Kameroverzicht. Buitenlaiidsch Overzicht. Biiinenlandsch Nieuws. Landbt i Adverted A. PALI V Het politiek gevecht heeft zonder tusschen- poozen de geheele afgeloopen week in beslag genomen. Toen het Dinsdag een aanvang zou nemen, was Dr. Kuyper nog niet in de Kamer aanwezig. Vandaar, dat de heer Mr. Borgesius voorstelde om de algsmeene beschouwingen te verdagen. Dat was zeer rationeel. Bij het begrootingsdebat, dat de vier „christelijke" regeeringsjaren afsluit, mocht de man, die dit kabinet door zijn persoonlijkheid geheel stempelt, niet ontbre ken. De regeeringsparty verklaarde echter het debat reeds dadelijk te willen beginnen, want 't voorstel-Borgesius werd met 37 tegen 26 (rechts tegen links) verworpen. Daarop opende dominee Roessingh het vuur. Zijn betoog had ten doel aan te toonen, dat het zoogenaamde „christelijk" beginsel in de wetten en handelingen van dit ministerie nergens te vinden was. Na deze principieële inleiding kregen we de eigenlijke politiek. In de redevoeringen daarover van vrijzin nigen kant gehouden, was zeer veel, dat met elkaar parallel liep, 't zij de oud-liberaal Tydeman of de vrijz.-dem. Van Baalte, dan wel de sociaal-democraat Troelstra sprak. De heer Tydeman ging na, wat er geworden was van de goede verwachting, die o.a. Mr. Mees nog in 1901 omtrent dit kabinet heeft uitgesproken. Niet veel, inderdaad. Party wetten, als die op onderwijsgebied. Voorts verklaarde deze spreker zich tegen stander van grondwetsherziening en alge meen kiesrecht. Een hoofdschotel voor de meeste sprekers waren de „dubbeltjes," Mr. Harte, dat weten onze lezers, ziet de toekomst onzer schat kist vrij somber in. Onze Excellentie wil aan 't geld komen door een verhooging van den jeneveraccijns en opcenten op de bedrijfsbelasting. Maar ach, wat kwam onze Excellentie van een koude kermis thuis. Eerst kwam Mr. Roëll in een keurige rede vertellen, dat die twee wetjes van Mr. Harte onnoodig waren, en hij 't b6st deed ze in te trekken, ten minste voorloopig. Mr. Goe man en Mr. van Raalte zongen 't zelfde liedje. Nu kon Mr. Harte nog denken: „Praat maar raak, je bent oppositie." Maar. daar kwam grof geschut. De katholieke heer Kolkman zei: Mr. Harte, berg die wetjes maar weer netjes op. De antirevolutionaire Mr. Heemskerk verklaarde net als Mr. Kolk man. Dat hij door de rede van Mr. Roëll bekeerd wasGelukkig toch maar, dat er nog vrijzinnigen in de Kamer zijn. Arme Mr. HarteVan allen verlaten, door zijn eigen vrienden uit denzelfden wortel, moet hij weer van „intrekkelenburg"gaan spelen. Professor Van der Vlugt hield een degelijk betoog tegen de verdeeldheid, die deze regeering zaait. Doch de glanspunten van de week waren de prachtige redevoe ringen van Mr. Goeman Borgesius, Troelstra en Treub. Natuurlijk, zeiden we reeds, dat de kritiek vaak parallel liep. Schrale oogst (snelvuurkanonnen en drankwet). Partij- regeering: (Hooger Onderwijswet en Lager- Onderwijsontwerp). Weinig eerbied van dr. Kuyper voor 't Koninklijk gezag. Ongenadig scherp werd de minister hierover gehekeld. Op eigen verantwoording heeft dr. Kuyper een schrij ven onbeantwoord gelaten van den commis saris der Koningin in Overijsel en eerst later een besluit over deze questie door de Koningin laten teekenen. Geestig was de heer Borgesius, waar hij allerlei aanhalingen deed uit de Standaard (zie een art. in dit nummer) en uit rede voeringen van dr. Kuyper, waarin hij het toenmalige ministerie beoordeelt en welke critiek nog in veel scherper mate op 't kabi net Kuyper van toepassing is. De heer Troelstra sloeg het record. Hy hield een keurige rede van 3i/2 uur. Keurig werd uiteengezet, hoe de „christelijke" grondslagen der verschillende regeerings- partijen telkens tot andere conclusies aan leiding geven (doodstraf, eedskwestie enz.) De heer van Baalte wees op het totale ge brek aan tegemoetkoming aan de linkerzijde bij de behandeling der H.-O.wet. Zeer duide lijk toonde hij aan, hoe de houding tegen over de Koningin van den antirev. minister na 't gebeurde in. Overijsel totaal onver dedigbaar was en dat nog wel bij een man, die zich in de eerste plaats uitgeeft als de vriend en beschermer van het gezag! Voor de houding der partijen aan de lin kerzijde was zeker wel een der belangrijk ste punten: de verklaring van mr.Goeman Borgesius over het kiesrecht. Namens de Liberale Uniemannen toch kwam de heer Borgesius verklaren, dat ze allen bereid zyn om zoo spoedig mogelijk tot grondwetsher ziening over te gaan, ten einde de beletselen voor algemeen kiesrecht uit de grondwet te verwijderen. Men noemt art. 80, aldus gewijzigd, het blanco artikel. Mr. Troelstra verklaarde zich er niet warm voor te maken. Mr. van Baalte wees er nadrukkelijk op, dat de vrijzinnig-democraten in dat blanco- artikel tevens de verplichting zien om ten spoedigste en in één keer het algemeen kies recht in te voeren. Keurig was de redevoering van prof. Treub (zie ons hoofdartikel). Glashelder was zijn betoog, hoe in de kosten der sociale her vormingen voorzien kan worden, zonder dat de kleine luyden door een Tariefwet alles betalen. Van de rechterzüde werd het ministerie verdedigd door de H.H. de Visser, Aalberse, Nolens, Kolkman en Heemskerk. Het scherpst was de heer Kolkman tegen mr. Borgesius. Deze had zeer terecht tal van wetsontwerpen, waarmee 't kabinet Kuyper in het laatste jaar schermt, paradepaarden genoemd. Wat is uw blanco-artikel anders dan een paradepaard, zei de hr. Kolkman. Als 't vol gend jaar de verkiezingscampagne gevoerd wordt, gaan hun paradepaarden voor 't rijtuig, Troelstra en Van Raalte op den bok, Van Houten blijft er naast, ook al noodigt Borgesius hem tot instappen uit en ten slotte gaat deze met de Vlag van de Liberale Unie in vredesnaam dan maar in 't kattebakje zitten. Mr. Kolkman kon verwachten hierop een scherp antwoord te ontvangen en dat kreeg hy dan ook van prof. Treub, die zeide „Ik begin intusschen met den heer Kolk man, die krachtens de kringen, waarvan hy komt (de hr. K. is katholiek red.) zoo by'zonder op de hoogte is, van de wijze, waarop processiën moeten worden ingericht, er voor te bedanken, dat hij van zijn ken nis ook ons iets heeft willen laten profï teeren. Maar zijn schilderij was onjuist, want voor die statiekoets, waarin wü allen dan gezeten zouden zijn, moest toch aller eerst als voorry'der rjjden dr. Kuyper, even zeer getooid in een rood jaequet, maar, ter aanduiding, dat zijn democratie niet is uit de volkssouvereiniteit, maar voortspruit uit de souvereiniteit Gods, dragende een oranje- rijbroek, en wanneer hij dan gezeten is op een rossinant van edel ras, maar toch van eenigszins verwaarloosd uiterlijk, omdat het dier de laatste 10 jaren op stal heeft gestaan, dan vind ik dr. Kuyper aldus uit gedost, met den Bijbel onder den arm, art. 80 van de Grondwet als wetgevend schandaal aanfluitende, voor ons niet een ongeschikt voorrijder en zal het publiek stellig door die processie een niet onjuist beeld ontvangen of op een dwaalspoor worden geleid." Scherp, maar verdiend. De heer Kolkman meer gesteld op de zwarte koets, die met dr. Kuyper als voer man naar Rome leidt, doch voor 't pro- testantsch bewustzijn is dat minder vleiend. Wij eindigen ditmaal met de volgende aan haling, die niet te onpas is: Uit de pers. Katholieke en protestantsche missie. In De Volksbode, „orgaan tot hand having van het Christelijk-historisch karak ter der natie", bespreekt (ds.) G. H. W(age- naar) te L(eeuwarden) het aan de Deli Ct. uit Batavia geseind bericht, dat de gouver neur-generaal Van Ileutsz den bisschop van Batavia veroorloofd heeft dienstreizen te doen in de Minahassa, tot nu toe voor de katholieke zending gesloten. Schrijver merkt op, dat generaal Van Heutsz de eerste roomsche landvoogd is, die tot gouverneur generaal werd benoemd, en dat zijn eerste daad schier een puur- roomsche daad is, waarmede aan het pro testantisme een kaakslag gegeven ivordt. Het gekerstend zendingsveld der Mina hassa is een vrucht en de kroon eener pro- testantsche zendingsactie. Liberale land voogden hebben tot dusver gewaakt, dat de Roomsche Kerk in dit land niet het vuur van den religiestryd deed ontbranden. Doch thans wordt de eerste schrede gezet op den weg, die hoogst bederfelijke gevol gen kan hebben. Het is een der teleurstel lingen, welke ons Christelijk ministerie aan het protestantsch bewustzijn bereidt. De schrijver hoopt, dat de Ghristelijk- historische leden der Eerste Kamer by de behandeling der Indische begrooting den minister van koloniën over dit betreurens waardig feit zullen interpelle6ren.Hy meent, dat het nog altoos een „christelijk" begin sel van koloniale staatkunde is, door de vrij-antirevolutionaire partij beleden, dat de overheid wake, dat de eene zending, be paaldelijk de roomsche, niet verstorend ingrijpe in den arbeid der andere, en zegt dat, zdo de overheid Rome in dezen in het gevlei komt, de Kamer wakker moet zijn. Over de waarde van de bezetting van den Berg van 203 M. wordt verschillend geoor deeld. Een Duitsch deskundige meent, dat de berg geen enkel fort droeg, er betrekke lijk weinig kunstwerken op waren en dat de sterkte van de stelling slechts hetgevolg is van de steile hellingen en van de rots blokken op den top, die een goede dekking opleveren. Volgens hem valt het zeer te betwijfelen of er op den top wel de noodige plaats is voor het opstellen van zwaar be legeringsgeschut; in elk geval zy'n in den korten tijd die sedert de verovering ver- loopen is, noch beddingen daarvoorgereed- gemaakt kunnen worden, noch een weg gemaakt *om de kanonnen naar boven te brengen. Of door de bezetting van dezen berg Port-Arthur gedwongen zal worden zich over te geven, valt nog niet te beslis sen; dit zal afhangen van de belegerings werken, welke de Russen tusschen den berg en de stad opgeworpen hebben. Nn moge deze optimistische beschouwing waar zijn, het valt toch ook niet te ont kennen, dat de Japanners na de bezetting van den berg hun kanonnen met zoo veel zekerheid op de in de haven liggende sche pen lieten spelen, dat van de geheele vloot weinig mee: overgebleven is. Zelden heeft een vloot een ongelukkiger lot getroffen. On voorbereid werd zij overvallen en bescha digd. De gelegenheid om door een stouten slag de kans nog le laten keeren, liet men ongebruikt voorbij gaan en de zwakheid van Withoft's opvolger in den slag van 10 Augus tua was oorzaak dat de ontzettende op offeringen van dien dag niet betaald werden, althans met eenige schade van belang aan den tegenstander toegebracht; na het uit eenslaan van de Russische vloot moest het overschot zich met zware schade bergen in de haven van Port-Arthur, waar het ten ondergang gedoemd werd. Wy kunnen moeilijk een veroordeeling over die vloot uitspreken, daar we niet weten in welken toestand ze verkeerde, en ook niet of misschien generaal Stoessel haar zware kanonnen en haar bemanning niet noodig had tot verdediging der stad. Eén troost blijft den Russen toch over en deze is, als Port-Arthur zich eindelijk zal moeten overgeven, zal de nu in den grond geboorde of verbrande vloot geen aanwinst voor de Japanners meer kunnen zyn. Van het oorlogsterrein in Mandsjoerije wordt zoo goed als niets meer vernomen. De Standard bevat een verhaal, waaruit blykt dat de soldaten elkander bestrijden zonder toch eigenlijk persoonlijke vijanden te zyn. Voor het Japansche front aan de Shaho ligt een heuvel met een hol, dat overdag door de Japanners en 's nachts door de Russen gebruikt wordt. Een Japansche veldwacht liet onlangs in dat hol een flesch cognac met een beleefd briefje achter, waarin ge klaagd werd dat de welwillende vijand het hol gewoonlijk in vervuilden staat achter liet, wat in het belang van beide partijen ongewenscht mag heeten. De opmerking bleef niet zonder gevolg. Toen de Japanners den volgenden ochtend het hol betraden, vonden ze het behoorlijk gereinigdboven dien hadden de Russen een roebel en ook een briefje achter gelaten. Hierin werd ge vraagd of het waar was, dat de Japanners hun gevangenen slecht behandelden en soms doodden. Het antwoord, dat den volgenden nacht gevonden werd, luidde dat de Japan ners integendeel hun gevangenen zeer goed behandelen. Ten bewyze werden eenige fo to's achtergelaten, waarop Russische gevan genen gemoedelijk in gezelschap van Ja pansche soldaten te zien waren. Sedert schijnt die vriendschappelijke gedachtenwisseling door de beide legers te worden voortgezet. Als tot een grooten slag besloten wordt, zullen de vrienden van heden natuurlijk weer als vyanden tegenover elkander staan. Of het onder den drang der omstandig heden is, of dat er eenig rechtsgevoel by de Russische regeering opkomt valt moei lyk uit te maken, maar er loopt een gerucht, dat minister Swiatopolk Mirski bezig is aan een hervormingsprogramma van 42 artike len, dat de goedkeuring der toonaangevende kringen heeft verworven. De zich steeds scherper afbakenende beweging der liberalen die slechts weinig tegenstand ontmoet, maakt dat velen het gerucht geloofwaar dig achten. Er is inderdaad zulk een merk bare verandering in de Russische binnen- landsche politiek sedert eenige maanden, dat het aantal van hen die nog twijfelen aan een aanstaanden min of meer belang rijken omkeer aldaar afneemt; er zit iets in de lucht, dat wijst op een, zij het dan voorloopig ook nog langzame vervulling van de zich immer luider uitsprekende wenschen des volks. Hoe eerder de Rus sische regeering iets van haar plannen los laat hoe beter; want daardoor kan zij de beweging baas blyven en voorkomen, dat de revolutionairen die op de loer liggen, er zich meester van maken, wat vooral op dit oogenblik, nu de regeering toegevend gezind blijkt, zeer ernstige gevolgen kon hebben. De afgevaardigde Syveton, die voor het hof van gezworenen moest verschijnen wegens de bekende mishandeling van mi nister André, is juist den vorigen dag in zyn woning dood gevonden. Hij bleek ge stikt te zyn door gas. Op dien dag was ook juist de termijn verstreken, waarbij hem de toegang tot de Kamer ontzegd was. Algemeen verwachtte men dat hij in de Kamer verschynen zou; partijgenooten en publiek stelden zich daar al heel wat van voor, doch in zyn plaats kwam zijn doodsbericht, dat een grooten indruk maakte. Men vertelt, dat sommige feiten er op wyzen, dat Syveton zelfmoord gepleegd heeft, hoewel zyn vrienden dit ten stelligste ontkennen. Al was nu Syveton dood, dus is een ver volging tegen hem onmogelijk geworden, toch bleef een deel der Kamer nog vjjan- dig gestemd tegen het ministerie, dat ten val gebracht moest worden. Doch door al te groote onhandigheid der oppositie en het krachtig optreden van minister Combes, die zelfs met Kamerontbinding dreigde, wat voor vele afgevaardigden uit de pro vinciën, waar de meeste anticlericale kiezers wonen, wel eens leelyk kon afioopen, kreeg het ministerie een meei'derheid van dertig stemmen. De kwestie van denspionnendienstis nu afgeloopen en het ministerie, welks leven ongeveer een maand aan een zijden draad gehangen heeft, zit weder vast. Combes, die uit dit voorpostengevecht geleerd heeft welk een macht achter hem staat, zal nu zeker ook met kracht zy'n anticlericale politiek voortzetten. Hy vindt daartoe vol doenden steun by het Fransche volk, dat walgt van priesterheerschappij. Wat een tijd hebben wij nog te wachten voor onze kie zers ook zoo ver zyn gekomen. Hij had een welgezinde11 meid] De ponton nier De K., te Dordrecht in garnizoen, kwam onlangs in het genot van eene erfenis van circa f 1200. Om dat geld vruchtdragend te maken, wist hij geen beter middel dan zijn liefje, de Duitsche A. W. in de gelegen heid te stellen een bierhuis te vestigen aan den Riedyk no. 19. Dat hy daar de beste klant was, spreekt vanzelf, maar even be grijpelijk is het, dat hij zich meermalen ergerde over de houding van zijne minnares tegenover andere bezoekers. En dat werd er niet beter op, sedert hy wegens straf 's avonds niet later dan 10 uur in de kazerne mocht terugkeeren, terwijl anderen vaak tot middernacht mochten uitblijven. Het gevolg daarvan waren herhaalde kib belarijen, die meermalen tot handtastelijk heden overgingen. Zoo was het ook eer gisterenavond. De beide gelieven kregen twist, en dienden elkaar over en weer eenige klappen toe, waarop de friiulein een zakje peper greep en den inhoud daarvan haren pontonnier in het gelaat wierp. Razend van pijn liep deze de straat op, gevolgd door zijn lief, naar het politiebureau, waar beiden een aanklacht indienden ter zake van mis handeling. De politie maakte natuurlyk procesverbaal op en liet de partijen daarna weer vertrekken. Hunne woed6 schijnt daar mee echter bekoeld te zyn, want kort daarna waren zij weer hartelijk verzoend. Ken zonderling gemeentebestuur. Men schryft aan het „Vad." uit Gendringen. Naar aanleiding van het berichtje in „Het Vad" van 1 Dec. jl. als zou jhr. Aug.van Grotenhuis, burgemeester van Gendringen, om gezondheids redenen eervol ontslag heb ben aangevraagd, deelt men ons het volgen de mede. In Juli dezes jaars zou de gemel de burgemeester herbenoemd worden. Daar deze reeds ongeveer een half jaar blind was, verwachtte men, dat jhr. van Groten huis voor een herbenoeming zou bedanken. In deze verwachting werd men echter te leur gesteld, daar jhr. van Grotenhuis, ondanks de blindheid, word herbenoamd en de herbenoeming aannam. Daarop verwach te men in deze de tusschenkomst van den raad, doch die uitblijvende, heeft een der ingezetenen zich deswege gewend tot den minister van binnenlandsche zaken. De secretaris, die zyn namiddaguren door brengt op het kantoor eener ijzergieterij, daarbij rijksschatter is, en agent van een maatschappij, is veel op reis, dus afwezig. De ambtenaar ter secretarie, tevens bezol digd ambtenaar van den burgerlijken stand, was voorheen gemeentebode, en is verder: lo. afslager by een notaris: 2o. handelaar in sigaren; 3o. barbiert hy ook nog; en ten 4o. is hij agent van eenige verzekerings maatschappijen. Het gebeurt nog al eens, dat én secretaris, én ambtenaar ter secre tarie voor hun andere baantjes afwezig zyn, en men vindt dan ten gemeentehuize van de bezoldigde beambten slechts den ge meentebode. Geen wonder, dat al te vaak velen te vergeefs komen. Een incident in de kerk. Uit Staphorst wordt aan de „Asser Ct." gemeld: De verhuring der zitplaatsen in de Ned. Herv. kerk alhier krijgt nogal een staart. Zondagavond was de godsdienstoefening begonnen, toen opeens door de kerk klonkOlderlingen en diakens, hoe mut detnau,-zeü drukt meii hier haoste plat bint dit dan gien vreije plaotsen. Het nrieste drukt mey Dit werd geroepen door de circa 60 jarige A. T., die was gaan zitten in de banken, die door de kerkvoogden niet gegund zijn bij de verhuring en vroeger altijd door jongelieden gehuurd werden, die thans daar dan ook gaan zitten, even alsof zij verhuurd zijn. De ouderlingen enz. gaven geen antwoord, maar keken voor zich. De domine, Heger, nam het voor hen op en zeide: „Naar ik meen, zyn er zeven plaat sen in die bank en dan moet de 8ste er maar uit." De achtste, die aan de komedie een einde wilde maken en wijzer was dan de 60 jarige A. T., stond op en zocht een andere zitplaats. Zooals men begrijpen kan, werden de toe hoorders hierdoor niet tot meerderen ernst gestemd. Twist over een kerkhof. Onder de leden der R. K. gemeente te Almelo heerscht, naar men verneemt, verdeeldheid, waarvan de oorzaak het volgende is Deze gemeente heeft een begraafplaats in de Noorderstraat, die sinds 26 jaar ge sloten is. Het kerkbestuur heeft nu van den aarstsbisschop verlof bekomen, dit kerkhof dat in een zeer desolaten toestand verkeert, te ontruimen, om het wellicht binnen kor ten tyd als bouwterrein te verkoopen. Jl. Zondag werd nu onder de godsdienstoefe ning bekend gemaakt, dat er gelegenheid bestond voor het opgraven van de overblijf selen van familieleden. Inmiddels is reeds vanwege het kerkbestuur een aanvang ge maakt met de ontruiming. Des avonds wor den beenderen overgebracht naar het tegen woordige kerkhof, gelegen inAmbtAmelo. Vele keuren deze ontruiming af, en lang geen malsche verwijten worden geslingerd naar de hoofden der leden van het kerk bestuur. BU een deel der gemeentenaren be staat bet voornemen bij den aartsbisschop bezwaren in te brengen tegen de ontruiming. Onvoorzichtige jonM de Ass. Ct. uit Lutte 7 Dec.: Kinderen hebben d achter een voortryi. loopen Dit had var J. K. byna het leven achter zoo'n wagen 1 raakte hij tusschen bekneld. Hij kon eer liet rad verwijderd meenden dat hij sterv ■dat hij bewusteloos werd hij met den wa en werd dadelyk gen roepen. Het hoofd en meest geleden hebber De straatroof te DorW D. C., dat de dienstbcsj den bekenden straatrcH vest te Dordrecht, doH loopige hechtenis is beide medeplichtigen zijn gesteld. Hector p. p. c. By d> Prinsenhage by Bred» hond gestolen, 's MorJ „N. Ct." meldt, de el waaraan de hond had vS gerold en daarop een bn 'Een ditf die berouw I geleden had een behl nende op de grens v veld, haar varkens vel het hiervoorontvangeil te betalen. Zorgvuldig! ten bedrage van f20C| opgeborgen. Toen zijl genden dag openslootl dwenen te zijn, In de stille hoop hel vinden, werd in tegenwl de geheele kast leeggel was en bleef weg, Wie beschrijft echtel vreugde, toen zij eenl het geld in het kabinel terugvond, waar het tl Volgens verklaring a geld gestolen geweest gebracht zyn, Een slachtoffer der Sinterklaasdrukte heefl offer geëischt. Zekere II huwd persoon, die watl gebruik van sterken drl deelgenomen, is huis™ ■den gladden wal in de uren lang zoeken, von^ ren ochtend zyn lijk. Rust na den Wanneer de herfst vl In het land is, dan is I bouwer een ty'd van ri* ■deeltelijk bezaaid of ligfl voorjaar. De boer kan J ■rooken aan den haard .1 nog wat anders doen. over het afgeloopen jal ken voor het volgende.L hoeve en de opbrengst® met die van zijn buurl andere boeren uit denl waar zyn" zoo kan hy I het waar zyn, dat buurl Peru-Guano die hij gebl oogsten trekt? Zou hei eens meer geld voor bel ik myn land dan kan op te brengen?" Zulke v- stellen en hij kan ze zie] den. Immers door bereli king met anderen kan Ij niet genoeg is zijn lanJ den stalmest, dien men bebouwen landerijen te v het in den tegenwoordig lyk is, het land te dwinl opbrengsten en dat dit a: ■doende bemesting. Hy' zaj pen, dat het niet hetzelf men neemt, doch dat het' ^akelyk is, dat men vo. van de goede hoedanigt En dat kan men zyn, bemest met echte Peru-Gi winter begint met zich t< voorjaar een voldoende Peru-Guano aan te schaff tyd het best besteed. Voor het leveren van Uurwerken, Bar Thermometers, Electr Nummerborden, Telefoi geleiding-draad, Co Zoomede reparatie a en op het gebied van El boven vermeld, houdt o aich aanbevolen. Hoogachtend, Uw Oostriijk 335,

Krantenbank Zeeland

“Vooruit!”Officieel Nieuws- en Advertentieblad voor Overflakkee en Goedereede | 1904 | | pagina 2