No. 3.
Zaterdag 8 Januari 1921
44e laargang
39 FEUILLETON.
HOE IK ALS DERDE
STUURMAN VOER.
Slecht of niet
Stadsnieuws.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTÏËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 UUI* te bezorgen
bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij v.h. Firma's
F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross.
Advertentiën 10 ct, per regel.
Bij contracteeren van minstens IOOO regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjaring!-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regel» beslaande, voor den prijs van f I,
De tijden zijn slecht en zullen
naar veler meening nog slechter
worden. Toch zou men zoo zeggen,
dat voor een groot aantal men-
schen het tegendeel gaat gelden,
omdat verschillende artikelen
zachtjes aan goedkooper worden.
Dat is het juist, zeggen eerstbedoel-
dendoor die goedkoopte komt er
een groote „malaise" in handel en
bedryf, groote wei kloosheid, gebrek
aan koopkracht, armoede. Of dat
misschien een der giorden is van
de averechtsche duurtebestrijding
door onze iegeering, waarover men
in ons nommer van Woensdag iets
kon lezen, weten wo niet Wij voor
ons hopen met het groote publiek,
dat de prijsdaling van vele artikelen
voortgang zal hebben. De onver
mijdelijke gevolgen daarvan zullen
we toch, goedschiks of kwaadschiks,
moeten dragen.
Al zyn nu ook, zooals we zeiden
de tijden nog slecht, er zijn toch
dingen, waaraan dat niet te zien
is, integendeel. Daar is bijv. het
uitgaan en pretmaken, het dagelijks
terugkeerende volloopen van bios
copen en dergelijke. Daar is de
haast krankzinnige zucht tot dan
sen, waarover vooral uit wereld
steden als Berlijn en Parijs geklaagd
wordt, ofschoon de maatschappelijke
noodstand daar hoog gestegen is.
Daar is verder ook de liefhebberij
in reizen, een liefhebberij, die wy
steeds als een hoogstaande hebben
beschouwd, wat we nog doen. Zoo
werd in den zomer van het vorige
jaar Zwitserland overstroomd door
vreemdelingen, hoofdzakelijk Neder-
Een zeeroman van
W. CLARK RUSSELL.
„Men gelooft wel zooveel leugens
waarom dan de waarheid niet i"
„Omdat de waarheid soms vreemder
klinkt dan de leugens?"
Zoo pratend kwamen wij in het
zicht van de plek waar onze boot
lag.... Wat zeg ik? Waar onze
boot gelegen had Ik stiet een gil
uit, en Belle stond verstijfd, als de
boomstam aan hare zijde. De boot was
weggedreven, met zich roerende den
omgevallen boom aan welken ik haar
vastgebonden had.
Zij was ongeveer zesmaal hare lengte
van ons verwijderden hoewel het
uiteinde van den meegesleepten boom
stam dichter bij den wal was, lag ook
dit geheel buiten mijn bereik.
De aap, ons ziende, sprong van de
eene bank op de andere, huilde en
landers. En zoo zit tegenwoordig
Parijs „vol" met vreemden, afkom
stig uit haast alle landen der
wereld. Dat reizen kost geld. En
al is de lage stand der vreemde
valuta oorzaak, dat die kosten
nogal matig zijn, voor niemendal
gaat het toch lang niet.
In de streken en plaatsen, waar
al die reizigers heen trekken, zullen
ze door de directiën der vervoer
middelen, door hoteleigenaars enz.
wel gaarne worden ontvangen, om
dat dezen daardoor hun beurs zien
zwellen. Maar de rest der bevolking
is op dit ruime bezoek volstrekt
niet gesteld. Men kon dat verleden
jaar al opmaken uit enkele berich
ten uit Zwitserland, maar veel
duidelijker blijkt het uit wat thans
uit Parijs wordt gemeld. Dat is
begrijpelijk, als men bedenkt, det
de toestanden in Frankrijk veel
ongunstiger zijn dan in Zwitser
land. We zijn er al lang aan ge
woon, dat uit Duitschland en Oos
tenrijk noodkreten worden verno
men, die de daar bestaande toe
standen in de schrilste kleuren
afschilderen. En we gelooven wel,
dat het daar erg, heel erg is. Maar
men vergeet toch te veel, dat ook
in Frankrijk veel. geleden wordt,
al zal het daar wel niet zoo erg
zijn als in Oostenrijk.
We kunnen niet nalaten, iets
mee te deelen van wat uit Parijs in
het Handelsblad wordt geschreven
over daar bestaande toestanden. Er
is daar, zooal niet uiterlijk, dan
toch innerlijk nog heel veel levens-
misére en heel veel zware zorg in
die groote stad aan de Seine. Toch
geldt Parijs nog altijd als het
paradijs voor pretzoekers, maar het
zwaaide zijne armen, klom in den mast,
liet zich weer zakken, en gedroeg zich
in één woord als razend. Doch hij was
nog minder razend dan ik zelf. Zonder
mij aan de tegenwoordigheid van Belle
te storen, verwenschte ik mijzelf met
een aantal epitheta, die niet malsch
klonken. Hoe had ik ook znlk een
ezel kunnen zijn om de boot te beves
tigen aan een kszittenden boomstam
„Ik wil haar terug hebben riep
ik, terwijl ik mijne jas uittrok.
Belle gilde, en hare vingers grepen
als vischhaken in mijn kraag.
//Kijk toch riep zij. „Zie je dat
daar niet
Ik zag het nu ja. Tusschen de
boot en den drijvenden boomstam
glinsterde de natte ruggevin van een
haai.
„Zie je 't nu Zoo riep Belle.
„Dan zal je nu wel begrijpen waarom
je niet te water kunt gaan. „Of wou
je je voor mijne oogen laten verscheu
ren
Ik verviel in eene nieuwe razernij.
Wat een toestand 1 Hoe had ik zoo
onbedachtzaam, zoo roekeloos kunnen
zijn 1
„Vervloekte haairiep ik. „Maar
is er dan ook de pret naar. „Ik
kan me voorstellen, zegt de schrij
ver, dat de ernstige Franschman,
de echte vaderlander, zich ergert
aan den stroom pleizierreizigers, die
Parijs komen voorzien van geld,
papieren geld, ja, maar die
koers banjers als ze zijn, len slotte
het dure Parijsche leven, nog duur
der maken, omdat ze door den
valutastand altijd nog driemaal
zoo goedkoop leven als de Fransch
man, die maar met zijn inkomen
in francs moet zien rond te schar
reien.
Ziedaar een land dat niet genoeg
te eten heeft en zijn zwart brood
toch moet deelen met millioenen
vreemdelingen. Brengen die koren,
vleesch en melk mee Neen, zij
dragen hun papieren geld aan, dat
door een monsterachtige speculatie
■driemaal de waarde heeft van het
onze. Anders gezegd, zij komen ons
de levensmiddelen, die we niet in
voldoenden voorraad bezitten,
betwisten. Zij komen ze ons voor
den neus wegkoopen, want zij
hebben ze altijd driemaal zoo goed
koop als wy".
Een deel der vlottende bevolking
van Parys kan gemist worden als
kiespijn. Een der bladen schat dit
aantal op negenhonderdduizend. Dat
er vreemdelingen met geld komen,
vindt dit blad niet het ergste, maar
dat er zeer velen zonder geld
komen, die niet door vlijtigen
arbeid francs verdienen, maar een
voudig op avontuur naar Parys
trekken en leegloopend en lanter
fantend den keukenmeester schraal
hans zijn laatste brokken aftrog
gelen, dat noemt het meer dan bar.
En het klaagt verder we hebben
haai of geen haai ik moet, ik n oet
die boot terug hebbenIk zal
schoppen en schreeuwen en lawaai
maken. Dat is het beste middel om
dien satan op de vlucht te jagen,
en in twintig slagen ben ik bij de
boot."
Opnieuw begon ik mijne jas uit te
trekken en opnieuw grepen Belle's
vingers mij vast, met de kracht van
angst en van liefde.
„Blijf hierriep zij. „Je moogt
er niet over denken Hij zal je de
beenen afbijten voor je halverwege bent.
Als je gaat, dan ga ik ook Je kunt
mij niet afschudden Ik wil liever door
de haaien verscheurd worden, dan al
leen op dit eiland achter te blijven,
om te verhongeren of krankzinnig te
worden Want wat zou ik alleen met
dien schoener kunnen uitrichten
Het is Gods wil, Walter/'
En zij trok mij van den waterkant
weg met de kracht van een man.
„Nu,goed 1 Stil maar, Belle!" zeide
ik tot het hijgende en weenende meisje.
„Maar als ik die boot niet zwemmende
terug kan halen, dan is zij voor ons
verloren."
Zij liet mij los en bedekte haar ge-
hior alle parasieten en alle avon
turiers van de wereld, die eten
moeten, een lastige hebbelijkheid
tegenwoordig. Tot deze woekerdie'
ren en avonturieis behooren vele
groepen, en een der talrijkste
daarvan is ge raadt het in geen
duizend keer die der al te
bekende dansers, de groep van de
meneeren met een gladzittenden
rok, een effen gezicht en slappe
beenen, die allerlei dansgelegenheden
onveilig maken
Dan volgt verder een klacht over
de dwaze danszucht in peperdure
dansgelegenheden, een klacht die
ongeveer in denzelfden toon door
een briefschrijver uit Berlijn wordt
geslaakt. Wat moeten we met al
die dansende kerels vraagt de
Parijzenaar. Laat ze leven en dan
sen, waar ze thuis hooren Wij
moeten strijden, als wj willen leven.
En bij onzen strijd hebben we.de
opeters niet noodig
VeiiKSTBLLING EN BESCHAVING,
Man schrift aan de Zeeuw
Mogen ons uit andere steden ven
halen bereiken over de ervaringen
die daar de volkatellera opdoen, ook
de Goesebe ambtgenooten beginnen
ondervinding te kragen. Ook bier
loaden verbalen, die in wonderbaar
lijkheid voor sprookjes niet onder
doen, sfn weer te geven. Zonderlinge
invulsels op de kaarten, doch ook
londerlinge uitdrukkingen nit den
mond der invallers streelen oog en
oor.
't Is half negen en avond. Nog Is
een actieve volkateller besig om sUn
ronde te doen. Hjj heeft een wjjk
gekoien, die naar styn meaning be-
laat met hare handen.
Mijne oogen dwaalden als die van
een krankzinnige over het eiland, Wat
moest ik doen Een klein vlot
maken, en daarop, met behulp van
eene riem, de boot achterna Er
was eene timmermanskist in den schoe
ner, en hout genoeg voor het grijpen.
Maar tooveren kon ik toch niet. Vóór
ik met dit werk klaar zou wezen, het
vlot en de riem gereed zouden zijn,
zou de boot wie weet hoe ver al weg
gedreven zijn. Zij bevond zich blijkbaar
in de zuiging van eene strooming, die
haar, wel niet snel, maar toch gestadig
van het eiland verwijderde. En dan
ook, al had ik een vlot bijeengeknut-
seld hoe zou ik het geheel alleen
te water kunnen krijgen lk had
't kunnen uitschreeuwen van wanhoop.
„Och zeide Belle, die nog altijd
naast mij stond wat een vreeselijk
lot voor den aap
Of ik nu de boot al langer stond
na te turen - wat baatte dat
Toen Belle, in de goedheid van haar
hart, den aap beklaagde, kon ik eene
nieuwe opwelling van wrevel niet on
derdrukken.
Wordt vervolgd.)