No. 66 Zaterdag 19 Augustus 1922 45" jaargang Geen kleinigheid. Een geheimzinnig geval. FEUILLETON Nederland. Dit blad verichijat Woenidag en Zaterdag. Abonaemeatsprijs voor Goe» 50 ceat per kwartaal, voor buiten Goes f 1,50 per hall Jaar franco per post. ADVERTENTIËN voor Dinsdag- ea Vrijdagmiddag 12 IIUI* te bezorgen bij N.V, Goesche Courant en Kleeuwens Ross' Drukkers- en Uitgeversbedrijf. Advertentiën IO ct. per regel. Bij cootracteeren van minstens IOOO regels per jaar zeer belangrijke reductie. Advtrteatlën, als geboorte- huwelijks-, verjarlags-, doodberichten ea de daarop betrekking hebbeade dankbetuigingen, aiet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van f I, Over de manier, waarop Duitsch- land het nog te betalen gedeelte der schadevergoeding aan de gealli eerden zou moeten voldoen, hebben de groote heeren uit Engeland, Frankrijk, Italië, België en Japan te Londen een conferentie gehouden, die verscheidene dagen heeft ge duurd. Gelijk men weet, was Enge land van meening, dat Duitschland te arm is, om op het oogenblik aan zijn betalingsverplichtingen te kun nen voldoen. Het wilde daarom zyn deel van de Duitsche schuld aan laatstgenoemd land kwij tschel- den en verder aan dit land een vrij lang uitstel van betaling, een zoo genaamd moratorium, toestaan, waarom het gevraagd had. Frankrijk kon zich wel met het verleenen van een moratorium vereenigen, doch voor een veel korter tijds verloop, dan de Engelschen wilden en alleen tegen vaste waarborgen, terwijl Engeland het uitstel wilde toestaan zonder den minsten waar borg. Er bestond dus tusschen de twee grootmachten ter conferentie een diepgaand verschil. België, dat in elk geval nadeel voor zichzelf vreesde, onverschillig wie dezer twee zijn wil zou weten door te drijven, België deed een bemidde lingsvoorstel, om de twee tegen standers tot elkaar te brengen. Het mocht niet baten. Er werd geen overeenkomst verkregen, zoodat de conferentie was mislukt en de deel nemers Dinsdag „huis toe" gingen. In den grond der zaak komt het verschil tusschen „de vrienden8 20 Roman ran H. W. Ze had een moeder En papa Lübke Maar ze zou hem immers weerzien Ze had wel opgemerkt, hoe vochtig zijn oogen waien, toen hy haar verliethy zelf moest alles zoo hebben gewild en daarom was hij zoo ontroerd geweest, toen ze hem over den vreemdeling had gesproken, die zulk een zonderlinge belangstelling in haar aan den dag had gelegd Maar wat zou hij nochtans lijden, de arme, thans zoo verlaten man, die slechts van zijn lieveling had kunnen scheiden, omdat hij den tijd daartoe gekomen achtte en misschien, zonder dat zij 't wist, alles er reeds op had voor bereid 1 Met terugkeerenden angst vond ze zich terug aan het station tus schen het gedrang der reizigers een hand had zieh van de hare meester gemaakt, die harer hierop neerEngeland neemt aan, dat Duitschland te arm is, om thans te kunnen betalenen het ver trouwt. dat deze schuldenaar later, als hij weer op adem gekomen is, wel aan zijn verplichtingen zal voldoen. Frankrijk echter gelooft niet aan Duitschlands armoede, omdat dit land groote sommen aan andere dingen besteedt, dan aan het betalen van zijn schulden. En ver trouwen doet het Duitschland in het geheel niet, wat ook moeielyk anders kan. Het kan zich dus voor het geven van uitstel niet tevreden stellen met een Duitsch vodje papier. Duitschland zelf redeneert onge veer als volgt„Ik kan mijn schuld nu niet betalen. Ik zou dat alleen d&n kunnen, als ik door een groote, internationale leening geld kon krij gen. Aan die leening zouden natuur lijk alle geallieerden moeten deel nemen, omdat zij zoowat de gansche wereld vormen er er dus buiten hen weinig geld te krijgen is. Als ik dan uit die leening van de ge allieerden mijn schuld aan de ge allieerden betaald had, dan zou ik later, als ik wat op de been zou gekomen zijn, den interest daarvan en nog later, als ik wat ryker was, de aflossingen kunnen voldoen8. Dat lijkt wonderwel op het stelsel der Russen, van wie de Duitschers het schijnen afgekeken te hebben. Inmiddels, nu er zoomin van een moratorium als van een groote leening aan Duitschland iets komt, vraagt men zich afwat nu Zal de „entente", de wederzijdsche vriendschap tusschen Engeland en Frankrijk een einde nemen en zal ieder der vrienden in 't vervolg moeder, die haar, het voorkomen van iemand, die gehoorzaamheid vordert, in de coupé trok, bij welks portier de vrouwelijke bediende reeds stond te wachten. Zia liet zich in haar verwarring alles welgevallen. Wel had ze, voor dat de deur der nauwe, slechts flauw verlichte ruimte gesloten werd en de spoorweg-bel het teeken tot vertrek gaf, het gevoel, als moest ze er uitspringen, als moest ze om hulp roepen, maar toen werd de deur dicht geslagende trein zette zich in beweging en stoomde dm nacht in. Schuw en met angstig kloppend hart gaf ze zich aan haar noodlot over. Eindelijk overmande haar de ver moeienis naar ziel en lichaam, nadat ook de beide vrouwen schenen te zijn ingesluimerd en ze nog heimelijk maar tevergeefs had getracht, de gelaatstrekken der eene door de voile heen te onderscheiden. De dienstbode had reeds bij 't betreden van de coupé het gordijntje onder de lamp diehtgehaald en nu was alles in 't halfdonker gehuld. Ver moeid zonk Zia's hoofd in den hoek. Toen ze de gogen weer opsloeg, tegenover Duitschland zyn eigen weg gaan Alvorens verder te gaan, dit be richt „Poincaré, de minister-presi dent van Frankrijk, is uit Londen te Parijs teruggekeerd en als een overwinnende held begroet. Een ontzaglijke menigte wachtte hem op en juichtte hem zeer geest driftig toe. Bravo-geroep vergezelde hem langs den geheelen weg door de stad zijn auto kon zich dikwijls slechts moeielijk door de menschen massa heen werken". Hieruit blijkt, dat wel een heel groot deel van het Fransche volk achter zijn eersten minister staat. Het Engelsche volk. De Daily Telegraph" schrijft„Evenals wy Frankrijk hebben bijgestaan in de ure des gevaars in 1914, zoo zijn wij ook thans verlangend om aan zijn zijde te staan. Wij zijn even vast besloten om Duitschland te laten betalen tot de grenzen van zijn vermogen, als Frankrijk ook maar kan zijn". De „Westminster Gazette" zegt, dat Engeland, wat positieve en wettige doeleinden be treft, even verlangend is als ooit, om met Frankrijk samen te werken, dat het zoowel veilig als welvarend wenscht te zien8. De //Manchester Guardian" betoogt, dat de Entente niet afhankelijk is van geschreven waarborgen of iets, dat gemakkelijk kan worden vernield. Het is een geestelijke overeenkomst, een band van sympathie, die Brittannië en Frankrijk nauwer heeft vereenigd, dan eenig geschreven document kan doen. Yan de vriendschap en de goede betrekkingen tusschen die twee landen hangt de toekomst van slaakte ze een zucht van verlichting. Haar verbeelding had haar misleid 't was alles niet waar, wat ze den vorigen avond had beleefd, want ze zat niet tegenover die vreemde dame Maar waar was ze Hoe kwam ze zelve hier De trein voerde haar in snelle vaart wegmaar .waarheen Ze zag de Boomen in het veld voorbij zich heen snelien. Het geklepper der wielen over de spoorstaven joeg haar vrees aan v. Alles was dus toch waar, want daar zag ze ook de andere, die ze zich herinnerde, slapend of slaap dronken in den ho8k, die met het grijze kleed en ook met de voile voor' 't gelaat Zia richtte zich op ze klemde zich vast aan den rand van 't venster en wierp, waggelend door het schud den van den wagen, een blik vol angst op de slapende. Ze had het gevoel, dat er iets onrechtvaardigs met haar gebeurd v\ as Als de trein nu eens stilhield en ze kon er uit springen De zon ging eensklaps op en dit gaf haar weer eenigen moed. Ze wilde terug naar hen, die om haar in grooton angst moesten verkeeren. Europa in hoofdzaak af". Dit klinkt anders dan de meening van de Duitsche //Vorwarts", dat Frank rijk alleen staat met zijn politiek. Hoe kan dit blad dan nu verder schrijven, dat //het mislukken der conferentie de ernstigste gebeurtenis sedert de staking der vijandelijk heden is Dat Poincaré „streeft naar een eeuwige vijandschap met Duitschland* is een even groote dwaasheid als dat gezegde van Frankrijks alleen-staan Poincaré streeft naar veiligheid en recht. Dat Lloyd George met zijn wisselende lichtgeloovighei i dit streven tegen werkt, vindt bij zijn volk niet onverdeeld weerklank. Dit is al ge bleken bij de herhaalde tikken, die zijn party kreeg bij tusschentydsche verkiezingen in Engeland. Dit bljjkt nu weer uit bovenstaande woorden van Engelsche bladen. Duitsche bladen als de „Lokal Anzeiger", de „Tag" de „Germania", het „Berliner Tage.blatt" noemen alle den toestand voor Duitschland „zeer ernstig". „Wij moeten ons op het ergste voorbereid houden", zegt de „Tag". En de „Lokal Anzeiger" noemt het „kortzichtig, zoo men zich in Duitschland over den afloop der conferentie zou verheugen". Te Utrecht is Zondag in de zalen en iti den tuin van Tivoli vanwege de Nederlandsche Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel een groote be tooging gehouden tegen verslechtering van de arbeidsvoorwaarden van het Wie had het recht, haar aan hen te ontrukken Tegen haar wil had men, misbruik makend van haar onsteltenis, baar ontvoerd en waarheen voerde men haar thans? Met een ruk trok ze het portier raam omhoog. Maar tegelijk voelde ze dat een hand haar klee'd greep. Yol afschuw keek ze om. De sla pende was wakker geworden en had de hand op haar gelegd. //Madame werd van-nacht onge steld ze is naar het slaapsalon gegaan8, hoorde ze met een schorre stem zeggen. „We zijn spoedig waar we wezen moeten". Zia onderscheidde achter de voile een nuchter gelaat zonder uit drukking, dat weer in den hoek wegdook en in de schaduw er van verdween. Zwijgend zonk ze op haar plaats. Het vooruitzicht van weldra het doel te hebben bereikt, troostte haar een weinig en toen ze zich nu die hooge, voorname dame voorstelde, die 's nachts zoo vriendelijk tot haar gesproken had, keerde er een zweem van vertrouwen in haar boezem terug. Spoorwegpersoneel. Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1922 | | pagina 1