No, 1
Nieuwjaai'saummer
46® Jaargang
1923
C. J, van Liere.
L. G.
QVERBEEKE
fieuwjaarsmenschen
4 W. KRAMER
4
4
4
iJ_A
C. KRAMER.
J Cepoefer,
Melksalon
DE LANDBOUW"
SLAGER,
VLEESCHHAL.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes $0 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per half jaar franco per post.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- ea
Vrijdagmiddag 12 «lail* te bezorgea
bij N.V, Goesche Courant
en Kleeuwens Ross'
Drukkers- en Uitgeversbedrijf.
Advertentlën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren vaa minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentlën, als geboorte-, huwelijks-, verjarlngs-, doodberichtea ea de daarop betrekkiag hebbeade daakbetalglagea, aiet meer daa acht
regels beslaande, voor den prijs van f 1,
Als straks in het middernachtelijk
uur na den laatsten dag van het
jaar de winden den klank van den
laatsten klokslag doen wegkringelen
in de ongemeten ruimte, is dan
meteen een scheidsmuur geplaatst
tusschen wat ging en wat komen
gaat Is dan al het oude weggedaan
en zal alles nieuw worden Geen
enkel van de millioenen bloed
lichaampjes in uw aderen zal door
en na dien klokslag anders stroomen
dan daarvoor. Geen levend wezen,
hetzij dier of plant, zal daarna
anders leven dan tevoren. Geen
enkele zon of maan of ster zal haar
loop wijzigen. De eeuwige wetten,
die de doode en de levende stof
beheerschen, zullen blijven, wat ze
zjjn. Ontstaan, groei, tot een hoogte
punt is bereikt, verval, vernietiging
dit is geweest, dit zal zijn. En daar
is geen schaduw van omkeering.
Vernietigd wordt alloen de vorm
der dingen, niet het wezen Van
stof noch geest gaat ook maar het
geringste verloren. Werd dan niet
in den loop der eeuwen en ook in
het haast volbrachte jaar onzegbaar
veel vernietigd van het ware wezen
der dingen? Klagen wij dan om
niet, als wij weenen over het ver
lies van een dierbaar leven Is
onze jammer slechts ijdel gerucht
Ach, het stof van uw geliefden
doode is veranderd van vorm, maar
is stof gebleven. En zijn of haar
geest? Zeker, die leeft niet meer
in den vorm, door u met zoo onuit
sprekelijke liefde bemind. Maar is
hij verloren? Vervluchtigd tot
niets? Leeft hij niet voort in u,
in uw hart, in uw herinnering?
Onuitroeibaar en even schoon, zoo
niet gelouterd. Uw smart, stil ge
dragen of luid uitgeweend, uw
grievend leed, dat is de gewijzigde
voortzetting, het steeds levende
vervolg van dat betreurde leven,
dien aanbeden geest. Ja, we weten
het maar al te wel, helaas, ook
uit eigen bittere ervaring wy allen
hadden het zoo gaarne anders ge-
wenscht. We wilden dien vernie
tigden vorm behouden, zooals hij
was. Daaraan hadden we onze ziel
verankerd. Die vorm was voor ons
alles de kern, het ware wezen der
wereld, Doch ook de grootste mensch
met zijn grootste liefde is niet meer
dan een nietig stofje in de oneindig
heid. De eeuwige wetten van het
zijn en van het leven blijven niet
stilstaan, ook niet voor ons harts-
tochtelykste verlangen. Onbewogen,
volslagen doof voor elke uiting van
menschelijk leed of menschelyke
vreugde vloeit de stroom der ge
beurtenissen voort.
Oudejaarsnacht
Sluimerend ligt de aarde neder;
Zwijgend zweeft de lucht;
Langs de heemlen vaart geen veder,
Trilt geen zucht.
Zóó is het voor den peinzenden
geest gedurende ée'n ondeelbaar
oogenblik. En in dat oogenblik ziet
hij al de puinen van het vergane,
roerloos, glansloos, levenloos, 't Is,
of zijn visioen hem toeroept: „Dood
is 't levenalles gaat voorbij
Maar een wonderbare kracht
Breekt de kluisters van den nacht,
Drijft de vale neevlen henen.
De aarde lacht
Als een bruid* in myrtenkransen.
Door de marmers en arduinen,
Rijzende in het licht verschiet,
't Wonderbare leven vliet.
Op de puinen van het vergane
groeit en bloeit nieuw leven, het
wonderbare. Met stille, zij het dan
gedwongen berusting legt de blij
vende levende zich neer bij wat
voorbij is. De wilde vlagen van
zyn verzet tegen het meedogenlooze
noodlot verliezen langzaam, lang
zaam haar woeste kracht. Met kalme
gelatenheid kan hij den levens
stroom zien voortgaan. Misschien
rustte zyn oog nog met een blik
van welgevallen op dien stroom,
indien de nieuwe opbloei schooner
was dan de oude, die nu onder puin
bedolven ligt. Maar „de hand dezer
tijden is zwaar over d'aard". En
als men nog in het jongste verleden
den levensstroom zag vloeien in
een verkeerde bedding, door een
troostelooze woestijn, vol on vrucht
baar zand en ruw gesteente, o, dan
valt het moeielijk, om de naaste
toekomst met vertrouwen tegen te
gaan.
Als men de kinderen der eeuw
zich honend ziet afwenden van den
adel der ziel en de fijnheid en ver
hevenheid des geestes, die in vroe
gere jaren de meeste waardij be
zaten als men zich te allen kant
stoot aan de verruwing onzer dagen,
door een zoogenaamd streven naar
sociaal welzijn als gevolg van den
oorlogsgruwel gewektach, dan
dreigt men weieens moedeloos te
worden en bijna in vertwijfeling
te vragen, of de dwaze richting
van den levensgang nog wel ooit
in betere banen zal kunnen worden
geleid.
Sombere gedachten, voorwaar
Komt, trachten we, ze los te laten
en „vliegen we uit naar de hoop,
die de toekomst omkleedt met den
weerschijn van 't schcone verleden",
een verleden, dat wat verder ligt
dan het laatste achttal jaren. Er is
een schemerschijn, een flauwe gloor
van betere dagen, die gaan lichten.
Krachtige figuren gorden het zwaard
om de heupen, waarmee de ver
doolde, verharde, eigenbaat- en
genotzuchtige, ruwe tijdgeest, de
geest van hrat en bedrog, van grove
kracht en geweld, moet bestreden
worden. Yoor groote kwalen passen
groote middelen. En als we u,
geachte lezers, voor het volgende
jaar en voor later oprecht geluk
toewenschen, dan bidden we u ook
de kracht toe, cm dien geest naar
vermogen te helpen bevechten. Pas
als hij heeft plaats gemaakt voor
de milde warmte van het verder
verleden, zullen
Duizend wondre tonen dansen
Door de lucht,
Langs de golf, die spelend vlucht,
Langs de rozen in de tuinen,
Waar de vogel kweelend zucht.
Bij den aanvang van het nieuwe
jaar, bied ik mijne vrienden en be
gunstigers, mijne teste wesschen aan,
P. Merison.
Proeflokaal.
SALON VOOR SCHEREN-
EN HAARSNIJDEN
|j Witte Paardstraat. p
Rij den aanvang van het nieuw
jaar breng ik U mijn hartelijke ge-
lukwenschen. Harteitjk dankende voor
het vertrouwen, het vorige jaar mij
geschonken, beveel ik mij ook
dit jaar minzaam in uwe gunst aan.
J. L. Faasse,
Schoenmaker, Korte Vorststraat.
BERGSCHE VEERHUIS,
COMPLIMENT VAN DEN DAG
ROTTIER
Slager, Lange Vorststraat.
p. f.
Bij den aanvang van het nieuwe
jaar bied ik mijnen vrienden, beken
den en begunstigers mijne beste
heilwenschen aan.
Dankbaar voor het genoten ver
trouwen, beveel ik mij beleefd op
nieuw aan.
F. J. Thieiy.
KLEERMAKER
Korte Nieuwstraat? Goes
P'
De oadergeteekende Weascht zijn
geachte clientèle, vrienden en be
kenden Gods onmisbaren zegen toe
bij de intrede van 1923.
M. Hillebraaa,
Schoenmaker en Lijkdienaar
1 Januari 1928.
Hartelijke gelukwensch met 't jaar
1923 aan mijne vrienden, begunstigers
en bekenden. Dankzeggende voor
bet aan mij geschonken vertrouwen
in het afgeloopen jaar beveel ik mij
verder minzaam aan.
A. Ëcgelvaart,
Mr. Smid, Lange Vorststraat.
p. f.
Wm Buitendijk,
Mr. Schilder.
P- t.
Voorstad.
p.
Mijn beste heilwenschen
begunstigers en vrienden, in en
buiten deze stad.
Jac. Vermeule, Schilder en
Behanger Westerstraat.
Alle vrienden, bekenden en be;
gunstlgers een gelukkig nieuwjaar
toegewenscht door de
Firma Gebr, Mulder.
L. Jm Visser
»De Kampioen», Papegaaistraat.
,P- t-
J. d, Boogaart,
Parapluiehandel,- Kade.
P'
De ondergeteekende wenscht het
De Chef der Coöp Bakkerij,
ZALTBOMMEL en Echtgenoote
te Goes.
Al onze vrienden en begunstigers
een gezegend jaar toegewenscht door
D. W. DEN HERDER.