No, 62
Zaterdag 6 Augustus 1921
44® Jaargang
Migmaar ondankbaar.
FEUSLLli TON
ïi«yo uit «TT
RIJK DiR DOOIEN
Hederlaod.
20 GASTON LEROUX
Wordt vervolgd.)
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per hali jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dissdag- ea
Vrijdagmiddag (SUF te bezorgen
bij N.V, Goesche Courant
en Kieeuwens Ross'
Drukkers- en Uitgeversbedrijf.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advsrtentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarlags-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prijs van f 1,
„Men kent de namen en eigen
schappen van alle beroemde boksers,
voetballers, biljartspelers en wiel
renners. Men is op de hoogte met
,de kwaliteit van minstens een dozijn
sigarettenmerken. Men weet precies,
hoe groot, hoe dik en hoe lekker
de chocoladereepen van Sickesz en
zijn overige collega's zijn. Maar als
ik hier de namen van eenige zeer
mooie bloemplanten neerschrijf, dan
zijn er van de tien menseden wel
negen, die van al die planten niets,
absoluut niets weten te vertellen.
Een Dempsey, die Carp entier ten
aanschouwe van duizenden, geest
driftige menschen in koelen bloede
gekraakt heefc, kent iedereen maar
als ik bijvoorbeeld vraag: „Wat is
een Delphinium of „Welke kleur
heeft de Montbretia dan zijn er
maar bitter weinig menschen, die
van deze veelvuldig voorkomende
schitterende planten iets weten te
vertellen.
Als ik dat sportidiotisme zie, die
ijswafelvreterij, die verregaande
snoepzucht, die sigarettenzwendel,
die bioscoopaanbidding, dan vraag
ik mijzelf weieens af, of de mensch
van heden wel dezelfde is als de
mensch van een twintig jaar terug.
Ik geloof, dat er in die twintig
jaar heel wat veranderd is. De
oorlog is wellicht de hoofdschuldige
en daarnaast de reclame, die geen
geld heeft gespaard om 't publiek
te leiden in de richting van 't grove
genot. Maar ais het dan de reclame
is, die de menschen heeft wegge
voerd van het werkelijk mooie, van
de kunst, van de natuur, dan past
het ons om eveneens de reclame
UIT HET FRANSCH VAN
„Maar, Mevrouw, deze keer, deze
keer, zweefde hij niet hoven 't
water, hy liep net als u of ik en
hij was vlak bij mij gekomen, ik
km hem bijna aanraken, hij strekte
z jn armen naar mij uito, 't
w as verschrikkelijk Hij had aan
zijn slaap een bloedende wonde l
Ja, een wonde die nog bloedde
Denk toch eensna vijf jaar
Waar ga je naar toe, darling ?a
vroeg Fanny aan Jacques.
„Ik ga een gias water, een glas
water halen, heb jij geen dorst,
zeg
„Je bent ontroerd, darling, 't is
waar, je hield zooveel van je broer
Daarna zei zij weer tegen Martha:
ter hand te nemen als middel om
de dolende menscbheid weer den
juisten weg te wijzen.
Daarvoor is de krant een machtig
middei, en als dus iemand mij raad
vraagt, als hij zoekende is in het
schoone boek der natuur, als hij
bloemen wil kweeken en hij weet
niet hoe, dan zal ik hem inlichten,
zoo goed ik maar kan."
Ziedaar een uiting van droeve
bitterheid over de verdwazing van
het tegenwoordige menschenge-
slaehteen uiting, komende uit de
pen van een eenvoudigen tuinman,
die een groofce liefde heeft voor de
schoonheid der natuur in 't alge
meen en voor de schoonheid van
bloemen in 't bijzonder. En die
eenvoudige man met zijn warm
hart wil de dolende menschbeid
raad geven, inlichten, leeren, zoo
goed hij kan. Dat is een nobel,
nuttig en noodig werk. Maar of het
een dankbaar werk is
Wiens ziel vervuld is met de
zucht naar waarheid en licht en
schoonheid, is nog niet voldaan, als
hij dat alles zij het ook slechts
ten deele voor zichzelf heeft
verworven. Hij wil uit zijn ver
kregen schat, vooral als die langs
moeizamen weg zijn eigendom is
geworden ook meedeelen aan
anderen. Want dit is een prachtige,
bijna algemeen doorgaande regel,
dat de bezitter van geestelijke goe
deren mild daarmee is. Hij ziet in,
dat alleen zulke goederen den
mensch kunnen vooruitbrengen, en
niet den enkelen mensch slechts,
maar de'gansche menschheid. Hij
voelt, dat liij door die goederen een
groot geluk heeft gekregen, een
geluk, dat hij ook anderen deelachtig
wil doen worden. Hij voelt ock,
dat geen vooruitgang en geen geluk
„Dus je zegt, dat zijn wonde nog
na vijf jaren bloedde! Je merkt
dus wel, datje aldoor droomt, kleine
lieveling
Maar Martha liet zich niet uit
het veld slaan.
pik zal u alles in bijzonderheden
vertellen. Mijn man gaat vroeg
naar bed. Na 't eten, dat niet lang
duurt, tracht hij gewoonlijk met mij
over wetenschappelijke onderwerpen
te spreken. Ik heb hem dien avond
niet geantwoord. Hij heeft mij
goeden nacht gewenscht en is naar
zijn kamer gegaan.
Ik dacht na en zei tot mijzelf
je hebt nu weer dezelfde hallucinatie
gehad, als twee jaar geleden. Je
bent nu verstandig, kalm en niet-
verward, keer nu, zooals de dokter
je geraden heeft, naar 't koepeltje
terug en je zult merken, dat er geen
geest is en dat je gedroomd hebt.
Toen heb ik een doekje omge
slagen en ben den tuindoorgeloopen.
Ik hoorde de dienstbode in de
keuken vaten omwasschen en van
den tuin uit zag ik't schaduwbeeld
te verkrijgen zijn bij boksers,
voetballers, biljartspelers en wiel
renners of door snoepzucht, sigaret
tenzwendel en bioscoopaanbidding.
Daar is alleen grof, vaak dierlijk
genot te vinden, dat maar een korte
poos voldoet, doch de ziel verder
ledig laat. Mensch en menschheid
worden door die dingen niet voor
maar achteruit gebracht. Daarom
hoeden af voor allen, die naar de
mate van hun beste krachten licht
en schoonheid willen brengen.
Dat is niet slechts nobel, doch
nuttig tevens, omdat het de wereld
waarlijk verder brengt op den
moeilijken weg naar de volmaking.
En noodig is het ook, wijl de
meeste menschen nog zoo weinig
kennen en kunnen en dus, indien
ze geen raad en voorlichting ont
vangen, blijven doorsukkelen in
hun geestelijk duister, met grof
genot doorweven, doch zonder echt
levensgeluk.
Of het geven van raad, van
voorlichting, van leering ook een
dankbaar werk is? Ernstige, goed
willende menschen verheugen zich,
als iemand den nauwen kring van
hun kennen en kunnen wil ver
wijden en verdiepen. Maar het is
bedroevend en beschamend, te zien,
hoe weinig ernst en goede wil
tegenwoordig bij de groote meer
derheid te vinden is. Grof genot,
uitgaan, bonte kleederen dragen
dat is voor velen thans het leven.
En om daaraan bij weinig werken
te kunnen voldoen, gaan ze eischen
en dwingen, met vuist en revolver.
Denkt ge, dat dezen dankbaar zou
den zijn voor ontvangen geestelijke
goederen
Deze week nam het hoofd eener
school te Terneuzen afscheid van
zijn school en zijn stadgenooten.
van mijn man voor 't raam heen
en weer loopen. Dit alles was zeer
gewoon en ik zelf voelde mij ook
zeer gewoon. Maar toen ik op de
trap van 't koepeltje was gekomen,
rilde ik toch. Ik zei tot me zelf
als hij er nu vanavond weer is, dan
is hij het toch geweest
Heel in 't begin, mevrouw, heb
ik niets gezien ik liep om de
houte:i tafel heen, ik hing over de
leuning en keek naar de rivier,
naar de plaats, waar ik hem over
't water had zien loopen, tusschen
de wilgenboomen, op de waterlelies
en daarna op den oever Het was
doodstil.
Ik hoorde de klok slaan in een
kapel. Ik ben er wel een half uur
gebleven en ik riep heel zachtjes
André André om te zien
of hij zou komen, maar 'k was
overtuigd, dat hjj niet zou komen,
omdat ik me dwong te denken,
zooals de dokter gezegd had Toen
ik niets op de aarde zag, keek ik
naar den hemel.
Groote zwarte wolken gleden
De woorden, die hij daarbij sprak,
waren merkwaardig ter teekening
van den tijd. merkwaardig ook,
omdat een opgekropt leed na bijna
veertig jaren, dat hij raad, voor
lichting en leering met al zijn
krachten had gegeven, thans uit
borst. De hoofdzaak van wat hij
zei, kwam hierop neer „In de leer
lingen van heden zit meer dan ooit
een geest van verzet Bij de onder
wijzers is de onderlinge waardeering
van voorheen slechts schaars meer
te vinden. Zonder al te groot leed
wezen neem ik afscheid van hen
allen en verder ook van degenen,
die, naar ik meen, mijn vrienden
waren".
Dusbij de leerlingen geen
dankbaarheid voor het genoten
onderwys, maar verzetbij de on
derwijzers geen waardeering voor
de genoten leiding, maar waar
schijnlijk wel miskenning; bij het
publiek, waaronder tal van oud
leerlingen, geen ware, doch slechts
schijnvriendschap. "Wat dunkt u,
lezerzou het onderwijzen der
menschheid voor dezen man en
voorvelen zijner vairgenooten een
dankbaar werk zijn geweest? In
groote trekken steunt zijn bittere
ervaring op dezelfde gronden als
die van bovenbedoelden tuinman
de geestelijke achteruitgang der
menschen,
- Typhus te Zwolle. Te Zwolle
beerscht de typhus in lievige mate.
Er doen zich thans reeds meer dan
zestig gevallen van deze ziekte voor.
Nog zoo kwaad niet. Dat het
door de kellners gesmade en verachte
fooieustelsel soms nog zoo kwand niet
langs de maan.
Ik zou juist weggaan maar toen
ik mij omdraaide hoorde ik ketenen
rammelen en ik keek weer naar den
oever. Toen zag ik hem, Mevrouw.
Ja, hij stond daarHij kwam tus
schen de wilgen uit, Fep zachtjes
over 't gras, kwam by na tot den
voet van de muur Hij strekte
zyn armen uit en zei tegen me
„Martha, MarthaHij heeft me
vermoord O, wat zag de arme
man bleek en bij liet mij de bloe
dende wonde aan zijn slaap zien
Vóór hij wegging zei hy nog en hy
trok zij n ketting met zich mede
„Hij heeft mij in de automobiel
vermoord
Toen hoorde Fanny achter zich
het onaangenaam geluid van bre
kend glaswerk. Mevrouw de la
Boissière draaide -zich vlug om.
Haar man had een glas en een
hord laten vallen.
„Pas een beetje op, darling, je
schendt ons mooie Boheemsche
kristal*.