Feuilleton
Nd. 35
Zaterdag 28 April 1923
46e jaargang
m
Twee adviezen.
Een geheimzinnig geval.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs *oor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per half jaar franco per post.
ADVERTENTJËN voor Dinsdag -en
Vrijdagmiddag 13 UUR te bezorgen bij
de N.V. Goesche Courant en Kleeuwens
Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf.
Advertentiën 10 cent per regel.
Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prijs van f 1,
In twee buitenlandsche bladen
lezen wij de zeer merkwaardige
raadgevingen van twee, laten we
maar zeggen, tegenstanders, om te
komen tot een oplossing van het
vraagstuk, hoe de ellendige toestand
van tegenwoordig, ontstaan door
de bezetting van het Ruhrgebied,
kan eindigen, iets, waarnaar de heele
wereld verlangt, al is het dan om
verschillende redenen. Eigenaardig
is het, dat de twee raadgevers,
behoorende tot twee vijandige vol
keren, tot dezelfde slotsom komen.
En het zijn waarlijk niet de eerste
de beste, deze twee. We willen van
beiden iets overnemen en geven
eerst het woord aan een Duitscher.
Het is het vroegere hoofd van de
afdeeling militaire operaties van het
Duitsche groote hoofdkwartier en
later jarenlang kommandant van
een legerkorps te Straatsburg, de
bekende generaal Von Deimling, die
altijd beschouwd werd als een
waschechte militarist. Hij schrijft
nu„Frankrijk wil aan den Rijn
een stelsel, dat het land vergunt,
onbevreesd voor een Duitschen
•wraakoorlog te leven. Maarschalk
Foch wil den Rijn met zijn bruggen
blijvend in Fransch bezit houden,
omdat de Rijn met een betrekkelijk
zwakke troepenmacht kan worden
vastgehouden. Zeker, een rivier
vóór een front is een voordeel voor
den verdediger, maar geen waarborg.
Op den duur toch is een rivier
overgang niet te houden, vooral
tegenwoordig niet meer met het
vèrdragend geschut en de luchtvaart.
78
Roman van H. W.
Ze hield op als dacht ze na of
't verstandig was, te zeggen wat
haar op 't hart lag, maar dat hart
wilde van verstand niets weten.
„Toen ik u voor 't eerst zag, bad
me prins Valonia juist verlaten
een der meest bekende jonge Ro-
meinsche Nobili, die van Rosen
heim's ongeneeslijke kwaal party
wilde trekken ten eigen bate Hij
had gezworen, dat ik de zyne zou
worden, zoodra ik vrij werd. Hy,
die in het Albaneesch gebergte een
der schoonste kasteelen bezat, zocht
en volgde me overal. Maar ik ge
voelde niets voor dien man, den
bevoorrechten lieveling der Ro-
meinsche dames. Ik nam zyn hulde
aan uit verveling.
„Toen voerde uw weg u in mijne
nabijheid. Ge zaagt me niet, maar
den volgenden morgen zocht Valonia
x
Ik geloof, dat Foch zelfs een over
gang over het Kanaal tegenwoordig
geen onmogelijkheid zal achten. Maar
is het Kanaal geen waarborg meer,
dan de Rijn zeker niet.
Alle militaire zaken uit het Rijn
land wegdoen, zijn spoorwegnet
neutraal maken, er geen soldaten
uit trekken, een internationaal toe
zicht, het vormen van een neutraal
tusschenland, dit alles heeft geeu
nut. Veiligheid in oorlogstijd bieden
deze maatregelen niet. Want het
moet wel een heel slappe aanvaller
zijn, die zich door zulke ten slotte
toch kleine belemmeringen van zyn
oorlogsdoel zou laten afhouden. Alle
stoffelijke maatregelen en weder-
keerige overeenkomsten bieden geen
afdoende waarborgen tegen een
nieuwen oorlog. Het eenige afdoende
middel daartoe is, dat gezorgd
wordt, dat de dampkring van haat
en wantrouwen tusschen beide vol
keren verdwijnt, waartoe het nog
niet te laat is. Om dit doel te be
reiken moet Frankrijk een politiek
voeren, die niet altijd aan zichzelf
denkt en die ook Duitschland laat
leven. Aan den anderen kant moet
het Duitsche volk zyn gezindheid
tot verzoening en overeenstemming
bewijzen door den in breede kringen
heerschenden tegenzin io den Vol
kenbond te overwinnen en thans
zijn opneming daarin te verzoeken.
Duitschlands bereidwilligheid juist
thans in den Volkenbond te treden,
zou het vertrouwen van alle volken
ten opzichte van Duitschland ver
sterken. En indien het Frankrijk
ernst is met zijn veiligheid, zou het
Duitschlands poging tot toetreding
moeten toejuichen, omdat op die
me tevergeefs op mijn gewonen
wandelweg.
„Een jaar verliep», hernam ze na
een korte stilte", „een jaar
Kon ik 't uit mijn leven door
strijken uit mijn geheugen wis-
schen Ik was vry geworden,
maar die vrijheid werd me een
kwelling Ik doolde rusteloos rond,
nergens bevrediging vindend. Ik
werd een gelukzoekster, een eigen
zinnige natuur. Ik bezat alles, wat
het gros der menschen geluk noemt,
maar ik was als een kind, dat aan
alle speelgoed van de wereld, dat
het krijgen kan, nog niet genoeg
heeftdat de naam wil hebben, die
in zyn venster schy'nt... Ja, 't is
wel een ongelukkige natuur, die
ik heb Ik werd naar Rome
teruggedreven en altijd weer daar
heen
Dagobert veranderde bij de laatste
woorden van kleur.
Afra zag 't en hield verschrikt
op. Maar zijn gedwongen lachje
stelde haar gerust. Niettemin ge
voelden ze beiden zich ontstemd en
waren ze niet in staat dit gevoel
te onderdrukken. Eindelijk stak
Afra hem over de tafel de kleine
wijze het allerbest het vraagstuk
van die veiligheid zou worden
opgelost. Een sterke Volkenbond is
en blijft de eenige doeltreffende
waarborg tegen een nieuwen oorlog,
die Europa in een grooten puinhoop
zou veranderen».
Het blad, waaraah we dit ont-
leenen, voegt erby „'t Is wel merk
waardig, boe deze houwdegen be
keerd is". Dat vinden wy ook
merkwaardig, en verblijdend tevens.
De aanmerkingen, die op dit schrij
ven te maken zouden zijn, houden
wij terug, omdat we het zoo vol
komen eens zijn met het hoopvolle
slot omtrent den Volkenbond. De
lezer zal zich van vroeger nog wel
herinneren, dat wij met den Volken
bond in de hoogste mate ingenomen
zijn, als zijnde die Bond „de eenige
doeltreffende waarborg tegen oorlog".
En nu de Franschman. Het is
prof. Cassin uit Rijssel, die te Parijs
een rede uitsprak, waarin hy onder
meer ook het volgende zeide: „Door
ons te verzetten tegen roofoorlogen
en te strijden voor internationale
scheidsgerechten dienen wy de stof
felijke, zoowel als de zedelijke be
langen van Frankryk. Het is, helaas,
een feit, dat de volken de groote
doeleinden, die zy gedurende den
oorlog op hun vaandels schreven,
uit het oog hebben verloren. Dit
verschijnsel is terecht genoemd de
inzinking van het idealisme. Ook
voor Frankrijk breekt het uur aan,
dat het zijn nationaal alleenstaan
moet loslaten. De stoffelijke krachten
vormden nooit de uitsluitende krach
ten van Frankryk, en wij mogen
niet vsrgeten, dat vijfentwintig
volken aan onze zyde hebben ge-
zachte hand toe.
„Ben ik een zottin, heb dan
medelijden met me", zei ze met
een droefgeestig lachje. „En dat zult
ge met mij hebben, als ik u nog
iets beken Dat Albergo in het
Albaneesch gebergte, waarvan ik u
sprak, heb ik in eigendom gekregen,
nadat Valonia zyn vruchteloos aan
zoek deed. Daar, in de eenzaamheid,
verbleef ik maanden lang, tot groote
ergernis mijner gezelschapsdame
vandaar uit maakte ik tochtjes naar
Rome, ongezien, onopgemerktmaar
het prachtig goed is verlaten, sedert
ik u te Napels ontmoette
„Ge ziet, waartoe een verdwaasd
hart in staat is", eindigde ze, ont
stemd door de komst van andere
bezoekers in den tuin. Gelaten zag
ze naar den hemel op. „De zon zal
spoedig haar hoogste punt hebben
bereiktlaten we heengaan
Ze stond op, den sluier over haar
gelaat trekkend, als wilde ze door
die vreemde menschen niet worden
opgemerkt, maar in werkelijkheid
alleen om Dagobert niet te toonen
hoe zeer ze ontstemd was. „Wat
ik u bekende, graaf Sesto, zal me
tenminste een vriend, een oprechten
streden, omdat wij een geestelijk
idee belichaamden. Nooit zouden
wij de overwinning hebben behaald,
wanneer Frankrijk niet als een
bevrijdende macht ware beschouwd.
Maar tegenover zijn bijzondere
rechten staan bijzondere plichten.
De jonge volken van Europa wachten
op onze aloude leidersrolwij mogen
niet langer blijven zwijgen en de
internationale ontwikkeling den rug
toedraaien.
Reeds in 1919 bepleitte de bond
van Fransche oudstrijders de vor
ming van een financieele afdeeling
van den Volkenbond, die alleen in
staat zou zijn geweest, het herstel-
vraagstuk spoedig internationaal op
te L ssen Tot onheil van Frankrijk
en van de heele wereld leed dit
denkbeeld schipbreuk op het verzet
van Amerika (na Wilson) en Enge
land. De oudstrijders poogden den
Volkenbond vooruit te brengen als
redmiddel tegen nieuwe oorlogen.
Zij herinnerden zich de verwach
tingen, die de leuze van een inter
nationale vredesorganisatie (de Vol
kenbond) in de loopgraven had
gewekt. Zij hadden hun bloed ge
geven, hadden geleden en offers
gebracht, om hun kinderen een
dergelijk lot te besparen. Dat was
hun ideaal oorlogsdoel geweest. Zij
begroetten het verdrag van Wilson
als een poging, om den oorlog zooal
niet onmogelijk te maken, dan toch
zooveel mogelijk te beperken en
meer rechtvaardigheid in de inter
nationale betrekkingen te brengen.
Onder de Fransche oudstrijders, die
nog steeds voor den Volkenbond
ijveren, bevinden zich enkelen, die
van internationale aanraking een
vriend hebben verschaftNiet
waar, dat zijt ge
Dagobert zocht hare hand om
haar terug te houdenhij wilde
spreken ze wendde zich haastig af,
als beschaamd over zichzelf en
schreed, inwendig diep bewogen,
naar den uitgang van den tuin.
,/Wilt ge heden na de tooneel-
voorstelling, die ik denk bij te
wonen, een uurtje bij een verlatene
komen verpraten, dan zult ge my
welkom zijnals vriend*. Ze lei
nadruk op dit woord terwijl ze 't
gesluierd gelaat nog steeds afgewend
hield „Graaf Schönberg riep
ze eensklaps verschrikt, toen ze een
ruitergroepje gewaar werd, dat juist
voor het huis stilhield. „Kan men
dan nergens onopgemerkt blijven?"
Ze nam haastig Dagobert's arm en
ging op de paarden af „Nu kunnen
ze zien hoe onverschillig ze mij
zijn riep ze misnoegd, en zonder
naar de ruiters om te zien, zette
ze zich, door Dagobert ondersteund,
in den zadel en galoppeerde weg.
Wordt vervolgd).