No. 85
Woensdag 25 October 1922
45s laargang
Een geheimzinnig geval.
STADSNIEUWS.
FEUILLETON
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes jo cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post.
ADVERTENT1ËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 WIP te bezorgen
bij N. V, Goescke Courant
en Kleeuwens Ross'
Drukkers- en Uitgeversbedrijf.
Adverteotiën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentlëa, als geboorte-, huwelijks-, verjarlngs-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer acht dan
regels beslaande, voor den prijs van f 1,
Goes. Maandagmiddag werd door
B. eu W. dezer gemeente aanbesteed
A. het afbreken van de oude schouw-
k burgzaal van het Schuttershof en bou
wen eener nieuwe zaal met bijhehoo-
rende werken aan de woning.
B. restauieeren van de groote zaal
van het Schuttershof en het uitvoeren
van verschillende herstellingen.
C. het bouwen van een nieuwe mu
ziektent in den tuin van het Schut
tershof.
De inschrijving was a's volgt:
A. Drijgers, 's Heer Abtskerke,
A. 241 00, B. 3370, C 2587, in massa
W. van de Linde, Kattendijke,
A. 27300, B. 3800, C. 2600, ro. 33700.
Joh. de Jonge Wzn., A. 21225,
B 4421, C. 1881, massa
Th. J. van Doorn, Krabbendijke,
A. 24328, B.C.m.
P. Chamuieau, A. 26600, B. 4330,
0. 1960, in massa 32890.
Firma D. van Maris, Kapelle,
A. 27950, B. 4844, C. 2195, m.
G. H. Vertregt, Middelburg, A. 23400,
B. 4300, C.in masm 32700.
J. M. J, Schrijver eu Zn A. 23072,
B. 3900, C. 2832, in massa 29780.
W. J. van Doeselaar, A 25490,
B. 3970, C. 2180, in massa
J. L. Alewiinse, Hoedekenskerke,
A. 26900, B. 3900, C. 2350, ui. 33150.
Schilderswerk
M. van Stee, A. 1410, B. 2940,
Wed. B. Ruitenbeek, A. 968
B. 2073, C. 15, in massa 3043.
C. den Boer en J. de Graaff, A. 1732,
B 3800, C. 60, in massa 5592.
P. A Verplakke, A. 985, B, 2230,
C 30, in massa
P. Pieterse, Vlissixigen, A.
B.C.in massa 5870.
G. S. Kuijper, A. 1840, B. 4543,
C 60, in massa 6397.
H. K. Kramer, Kapelle, ik. 1100,
B. 1600, C. 40, in massa 2600.
Rijkspostspaarbank.
Aan het postkantoor te Goes en zijne
hulppostkantoren werd in de maand
September 1922, op spaarbankboekjes
ingelegd f 39570,56, en terugbetaald
f 40.411,69'/ji derhalve minder inge
legd dan terugbetaald f 841,13£.
Het aantal nieuw uitgegeven spaar
bankboekjes bedroeg 40.
Door tusschenkomst dezer kantoren
werd ter Directie op Staatsschuld
boekjes afgeschreven 1 1450.
Buurtverbeniging
Opgericht is de Buurtvereenig'ug,
Stationsweg, L. P. v. d. Spiegelstraat
en Boudewijn de Wittestraat.
Als bestuurleden zijn gekozen, de
heeren, Labriju Voorzitter; de Jonge
Secretaris; deu Hollander, Penning
meester; Mr. Stieger en Jonkers com
missarissen. Afgevaardigd naar de te
houden Hoofd-Bestuursvergadering zijn
de heeren Labrijn en de Jonge.
Motorongeval,
Donderdagmiddag kwam op den
's-H. Hendrikskinderendijk, halverwege
Goes-'s-H. Hendrikskinderen, een mo
torrijder, die in volle vaart reed, met
zijn motor te vallen. Hij werd daarbij
op het grintpad naast den weg ge
slingerd. De verwondingen die de
motorrijder opliep bleken niet van
ernstigen aard te zijn, maar toch zoo,
dat hij naar Middelburg moest wordeu
vervoerd. (N. Z. Ct.)
1
37
Roman van H W.
Dat de vreemdeling van het
hotel iets gemeens had met het
verdwijnen van het jonge meisje,
werd ook twijfelachtig, toen de
koetsier van een huurrijtuig ver
klaarde, dat hij om dien tijd een
jongen mijnheer naast het hotel
had opgenomen en naar een druk
bezocht restaurant gebracht. De
beambten waren ten slotte dus
geneigd, te gelooven, dat het
meisje, onder bedekking van den
mist, het slachtoffer eener mis
daad was geworden.
Evenzoo ondoordringbaar bleef
de duisternis waarin de misdaad
in de Frederikstraat lag gehuld.
Het consulaat te Montevideo be
richtte dat het aan de Ijverigst©
nasporingen niet had mogen ge
lukken over de laatste reeks van j
jaren het spoor van den baron
Zernik te vindt nde Duitsche
kolonie kende dien naam in 't ge
heel niet.
Ook in de scheepslijsten der Duitsch
Amerikaansche stoombooten was
de naam niet onder de passagiers
der laatste jaren te vinden. De
beide vreemdelingen in de Frede
rikstraat, vader en dochter, moes
ten dus óf hun vroegere woon
plaats óf hun naam waarschijn
lijk zelfs beiden valsch hebben
opgegeven.
Vanwaar nu waren ze gekomen
en wie waren ze? Niemand had
zich aangemeld om den doode te
herkennen en ook van de voort
vluchtige dochter had men niet
eens een signalement.
En wat gebeurde er eindelijk
nogDe werkman, die had be
weerd, dat hij den ouden man, die
op de straat ineen was gezakt,
juist uit dat huis had zien komen,
verlangde nogmaals in 't verhoor
te worden genomen en verklaarde
toen, dat hy zich in den zwaren
mist kon vergist hebben. Hij wilde
niets op zich nemen wat hij niet
met een goed geweten kon verant-
Geslaagd.
Te !s Gravenhage slaagde voor'het
examen voor adj. commies bij de regis-
t'at ie eu domeinen, ch heer J. B.
Triestram, alhier.
Bijdrage woningbouw.
Door deu minister van Arbeid is
ten behoeve van woningbouw toege
kend aan deze gemeente f 564 voir
een woning van A. D. C. Willemstein,
1)e Vrouw in het Heldentijdperk
Voor de Ver. voor Alg. Wetenschap
pelijke Belangen, trad Vrijdagavoud in
het //Schuttershof" alhier, op, de heer
Joh. H. Been, Archivaris te Brielie
eu schrijver van talrijke mooie jongens
boeken. Hoe hebben we in vroeger
jaren //De drie matrozen v»b Micbiel
de Ruyter", verslonden
De heer Been had tot onderwerp
gekozen //De vrouw in ons helden
tijdperk" e» hierover vertelde hij op
de hem eigen friasche en pittige en
toch zoo innig menschelijke wijze en
deed de groote figuren uit het groote
verledeu voor de toehoorders leven. Er
woei door zijn verhaal een zilte wind
ea de geur van teer en pek.
Het is een zeer aantrekkelijke studie,
zoo begon dhr. Been, zich te verdiepen
in de jeugd van een volk, de jeugd is
immers vol levenskracht, moed en durf!
Ach waren alle menschen wijs,.... ver
zucht de dichter D. R. Camphuyzen,
uiaar de oude menschen alleen zijn
wijs, de jonge goddank niet. De hel
dentijdperken scharen zich bijna alle
om de vrouw, we lezen het in den
Bijbel, we weten het uit de 11 lias en
de Odyssee eu uit de Middeleeuwen.
Zoo ook in ons heldentijdperk.
Spreker denkt hierbij nu eens niet aan
Kenau Simons Hassslaar.
De jongens gingen in die dagen,
woorden.
Zoo brak dus nu ook de zwakke
draad, waarmede men had gehoopt
het hotel en het huis in de Frede
rikstraat in onderling verband te
brengen.
IX
De zaak lag verward en zelfs
vrij hopeloos, in handen der jus
titie, toen op een morgen den
hoofd-eommissaris van politie in
zyn bureau een kaartje werd ge
bracht met den naam Dagobert er
op.
4-Zeer welkom 1" riep de hoofd
commissaris verrast, en terstond
daarop trad Dagobert binnen Hij
was in reiskleeding en de man der
wet beschouwde met belangstelling
de slanke gestalte van den jongen
man, wiens open groote en eerlijke
oogen, wiens schoon gelaat en
geniaal debuut wel in staat sche
nen om voor een jong meisjeshart
gevaarlijk te worden. Maar zoo
beoordeelde het oog van den man
den binnentredende op het eerste
gezicht was deze jonge man
schuldig, dan was de schuld zeker
wanneer het heimwee hun te zwaar
werd naar zee. Zy leerden al vroeg het
liedje
Toen ik op hooge bergen stond
i)e meisjes gingen ook wel vermomd
als matroos den grooten plas op,
Daar was laatst een meisje loos
Maar over hen wil spreker het niet
hebben. Wel over dat soort van vrou
wen, welke een Engebchmau, die in
1591/92 en 1595/97 ons land bezocht,
iu zijn boek Wifes of Holland, als
vreeselijk bazig beschrijft. Die bazig
heid was het echter niet, welke onze
Jantjes Couragie in de booten deed
vallen om de groote Koningsschepen
te gaan veroveren en zich bloot deed
stellen aan de ontberingen aan boord
en aan ziekten als scheurbuik en roode
loop.
De vrouwen uit ons heldentijdperk
waren niet hardOost-West thuis
best, luidt het spreekwoord en Vondel
dichtte zijn
Waar werd oprechter trouw,,.
Maar het waren Spartaaasche moe
ders en die kweekten Spartaansche
zonen. Maarten Harpertszu. Tronap ging
al op zijn 8ste jaar naar zee en het
drama van de lijnbaan en het haantje
van den toren had zich voor M. A. de
Ruyter reeds op diens 11e jaar afge
speeld.
Het waren vrouwen, die leidinggaven,
geen dames om in een hoekje te zet
ten Spreker denkt zich vrouwen van
het strenge, forsche uiterlijk van Elisa
beth Bas.
Hierna beschreef de heer Been ons
de stugge, onverzettelijke moeder van
Witte Corneliszn. de With en teekende
ons diens karakter in enkele trekken
scherp voor oogen.
Witte de Wifch's ouders waren Weder-
doopers en dus mocht hij niet vechten,
niet uitsluitend aan hem
„Ik ben u zeer verplicht, mijn
heer Dagobert", zei de ambtenaar.
„Ik vermoed, dat ge komt om de
zaak, waarin gij, helaas, een zekere
verdenking op u hebt geladen,
maar die, hoop ik, zal blyken ge
heel ongegrond te zijn. Het doet
me inderdaad leed, maar wees zoo
goed en ga zitten ik ben geheel
tot uwe beschikking.Ge komt
zeker van de reis?..."
„Ja, mynheer". Hij liet den
stoel onaangeroerd en scheen ver
stoord. Met den slappen vilten hoed
onder den arm stond hij in een
fiere houding tegenover den rechter.
„Ik kom evenwel niet om die
verdenking van me af te weren,
maar ik heb een ander bezwaar,
dat ik niet onder me kan houden
en tot u wensch te richten. Ik gis
wel, wie die verdenking tegen me
kan hebben ingebracht, en ik be
treur 't alleen, dat men myne be
moeiingen juist in 't belang der
zaak op vrij onvergeeflijke wijze
heeft verijdeld."
(Wordt vervolgd
C. 23, in massa 4345.