euwe Licht. fcëëës tterdam Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede. EERSTE BLAD. ING. L. J. L'HEUREUX, K raand-Uitzetten. j} '"bn sast, I schhouwerii 1 DE HAAS, botterdam 5de Jaargang. Woensdag 21 December 1904. No. 4. Flakkeescbe Boek- en Handelsdrukkerij feuilleton. Vleugellam. ran, lette men nauwkeurig briekamerk, voorstellende en linkerarm aan de rech- raaraan een te Markt u, (Huis in Cf -nd Vreezen), Hang 3, K 'TTERDAM. 'ELEFOON No. 4202. paliteit in K y ik jL' hï- e Kinderwiegen vanaf rü [oppen wiegen vanaf/ 1,50, S? [den vanaf 0,85. Kanten Wagenkleedjes, Antima- ft eetwaterkvuiken, enz. [IE ETALAGE! [J{ iSHSHSHSHSHSHSHSHSH# VAN 5 oelstraat,Somnielsdijk naai per week prima kwa- w rundvleesch verkrijgbaar, aj vanonovertreibaarSaucis- H ie en spiertjes rookvleesch. N :endingen geschieden in W srpakking. ft aaiifee-wolen. f kerheid tegen brandgevaar w. Brandt naar beneden ich licht. licht voor 1 cent gas (bij |gasprijsverlaging 3/4 cent ;ief licht voor binnen- en fg- k af f 4,compleet, af f 9,— branders inbe- Jiij ons verkrijgbaar van Directie der Gasfabriek. |9 November 1904. erdam, de stoere menscben, dan t weer en wind die eene koude er mede blijven J. MINGAARS, |)or eene gevatte was ik ongeveer ijn borst piepte 'ust en gestadig 3lfs te veel, wan- len bloed op. Ik [nraden van een lad, ging ik tot flesch gevoelde en nu, na het eet goed, loop bloed meer op, je in het water. >mt, die de heer is kenbaar aan kening van den |nt. De namaak ;zegend middel 1st onvoorwaar- dheid, Asthma, Sorst- en Long- K>. 2—2 lel.dijk, L. W. plaat. Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG. Prijs per kwartaal, franco per post f 0,50. Afzonderlijke nummers0,05. Hoofd-Agent voor Nederland: C. W. BETKE, Advertentie- Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam. XJitg'a.-ve cler te Mid.deIharnis. Prijs der Advertentiën: van 1 6 regels f 0,60. Iedere regel meer0,10. Groote letters naar plaatsruimte. Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend. Alle solide Boekhandelaars en Advertentie-Bureaux nemen Advertentiën aan. Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis. Vrede op Aarde, In de menschen een welbehagen. Wederom vloeit die dichtregel uit de pen van zoo menigen redacteur. Weder om zullen van Noord tot Zuid, van Oost tot West duizenden dienzelfden lofzang aanheffen, één in gedachte. Of er velen onder hen zijn, die de mogelijkheid, laat staan de verwezenlijking, van het schoone vredes-ideaal zich voor oogen stellen? Ot het voor de meesten iets meer zal zijn dan een klank, een vluchtige gedachte De eeuwen door, meer dan 1900 op volgende jaarkringen heeft de Christen wereld den lofzang van het „Vrede op Aarde" aangeheven. In de eerste dagen des Evangelies klonk de vredezang door de spelonken, waar de wreedvervolgden zich moesten verbergen voorNero's wraak en marteling. In 's grooten Kareis tijd steeg der Christenen lied plechtig op uit de oer oude eikenwouden, éénmaal den goden der Bataven gewijd. Door den nacht der middeleeuwen, dat tijdperk van verdrukking der minderen, maar ook dat blijde eindigen van een hettigen kamp: de opkomst van een burgerstand, klonk op Kerstdag het „Vrede op Aarde" uit den mond van trotsche edellieden, van verdrukte lijf eigenen, van zelfbewuste poorters. De kerkhervorming. De brandstapels hoorden boven 't knetteren der vlammen 't loflied der gepijnigden, het schavot droop van 't bloed der gemartelden. Maar toch op Kerstdag klonk het vrede- lied. |Het bleef de eeuwen door het ideaal. Het schoone, waarheen ieder streeft. Het licht, dat helder gloort aan den horizon der toekomst. In 't verre Oosten de reuzenworsfeling op leven en dood. Vuurmonden donde ren door de lucht, 't kanon maait gansche rijen van menschelijk oorlogsmateriaal weg. Knetterend klinken de salvo's, honderden in één oogenblik wegnemend in den bloei des levens, duizenden dom pelend in rouw en droefheid. Treurige verblinding der volken. Daar worden de beste zonen des lands geofferd aan de niets pntziende heerschzucht der vorsten, aan de alles trotseerende be- geerigheid van den mammon. En jaarlijks stijgt overal, in eiken staat, 't zij groot of klein, de oorlogsschatting met duizen den en millioenen, jaagt 't „politiek" christendom er zeven miüioen snelvuur kanonnen door, nauw een etmaal voor in den tempel het „Vrede op Aarde" zal klinken. Maar de leer van Jezus spreekt van „Hebt uw vijanden lief", predikt van „Vrede op Aarde." Hoeverre zijn we van dit ideaal! Spijt daarvan juicht een minister-president in 't vrije Nederland de scheiding dei- natie toe, de misleidende leuze heffend van Geloof tegen Ongeloof, opeischend met gepaste] nedrigheid voor Calvi nist en.Roomsche den „christelijken" naam. „Vrede op Aarde." Het klinkt zonder ling, contrasteerend, doch er is strijd noodig om dat te bereiken. Geen strijd door kanon ot mitrailleuze. Geen strijd door menschenslachting en moord. Maar een strijd der geesten. Een rustelooze strijd voor beschaving en ontwikkeling. Een rustelooze strijd om de „christelijke" beginselen in te dragen in de maat schappij. Niet de dogma's van den Cal vinist. Niet de dogma's van den Katholiek. Maar die christelijke beginselen, welke de grondzuilen moéten zijn der nieuw- wordende maatschappij veel meer dan thans is: de naastenliefde, de verdraag zaamheid, de verbroedering der volkeren. Aan den horizon gloort liet licht. Aan ons allen te arbeiden aan dat schoone ideaal: „Vrede op Aarde." Er aan te arbeiden, doch niet alleen in de maat schappij. Niet minder in het huisgezin Ook daar willen wij indragen het „Vrede op Aarde", het onzen kinderen meegeven, als zij gekomen zijn op de jaren des onderscheids, als 't symbool van naasten liefde en verbroedering. keesche, weer uitgesloten bleven van de voordeelen van deze wet. De premiën, welke de werklieden te betalen zullen hebben, waren ons toen niet bekend. De Nieuwe Rotterdammer Courant berekent, dat de bedragen welke de werklieden te betalen zullen hebben, de volgende zullen zijn: Premiën voor den Dagloonen. werkman per dag. f 0,25 2 cent 0,50 2,133 0,/0 2,433 0,90 2,567 1,10 2,7 1,50 3,2 2,00 3,6 2,50 4,167 3,00 4,633 3,60 5,267 Iemand, die dus 80 cent daags ver dient, (dat is dus 't gemiddelde van 't Flakkeesche arbeidersloon), betaalt aan premie per week 15 a 16 cent. Dat is nog iets anders dan een dubbeltje voor een Ziekenfonds! De Staat neemt voor zijn rekening de kosten van 't toezicht, geschat op 5 ton. Kan van een arbeidersloon van 80 cent per dag een weekpremie van 16 cent af? Waar bij zoo'n loon [al genoeg „op de lat" gehaald moet worden, be duidt voor de lagere loonen dit wets ontwerp weinig ol niets. Het is sociale wetgeving op een koopje. Men vergelijke: V2 millioen aan ziekte verzekering en 6 millioen aan ouder- domsverzekering met 30 millioen voor zes pantserschepen. De kosten der Ziekteverzekering. Toen wij voor eenigen tijd een artikel wijdden aan het ontwerp Ziekteverze kering, wezen wij er op, hoe de losse arbeiders en daarmee de meeste Flak- van Hans Arnold, (10) door K. te M. Ik zag haar in het fijne, smalle gezicht, waarover nu een scherpe, pijnlijke trek lagen voelde op eens hoe onmachtig men is den last te verlichten van iemand wien men nog zoo genegen is ieder moet zijn eigen strijd strijden en zal door eigen kracht zegevieren of ten onder gaan. Plotseling wendde zij zich naar mij om, haar lip pen heefden bij den geweldigen strijd om het weenen te bedwingen. „Het is niet om mij," sprak zij met gesmoorde stem, „maar het is om hem dat ik zoo vreeselijk ang stig ben." Ik keerde mij om en ging naar binnen om afscheid te nementoen ik vertrok en daarna nog eens om keek, zag ik hoe Annie naast haar moeder neerge knield, het hoofd in de kussens der sofa verborg. de moeder streek haar zacht over het haar, Ik ging langzaam naar huis. Het was ondertnsschen laat geworden Allan was huiten nergens te zien, Toen ik mijn kamer betrad zat hij aan tafel, het hoofd in de handen verborgen hij sprak niet. Ik raakte zacht zijn schouder aan. Hij sprong verschrikt omhoog. ,Waar was je toch zoo lang? „vroeg ik. „Aan het strandmet Sinaïde!" zei hij met een zonderlingen lach, zij heeft mij eerst tot half tien laten wachten, toen is zij eindelijk gekomen. Zij sprak onophoudelijk over den vreemdeling, die haar dien dag bezocht had, hoe vroolijk, gezellig en on derhoudend hij was. Toen ik daarover boos werd en wilde weggaan, lachte zij mij uit en zei„het is alles maar gekheid, want inderdaad heb ik mij in zijn tegenwoordigheid vreeselijk verveeld." „Maar waartoe dient deze scherts," vroeg ik haar, en weet je wat ze toen zei Ik wilde eens zien, welk gezicht je zetten zou, je trekt altyd de wenkbrauwen zoo aardig samen als ietsje ergert, dat staat je zoo goed, och toe doe het nog eens En toen ik haar zei „Je plaagt me zooals een bedorven |kind een hul peloos dier plaagt," antwoordde zij „Maar waarom ergert het je? het gaatje eigenlijk niets aan, want u is immers verloofd?" „En wat zei je daarop 1" vroeg ik ernstig. „Ik jij zou haar wel te woord gestaan hebben, Rutgers! maar ik zeiof beter, geheel werktuige lijk kwam er bij mij uit„en als ik dat eens niet was Daarop antwoordde zij echt koudbloedig„dan zou ik u daarmede ten zeerste gelukwenschen. want ik houd trouwen voorden grootsten onzinEn nu, goeden nacht, Rutgers! ik ben blij, dat ik je dit nog dezen avond heb kunnen vertellen, het is my alsof ik nu van een loodzwaren last verlost ben." Hij gaf mij zijn brandend heete hand en ging naar de deur, waar hij nog een oogenblik bleef staan. Ik geloof, dat ten slotte de golven toch schip en Waar blijven de Millioenen? In den oorlogsput. Dat weet ieder lezer. Niet genoeg kan er op gewezen worden, welk een ernstig gevaar dat steeds voort woekerende militairisme voor onze schatkist dreigt te worden. „De steeds klimmende eischen aan 's Rijks schatkist maken 't noodig ieder niet dringende uitgave te verdagen." Zoo staat er in de Troonrede. De minister van oorlog is er dan ook in geslaagd voor 1904 slechts f 212644 meer aan te vragen dan al reeds voor dat jaar werd toegestaan! lading verzwelgen zullen," sprak hij treurig en ging toen heen. Ik bleef den halven nacht wakker, liep in ernstige gedachten de kamer op en neer. Zoo ging het niet langer, dat was duidelijk. Den volgenden dag begaf ik mij naar den generaal op den tijd, dat hij ongeveer klaar was met het middagmaal, ik wist, dat hij dan in zijn beste luim was. Hij was nog aan het dessert, Sinaïde was reeds voor hem opgestaan en uit de kamer gegaan. Ik vroeg niet naar haar, om niet te hooren, dat zy weer ergens met Allan het spel van kat en muis speelde. De oude heer zat aan tafelhij at laats avonds, bij lamplicht en neergelaten gordijnen. Een glas fonkelenden rijnwijn stond voor hem, hij schonk mij er ook een in en noodigde mij vriendelijk een plaats naast hem te nemen, terwijl hij onder het spreken uit de ooftschaal op tafel telkens de een of andere vrucht nam. „Hoe lang blyft juffrouw Sinaïde nog hier?" vroeg ik na een poos, zonder eenigen aanloop. Hij lachte. „Hoor eens, dat is een ongalante vraag, maar ik neem u dit in het geheel niet kwalijk want ik weet dat u het kind niet moogt lyden. U meent dat zij een harteloos persoontje is toegegeven maar wat hindert u dat? Ik heb ook nooit aan te veel har telijkheid geleden en ik wensch er haar geen over vloed van." „Daar is ook niet veel voor te vreezen," zei ik scherp. De generaal lachte weder. Dat is zuinigheid betrachten en elke. niet dringend noodzakelijke uitgave verdagen! In de Memorie van Toelich ting staat bovendien als troost voor be lastingbetalers, die weten willen, waar hun centjes blijven, nog: „Aanvragen, die nu nog achterwege gelaten zijn om de een of andere reden zullen den mi nister wellicht aanleiding geven om te bezuinigen? Neen, „om daarop te zijner tijd nader terug te komen en voor zooveel noodig een voorstel te doen tot verhooging van de onder werpelijke begrooting De bezuiniging is dus een uitgestelde verhooging. Het eind cijfer der begrooting beloopt 27 millioen, voeg daarbij de aanvullings (suppletoire) begrootingen, dan komt men over de 30 millioen. Voeg daarbij, dat de dure legerorganisatie nog in werking moet treden, en ge kunt bij de 30 millioen nog eenige millioentjes optellen! Van 1891 wachten de kleine luijden, die toen „geen dag en nacht" meer kon den wachten, al meer dan 4000 dagen en nachten. Voor hen is er geen geld. Arbeiderspensioneering, dringend noo dig: geen geld. Verzekeringswetten, dringend noodig: geen geld. Volledige uitvoering der gezondheids- en woningwetten, dringend noodiggeen geld. 30 millioen voor oorloggeld genoeg. Zes pantserschepen van 5 millioen per stuk: geld genoeg. En kreeg men nu nog maar waar voor zijn geld. Doch luister: „Naar de meening van vele leden echter ontbreekt zelfs deze lichtzijde (dat de vele millioenen de weerbaarheid bevestigen of verkoopen), en maakt dit het leit, dat zoo hooge uilgaven moeten worden gedaan, nog dubbel verdrietig." En terecht: want vele deskundigen meenen: „Niemand, ook de minister van oorlog niet, zal kunnen volhouden, dat onze onafhankelijkheid en neutraliteit met het tegenwoordige leger, dat zelfs na de uit breiding nog maar 66000 man infanterie zal tellen, zijn gewaarborgd. Tegenover welke mogendheid, die ons bestrijden of onze neutraliteit schenden wil, kunnen „Maar daarvoor heeft zij ook weer andere goede eigenschappen, welke sentimenteele dametjes missen zij is altyd gracieus en amusant, zij zou zonder eenigs- zins van kleur te veranderen het schavot bestijgen en onderweg zich nog alle moeite geven haar beul het hoofd op hol te brengen." „En om haar slachtoffer bekommert zij zich niet!" zei ik somber; „Maan dat brengt [mij juist op het doel van myn bezoek. Kunt u er niet voorzorgen dat zij den armen jongen met rust laat, generaal Kan u het aanzien hoe zij hem kwelt Ik denk me nigmaal tot haar verontschuldiging, dat zij in het geheel niet weet, wat zij doet, maar mijn bloed kookt- als ik het moet aanzien." „Mijn beste [vriend zei de generaal,"en schilde zich voorzichtig een perzik, „u is onrechtvaardig t Wij, menschen, zijn zooals wij zijn, niet zooals wij zijn moesten of konden. Wat verlangt u wel? Zoudt gij een zangvogel aan de zorgen van een kat toe vertrouwen Zoudt gij er van overtuigd zijn, dat de kat, nadat gij haar een lange zedepreek over de be handeling van vogels voorgehouden hadt, liefdevol met uw zanger zou omgaan? Wel neen, u weet zeer goed dat poes zeer spoedig het lekkere boutje op peuzelen en zich dan koesterend in het zonnetje leg gen zou, zonder zich van eenig kwaad bewust te zijn. De kat volgt eenvoudig haar natuur, dat is het geheele geval, en dat doen wy allen ook. Waarom zijn er ook zangvogels en katten Ik zag zwijgend voor mijer lag in deze afschu welijke wijsbegeerte een korreltje van nog afschu welijker waarheid. „Maar in dit geval gaat het om nog meer. U weet dat Allan verloofd is, dat hy gelukkig was voor Si naïde zich tusschen hem en zijn meisje stelde. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1904 | | pagina 1