Officieel Nieuws- en Advertentieblad
EERSTE BLAD.
voor Overflakkee en Goedereede.
54e Jaargang.
Woensdag 7 December 1904.
No. 2.
Flakkeesche Boek- ea Handelsdrukkerij
Vleugellam.
Dit blad verschijnt eiken WOENSDAG.
Prijs per kwartaal, franco per post 0,50.
Afzonderlijke nummers0,05.
Hoofd-Agent voor NederlandC. W. BETKE, Advertentie-
Bureau Mosseltrap 2, Rotterdam.
"CTltg'a-v-e óLex
te Middelbamis.
Prijs der Advertentiën: van 1—6 regels f 0,60.
Iedere regel meer0,10.
G-roote letters naar plaatsruimte.
Driemaal plaatsing wordt slechts tweemaal berekend.
Alle solide Boekbandelaars en Advertentie-Bureaux
nemen Advertentiën aan.
Berichten van correspondenten en Advertentiën te adresseeren aan de Flakkeesche Boek- en Handelsdrukkerij te Middelharnis.
Mr. van Houten aan 't woord.
Van tijd tot tijd zendt mr. van Hou
ten staatkundige brieven de wereld in.
Deze brieven kunnen ongeveer be
schouwd worden als de politieke geloofs
belijdenis van den gewezen minister.
Hij tracht in dezer dagen verschenen
epistels een strijd-en werkprogram voor
de liberalen in 1905 samen te stellen.
Wat voor liberale partij de heer van
Houten bedoelt, is niet erg duidelijk.
Sociaal-democraten zijn voor hem uit
den booze, Vrijzinnig-democraten zijn
eveneens voor den oud-staatsman een
nachtmerrie. Op 't voetspoor der cleri-
calen maakt hij de kiezertjes alvast bang
met bet roode spook; „er bestaat geest
verwantschap tusschen sociaal-democra
ten en vrijzinnig-democraten!!
De vooruitstrevend-liberalen vinden
evenmin genade in mr. van Houten's
oogen. In het tijdperk 1897 tot 1901
toch heeft, altijd volgens mr. van Hou
ten, het kabinet Borgesius alles bedorven
door zijn wetgeving.
Rest dus:a't kleine Karaergroepje der
oud-liberalen. Op hen heeit waarschijn
lijk de heer van Houten het oog. Hen
roept hij op ten strijde! Tegen 't alge
meen kiesrecht klinkt zijn leus. Geen
reglementeren! J
Men kan uit die woorden haast al wel
opmaken, welk een schoon program de
heer van Houten voor zijn kiezers op
hangt; een langdradig geredeneer,
zonder veel positiefs.
Wij willen uit zijn brief enkele gre
pen doen.
„De vrijzinnig-democraten hebben bij
de keuze van bun naam onder 't volk,
dat in hun gedachtengang heerschen
zal, waarschijnlijk het deel der bevol
king verstaan, hetwelk vroeger be-
heerscht werd, vooral de loontrekken
den."
Mr. van Houten weet heel goed, dat
deze zinsnede onwaar is. Tenminste als
hij kennis genomen heeft van de Be
ginselverklaring der Vrijz.-democraten.
Daarin wordt duidelijk uiteengezet, dat
FEUILLETON.
van Hans Arnold,
(8) door K. te ff.
Zij heeft zich den geheeien middag niet om hem
bekommerd, zij spreekt nauwelijks een woord tot
hemDat beeft hem waarschijnlijk ontstemd, want
hij is den laatsten tijd zoo gewoon, dat iedereen
hem zijn volle aandacht schenkt."
Zij lachte mij onbevangen toe, en terwijl wij nog
spraken zag ik Allan de strandtrap langzaam afda
len, verder zag ik het witte kleedje van 8inaïde na
deren en weldra wandelden de twee naast elkander.
Annie had mijn blik gevolgd en zag nu een poos
strak in de aangeduide richting.
„Mijn God, dat is toch onmogelijk f" zeidezij, „dat
is toch geheel onmogelijkl
Van dien dag af kreeg de zaak een ernstig aan
zien, het was over onzen armen jongen gekomen als
een ziekte, de hartstocht voor dat betooverend
schepsel had hem gevangen genomen en hield hem
als met de klauwen van een roofdier vast. Als ik
hem zag, speelde mij telkens door het hoofd de
volksdeun Als het stroo staat in brand, en de wind
de strijd der Vrijz.-dem. partij zich richt
op tempering van den klassenstrijd, op
verheffing van den minderen man, op
gelijke berechting. Hij weet heel goed,
dat de Vrijz.-democraten steeds op den
voorgrond stellen de politieke mondig
heid der arbeidersklasse. Niet hun over-
heersching, doch hun medezeg ging sschap
in Staatszaken. Niet bet overwicht der
toongevers, noch dat der loontrekkenden.
Neen, invloed aan beiden op de alge-
meene zaken des lands.
»Op bovengenoemden grond verklaart
mr. van Houten zich het samengaan
der Vrijz.-democraten en Sociaal-demo
craten ten aanzien van den eiSch van
allemanskiesrecht, het instrument van
volksregeering in dezen beperkten en
slechten zin."
Van den man, die zijn eigen, onge
lukkige kieswet «menschelijkerwijze vol
maakt" durtde noemen, is zoo'n uitspraak
te verklaren. Verklaarbaar, doch daarom
nog niet eerlijk. Hij weet heel goed,
dat de Vrijz.-democraten het algemeen
kiesrecht niet voorstaan uit »klassebe-
lang". Indien hij eenige nota had geno
men van hun talrijke geschriften en
lezingen over deze questie, zou hij eeD
onnoozele zinsnede als de aangehaalde
in de pen hebben gehouden.
R,eeds Thorbecke, de groote liberale
minister, heeft het algemeen kiesrecht
mogelijk geacht. Tal van Staten, zooals
Amerika, het Calvinistische Amerika,
geven alle staatsburgers dit eerste der
grondwettelijke rechten. Is daar dan
sprake van de overheersching der loon
trekkenden?
Er is geen Staat, met algemeen kies
recht, waar dat 't geval is. Mr. Van
Houten weet beter. Dat allemans kies
recht is een zaak van recht en billijk
heid. Allemans kiesrecht. De adder zit
in 'teerste woord. Het doet den indruk
ontstaan, alsof de Vrijz.-Dem. nu maar
iedereen willen laten stemmen. Mr. van
Houten weet beter. Hij weet wel, dat
de Vrijz. Dem. geen boeven, geen dronk
aards, geen landloopers dat recht willen
geven. Hij weet wel, dat zij onder de
vlag van het algemeen kiesrecht optrek
ken om dat recht vrij te maken van den
hatelijken mammonband, waaraan hij
die vastlegde. Dat deed ook dr. Kuyper,
speelt er door.... Dat zelfde verterende, rustelooze,
haastige van het vnur lag ook in zijn aard, en het ver
teerde hem.
Annie liet hem niets merken van hetgeen zij dien
avond had waargenomen. Zij hield zich dapper, al
leen haar bleeke kleur verried wat in baar omging.
Steeds deed zij haar best om alles uit zijn omgeving
te houden, wat hem onaangenaam kon zijn; zij ver
droeg zijn dikwijls terugkeerende Bombere buien met
een stil geduld, dat mij ten diepste roerde.
Of Mevrouw Van Reebosch veel merkte van het
geen in haar nabijheid omging, weetik niet. Zij had,
zooals de meeste zieken te veel met zich zeiven te
doen, om veel op haar omgeving te letten. Waar
het bepaalde daadzaken betrof, die trokken wel haar
aandacht, maar met gemoedstoestanden bemoeide
zij zich weinig. Daarenboven was zij er sedert ja
ren aan gewoon Annie geheel haar eigen gang te
laten gaan, en als er zich eens hinderniseen opde
den, voelde zij niet de minste neiging handelend op
te treden.
Alles ging uiterlijk zoo kalm toe, dat de dagen
schenen voorbij te gaan als een rustige stroom doch
wie beter en scherper keek, zag onder die gladde
oppervlakte een verborgen maalstroom, welke slechts
op een gunstige gelegenheid wachtte om alles met
zich in de diepte te slenren.
Sinaïde spon haar draden als een schoone spin,
zoo fijn, zoo onmerkbaar, zoo zonder eenig erbar
men. Zij trok hem hoe langer hoe vaster jaan zich.
Zij speelde met hem tennis, ofschoon ik het afge
raden hadmet ijzeren wilskracht hield hij zich
onder het spelen flink, doch daarna volgde de re
actie, dan lag hij uren lang vermoeid en afgemat op
zijn kamer. Dikwijls gingen zij samen rijden, geen
dag verliep dat zij geen uren samen waren, de tijd
die 't maromonistisch- van Houten-stel
sel wilde vervangen door 't huismans
kiesrecht, voor hij 't conservatieve blok
aan zijn been had. Hij weet wel, dat
in dezen vorm ook alle loontrekkende
huisvaders in 's lands zaken een woordje
mee zouden spreken. Was dat ook een
streven naar een volksregeering in
slechten, beperkten zin Het beginsel
is 't zelfde bij dr. Kuyper en bij de
Vrijz-democratenn.l. geen kiesrecht op
mammonistischen grondslag.
„Evenals de soc-democraten vertoonen
de vrijz.-democraten lust tot heerschen en
reglementeeren, geneigdheid om aan de
ondernemersklasse ten bate der loon
trekkenden de wet te stellen."
Mr. van Houten is blijkbaar de ver
klaarde tegenstander van de wijze, waar
op tegenwoordig de „sociale wetgeving"
op den voorgrond wordt geschoven. Dat
„reglementeeren" doet 't hem. Wel eigen
aardig is het, dat deze zelfde klacht
onlangs werd aangeschreven uit het
clericale kamp.
Niemand minder dan professor Fabius
was het, die ze slaakte. Dr. Kuyper heeft,
zooals men weet, een ontwerp ingediend
tot verplichte verzekering der vaste werk
lieden. Dat is volgens prot. Fabius een
ongeoorloofde dwang. Nog meer dan
tegen \eevdwang zegt hij, moeten wij,
antirevolutionairen tegen verzekerings-
dwang zijn. Ziedaar in den grond dezelfde
klacht, die mr. Van Houten over 't re
glementeeren der vrijz. democraten aan
heft. Niet te verwonderen inderdaad. Ze
komt voor 'tzelfde principe:
Vrijheid van 't particulier initiatief. Al
zal mr. Van Houten de Staatsonthouding
niet voorstaan, van reglementeeren wil
hij niet weten. In theorie o, zoo mooi.
Geen verzeker sdwang, geen ongevallen-
dwang. Alles zooveel mogelijk overge
laten aan 't particulier initiatief. Wij
hebben echter dit „particulier initiatief
al lang genoeg frauduleus bankroet zien
staan om den Staat nog langer werkeloos
te laten toezien bij 't verwaarloozen der
werklieden belangen. Zeker, er zijn goede
ondernemers. Er zijn er, die voor hun
werklieden reeds ziekteverzekering, pen
sioneering invoerden. Maar tegenover
die enkele staan er honderden, welke
't zij uit onmacht, 't zij uit onverschillig-
voor Annie werd steeds korter, steeds onrustiger.
Op een morgen, dat de wandelrit wat ongewoon
lang duurde, stond ik voor mijn woning op Allan
te wachten, toen plotseling Annie naast mij stond.
Ik verschrok, want ik had haar niet hooren aan
komen.
„Is hij nog niet terug vroeg zij op bedrnktenioon.
In plaats van te antwoorden, wees ik naar het
strand, waar in de verte twee ruiters naderden.
„En dat in die brandende zon 1" sprak zij zacht
in zich zelve.
Ik zweeg.
Plotseling hernam zij haar gewone vastberadenheid.
„Dokter, beste, goede vriend sprak zij met een
hartstocht, welke men niet zou verwacht hebben,
„ik kan het niet langer aanzien Spreek n toch eens
met hem, zeg u hem dat hij niet zoo veel moet rij
den Hij mag gerust met baar omgaan, als hij daar
behagen in vindt. U weet wel dat ik niet uit wan
trouwen spreek, maar hij houdt het zoo niet vol
Zij nam mijn hand een oogen blik tusschen de hare
en drukte die heftig, toen verdween zij even haastig
als zij gekomen was.
Allan en Sinaïde waren intusschen afgestegen en
kwamen, hun paarden aan den teugel langs de dui
nen leidend, naar mij (toe. Door de stille, zuivere
lucht kon ik ieder woord dat zij spraken verstaan.
Zij zagen mij nauwelijks en letten ook niet op mij.
Zij hield een bos papaverbloemen in de hand en keek
daarnaar met een uitdrukking of het de grootste
schat was. Allan beet zich op de lippen en sloeg met
zijn karwats in de lucht. Plotseling ontrukte hij haar
de bloemen, smeet die op den grond en vertrapte
ze alsof hij er poeder van maken wilde.
„Wat doet u daar niet mijn bloemen vroeg zij
en zag daarbij trots lachend naar hem op.
heid, 't zij uit onwil den werkman ge
bruikten tot zijn werkkracht was uitge
put, om hem ten slotte over te laten aan
Diaconie- of Armbestuur. Er waren, er
zijn er genoeg, die in zieke dagen vol
staan [met uitkeering van geen loon of
een deel ervan. Er zijn er genoeg, die
den door een ongeval invalide gewor
den loontrekkende lieten voortsukkelen,
op krukken langs de deur postpapier
ventend.
Er zijn er
Is 't wonder, dat het meer en meer
doordringt in alle geledereD, vrijzinnig-
democratische als liberale, antirevoluti-
onnaire als katholieken. Dat „aan de
ondernemersklasse de wet gesteld moet
worden ten bate der loontrekkenden?"
Zeker, de wet gesteld. Daar, waar zij
hun economisch overwicht misbruiken
ten eigen bate, plichten eischen, doch
rechten ontkennen, den arbeidsduur
overmatig verzwaren, den rusttijd ver
waarloozen, de gezondheid bedreigen,
de kinderen exploiteeren. Waar die
misstanden bestaan, moet de Staat
reglementeeren, moet hij dwingend „de
wet stellen aan de ondernemersklasse."
Tot afschrikking van al dat „regle
menteeren" hangt mr. van Houten het
volgende tafereel op:
Als men den ondernemer als ver
plichting jegens de loontrekkenden op
legt, wat hij niet bij machte of niet ge
gund is hun toe te staan of te verschaf
fen en hij sluit zijn werkplaats: wat
dan? Dan zijn de loontrekkenden zon
der werk" en zonder loon. Al wat den
ondernemer en den kapitalist noopt zich
uit zaken terug te trekken, kweekt het
grootste kwaad voor den werkman, de
werkloosheid."
Mr. van Houten zij gerust. Om de
ongevallenwet sloot niemand zijn werk
plaats. Om 't Arbeidscontract zal geen
enkel werkgever sluiten. Om de ziekte
verzekering zal geen enkel ondernemer
ophouden winst te slaan uit zijn bedrijf.
De vrijzinnig-democraten vragen geen
eischen, die de Ondernemers niet kun
nen vervullen. Als 't bedrijf zoo zwak
staat, dat 't niet kan voldoen aan 't
geen het vrijz.-democratisch program
vraagt, is het al lang te voren ten doode
opgeschreven. Het spook, door mr. van
„Ik haat papavers 1" zei hij met op elkaar ge
klemde tonden.
„Arme papavers, en waarom dat?" vroeg zij op
onverschilligen toon.
Hij antwoordde eerst niet, maar zag haar ernstig,
dreigend aan, toen zei hij: „Omdat u ze bemint!"
Zij bleef staan, stak hem met een licht schouder
ophalende hand toe en zei op achteloozen toon
„Adien, tot morgenvergeet mij maar niet
Hij hield haar hand een oogenblik vast.
„Wat zegt Ti vroeg hij somber, „ik moet n niet
vergeten? Weet n mij 'niets beters te wenschen?
De beste, de eenigste wensch voor mij is, dat u mij
niet vergeet, Waaiom zeg je dat niet?"
„Dat kan je dan voor je zelf wel doen," antwoordde
zij meteen heldeïen, vroolijken lach. „Én nu, adieu!
Laat ik je nog even zeggen, dat je van middag niet
komen mag, ik kan je dan volstrekt niet gebruiken,
want wij krijgen bezoek."
„Ik weet hetantwoordde b\j somber. Hij wilde
zich omkeeren om te vertrekken, doch bleef staan
en vroeg:
,Zie ik je dan vandaag in het geheel niet meer?"
„Misschien nog wel. Ik zal trachten grootvader
over te halen na de thee een wandeling door de
duinen te maken, zoo ongeveer om acht uur. Kom
jij dan met je verloofde ook daar heen, hé jadat
zal alleraardigst wezenOm acht uurgoed begre
pen
Zij knikte hem toe en ging heen. Hij deed geen
moeite meer om haar terug te houdenmaar ging,
zonder op mij te letten, of mij te zien, het huis in,
Ik volgde hem naar zijn kamer, waar hij zich met.
gesloten oogen op de sofa geworpen had, en stond
een heele poos naast. hem.
„Allan!" zei ik eindelijk. (Wordt verv.)