No. 5
Woensdag 18 Januari 1922
45* Jaarganj
TERUG UIT HIT
RIJK DER 0003EN
Nederland.
FEUILLETON
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per hali jaar franco per post.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 UUP te bezorgen
bij N.V, Goesche Courant
en Rleeuwens Ross'
Drukkers- en Uitgeversbedrijf.
Advertentlën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentlën, als geboorte-, huwelijks-, verjarlngs-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prijs van f I,
Vrijheidsbond.
Bede van mr. Dresselhuys.
„Als je alles wist, als je alles
wist zuchtte de levende doode,
„zou je anders sprekenVerlaat
me toch niet, laat me nooit meer
alleenO, ik wachtte op jeIk
wachtte op jeIk wachtte op je
Nu ik het weet 1 hoor je. Ik wil niet
meer sterven ik wil ze niet
weer zienIk wil niet weder ster
ven voor ik berouw heb be
toond, vóór ik geboet heb, vóór hij
mij vergiffenis heeft geschonken
Ik zal dat allemaal doen, 't is mijn
eenige hoop, mijn eenige gedachte,
dat hij tot mij zal zeggen, ais hij
mij weer zal zienIk vergeef je 1
Als je wist, hoe verschrikkelijk,
hoe verschrikkelijk hij eruit ziet
Zijn wond bloeit nog altijd!
„O, lieveling, lieveling, ik zal
alles doen, wat je maar wilt, alles
hoor. Vóór alles gaan we hier van
daan, zoover mogelijk weg. Zoover,
zoover, dat je hem nooit weer zult
zien, dat je hem nooit meer zult
hooren spreken en hij je niet meer
zal kwellen
„O, als ik zijn bloedende wond
maar niet weer behoef te zien.
Telkens als een deur open gaat, een
gordijn bevteegt, een voetstap over
den vloer schuifelt, ben ik bang
hem voor mij te zien staan met zijn
bloedende wondNu ik hem
in den dood heb aanschouwd, ben
ik overtuigd, dat hij in ons leven
aldoor om ons heen zal blijven
zwervenHij gaat niet uit het
laudHij verlaat het kasteel niet
Of hij is bij Martha, of hij is by de
kinderen Maar' wij, wij zien
hem nietOm hem te zien
moet men de reine oogen van Mar
tha of van de kinderen hebben,
want de kinderen hebben hem ge
zien, de kleine Francois sprak de
waarheid, hij heeft werkelijk zijn
papa gezien, en 't is werkelijk zyn
papa geweest, die hem aan gasver-
stikking deed ontkomen en Martha
heeft waarheid gesproken Zij
alleen zien hem en wij, wij doen
dit nietWij met onze arm
zalige oogen zien heelemaal niets
O, is 't niet gelukkiggelukkig,
dat hij zoo met ons leeft en over
de kinderen waakt, waartoe hy 't
recht heeft, dat is zekerMaar,
hij moet mij niet meer verschijnen,
neen, neenof hij moet zijn
wond verbergen Luister goed
naar wat ik je ga zeggen om je op
de hoogte te brengen van de din
gen, waarover wij ten onrechte
lachten tijdens miin misdadig leven
een doode kan een levende nog eens
weer verschijnen, zelfs, al heeft die
levende het niet verdiend, als die
levende gaat sterven Zoo heb
ik hem gezien, vóór ik ging sterven,
juistjuist in t korte oogenblik,
dat hij noodig had om mijn revolver
uit de la voor mij te nemen en mij
te dooden Hij heeft mij ge
dood omdat hij meende, dat ik zijn
kinderen kwaad zou doen O,
ik zal je vertellen, hoe 't gebeurd
is! Op 't zelfde oogenblik, dat ik
zijn dreigend gezicht met den bloe
denden slaap opmerkte, hoorde ik
het schot en viel getroffen neer
Ik was dood
Fanny poogde zelfs niet meer
Jacques' geraaskal of hetgeen zij
stellig voor raaskallen hield, tegen
te gaan.
Zij liet zijn arm hoofd, zijn arm
voorhoofd tegen haar wang rusten.
Tevergeefs stroomden haar tranen
over hem heen. Zij twyfelde geen
oogenblik, of hij had volkomen zyn
verstand verloren. Haar man was
krankzinnigZij trachtte hem wel
bij te brengen, dat hij met den
revolver op zich zelf geschoten had,
om zich te bevrijden van de ellen
dige gedachte aan de misdaad, die
te zwaar op zyn hersens drukte,
en misschien ook van de geestver
schijning, die hem vervolgde, een
voorstelling, door zyn wroeging in
't leven geroepen. Maar hij zwoer
haar by den Christus, dat hij zich
niet had willen dooden en aat het
André zelf was geweest, die liem
gedood had l „Er zijn omstan
digheden, dat de dooden evenals de
levenden, voorwerpen kunnen aan
raken, opnemen of bewegen
Dat is bekend Dat is bekend Zelfs
by de levendenDe wetenschap
ontkent dit niet meer William
Crookes heeft nog wel andere onder
vindingen met zijn dooden opgedaan
Wordt vervolgd.)
vol
In de Zaterdag te Amsterdam ge
houden aigemeene vergadering van den
Vrijheidsbond, heeft de voorzitter, mr.
H. C. Dresselhuys, een redevoering ge
houden, waarin hij wat dieper inging
op den strijdkreet //tegen de reactie"
vau de S.D.A.Pen van de B.K. arbei
ders. Sreker constateerde dat er op
verschillend gebied in de mentaliteit
van ons volk reactie is.
„Gszonde reactie in de eerste plaats,
waar zich door de harde lessen der
ervaring een verzet openbaart tegen
de altijd toenemede bevoogding van
overheidswege, de steeds groeiende
ambtenarij met zijn verspilling van
honderden millioenen, verzet tegen de
roekelooze opdrijving van belastingen,
tegen een finantieele politiek, die zich
niet meer bekommert over het sluiten
van begrootingen of credietwaardigheid
van Staat of gemeente, verzet tegen
een miskenning van de duidelijke
economische wetten, wier vrije loop
herstel kan brengen, maar die men
nooit ongest aft overtreden kan, verzet
tegen de partijdigheid, tegen geestelijke
onderdrukking." Spreker ervolgde
„Dat is werkelijk de reactie, die in
den Vrijheidsbond leeft, en zij moet
nog dagelijks groeien iu de natie, waar
zij is de eerste eisch voor gezond
making van maatschappij en staat.
Tegen die soort van reactie strijdt onze
wederpartij inderdaad.
Er is een tweede soort, de econo
mische reactie; teruggang in het leven
UIT HET ERANSCH VAN
66 GASTON LEROUX
van ouzeu handel, onzen landbouw,
onze nijverheid. Na de periode van
hooge winsten en daardoor hooge
loonen, nu die der lage conjunctuur
met haar werkloosheid, haar malaise
in het bedrijfsleven, de komende loons
verlagingen, de ruïne van velen. Tegen
die reactie is de strijd moeilijk, omdat
hij ten deele ligt buiten onze macht
maar voor zoover die strijd mogelijk
is, ligt hij niet in aanplakbiljetten cf
het aannemen van lange moties op
meetings, nog minder in stakeu of
uitsluiting, ook niet in beschermings-
poiitiek, zeer zeker niet in een nega
tief verbet. Hij kan slechts met succes
worden gevoerd, met nuchter inzicht
in economische verschijnselen en wetten,
met zuinigheid en noeste vlijt, met
blijmoedigheid en vertrouwen, met ar
beidzaamheid in de eerste plaats door
den vrijen mensch, w:en men de kans
laat naar zijn volle persoonlijkheid ziju
krachten te geven, door samenwerking
inplaats vau door haat en wantrouwen.
Het middel tegen die reactie is ons pro
gram van actie, met zijn positieve midde
len, niet zoo naïef en zoo verlokkend wel
licht voor de massa als een bijzonder
congres, maar niettemin de eenige
doeltreffende.
E:i eindelijk de derde soort, de so
ciale reactie, die ten nauwste met de
vorige samenhangt, voor een groot deel
er onmiddellijk uit voortvloeit en dus
alleen daarmede en daardoor verdwijnen
kan. Men kau het betreuren, dat in
dezen lijd, nu buitenlaudsche coucur-
rentie rnsdreigt te overvleugelen, aan de
beperkir g van arbeidsduur niet zoo
sterk kan eu mag worden vastgehouden,
als in een tijdperk van voorspoed
men kan bejammeren dat het buiten-
land volkomen koud blijft tegenover
ons stoutmoedig sociaal voorbeeld en
bf ui dergelijke wet niet invoert of
kahbOeg niet toepast. Indien werkelijk
zoodanige internationale arbeidsmachts
verhoudingen bestaan als men ons ver
telt, dan ligt daar een prachtig terrein
om in het buitenland te zorgen, dat
daar niet wordt gereageerd tegenover
onze Nederlandsche practijk.
Natuurlijk zou bet dwaasheid zijn
onze economische malaise alleen of zelfs
in hoofdzaak te wijten aan onze ar
beidswetgeving. Die kan maar één der
factoren zijn. Maar hét ware onver
standig ons economisch herstel ook
maar één geringe rem aan te leggen,
waar men gevoelt, dat juist sociale
opbloei met nieuw economisch leven
hand in hand zal gaan.
Men klage dus niet over het lijden
onzer vaderlandsche nijverheid of over
het te dure van onze levensbehoeften,
zonder ook het vraagstuk der arbeids-
vrijheid onbevangen ouder de oogen te
willen zien.
Vooral zie men in, dat dit alles Diet
is een vraag van grauwe theorie, maar
van de practijk des levens, van de
wisselwerking die er tusschen econo
mische en sociale toestanden heerschen
moet en die daardoor niet te voren
door de starre wet, maar door verstan
delijk overleg tusschen de twee groepen,
werkgever en werknemer, die beiden
bij de zaak volkomen gelijkelijk belang
hebben, voor eik gegeven geval moet
worden opgelost. Dezelfde gedachte dus
die ouze waarlijk sociale paragraaf van
het program van actie aangeeft.
De geheele cry van „tegen de reactie"
is dus in wezen valsch en voosbewijs
van onmacht, van gemis aan vertrou
wen in vooruitgang".
Hierna ging spreker voort
„Zijn er dus geeu andere tegenstel
lingen, die als scheidingslijnen kunnen
dienen
Ongetwijfeldhet is de oude anti
these, die nu door de gebeurtenissen
der laatste jaren weer met grootere
klaarte naar voren komt, het onder-
sche'd tusschen utopie en werkelijkheid,
het dogma en de politiek, welke wortelt
in liet heden en het dogma is door
de feiten bitter gelogenstraft.
Men ziet het bij het socialisme m
al zijn vormen, dat, zoolang dit in het
luchtledige werkte, als wijsgeerig en
theoretisch streven, vooral als critiek
op het bestaande, zich kon doen geldeD,
maar dat nu 't hier en daar voor ver
werkelijking werd gesteld, feitelijk ineen
valt. Men ziet het bij het zoogenaamde
mystieke, gemeenschappelijk dogma der
rechterzijde, dat één enkel punt van
zijn gemeenschapsprogram, het onder
wijsvraagstuk, dacht te hebbeu opge
lost, en nu ook daarbij voor onoplos
bare moeilijkheid komt in den school-
bouw, maar verder van al zijn dogma
tisch streven niets kan verwezenlijken
dau een hernieuwde uitgave van de
antieke nationaal reeds zoolang ver
oordeelde Zondagswet.
De reden van die mislukking van
het dogma ligt vcor de hand. Het is
de miskeuuing van wat tegenwoordig
wetenschappelijk heet, „de problematiek
van het leven", die telkens opnieuw
leert, dat alle pogingen om naar vooruit
bepaHd systeem de maatschappelijke
vraagstukken op te lossen, stranden op
onvoorziene economische feiten of men-
scheiijke karaktereigenschappen.
Het is dezelfde antithese tusschen