No. 13 Zaterdag 10 Februari 1923 46® Jaargang Tempering van strijd Een geheimzinnig geval. FEUILLETON Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal, voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post. ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 uua» te bezorgen bij N.V, Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf. Advertentiën 10 ct. per regel. Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar zeer belangrijke reductie. Advertentiën, ais geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van fl, Nog niet lang geleden nam onze Tweede Kamer met groote meerder heid de „arbeidsgeschillenwet" aan de Eerste Kamer heeft die wet reeds in haar afdeelingen onderzocht en een „voorloopig verslag" erover uitgebracht, dat nu juist met zeer gunstig genoemd kan worden. Inmiddels tracht het „Verbond van Nederlandsche Fabrikanten en Werkgeversvereenigingen" door adressen en andere geschriften de Eerste Kamer te bewegen, deze wet te verwerpen. In een nota van dit Verbond komt een merkwaardig gedeelte voor, dat sommigen danig heeft geërgerd, ook al behooren dezen niet tot de partij der werknemers. Wij nemen een stuk daarvan over. Het luidt als volgtDe leuze „sociale vrede" is een schoonschij nende misleiding. Ze is onvereenig- baar met alles, wat ons bekend is van het wezen der natuur, ja, een loochening van het werkelijk be staan van den strijd om het leven, welke stryd algemeen wordt erkend als voedingsbron van alles, wat leeft. De „sociale vrede" gesteld hij ware bereikbaar, zou een einde maken aan datgene, wat voorwaarde is voor ons persoonlijk en maat schappelijk bestaan. Alle pogingen tot breideling, tot tempering van den strijd om het bestaan zullen en moeten te allen tijde het wezen van dien strijd onaangetast laten. Alleen hij, die dit vergeet, kan aan ten „socialen vrede" gelooven. Bovendien is veelal datgene, wat wordt aangeduid als een poging tot tempering, niet anders dan een ver kapte poging tot verandering van de 6 L Roman van H. W. Ge herinnert u, dat ik reeds over hem sprakhij gaat door voor een intiemen vriend der schoone vrouw, maar hij schijnt juist vandaag, ter wille van u, zijn afscheid te hebben gekregen en hij was in een woeste bui, die hij vruchteloos zocht te verbergenApropos, heeft de mooie dame u thans geen inlich tingen gegeven over haar weder varen gedurende de laatste jaren en hebt ge niets trachten uit te visschen Dagobert schudde afgetrokken het hoofd en scheen zich steeds in pijnlijker toestand te gevoelen. „Dan zullen wo bij niemand beter terecht komen dan bij meneer Von Wiedenstein. Na alles wat ik heb opgemerkt en ondervonden, staat positie der strijdenden, een vorm dus, waarin zich juist de eeuwige strijd om het bestaan openbaart. Yrede en rust zijn, maatschap pelijk gesproken, slechts als betrek kelijk begrip vereenigbaar met geluk. Als volstrekt begrip zijn ze ondenk baar in de levende maatschappij, laat staan in een gelukkige maat schappij Wie ernaar streeft door het bijeenbrengen van groepen, die door belangentegenstellingen ge scheiden zijn, den socialen vrede tot stand te brengen, poogt inder daad de menschelijke energie ern stiger te breidelen, dan met het oog op de mogelijke nuttige uitwerking gegrond en met het oog op de te verwachten nadeelige uitwerking toelaatbaar is." Tot zoover het genoemde Verbond. Als men zoo leest, dat dit Verbond „het bijeenbrengen van groepen, die door belangentegenstellingen ge scheiden zijn", veroordeelt, zon men allicht denken, dat het niets weten wil van eenig overleg tusschen werkgevers en verknemers, Maar dit is het geval niethet Verbond wil zulk overleg wéldoch het wil niet, dat de Staat met zyn wetten hierbij dwingend tusschenbeidekomt. In het algemeen zijn wij het met het Verbond eens, dat de strijd om het bestaan te allen tijde zal blijven, ondanks alle pogingen om hem te verzachten en te verminderen. Er kan aan dien strijd alleen daD een einde komen, als het aantal men- schen op aarde niet meer, zooals tegenwoordig, voortdurend toeneemt, maar vermindert, en dan nog wel in zulk een graad, dat het voor allen even gemakkelijk was, zich alles te verschaffen, wat men wenschte, wat weer alleen mogelijk deze overtuiging by my vast.'t Is alleen de vraag, hoe we nader met hem in betrekking kunnen komen en hem voor onze zaak winnen. Hy moet dol verliefd op haar zyn geweest, en nu haat hij haar mis schien met dezelfde passie. Waar schijnlijk bemint en haat hij haar tegelijk. Dit laatste gevoel moet bij hem worden aangevuurd. Daar zij, van haar kant, geen zwak op hem schijnt te hebben, moet ze hem om 6en andere reden hebben geduld en deze uit te vinden, dit heb ik me zelf als taak opgelegd. Mijnheer Von Wiedenstein heeft, zooveel weet ik reeds, meer dan drie jaren geleden wegens schulden den dienst veriatenis toen van hier verdwenen teruggekeerd om met zijn voornaamste schuldeischers een wapenstilstand te sluitenheeft toen niet onbelangrijke sommen betaald en daarop nieuwe schulden gemaaktdoor zijn familie in staat gesteld andermaal vlot te geraken om weer in dienst te kunnen treden, gebruikte hij het geld om te reizen en keerde naar hier terug om den zou zijn in een weelderige natuur bij een zeer dunne bevolking. Daar deze voorwaarden in de neden- daagsehe maatschappij niet bestaan, is het beëindigen van bedoelden strijd zeker niet te verwachten. Een andere vraag is het, of hy niet verzacht zou Kunnen worden, beter gezegdof de groote, schrij nende tegenstelling tusschen schat rijken en doodarmen niet kleiner kon worden gemaakt, wat, uit menschlievend oogpunt gezien, zeker gewenscht zou zijn. Bovengenoemd Verbond noemt „het bijeenbrengen yan groepen, die door belangentegen stellingen gescheiden zijn, verkeerd. Naar onze meening wordt met dat „bijeenbrengen" bedoeld een maat schappelijk dicht by elkaar brengen, zoodat de werkgevers een heel eind naar omlaag zouden worden ge trokken, de werknemers daarentegen aanmerkelijk op de maatschappelijke ladder zouden stijgen. Wij zouden den economischen afstand tusschen beide groepen gaarne wat zien ver minderen, om de bestaande ellende geringer te doen worden. Maar er is een grens. Werd die afstand al te klein, zoodat er by na gelijkheid van allen bestond, dan zou inder- da d „de menschelijke energie zeer ernstig gebreideld" zyn. Dat wil zeggen als iedereen een zeer ruim, een haast weelderig bestaan had, zou er voor niemand aandrang of noodzakelijkheid zijn, zich buiten gewoon in te spannen. Lichamelijke en geestelijke arbeid kwamen op een minimum. Er zou geen behoefte bestaan, om te trachten door uit vindingen en ontdekkingen tot vooruitgang te geraken, zoodat van vooruitgang geen sprake meer zou zyn. Integendeelhet al te gemak- eleganten heer te spelen en zich steeds dieper in schulden te steken, omstreeks den zelfden tyd, toen de schoone weduwe hier haar verblijf koos. Eu sinds dien tyd stond hy met haar in vertrouwelijke relatie. Welke is nu de band, die hen aan elkaar bindt Zijne schulden noopten hem vanzelf tot een rijk huwelijk, waarvan echter nu niets komt Maar nu eerst slechts deze vraag wanneer zult ge de mooie weduwe wederzien Dagobert schudde somber het hoofd. „Ge hebt natuurlijk gelijk te zeggen, dat ge allereerst mij hebt uitgespeeldIk ben een kaart in uw spel geworden. Ik heb beloofd haar morgen te vergezellen bij een wandelrit". „HmAls Wiedenstein dat ziet 1Hy is in staat u uit te dagen als den verstoorder van zyn liefde, zijn plannen, zijn geluk. Een wanhopige is tot alles in staat. Ge moogt haar morgen slechts in 't geheim zien. Tracht dit gedaan te krijgen, And®rs is terstond d® he®l« kelijke leven zou binnenkort tot ontaardingder gansche maatschappij, dus tot achteruitgang, leiden. Het Verbond heeft dan ook tot op groote hoogte gelijk, waar het zegt, dat de bestaansstrijd de voedingsbron is van alles, wat leeft. Indien we dan nu ook al zouden wenschen, dat die strijd wat ge temperd werd, vergeten we toch niet, dat „veelal datgene, wat wordt aangeduid als een poging tot tempe ring, niet anders is dan een verkapte poging tot verandering van de positie der strydenden". Met andere woorden waar de Staat, dat is de minister van Arbeid met een ge dweeë Kamer, zulke pogingen tot tempering aanwende, daar ontneemt hij vaak den werkgever een zeer groot deel van diens macht, om die te leggen in de handen van den werknemer, die geen oogenblik draalt, om daarvan een kwistig gebruik te maken. En zoo komen we dan nu op het gebied van de arbeidsgeschillenwet. Volgens het ontwerp, dat, zooals wy zeiden, door de Tweede Kamer reeds is aangenomen, zal by d® beslechting van geschillen tussch®n werkgevers en werknemers heel veel afhangen van den vrijen wil der beide partijenmaar toch niet alles. Zoo is er een bepaling, die zegt, dat de minister een commissie van onderzoek kan instellen, die het recht zal hebben, om bij een bestaand geschil de boeken van den werkgever te komen inzien, ook tegen diens wil. Weliswaar zullen de leden dier commissie verplicht zyn, om geheime zaken uit het bedrijf ook geheim te houdener wordt zelfs straf tegen hen bedreigd, als ze zich daaraan niet houden. stad er vol van. Eerst moet ik Wiedenstein weer sprekenlater gaat ge met haar ryden zooveel ge wiltApropos, kan ik hem om hem voor mij te winnen, onder eenig fatsoenlijk voorwendsel geld te leen aanbieden Ge zjjt rijk". „Beschik over mijn beurs. Maar kan ik dan zijn redder in den nood en zijn tegenstander tegelijk zijn?" „De ®erste ben ik immers, terwijl gij voorloopig voor den ander speelt. Maar in elk geval moeten we hem in ons kamp overhalen". ,,'t Is mij wel!" antwooordde Dagobert wrevelig. „Dan nog ietsdien Wiedenstein hoop ik voor mijn rekening te nemen daarentegen zult g^j morgen gelegenheid vinden mij aan de schoone weduwe als uw vriend voor te stellenik onderstel, dat haar ziel thans kalmte heeft gevonden en ze ook de andere cavaliers, die ze uit verveling ontving, hun af scheid heeft gegeven". „Ik hoop, dat ge mij deze rol niet verder zult laten spelen". (Wordt vervolgd). ¥0L

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1923 | | pagina 1