No. 58
Zaterdag 15 Juli. 1922
45'
Een geheimzinnig geval.
Schipbreuk of niet
FEUILLETON
Stadsnieuws,
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post.
ADVERTENT1ËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 HUI* te bezorgen
b$ N.V, Goesche Courant
en Kleeuwens Ross'
Drukkers- en Uitgeversbedrijf.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie,
Advartentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarlngs-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet mee? dan acht
regels beslaande, voor den prijs van f 1,
Naar het Katholieke blad „de
Tijd" verneemt, wordt in leidende
kringen der rechterzijde bijzonder
prijs gesteld op het aanblijven van
minister Aalberse. Men is aan die
zijde van meening, dat geen be
windvoerder beter dan hij in staat
is, de voortzetting der sociale wet
geving te verzekeren en met name
om ook hierin de bezuiniging door
te voeren, welke volgens den eisch
der tijden en van Rechts en Links
voor alle departementen geboden is.
Een goed verstaander heeft aan
t en half woord genoeg. Vraagis
minister Aalberse zulk een goed
verstaander De Tijd zegt hem hier
ongezouten, waar het op staat. O
zeker, zeker, eerst moet de minister,
die al tamelijk in zijn hemdje staat,
wat aangekleed worden //men stelt
er toch zoo'n prijs op, dat hij zal
aanblijven". Het mooie jasje van
dat „op prijs stellen" krijgt nog
als aanvulling een gegalonneerde
broek„Geen bewindvoerder is
beter dan hij in staatom te doen,
wat wij willen. Want meen riu
maar niet, minister Aalberse, dat
gy bij de voortzetting der sociale
wetgeving op den ouden weg zult
kunnen doorgaan. Ge zult in die
wetgeving de bezuiniging moeten
doorvoeren, die volgens den eisch
der tijden en den eisch van Rechts
en Links(!voor alle departementen
geboden is." Dat is eigenlijk meer
dan een half woord. Dat is de stok,
die achter Aalberse's deur gezet
wordt, of, als men wil, de zweep,
die al is opgeheven, en welks drei
ging tot spoed aanzet. Immers,
bezuiniging is ook volgens de Tijd
niet slechts gewenscht, maar ge
beden enj niet maar op enkele
10 Roman van H. W.
//Laat dat maar, kind. Ge zyt
daarvoor nog te jong", zei hij met
een weeke, bijna bedroefde stem.
„Wat vóór je ligt, is nog veraf".
Zia vouwde de handen in den
schoot en keek weer voor zich.
„Zoo spreekt gijMaar waarom
zou ik niet over mezelve denken
Dominee Behrend heeft al vaak
gezegd, dat ik mijn leeftijd vooruit
was dus de toekomst ligt ook zoo
veel dichter bij me".
De oude wierp van onder zijn
neergeslagen oogleden weer een
onderzoekenden blik op haar.
wis 't niet genoeg, als ik er over
nadenk
„Toch niet, papa". Zia's gelaat
drukte plechtigen ernst uit en diep
regeeringsterreinen, maar voor alle
departementen. Dat dit nu den heer
Aalberse nog eens extra duidelijk
wordt gemaakt, is wel een bewijs,
dat ook zijn geloofsgenooten het
beheer van dezen minister alles
behalve zuinig vinden. Wij vragen
ons af, of in dit stukje van de Tijd
toch niet de invloed der Nieuw
Katholieken te vinden is, of
misschien beter gezegd de
invloed der Nederlandsche bisschop
pen, die wel geen afbreking op het
laatste oogenblik van het regeerings-
kasteel hebben gewild, maar toch
en ook dit was van het begin af
vrij duidelijk hebben ingezien
en erkend, dat die Nieuw Katho
lieken in hun beginselen voor een
groot deel gelijk hadden, zoodat
toch in het vervolg het schip van
staat wel wat meer naar hun kant
mocht worden gekoerst.
En het woord van de Tijd, dat
de bezuinigingseiseh er een is van
rechts en links, wat moet dat be
duiden Waaraan is de waardeering
of althans de vermelding van een
eisch der linkerzijde door dit Katho
lieke blad toe te schrijven In
verband hiermee wijzen we op een
merkwaardig artikel van mej. E. C.
Van Dorp, die, als mr. Yan Houten
bedankt, als liberaal lid der Kamer
zitting zal nemen. Zij zegt o.a.,
„dat tegenover het liberalisme alken
het socialisme staat, dat de zelf
standige kracht van het volk ver
stikt".
„Dit ministerie heeft ons in een
schrikkelijken flnancieelen nood ge
bracht, zegt de schrijfster. De mi
nister van Financiën zelf schetst
onzen toestand als dien van schip
breukelingen, Er kan dus geen
sprake zijn van voortzetting van de
tot nu toe gevolgde politiek; deze
zou ons geheel en al te gronde
ademhalend liet ze er op volgen
„Herhaaldelijk heb ik gedroomd dat
ik in een wolk gehuld ga, waarin
niemand me zien mag. Hoe ver
klaart ge u dien dommen droom
„Kinderdroomen lachte hij ver
strooid.
„Maar ze maken mij bang. Ik
kan, helaas, in 't geheel niet meer
zoo vroolijk zyn als vroeger menig
maal is 't me als dwaalde er iets
om me heen, dat ik nietgrijpen
kan".
„Bevalt 't je niet meer waar je
bent
„O jawel. Dat is 't niet, neen,
dat niet Zia dacht na, hoe ze 't
eindelijk zou uitspreken.
De bezorgdheid van den oude
klom zichtbaar. Ze was immers nog
maar een kindHet kon dat niet
zijn, wat hjj duchtte, en als 't dat
was, dan verried ze 't zeker niet.
//Om 't u ronduit te zeggenik
wenschte te weten, wie ik ben. Uw
kind ben ik niet. Ge hebt me ook
uooit gezegd, dat ik 't ben. Wie
I richten. Dat is wel de algemeene
opvatting bij de kiezers." Men ziet:
wat -hier door een vertegenwoor-.
i digster van links wordt gezegd,
komt vrij w el overeen met de woor
den van de Tijd.
//Met uitzondering van de socia
listen, zoo gaat mej. Van Dorp voort,
zijn allen het erover eens (de Tijd
ook, zeggen wijdat nieuwbouw
van ons economisch leven een drin
gende eisch is. Bij de verkiezingen
kon dat alleen uitkomen door een
uitspraak tegen de groep-Aalberse.
Maar zulk een uitspraak was niet
mogelijk door de discipline in de
katholieke partij. Alle andere groe
pen zijn het geheel eens over de te
volgen politiek. Dat is nu op het
oogenblik het geval met anti
revolutionairen, ehristelyk-histo-
rischen, liberalen van alle schakee
ringen, enmag men na de
laatste rede van den heer Van
Wijnbergen (en na bovenstaand
stukje van de Tijd) ook niet zeggen
ook met de katholieken Nu noemt
de Standaard de verantwoordelijk
heid van de drie rechtsche groepen
beangstigend. En dat is te begrijpen.
Maar zou die verantwoordelijkheid
niet beter te dragen zjjn, wanneer
zij met zooveel mogelijk andere
groepen gedeeld werd En wanneer
uit alle volksdeelen de bekwaamste
mannen konden woiden gezocht?
Welken zin heeft het, dat aan
den man, die wel de knapste Neder
landsche financier is, de nieuwbouw
onzer financiën niet zou worden
opgedragen, omdat hij toevallig
vrijheidsbonder en niet christelijk-
historisch is? Wanneer de rechter
zijde dit ruime standpunt zou
kunnen innemen en, hoewel zy
thans de macht in handen heeft,
enkele persoonlijke offers in porte
feuilles zou kunnen brengen aan
behoor ik dus toe Die vraag ver
ontrust me, sinds mevr. Wallenthin
me, eenige dagen geleden, zei, dat
dezelfde vraag kortelings door de
overheid tot haar was gericht. Het
heette dat 't alleen maar was voor
den Burgerlijken Stand, of hoe
dat heet, en mevr. Wallenthin
heeft me, zooals ze zei, voor een
naaste bloedverwant uit haar ge
boortestad uitgegeven. Maar dat
ben ik toch niet, hoewel ik gewend
ben haar tante te noemen".
De oude had haar met een beangst
gelaat aangehoord. Hij schudde het
hoofd en antwoordde:
yLater. Zia. Kwel je zelf niet
met dingen, die alleen geschikt zijn
om je vroolyk kinderhart te ver
ontrusten". Hij verborg zyn eigen
onrust.
„Maar als ze dat toch doen. Die
gedachte dwaalt me onder't loeren
door het hoofd en de dominee is
niets meer tevreden over myn ijver.
Maar dat kan ik toch niet helpen".
De overheid l Zou men zich tot
het landsbelang, zou zij zich op
onsterfelijke wijze verdienstelijk
tegenover het vaderland maken.
Men zou dan duidelijk gaan inzien,
1 welk een misverstand liet is, een
tegenstelling te zien tusschen libe-
raai en christelijk. Dat integendeel
het ware liberalisme niet anders
is dan het op de politiek toegepaste
christendomdat de christelijke
partijen even liberaal zijn als de
liberalen, wat ook wel voldoende
blijkt uit de groote sympathie,
waarmee mr. A. F. de Savornin
Lohman het woord liberaal ge
bruikt".
Zeker, dit ideaal van mej. V.D.,
een regeering van gemengde samen
stelling, een regeering van de
knapste mannen uit alle partijen,
zou heel mooi zyn. Maar wij vreezen,
dat de rechterzijde niet gemakkelijk
ook maar één portefeuille aan een
Vrijheidsbonder, zelfs al was het
Treub, zal afstaan. Wenschelyk zou
het zijn en noodig ook om schip
breuk te vermijden.
R. H. B. School tb Goes
Bevorderd tot de 2e klasse: A. C.
J. van Altena, A. W, Bruinooge, Ja.
E. Eijke, G. J. de Graag, C. D. 't
Hooft, M. J. Hoogesteger, Eth. M.
Jause, C. C. de Jonge, Ma. F. Koen,
E. A. Lindenbergh, Ma. C. Mange,
J. J. Poelman, Me. J. Pols, Me. Rot
iier, C. de Roijter, G. Silievis, J. C.
Staal, J. Tol hoek, S. A. de Visser, J.
Ferdinandusse, K. Flipse, Sa. Geen-
seu, J. de Hullu, J. W. Jonker, H.
C. de Kater, P. B, J. Klooster, N. J.
de Koning, H. P. de Korte, Ma. Kribbe,
0. E. Lindenbergb, J. van Nieuwen-
huijse, P. I. Rosier, Me. Rottier, Pa.
haar gewend hebben fluisterde
de oude onhoorbaar voor zich been.
„Wat zou ze willeu Hij stond
op, keek naar de kachel en pookte
erin. „Wilje dan van avond niets
gebruiken, Zia vroeg hij met een
door 't bukken rood voorhoofd.
„Dank-u papa. Laten we liever
praten, 't Is me ik weet zelf
niet waarom alsof we in langen
Lijd weer niet zoo by elkaar zullen
zijn. Dat is zeker dwaas van me,
zeer zeker, want wat zou ons
kunnen scheiden, als gij 't niet
wilt
Ze dacht weer na, terwyl ze vóór
zich keek haar gelaatskleur ver
anderde weer zoo snel; de oude
kende dat teeken.
z/Toch moet ik er u van vertellen
u moet immers alles weten, papa
't was eigenlyk een onbezonnenheid
van den jongen schilderik heb u
al meer over hem gesproken".
{Wordt vervolgd),
TOL