No. 92
Zaterdag if November 1922 45® I
De krankzinnige wereld.
Een geheimzinnig geval.
FEUILLETON
Dit blad verschijnt Woensdag ea Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 ceat per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per half jaar franco per post.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 UUI9 te bezorgen
N.V, Goesche Courant
en Kleeuwens Ross'
Drukkers- en Uitgeversbedrijf.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Adverte&ttëa, als geboorte-, huwelijks-, verjaring#-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet saeer acht daa
regels beslaande, voor den prijs van f 1,
42
Roman van H. W.
Dagobert ging heen, voordat zij,
verbluft door de laatste woorden,
tct bezinning kon komen. Hy bracht
den dag door in gezelschap van een
zijner jonge collega's, een vriend
zijner jeugd, die zijn volste ver
trouwen bezat; bleef tot laat in
den avond met hem op hun gewone
plaats van bijeenkomst en den
volgenden avond ontmoette hij
Blenke in het elegant reiskostuum
van een man van de wereld, zooals
Dagobert's uitdrukkelijk verlangen
was geweest.
Blenke was in de wolken, 't Was
hem nooit vergund geweest, een
anderen hemel te aanschouwen dan
dien zijner Marksche provincie. De
weinige ophelderingen, die hij van
Dagobert had gekregen, hadden hem
m«t groote verwachtingen vervuld.
De wereld had zich eensklaps voot
Voor zoover ons bekend is, zijn
in ons land geen cijfers openbaar
gemaakt, waardoor aangetoond zou
kunnen worden, hoeveel we door
den wettelijk verkorten werktijd,
den beruchten achturigen arbeidsdag,
achteruit zjjn gegaan. Achteruit
Weet ge nog, lezer, wat indertijd
de socialisten zeiden, om dien kor-
teren werktijd ingevoerd te krygen
Zij beweerden, dat de productie
tengevolge der verkorting van den
arbeidstyd niet zou verminderen,
maar dat ze aanmerkelijk zou stijgen,
omdat de arbeider gedurende die
achturen veel harder en meer zou
werken dan vroeger in tien of meer
uren. Volgens die bewering zou
dus de wereld economisch en finan
cieel vooruit gaan. Wat is nu in de
praktijk gebleken, zóó duidelijk,
dat een kind het weet? Die socia
listische verzekering was een klets
praatje. Wat bewezen kan worden.
Want al geeft Nederland hierom
trent geen cijfers, het buitenland
doet dit wel. Uit Frankrijk en uit
Duitschland halen we de volgende
gegevens. De achturendag heeft de
Fransche staatsuitgaven doen stijgen
met twee milliard éénhonderd zes-
en-tachtig millioen francs, zegge
2186 millioen francs.
De som, die tengevolge van den
achturendag per jaar aan loonen
meer dan tevoren is uitbetaald, be
draagt vijf-en-twintig milliard,
z°gge 25000 mïilioen francs. Daar
entegen is de productie in Frankrijk
met twintig procent verminderddus
precies het tegendeel van wat de
socialisten hebben beweerd.
De Fransche verbruikers moeten
door dat alles jaarlijks vijf milliard
francs meer aan belasting opbrengen.
De koopkracht van het geld is
dus natuurlijk naar beneden
gegaan, of wat op hetzelfde neer
komt, alles is veel duurder ge
worden.
De Fransche spoorwegen hebben
door den achturendag hun personeel
met honderdduizend man moeten
uitbreidende vermeerdering der
bedrijfskosten bedraagt ruim een
milliard. De onkosten der scheep-
vaartondernemingen stegen door
dezelfde oorzaak met 180 millioen
francs per jaar.
En nu een beetje cyfers uit
Duitschland, het echte land van het
echte socialisme In het jaar 1913
werkten in de steenkolenmijnen
van Rijnland en Westfalen 409
duizend arbeiders, die 115 millioen
ton kolen dolven, iedere arbeider
dus gemiddeld 281 ton per jaar.
In 1921 waren er 547 duizend
mijnwerkers, dus bijna 140 duizend
meer. De productie bedroeg echter
slechts 94 millioen ton, dus 21
millioen ton minder. De hoeveelheid
arbeid per man bedroeg in dit jaar
slechts 172 ton, dus 109 ton minder.
Zocdat die hoeveelheid arbeid in
1921 ongeveer 39 procent kleiner
was dan in 1913.
In de kolenmijnen van Opper-
Silezië (in het Oosten van Duitsch
land) is de achteruitgang nog heel
wat grooter daar bedraagt hy maar
eens eventjes 51 procent per hoofd
en per dag. Meer dan de helft dus
„By de Duitsche spoorwegen steeg
het personeel van 740 duizend in
1913 tot 1100 duizend (één millioen
en éénhonderdduizend) in 1921,
hem geopend.
Dagobert's bediende ontving hen
aan het portier van een coupé le
kl., om hoffelijk hun handbagage
over te nemen Dagobert zelf drukte
hem de hand als van een intiemen
vriend, en dit wilde duidelijk genoeg
zeggen, dat hij hem onderweg als
zoodanig wenschte beschouwd te
zien.
„Eerst als we aan gene zijde der
Alpen zijn, zullen we over onze
zaken spreken", zei Dagobert, toen
ze's avonds den slaapwagen gingen
opzoeken. En Blenke droomde den
ganschen nacht door van palmen
en oranjes.
Ik ben toch verlangend te hooren,
wat hy eigenlijk van plan is",
mompelde Blenke, toen hy 's mor
gens in zulk een buitengewonen
toestand ontwaakteen toen hij
den volgenden namiddag den voet
der Alpen bereikte en met verbazing
naar de bergreuzen opzag, ver
beeldde hij zich een betooverde
criminalist te zijn.
Den derden dag zag hy de Itali-
aansche meren in hun zomer-zonne-
glans voor zijn oog uitgebreid. De
terwijl het verkeer met 60 procent
verminderde.
Onze berichtgever voegt hierbij
,/Men ziet uit deze cyfers, dat de
strijd tegen den achturigen werkdag
niet zoo maar een gemeene opzet
van kapitalistische uitzuigers is;
maar dat men wel degelijk ernstige
reden heeft om front te maken
tegen een regeling van den werktijd,
die een zoo verschrikkelijke uit
werking op de Duitsche productie
heeft".
Indien de arbeidsproductie per
man in Rijnland en Westfalen in
1921 even groot geweest was als
in 1913, dan zou de kolenproductie
154 millioen ton hebben bedragen,
dus 60 millioen ton meer dan men
nu heeft gedolven. Hadden de
socialisten gelijk gehad en hadden
dus de arbeiders in hun achturendag
veel harder en meer gewerkt dan
vroeger in tien of meer uren, dan
was er dus in 1921 niet 154 millioen,
maar wij zullen niet over
drijven toch stellig wel 170
millioen ton gedolven. Volgens een
gewoon memchenverstand zou in
1921 bij even grooten yver, doch
met een werkdag van acht in plaats
van tien uur, acht tiende deel van
154 millioen, dat is bijna 124 milli
oen ton zyn gedolven. Nu was aat
niet meer dan 94 millioen ton, dus
30 millioen ton minder dan volgens
een gewone berekening, doch zeker
76 millioen ton minder dan volgens
het socialistische kletspraatje.
Het is dus zoo klaar als de dag
de my nwerkers hebben door den
achturendag niet harder, zelfs niet
even hard, maar veel slechter gewerkt
dan voorheen.
Hadden ze nog maar even hard
ijskegels, die hy gisteren nog als
paleizen en koepels van ijs zich
boven de berghellingen had zien
verheffen, waren verdwenen. De
gansche natuur prijkte in weelderig
groende rozen en heliotropen
bloeiden in de tuinen der villa's
uit het groen der oranjeboomen
lachten hem de rijpe gouden vruch
ten tegen bont geschilderde booten
en schuiten schommelden aan de
oevers, en op de terrassen der land
huizen zag hij jonge meisjes in
zomertoilet, die met haar zakdoek
den voorbijsnellenden trein toe
wuifden.
Zeer zeker, hij was de held uit
het too versprookje, die een prinses
uit haar gevangenschap bevrijden
zou Maar als hy dan zijn reisgezel
aankeek, scheen 't hem toch, dat
deze, zoo jong, zoo ridderlijk, en
voornaam, als hy daar tegenover
hem zat, de eigenlijke held van
het tooversprookje moest zijn, waar
in hij thans, nu de Alpen achter
hen lagen, op het punt stond te
worden ingewijd.
Intusschen wilde hij niets vragen.
Dagobert was tot nu toe voor hem
gewerkt, dan zou er bij den acht
urendag 30 millioen en bij den
tienurendag 60 millioen ton meer
clan nu gedolven zyn. Dan was er
van kolennood in Duitschland geen
sprake geweest. Dan had men de
vele milliarden, die men nu voor
den invoer van Engelsche kolen
heeft moeten betalen alleen voor
de rijksspoorwegen moesten er voor
dertig milliard mark ingevoerd
worden geheel kunnen besparen.
We meenen dus met volle recht
te kunnen zeggende verkorte
werktijd en het stelsel van luieren
hebben in Frankrijk, in Duitschland
en overal, waar die „fraaie" instel
lingen bestaan, niets anders gebracht
dan algemeens verarming en ellende.
Zy zyn ook de grootste, misschien
haast de eenige oorzaak van de
groote werkloosheid, die èn door
zichzelve, en gelijk minister
Ruys het noemde door onver-
standigen werkloozensteun de armoe
en de ellende nog onrustbarend
doen toenemen. Men zal dus wel
in de ijzeren noodzakelijkheid komen,
om niet in een enkel land, doch
overal de noodlottige proefneming
met den achturendag op te geven
en de arbeiders op straffe van
ontslag moeten verplichten tot meer
yver. En dat dit zeer spoedig zal
moeten gebeuren, wordt bewezen
door een geval, dat een paar dagen
gelede n in Engeland voorkwam. Bij
een rede van den liberalen leider
Asquith riep een verdwaasd arbeider
hem toe„ivij willen geen werk,
maar geld." Welzekerdes te
spoediger komen we allemaal van
honger om
slechts een aangename reismakker
geweest. Hier was hij te huis, gaf
hij hem alle mogelijke inlichtingen
en behandelde hij hem met een
voorkomendheid en oplettendheid,
die hij niet geloofde te verdienen,
zoo lang hy hem geen wederdienst
had bewezen.
«Hedenavond komen we, waar
we wezen moeten". Dit was
alles, wat Dagobert omtrent hun
reisdoel te zeggen had, toen ze 's
middags aan een station een rustuur
hielden.
XI.
Drie jaren zijn er sinds dien tyd
verloopen.
Onder de luchthartige jeugd kent
men Leo Edler von Wiedenstein
sinds lang als een der luchthar-
tigsteHij had achtereenvolgens
het lot gedeeld van diegenen zijner
vrienden en kameraden, die er maar
vroolijk op los leven tot dat ze
eindelijk voor een werkelijkheid
staan, die hun geen uitkomst meer
schijnt te bieden.
[Wordt vervolgd