op het voorstel van den voorz. in te gaan. De heer Riksoort verzoekt als er wat te verdienen valt of men dan om hem en zijn jongens zou willen denken, wat door den voorz. ook wordt gemeend aan gezien leden toch altijd voor moeten gaan. De heer van Es brengt als nog hulde aan bestuur en leden, en voornamelijk den heer de Gast voor zijn goede hulp, en hoopt dat de vereeniging door mag gaan met bloeien, daar hij van meening is, dat de bond op het oogenblik de beste kolen heeft, wat een goede recomandatie is. Na nog eenige mededeeling door den heer voorz. van minder belang, sluit de voorz. de vergadering en roept de voorz. sollicitanten op voor losser, ten einde het bestuur alsnog een besluit kan nemen. Verslag van de Vergadering van den Gemeenteraad van Stellendam op 20 Dee. 1904. Aanwezig alle leden. Voorzitter de Burgemeester. De Voorzitter opent de vergadering, waarna de notulen der vorige vergadering worden gelezen, die daarna onveranderd werden goedgekeurd. Ingekomen stukken Missive van Heeren Ged. Staten, inhoudende de mededeeling, dat de gemeenterekening is goedgekeurd. Een schrijven van den Kerkeraad der Ned. Herv. Kerk alhier, waarbij mededeeling wordt gedaan van het besluit van dit college, dat de subsidie van f75, ter tegemoetkoming in het traktement van den dokter zal worden gebracht op f 100. Mededeeling van Heeren Ged. Staten, dat de post Armbestuur met f 100 moet worden verminderd, en de post Havengeld met f 100 verhoogd, en alzoo bracht op f 1500. Een schrijven van de Landbouwvereenigingen te Ouddorp, Goedereede en Stellendam, met het verzoek subsidie te willen verleenen voor een te benoemen veearts, standplaats Goedereede. B. en W. stelden voor een subsidie te verleenen van f 100, waarover de voorzitter het oordeel van den Raad vraagt. De heer van Gelder is tegen het geven van subsidie. Wel geeft hij natuurlijk toe, dat een veearts van groot belang is voor de landbouwers, maar bij betwijfelt, of de visschers subsidie zouden krijgen, als zij een scheepshelling wilden aanleggen en dit is een visscbersbelang. Hij zon er dus tegen stemmen. De heer Zaaijer stelt nu nog eens het nut van een veearts in 't licht, terwijl de heer Holleman opmerkt, dat over het plaatsen van een lantaren zooveel moet gebeuren,' terwijl over f 100 subsidie zoo licht wordt gerekend. Daarna tot stemming over gaande, wordt met 4 tegen 3 stemmen besloten, de subsidie te geven. Naar aanleiding van een voorstel van den heer Holleman heeft de voorzitter een tee- kening en begrooting voor een te maken arrestan tenhok. Raming f 250. De voorsteller vindt deze som echter wel wat al te hoog, daar immers het wasch- huisje voor den veldwachter inaar f 110 heeft gekost en dit er netjes uitzag. Zoo'n arrestantenhok behoefde niet te zijn voorzien van gemakken of iets van dien aard. En bovendien behoefden er slechts 3 muren gebouwd te worden, daar dit hok zou komen tegen het brandspuithuisje. Wordt besloten, nog geen be sluit te nemen en eerst nog eens te overwegen. Nu deelt de voorzitter mede, dat hij op de Molen kade eens is wezen onderzoeken, of bet zoo noodig is, dat de lantaren daar ter plaatse den gebeelen nacht doorbrandt maar dat hij niet van het nood zakelijke daarvan overtuigd is. Hij oordeelt het on- noodig. Hij noodigt vervolgens den Raad uit, samen eens te gaan kijken bij de brug over bet achterha ventje, om daarna te besluiten of het noodig zal zijn, daar een nieuwe lantaren te plaatsen, of een andere te verplaatsen. Bij de rondvraag vraagt de heer Holleman, hoe het Dagel. Bestuur er over denkt, eens een goot te leggen, door het gedeelte van het dorp, Elf genaamd, waarop de heer Zaaijer opmerkt, dat dit niet mag, daar dit particulier eigendom is. De heer Lokker vraagt, of er nog niets zal worden gedaan, aan den weg naar Elf onder den dijk heen. Aangeraden wordt, dat belanghebbenden nog eens zullen aankloppen bij het polderbestuur. De heer Holleman vindt, dat men al vast kon be ginnen, met afval van grint en puin er te brengen, dat zou al wat helpen. De heer Zeedyk stelt vervolgens voor een Commissie te benoemen om de schoorsteenen te laten nazien. De voorzitter zou dit liever door timmerman en metselaar laten doen. De heer Zaaijer zag het liever aan de brandweer overgelaten, waartoe werd besloten. De heer Holleman stelt nu nog voor de elooten langs de achterwegen te laten reinigen, of liever nog ze te laten dempen. Besloten wordt ze te laten uitdoen. Niets meer aan de orde zy nde, wordt de vergadering gesloten. VERSLAG van het verhandelde in de Openbare Vergadering van den Raad van Goedereede op Zaterdag 17 December jl., des namiddags ten 3 ure. Afwezig de heer D. Breen. De Voorzitter opent de Vergadering, waarna de notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, onveranderd goedgekeurd en geteekend. Wordt voorlezing gedaan van, en voor kennisgeving aangenomen le. Eene missive van Heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie, daarbij goedgekeurd terugzendende de rekening dezer gemeente over het dienstjaar 1903. 2e. Eene missive als boven, waarbij goedgekeurd wordt teruggezonden een staat, model A, tot het doen van betalingen uit dien post van onvoorziene uit gaven, dienstjaar 1904. 3e. Eene missive als voren, waarbij toegezonden wordt een uittreksel ter beschikking van den heer Minister van Binnenlandsche Zaken tot toekenning van eene Rijksbijdrage in de kosten van hetherha- lings-onderwijs te dezer plaatse. Daarna komt in behandeling het toekennen van eene subsidie van gemeentewege aan den eventueel aan te stellen veearts voor de gemeenten Goedereede, Ouddorp en Stellendam. Vervolgens wordt door den Voorzitter mededeeling gedaan van de verschillende besprekingen in de bijeenkomsten van de vier landbouwvereenigingen, waarby algemeen de wenschelijkheid werd geuit ter bekoming van een veearts voor gemelde gemeenten en werd goedgevonden, dat zijn domicilie in de ge meente Goedereede wordt gevestigd en de titularis door den Raad dezer gemeente zal worden benoemd. Als nu wordt door het Dagelijksch Bestuur voor gesteld, om uit de gemeentefondsen eene subsidie te verleenen aan den te benoemen veearts ten be drage van f 150,'s jaars. Na eenige onderlinge gedachtenwisselingen wordt dit voorsiel van het Dagelijksch Bestuur, in rond vraag gebracht, met eenparige stemmen aangenomen. Verder wordt met algemeene stemmen vastgesteld: a. Een staat, model A, tot het doen van betalingen uit den post van Onvoorziene Uitgaven, dienst 1904. b. Een staat, model B, tot het doen van af- en ovei8chrijvingen van posten op de Begrooting, dienst 1904. c. Een staat, model C, tot het doen van eene aan vulling der begrooting over het jaar 1904. Bovenbedoelde Staten zullen ter goedkeuring aan Heeren Gedeputeerde Staten in Zuid-Holland worden toegezonden. Niets meer te verhandelen zijnde, sluit de Voor zitter deze vergadering. Yreeselijke misdaad is gepleegd te Luxem burg, op den weg Laroche naar de Fransche grensgemeente Longuyon. Het 11-jarige dochterke Elisa, van den molenaar Allard, kwam van laatstgenoemde gemeente, waar het kind dageJyks ter school gaat. Op een paar kilometers van daar werd het aangesproken door twee jongens van 16 of 17 jaar, die het ten gronde wier pen, schandelijk mishandelden en vervol gens met slagen overlaadden. De moeder, die gelijk alle dagen, haar kind tegemoet kwam, was van verre getuige van dit gru welijk tooneel. Zij riep zooveel zij kon en snelde er naartoe, maar de dbugnieten na men de vlucht, toen de moeder nog omtrent 50 meters daar vandaan was. Toen de arme vrouw bij haar kind kwam, lag het met verbrijzeld kaakbeen en geen teeken van levend gevend, op den kant van den weg. Toen de vader, zijne vrouw en zijn kind op het gewone uur niet zag terugkeeren, ging hij met een paar geburen ook den weg op, om beiden te zoeken en vond de vrouw naast het lijk van het kind bewusteloos op den grond liggen. Men begrijpt de algemeene verontwaar diging, toen men het feit van de moeder vernam. De misdadigers worden door de Belgische en Fransche gendarmerie opge zocht. De fooien van vorsten. De „Humanite" vertelt, dat, onder het Fransche keizerrijk een Oostenrijksch hertog 20,000 francs aan de bedienden van het keizerlijk hof schonk, waar hij drie dagen verbleven had. Nog scheutiger was de tsaar aller Bussen, toen hij voor drie jaren een bezoek aan Frank rijk bracht, hij gaf 50,000 francs fooi en voor 80,000 francs aan geschenken. Edward VII kan nooit zoo vrijgevig zijn hij reist zoo dikwijls en heeft ook niet zoo'n reuzeninkomen. In zijn huishouding zijn in het geheel slechts 160,000 francs voor fooien uitgetrokken. Keizer Wilhem II moet bii zijn laatse reis naar Cowes 50,0Q0 mark fooi gegeven hebben. Een afschuwelijke moord. De „Berl. Lok. Anz" ontving een telegram uitNiedersteina, by Pulseisz, eene ten N. O. van Dresden gelegen gemeente, over een afschuwelijken moord. De grondeigenaar Freudenberg, zijne vrouw, drie kinderen en twee neven werden in de woning vermoord. De moordenaar stak na de misdaad het huis in brand, zoo dat men slechts de verkoolde lijken vond. In denzelfden nacht werd een schoonzoon in hechtenis genomen, zekere Tomschke, die van den meord verdacht wordt. Nadere bijzonderheden meiden nog het volgende: De gevangen genomen Tomschke, de schoonzoon van den vermoorden Freuden berg, ontkent ten sterkste de afschuwelijke daad te hebben bedreven. Hij woonde met zijn vrouw en twee kinderen in het huis - 6 regels f 0,60. iveemaal berekend. vertentie-Bureaux aan. ddelhamis. duur en onpraclisch aam verdiend is, weten een nauwge- i misschien geen schit- n opleveren voor, de idigen. En de legerad- is de leerplicht „romp- >akei'kindje bij. sn commissie van on- ten hebben of niet lig niet langer, zooals lioenen op millioenen put, geen geld voor tgen. Ais de minister tie wil, is er maar één zelve heeft het recht erzoek). Daarvan make minister zich verzet, dan tijd, dat ingegre- t de zoo dringend noo- t van militaire uitga ven commissie samen- ame deskundigen en lijke mannen zal een d kunnen verrichten, de aan heel het land aan onze verdediging. irdige statistiek. ir, maar ze spreken lenlange betoogen. Zoo litvoerige statistiek in .8 Dec. welke ziekten evaarlijkst zijn. De op- e groote steden, doch latteland wel nietzoo- i. nu. ht ais een gevaarlijke t, maakt betrekkelijk 00 over jaren 1900/3. 1.7 1,1 0,4 5.8 8,3 7,8 2.9 0,5 1,4 0, 0, 9,3 0, 7,5 1,4 6,2 0, 1,5 diphtheritis zijn 'tiger 1,5 2 0,9 1,4 0 de Ui) door K. te Hf. Kunt u nu niet door een paar woorden een eind aan dit gelukverwoestend spel maken Het zou u toch niet veel moeite kosten, generaal. Ik vraag niet gaarne een dienst, voor rnyzelven zou ik nooit smeeken, maar ik heb den jongen lief!" De oude beer zag besluiteloos in het licht der lamp. „Zeg u haar dat zij vertrekt, liever nog van daag dan morgen 1" drong ik ernstig aan. De generaal wenkte afwerend met de hand. „Neen, beste vriend 1 neen, dat kunt u niet van mij verlangen, daartoe ben ik te veel egoist. Boven dien maakt u zich zonder reden te veel bezorgd, u neemt zulk een vooTbij gaande verliefdheid veel te ernstig op. Laat n den jongen voor zich zelf zor gen Hij is drie jaar officier geweest geloof dus maar gerust dat dit niet zijn eerste minnegeschie denis is. Als hij nu zoo'n beetje uit raast, wordt hy later een zoo veel te beter huisvader. Wat vreest n toch eigenlijk?" Ik stond een oogenblik in somber nadenken, het Men sterft aan ernstige ziekten,doch niet aan harts- tochtjes of verliefdheidjes. En nu moet ik u verzoe ken mijn herstelling, waarvoor ik naar de zee ge komen ben, niet te verstoren door zulke opwindende gesprekken. Maak u dergelijke zaken met de jonge lui zelf af en laat mij buiten het spelIk heb al te veel treur- en blijspelen in het leven meege maakt, nu ben ik slechts toeschouwer, beste vriend niets meer dan toeschouwer! Als u zoo oud gewor den zijt als ik nu, zult ge ook liever tot het publiek dan tot de artisten behooren. Mag ik u een glas chartreuse inschenken het zal u heusch geen kwaad doen." Ik stond op. „Ik heb de eer u te groeten, generaalsprak ik koel, hij deed ook geen moeite mij terug te houden. Het was ondertusschen diep avond geworden, de maan scheen vol en zacht over de zee, een warme luchtstroom streek over de slaapdronken aarde. Op de kleine voorplaats der villa Bella lag Si- naïde in een schommelstoel, zij neuriede een oud Fransch liedje. Zij zag er ongelooflijk mooi, doch ook ongelooflijk onverschillig uit. Toen ik baar kort en ernstig groette, blikte zy op de maan scheen juist in haar oogen en zij hield een grooten, donkerrooden waaier tusschen zich en het licht. en zeker op onhoffelijken toon. Zij leunde het hoofd achterover en zag mij vast aan. „Wil u mij kwijt zijn „Ja!" zei ik beslist. Zij nam de houding aan van een onschuldige, die zich gekrenkt voelt, wat haar niet moeilijk viel, daar zij zich oogenblikkelijk in alle toestanden kon schik ken en volkomen meester wsb over haar gelaat. „Maar ik stoor u toch niet vroeg zij halfluid. Mijvroeg ik koud en verwonderd, „mij? neen, gewoonlijk niet, maar u stoort hierjtoch, ja nog meer, 11 verstoort 1 Verlangt u werkelyk dat ik u zeggen zal, waarom ik u kwijt wil zijn, zooals u het uit drukt Zij lachte haar zachten, gevaarlijken lach, haar kleine, witte handjes schitterden in het maanlicht. „Zeg u het maar." „Nu dan, u bederft, verscheurt en vernietigt met de grootste kalmte en de meeste koelbloedigheid het geluk en den vrede van twee menschen, die ik lief heb. En waarvoor doet gij dat Niet in uw eigen belang, was het dat nog maar, doch slechts voor ellendig tijdverdrijf." Zij zag mij aan als een bestraft kind. „Als ik vertrek, hoe zal men het dan met den herfst hier stellen laten vervoeren, omdat zy iends ongeluk, nu de geheel ïigenlijk ook nog haar best 1 op hol te brengen. Ik wa? eheersching te verliezen en nover een dame stond. Met ik heftig t verzoek het u 1" r o —ij met een ernstigen, door dringenden, raadselacktigen blik aan, trad op mij toe, legde haar hand op mijn arm en sprak „GoedIk zal vertrekken. Nietomdat ik dat gaarne wil, maar omdat w mij dat verzoekt 1" Ik schudde haar hand van mijn arm, trad naar de glazendeur en keek naar de zee. Wat zijn wij toch eigenlijke schepselsdacht ik bij my zelf. Haar was mijn opwinding niet ontgaan, in haar oogen schitterde de glans der overwinning en van moedwil. „Omdat u mij er om verzoekt 1" herhaalde zy. „Het doet mij groot plezier, dat u mij iets verzoekt. U kunt mij in den grond niet lijden ik val niet in uw smaak, dat weet ik. „Neen, dame!" zei ik met diepen ernst. Zij zweeg een langen tijd en keek strak voor zich. Zy zag bleek en de lange, donkere wimpers lagen als zware schaduwen op het zoo uitdrukkingvolle gezicht. „Dus vertrok iklsprak zij eindelijk, „Morgen vroeg reeds TJ weet, een stervende mag veel vragen. U hebt mij tot dit besluit, gebracht en hadtmy nog tot veel andere kunnen brengen, En nu ga heen T verwyder u terstond!" (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1904 | | pagina 1