No. 17 Zaterdag 24 Februari 1923 4ft Alles weer duurder FEUILLETON Een geheimzinnig geval. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal, voor buiten Goes f 1,50 per hali jaar franco per post. AD VERTEN TIËN voor Dissdag- en Vrijdagmiddag 12 UUB* te bezorgen bij N.V, Goe3che Courant en Rleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf. Advertentiën 10 ct. per regel. Bij coctracteeren va* minstens 1000 regels per jaar «eer belangrijke reductie. Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings doodberichten ca de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, wiet meer das acht tegel» beslaande, voor des prijs van f 1, Van groot belang is ongetwijfeld het ingediende wetsontwerp ,/op de bescherming der schoenenindustrie". Het eerste artikel bepaalt, dat onder schoenwerk wordt verstaan alle voetschoeisel, al of niet afgewerkt, met uitzondering van rubberschoei sel met bovenwerk van stof en rubber overschoenen. Art. 2 zegt, dat op voordracht van den minister van Arbeid kan worden bepaald, dat de invoer van schoenwerk is verbodeD, als niet aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De vaststelling dier voorwaarden ge schiedt op voordracht van denzelfden minister, nadat daarover een in te stellen commissie zal zyn gehoord, Dit is dus geen algeheel verbod, maar toch beperking van schoenen- invoer. Waarvoor moet dit dienen De minister meent, dat, als minder buiteDlandsche schoenen worden ingevoerd, destemeer inlandsche ge kocht zullen worden, waardoor de buitengewoon groote werkloosheid in dit vak zal verminderen. Beter gezegddat eerste meent hij niet alleen, maar Meet hij zeaer; want iemand, die buitenlandsch schoen werk wil aanschaffen, kan alleen dan vergunning tot invoer daarvan krijgen, als hjj aantoont, dat hij tevoren reeds een zekere hoeveelheid Nederiandsch schoeisel heeft gekocht. Hoeveel inlandsche schoenen moeten gekocht zijn, eer uien een paar vreemde mag invoeren, zal door den minister bepaald worden. Een paar Nederlandsche schoenen 64 Roman van H. W. „Ik phantaseer. Morgen zal ze alles wel weer goed maken en me zeggen, dat ze alleen maar myn jaloezie heeft willen opwekken. Ik wil dus wachten tot morgen, als ge my verzekert, dat graaf Sesto niets van mijn aanspraken en vcor- 1 echten weet*. Dit strookte volkomen met Blenke's plannen. Hij zag, dat Leo wilde zwijgen. Morgen, als deze, zooals hy nu reeds wist, vergeefs op een boodschap had gewacht, moest zyn woede nog grooter wor den en kreeg Blenke hem nog zekerder in zijn macht. »Het doet me genoegen, dat ge tot kalmer inzicht komt*, zei hij geruststellend. „Zou 't u soms aan genaam zijn, als ik me morgen door myn vriend bjj de sshoone vrouw kost tegenwoordig volgens den minister f 7,50, een paar ingevoerde f3,20, dus maar eventjes f 4,30 minder. Nu zal men misschien denken als een handelaar, door de wet gedwongen, veel inlandsche schoenen koopt, zullen deze wel goedkooper worden, omdat dan misschien de productiekosten ver minderen. Doch dit kan maar heel weinig zijn, als de loonen en de pry zen der grondstoffen niet aan merkelijk dalen. Maar bovendien moeten de voorraden inlandsch schoenwerk zoo verbazend groot zijn, dat zelfs al werd de invoer uit den vreemde tot 1 Januari 1924 niet alleen beperkt, zooals het voor nemen is, maar geheel verboden, en al werd in dat tijdsverloop in ons land geen enkele schoen meer gemaakt, er nog geen gebrek aan schoenwerk zou komen, omdat de kooplust van het publiek voor die dure schoenen zeer gering is Dus als de wet tot stand komt, moeten die groote voorraden tegen de oude, hooge prijzen van de hand worden gedaan. De vreemde, die dan worden ingevoerd, zullen weinig of geen invloed op de prijzen hebben, omdat wel weinig vergunningen verleend zullen worden. Kwamen er veel buitenlandsche, dan had de wet immers geen waarde. De handelaar, die in hoofdzaak inlandsche schoenen moet en maar heel weinig vreemde kan verkoopen, zal wel alle door elkaar t«gen denzelfden prys van de hand doen. En al wordt die prys een ziertje lager dan tegenwoordig wat we volstrekt niet gelooven, dan betaalt het publiek toch nog wel het dubbele van wat thans de buitenlandsche schoenen kosten, laat introduceeren P Misschien kon ik u dan als bemiddelaar van dienst zijn". „O, met genoegen Leo stak hem erkentelijk de hand toe. Ze zal wel spyt hebben en me laten roepenmaar, eerlyk ge sproken, waarom zou ik 't u verzwijgen, nadat ik u reeds zooveel neb gezegdhare kamenier, een Iersche, die aan den drank is, maar die ze daarom toch bij zich houdt, deed me reeds kwaadaardig op merken, dat ze eindelijk had ge vonden, wat ze zoo lang vruchteloos had gezocht een man, die haar bevalt en dien ik vrees Uw vriend is de man, die in staat is haar een grooten hartstocht in te boezemen. Ze is niet als andere vrouwenze zei me zelfs eenmaal schertsend, dat ze in staat was waanzinnig lief te hebben de hemel beware er haar voorMaar ik vermoed, dat ze wel zoo waanzinnig wil zyn haar verstand is eensklaps met haar hart op den loop gegaan". „Ze is immers ontzaglijk rijk? Een gevaarlijke toegift voor een vrouw, die sehooa en onafhanke- wat wij kortwegschandeljjk noemen Voor verscheidene opmerkingen van den minister voelen we niets. Vooreerst zegt hij, dat het percen tage geschoolde arbeiders, op het oogenblik in de bedrijven werkzaam, buitengewoon groot is. Geen wonder 1 De loonen zijn ook al een heelen tijd buitengewoon hoog, waardoor veel te veel menschen zich bekwaam hebben gemaakt, om die loonen te kunnen krijgen. In het schoenen- bedrijf is daarvan het gevolg ge weest, dat er, om al die menschen werk te geven, ook veel te veel schoenen zijn gemaakt, waarmee de fabrieken nu in hun maag zitten en waardoor de misère is ontstaan. Verder zegt hij „dat bij gewone productie het loonpercentage van den kostprijs niet veel hooger (dus toch lioogerbehoeft te zijn, dan vóór den oorlog het geval was". En voorts, „dat van een mogelijke loonsverlaging voor het oogenblik geen merkbare verbetering in den toestand der schoenindustrie te verwachten is". We hebben met de cijfers, die de minister geeft, een rekensommetje opgezet. Ziehier. Het loon van een arbeider in deze industrie was in 193 4, dus vóór den oorlog, per week f 11. In 1920 was het f 26,90. In 1923, dus au, is het f22,30. Nemen we nu aan, dat in 1914, het loon vijf achtsten en de prijs der grondstoffen drie achtsten van den kostprijs bed roegen. Dan was de geheele kostprijs van de weekproductie van één arbeider f 17,60. Laat de fabrikant voor zijn verdienste één vierde van dien kostpiys hebben berekend. Dan was het totale bedrag van zoo'n week productje f 22, waarvan f 4,40 voor lijk is". Leo knikte wanhopig. „Ze heeft zeker ook niemand, geen nabestaanden, om wieze zich behoeft te geneeren „Niemand. Ze staat alleen op de wereld, heel alleen". „En waarmee brengt ze haar tijd door? Ik vraag dat maar om me een voorstelling van haar te kunnen maken voordat ik haar morgen persoonlijk leer kennen". „Waarmee zal een rijke, onaf hankelijke en schoone vrouw haar tyd doorbrengen?" riep Leo spot achtig. „Deed ze nog maar zooals anderenZe gaat voor de piano zitten, phantaseert, somtijds in haar onrustigheid valsche accoorden aan slaande, en springt weer opze leest en werpt wrevelig en uit verveling het boek weer wegze ligt uren lang op een rustbed te mijmeren en te droomenzit v^or haar toiletspiegelpast nieuwe kostumes, die ze onverschillig weer laat wegbrengen, daar al de meester stukken van kleermaaksters haar sinds lang vervelenze bijt zich op de lippen met haar mooie witte den fabrikant. Omdat tegenwoordig volgens den minister het loon een iets hooger deel van den kostprijs kan zfjn, kunnen we dat op zes achtsten stellen Bij een loon van f 22,30 wordt dan de geheele kostprijs van één arbeiders week productie f29,72. En omdat de fabrikant wegen - de dure tyden ook wel een evenredig hooger deel verlangt, zal hy dien kostprijs wel niet met één vierde of twee achtsten, maar zeker met drie achtsten verhoogen. Het totale bedrag dier weekproductie wordt dan f40,861/*, waarvan f 11,14V, voor den fabrikant. Als de kostprijs f29,72 en het loon 22,30 is, zien we dus, dat de prys der grondstoffen f 7,42 bedraagt Deze prys zal voor vermindering wel weinig of niet in aanmerking komen Doch nemen we aan, dat het arbeidsloon en de verdienste van den fabrikant beide verminderd worden en dat bijv. het loon van f 22,30 daalt tot f 18. Als men ziet, dat het van 1920 tot'23 met f 4,60 gedaald is, dan is onze onderstelling niet buitensporig. Voegen we by dit loon van f18 een grondstoffeDprijs van f7, dan wordt de kostprijs f 25. Verminderen we de verdienste van den fabrikant van drie achtsten tot twee achtsten van den kostprijs, dus tot f 6,25, dan is het totale bedrag van één arbei- dersweekproductie f31,25 in plaats van f 40,86 '/s, alzoo iets meer dan drie vierden van tegenwoordig. Wel was dan nog geen concurrentie met het buitenland goed mogelijk, toch zouden de inlandsche schoenen in prijs dalen, en wel met ongeveer één vierde deel, waardoor de schoen industrie alhier toch eenigszins ■PMBBOiaw— wwasMKBaaamimmgmmmmmtmammmm tanden, wanneer ze haar niet rood genoeg toeschijnen. Dan ontvangt ze bezoeken van heeren, die zich aan haar in den schouwburg of op 't concert laten voorstellen, keuvelt, speelt met hen, geeft hun weer hun afscheid en vervalt weer in dezelfde ongedurigheid Wat doet een vrouw, die niet veet wat ze wil*, besloot Leo bitter, spotachtig la chend, „die geen steun in zichzelve noch by anderen vindt? Als ik maar niet zwak genoeg was geweest te hopen en altijd weer te hopen, geheel mijn bestaan afhankelijk te maken van het bezit dezer vrouw Verbeeld u, dat ze mij heeft durven beleedigen op een wyzemij haar portefeuille toe te werpen om mijn trouwe diensten met geld te betalen, alleen omdat ze wist, dat ik om harentwil, om haar te volgen waar heen haar grillen en haar onrust haar voortdreven, mijn toekomst bedierf, me tegen mijn schuld- eischers weerde, die zich nu als een troep hongerige wolven op me zullen werpen, zoodra ze hooren SS*! Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1923 | | pagina 1