I 1905. Binnenlandse!! Nieuws. Landbouw voor zijn arm volk aan de boorden van Vaal- en Oranjestroom En wat den levende niet was vergund, werd den doode veroorloofd. Hij rust in het land, dat hij zoozeer heeft liefgehad. En zie 't waren Hollandsche Janmaats, die de katafalk op hunne stoere schou ders droegen naar zijne laatste rustplaats. Het was een Hollandsch admiraal, die getuigde van Neerland's liefde voor den grooten Stamverwant. Daar rijst een ander beeld. Van moord en doodslag. Van snelvuurkanonnen en repeteergeweren. Van slagvelden, waar het gekerm der gewonden klinkt, waar de kille hoef van een strijdros den sche del treft eens stervenden krijgers. Waar de nachtwind spot met de bede voor vrouw en kinderen thuis. Ach, dat voor die duizenden, in 't verre Oosten kampend voor de macht en 't aanzien hunner vorsten, de Oude jaarsavond zoo droef moet zijn. In bonte rij gaan de beelden ons voorbij. Zij doen ons met weemoed, met vreeze denken aan den feller oplaaienden ge loofshaat in het eigen land. Maar ook.... zij sterken ons tot kracht, tot vuur. Want zij worden ons als ervaring tot leermeesteres, zij roepen met ernst tot onsSchrijf in Uw fier geheven vaandel „Volharden bij 't ideaal!" Oudejaarsavond. Avond van weemoed en ernst, van een lach en een traan. Avond van stil gepeinzen, van in-ziehzelf keeren. Maar ook van vriendelijke huise lijkheid, van vertrouwelijk samenzijn. V an innige dankbaarheid des harten, als geen ledige stoel zoo droevig herinnert aan den geliefde, die de zijnen verliet. Van gelaten berusting, als de familie banden droevig werden verbroken. Moge dien treurenden tot leniging zijn de ^gedachte aan wat hun overbleef. Oudejaarsavond, symbool van 't ver gankelijke, van het Memento mori! Gij zult ons vinden in ernstige overdenking, de balans opmakend van 't afgeloopen jaar. Wel hem, wiens geweten in volle gerustheid kan antwoorden: „Ik heb mijn plicht gedaan." Uren, dagen, maanden, jaren Vliegen als een schaduw heen Ach! wij vinden, waar wij staren, Niets bestendigs hier beneên! Op den weg, dien wij betreden, Staat geen voetstap, die beklijft; Al het heden wordt verleden, Schoon 't ons toegerekend blijft ^SHSEHHSES-SSTaSB^ Nog enkele oogenblikken en de laatste slag van twaalven zal met dof gebrom het einde verkondigen. Nauw zal de weergalm van dat klokgebrom zijn ver stomd, of reeds zal het allerwege klinken: Veel heil, veel zegen! Triomf, er is een jonggeborene onder ons Een zuigeling, nog in de windsels. Wat hij worden zal? Zal het een voor spoedig kind of een sukkelend wichtje zijn? Niemand, die 'tweet. Maar aan zijn wieg staan er duizenden en duizen den, over heel 't aardrijk, wenschend heil en zegen! Werd ooit een Koningskind gehuldigd door zooveel monden? Werd ooit van een jonggeborene zoo veel verwacht als van dien nieuwen jaar kring? Hij wordt begroet met vreugde, met vertrouwen. Men durft hem niet tegemoet te gaan dan met het vaste voornemen de fouten van hetverleden goed te maken. Wie peet zijn over denjonggeborene? Om zijn wieg staan zoovele goede feeën. De ééne heet plichtbesef. Een andere: Naastenliefde. Een derde Doch waartoe meer? Ieder weet, wie de leidslieden moeten zijn van het nieuwgeboren jaar. Moge 't geven, wat we er hoopvoi van verwachten. Een jaar, dat het levenspad rijkelijk bestrooie met rozen, schaars be- zaaie met doornen. Moge het brengen geluk in gezin, in staat en maatschappij. Moge het geven verdraagzaamheid en naastenliefde. Daartoe het zijne doende, zal men den Oudejaarsavond van 1005 met gerust ge weten te gemoet kunnen zien. Veel heil en zegen! Verslag van het verhandelde in de vergadering van den Raad der Ge meente Middelharnis op Donderdag, den f29 December j.l. des n.m. ten t2i-l-> ure. Afwezig de heeren J. Kardux en J. C. van Ostende. De notulen der vorige vergadering worden door den heer Secretaris voorgelezen, on veranderd goedgekeurd en geteekend. De voorzitter deelt mede, dat de verga dering bijeen geroepen is ten einde de de nog loopende zaken dit jaar te verhan delen, aangezien het jaar zijn einde spoedig nadert. Komen aan de orde de ingekomen stuk ken, als: le. Een missive van H. H. Ged. Staten, waarbij wordt medegedeeld, de beschikking der Prov. Staten om het onderhoud dei- haven aan het Ry'k over te laten voor den tijd van 5 jaren, met subsidie der gemeente van f 5000.—. De Voorzitter deelt mede dat over de buitenhaven nog geen beschikking is geno men, en het een zeer moeielük geval is, met het oog op het aansteken van den lantaarn, maar hij hieromtrent den heer Hoofd Ingenieur heeft geschreven en hoopt binnenkort bericht te ontvangen, aangezien het onderhoud met 1 Januari 1905 eindigt. 2e. Een missive alsvoren waarbij is goed gekeurd het door den Raad der gemeente vastgesteld suppletoirs kohier van den Hoofdelyken Omslag. 3e. Een schrijven van den heer dr. Pameyer meldende dat hij de gemeente heeft ver laten en vertrokken is naar Alkmaar waar om hij ophoudt de armenpraktijk uit te oefenen. Tegelijk deelt de voorzitter mede dat is ingekomen een schrijven van den heer de Vries Reilingh daarin verzoekende in de rechten te mogen treden van den heerPa- meijer. De voorzitter zegt hieromtrent dat in dertijd door den raad besloten is, wanneer zich twee geneesheeren in de gemeente bevinden, de werkzaamheden onderling te verdeelen, dat de heer Bouman dit jaar de armenpraktijk heeft uitgeoefend, waarom de heer de Vries-Reilingh het volgende jaar de armenpraktijk moet waarnemen en de heer Bouman belast wordt met kostelooze inenting. Aldus wordt besloten. Vervolgens komt in behandeling de ken nisgeving van den heer C. E. van "VVeel dat hij zijn benoeming als Ambtenaar van den Burg. Stand aanneemt. De missive van H. H. Ged. Staten waar bij de rekening der gemeente d.j. 1903 wordt goedgekeurd. Wordt overgegaan tot het benoemen van een regent van het Burg. Armbestuur. Door heeren Regenten zyn voorgedragen de heeren Kruithoff, aftredend lid, enC.J. Dorsman. Na stemming blijkt dat de heer Kruit hoff met algemeene stemmen is gekozen. Wordt als nog vastgesteld de verordening regelende de verschillende werkzaamheden van den Ambtenaar van den Burg. Stand, welke door. den heer Secretaris wordt voor gelezen en onveranderd goedgekeurd. Alsnu worden op voorstel van den voor zitter de deuren gesloten en de vergadering niet meer geopend. Verslag van het verhandelde van den raad der gemeente Sommelsdijk op Vrijdag 30 December j.l. des v.m. ten lDfz ure. Tegenwoordig alle leden. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen, onveranderd goedgekeurd en geteekend. De heer Mosterdijk maakt den heer secre taris een compliment voor h9t nette en accurate opmaken van deze zoo gewichtige notulen. Komen inbehandeling de ingekomen stuk ken als: Een schrijven van den heer J. C. de Gast mededeelende dat hij zijn benoeming als Gemeente Ontvanger aanneemt: Als voren van den heer Kantonrechter dat hij zich nederlegt bij de beslissing van den raad om het huis A 256voor5 jaar te huren, en wel voor f 175 's jaars' Als voren van H. H. Regenten van het Burgerlijk Armbestuur met verzoek deborg- stelling van f 3000,— voor boekhouder te bestendigen, Als voren van H.H. Ged. Staten waarbij het besluit wordt goedgekeurd om de twee eigendommen der gemeente te verhuren. Als voren van idem waarbij de gevraagde af en overschrijving wordt goedgekeurd. Als voren van idem waarbij de toevoe ging van f 500,— op de begrooting wordt goedgekeurd. Als voren van idem met goedkeuring van de uitkeering van het Rijk aan de gemeente op 31 December 1904. De voorzitter deelt mede dat nog over f 1224,— kan beschikt worden. Een missive van de Commissie tot wering van het schoolverzuim, mededeelende de heer van As is benoemd tot voorzitter, de heer Pen tot penningmeester. Al deze mis sives worden voor kennisgeving aange nomen. Komt aan de orde een schrijven van het Burg. Armbestuur, daarbij mededee lende dat alsnog benoemd moeten worden drie regenten. Voorgedragen worden de heer P. A. van Buuren en de heer D. Joppe, by stemming wordt de heer van Buuren met algemeene stemmen gekozen. Voor de vacature van den heer J. B. Mijs die bedankt heeft, is de voordracht de heer A. A. Mijs en Doornbos, bij stemming wordt de heer A. A. Mijs met 5 stemmen gekozen. Door het verzuim van den boekhouder moet alsnog de heer van Dorssen eveneens benoemd worden, welke heer met 9 stemmen 1 blanco wordt gekozen. Is aan de beurt het beëedigen van den Gemeente Ontvanger. De Voorzitter deelt mede dat de borg stelling van den heer Notaris is ingekomen, dat wel is waar nog een stuk moet inkomen, waar het geen bezwaar oplevert de be- Sediging door te laten gaan. De heer de Gast legt in handen van den Voorzitter de beide vereischte eeden af, waarna de Voorzitter den heer de Gast feliciteerde met diens benoeming. De heer de Gast bedankt den Voorzitter voor de ge sproken woorden en zegt zyn best te zullen doen om het in hem gestelde vertrouwen niet te beschamen. Komt aan de beurt het- benoemen van een boekhouder van het Burgerlijk Arm bestuur. Op de voordracht door H. H. Regenten zijn gesteld de heeren P. Mast Pz. en M. Kooman. De voorzitter deelt mede dat Burg. en "VVeth. hebben opgevraagd aan H. H. Re genten alsnog op te geven welke sollicitan ten zich hebben aangemeld en hierop is ontvangen de gezegelde requesten van de heeren Armstrong, P. Kieviet en P. Mast Gz., van den heer Kooman was het ongezegeld en heeft dit niet verbeterd, hoewel dat toch volgens de wet noodzakelijk is. Na de le stemming, de eerste vrije stemming, de tweede, en later de stemming tusschen de heeren Kievit en Armstrong is gebleken dat de heer Armstrong met 5 tegen 2 stemmen is gekozen. Nog wordt af-en overschrijving gevraagd en verkregen voor de som van f523,33 op verschillende posten. In rondvraag gebracht of nog een der heeren het woord verlangt, wordt de ver gadering gesloten. Werkstaking te Oud-Beierland. Wegens een geschil over het loon, is op de eerste Nederlandsche klompenfabriek te Oud-Bei erland gisteren het werk gestaakt. Zachte ivinter. Tuinman G. J. Colenbran der, te Doetinchem, heeft Zaterdag 11. in zijn tuin op een wilg een nestje van rood borstjes gevonden met twee versche eitjes. Men meldt uit Zeeland In oude kronieken vindt men vermeld, dat de winter van 1752 zeer zacht was en dat toen tusschen Kerst mis en Nieuwjaar het vee nog in de weide liep. Thans beleven wij hetzelfde, zoowel koeien als paarden weiden nu dezer dagen nog in het frissche groen. De wilde zwijnen. Uit Apeldoorn schrijft men. Van de „wilde zwijnen" gesproken, daar over maakt men zich hier niet erg ongerust. Zooals u weet, zijn er twee stuks losgelaten en zoo spoedig dit feit bekend was, werd reeds door de jagers, zonder jachtacte, by da hier wonende poeliers geïnformeerd naar da waarde van wilde zwijnenvleesch. Als ik het zoo mag uitdrukken, voorspelt dat informeeren geen hoogen ouderdom voor de bedoelde beestjes en zijn we er misschien van verlost voor dat er iemand erg in heeft. Het Nederlandsch s.s. Batavier II is he denochtend om half zeven komende van Londen by Goedereede gestrand. Het schip zit zeer hoog op de kribben. De passagiers werden met de blazerschuit van boord ge haald en te Hoek v. Holland geland. De lading wordt deels, in blazers gelost om het schip te lichten. De wind is west met veel zee. De minister van justitie heeft beslist dat onbezoldigde Rijksveldwachters wel moeten deelnemen aan de inspectie der Landweer. Bezoldigde ambtenaren der Riikspoiitie zijn van het onderzoek vrijgesteld. Alweer een moord in Limburg. Uit Stein meldt men aan de „Limb. Koer." Zondagavond omstreeks half tien werd al hier een inwoner uit deze gemeente, de 22 jarige Johannes Op de Camp, doodgestoken. De ongelukkige heeft een steek gekregen in het linkerbovenbeen, waardoor de slag ader werd doorgestoken, zoodat de dood onmiddellijk moet zijn ingetreden. De ge neesheer dr. Beckers uit Beek, kon dan ook slechts den dood constateeren. De dader is tot heden onbekend door den brigadier dei- marechaussees te Beek, den heer Driessen, die met ijver het onderzoek in deze duistere zaak begonnen is, werd echter Zondagnacht gearresteerd zekere G. N. uit Beek, daar deze het laatst in gezelschap van den verslagene is gezien. De gearresteerde blijft echter volhouden, dat hij van den moord niets afweet. Treurig ongeluk. Te Deitrne is gisteravond de landbouwer Van Mast, komende «lt de weide, waarschijnlijk door de mist misleid, in de Zuid-Willemsvaart geloopen, althans hedenmorgen is ziin lijk door een Sluis- meester-opgehaald. Doodelijke val. Te Oosterhout is heden morgen de schilder Van Loon, doordat zijn leer uitschoot, naar beneden gestort en be kwam zulke hevige wonden, dat hij kort na den val is overleden. Meppel, 24 Dec. De brand op 11 Dec. j.l. alhier, in h6t lompenpakhuis van de firma E. van Esso, werd aanvankelijk toegeschre ven aan broeiing der lompen. Later werd echter het een en ander bekend dat aan kwaadwilligheid deed denken, en weldra werd de aandacht gevestigd op de dienst bode, eene schippersdochter, die naar hare ouders te Deventer was vertrokken. De brigadier der maréchaussee Van der Hoek en de gemeente veldwachter Bonder, beiden alhier, spoorden haar te Deventer op en namen haar in verhoor, met het ge volg, dat zij bekend heeft den brand, wegens grieven tegenover v. E. te hebben gesticht. Zy is nu ter beschikking van de justitie gesteld. Arnhem. 24 Dec. Alhier had de werkman B., die een ziekenstoel moest brengen in de Willemskazerne, het ongeluk met dien stoel te vallen, zoodat hy met het voorhoofd op den stoel terecht kwam, waardoor een bloedende wond ontstond. Naeenige minu ten is hij reeds overleden. 's Gravenhage, 24 Dec. Niet de vrijer maar de meid zelf in de kast! Een onbekend man, blonde snor en groot forsch postuur, gekleed met lange donkere jas, heeft zich dezer dagen toegang weten te verschaffen tot een woning in de Java- straat alhier en na de dienstbode aldaar in een kast te hebben opgesloten, zich een geldelijk bedrag toegeëigend van onge veer f680, waaronder 4 bankbiljetten van f 100, 3 van 60 en 1 van f 40 en tevens een zilveren remontoir horloge met gouden wijzers en zwart koord en een van staal draad gevlochten gelkbakje, waarvan vijf vakjes bekleed met paars fluweel. De commissaris van politie in de 4e afd- alhier verzoekt aanhouding en voor hem geleiding van dien verdachte, zoomede de inbeslagneming van het ontvreemde. Het huldeblijk voor H. M. de Koningin- Moeder (groot f 207.000) is aan Hare Ma jesteit afgedragen aan bijdragen uit het geheele land ten bate van Oranje-Nassau- Oord en het Emma-fonds. Vlissingen. 27 Dec. Hedenmorgen te elf uur is in de buitenkom van de uitwatering- sluis alhier het lijk gevonden van den 21 jarigen bakkersknecht D. D., wonende alhier. Hedenochtend te vier uur bad hij de ouderlijke woning verlaten om naar de bakkerij, waar hij werkzaam was, te gaan, doch was aldaar niet aangekomen. Vermoe delijk is hem een ongeluk overkomen. Het lijk is onder politietoezicht, overge bracht naar de ouderlijke woning. Bedorven land. Een verkeerd genomen proef doet bij de landbouwers meer kwaad dan honderd juist uitgevoerde proeven goed doen. Dat heb ik reeds vaak kunnen merken, wanneeriknu en dan eens over het gebruik van kalk spreek. Er zijn landbouwers, die in 't geheel geen goeds willen hooren van de kalk. Zij zeggen, dat die het land verbrandt. En dan vertellen zij van talrijke perceelen grond in verschil lende deelen van ons land, waar de kalk zoo slecht gewerkt heeft, dat men er in 't geheel geen witten oogst meer kan winnen, geen rogge, geen'haver. De planten komen wel goed op, doch het gewas begint spoedig te kwijnen. In geen geval kan meneenige hoeveelheid zaad van beteekenis winnen. Het scbynt dat in den tyd, toen alom in het land door de landbouwleeraars geleeraard werd, dat men toch vooral kalk moest ge bruiken, dit land te veel, dat wil zeggen te vaak en te sterk gekalkt is. Toen Staring schreef: „als de boeren zoo doorgaan met bun eenzijdige bemesting zonder kalk, zal er weldra geen kalk meer in den Neder- landschen bodem te vinden zyn", schijnen sommige boeren gemeend te hebben, dat de kalk een gewone meststof was en hebben zy jaar op jaar maar kalk gegeven. Het is geen sprookje. Inderdaad zijn er tal van perceelen, die thans nog door die slechte behandeling lijden. Is daar niets aan te doen? Moet die grond in wei bly ven liggen; of kan men daar niets op verbouwen dan klaver, knollen, spurrie enz? Ja zeker, er is wel een mid del om dien grond te verbeteren. Het zal niet in één of twee jaar gaan, maar toch wel in eenige jaren. En het middel is zeer gemakkelyk. .De perceelen, die als boven beschreven is, tot dit bedorven land moeten gerekend worden, geve men gedurende eeni ge jaren, eiken winter, of vroegin het voor jaar een zeer rijke bemesting met eenig ruw kalizout, hetzij kainiet of carnolliet. Men behoeft daarbij niet bang te zyn, dat 800 tot 1000 K. G] per Hectare te veel is. En men beginne reeds na het eerste jaar met balmgewassen te zaaien. Men zal dan dui delijk zien, dat de oogst gaandeweg verbe tert. Men late daarbij natuurlijk de gewone bemesting niet achterwege. Daarby zorge men, dat dekalizouten goed ondergeploegd worden en het land zorgvuldig wordt om gezet. De verklaring is niet moeilijk. De kalk, die in den grond aanwezig is, zal zich met het chloor der ruime kalizouten verbinden tot zoogenaamde chloorkalk, die in het water oplost en naar den ondergrond zal zakken. De kali komt ten goede aan den oogst. Men neme de proef.

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1904 | | pagina 12