No, 104. Zaterdag 25 December 1920 .45® Jaargang NIEUW JAAHSWENSCHEN. Kerstmie. 86 f E IL L E T 0 N. HOI IK ILS DERDE STUURMAN IÖIR. Nederland* Dit blad verschijnt Woensdag ea Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal, voor buiten Goes f 1,50 per hall jaar franco per post, bij vooruitbetaling. ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 IIUB* te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- ea Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Kieeuwens Zoon ea J. A. Ross. Advertentiën 10 ct, per regel. Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar zeer belangrijke reductie. Advei-tsntiSn. als geboorte-, huwelijks-, verjaring*-, doodberichten ea de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, sist aaeer daa acht regels beslaande, voer den prijs van f 1, Ia het nummer van ons blad dat ZATERDAG 1 JANUARI 1921, Nieuwjaarsmorgen, zal verschij nen, bestaat gelegenheid tot het plaatsen vaa een NIEUWJAARSWENSCH vaa hoogstens 6 regels a 50 cent en tot het opnemen van naam en adres onder een ALGEMEENEN WENSCH a 20 cent. Opgave wcrdt uiterlijk Wcsnsdag 29 December ingewacht. DE UITGEVER. Ei zullen, vreezen we, wel niet veel menschen .zyn, die het ."Kerst feest met ouderwetsche opgewekt heid vieren. Zek8r, dit feest predikt vrede en welbehagen onder men- schen. En vrede is er inzooverre, dat de oorlogswapens bijna tot rust zijn gekomen. Maar overigens Heeft de vrede ook tevredenheid en geluk aangebracht? Is er "weer als van ouds welvaart en maat' schappelijke rust? Heeft de men- schelijke ziel tij 1, gelegenheid en lust, zich nu en dan vrij te maken van stoffelijke beslommeringen, om zich te verdiepen in geestelijke dingen, die dan toch van heel wat edeler samenstel en grooter waardij zijn? Het geluid der vredesklokken golft over de velden, 't Is een lange, lange deining van klank. En op de Een zeeroman van W. CLARKRUSSELL. Als die berg van vet en traan slechts een vaam of drie dichter bij ons was opgedoken, dan zou hij ons met boot en al uit het water hebben getild en als een notedop hebben omgeworpen. Ik sidderde, en Belle was zoo bleek als een doek. Een half uur bleven de monsters ia het zicht. Het was een fantastische aanblik die glimmende grijze massa telkens zich welvende boven het watervlak en beurt om beurt eene foutein, als eene witte pluim, opwaarts werpende. Straks waren zij verdwenen, en wij konden weder gerust zijn. Ik had, terwijl de wind wat aanwakkerde mijne handen vol met het zeil. Het was voor één man een zwaar werk, niet' lang vol te houden. Belle hielp mij wat zij kon, door af en toe het roer over te nemen, terwijl ik zelf op maat ervan trillen onze zenuwen mee. Maar op de langzame golven van zwaar geluid zingt de ziel geen jubellied, 't Is eerder een klaagzang, van weemoed volweemoed om verloren geluk, weemoed om ver stoven welstand, weemoed om ver gane rust. Erger't is een aan klacht, die ten hemel rijst, een aanklacht, waaruit naar alle zijden bitterheid spat als de gloeiende scherven van een springende granaat of de giftige gassen uit een oorlogs bon». De klanken dier klokken, die een weelde van zaligheid moesten brengen in het hart, die de lafenis moesten schenken aan hen, die dorsten naar geestelijk heildie balsem moesten leggen op pijnlijke wonden ze werken nu by de meesten het tegendeel. Waar het moegeschreide oog na zware dagtaak en lange nachtwake eindelijk ten sluimer neigde, klep peren die klokkenklanken het wakker. Waar de moegestreden hand en het uitgeputte lichaam krachteloos ter aarde vielen, prik kelt dat klokgebom, dat vrede moest verkonden, toteen verbitterde beweging van tegenspraak, tot het ballen der vuist tegen het wreede lot, dat in plaats van vrede en voorspoed en geluk slechts armoede, ellende en lijden bracht. Yrede Waar is hij De hand van allen is tegen allen, 't Is een wilde warreling van strijd en vechterijen, vóór en achter, links en rechts. Welbehagen in menschen Wie ziet liet? Allemenschelijkheid wordt uitgeschud en onder den voet getreden. Men ontziet niets en niemand meer. Ontzag, eerbied, de bank tegen den mast ging staan en met kapitein Bowser's kijker den gezichtseinder bespiedde. Want mijne verwachting, dat wij feitelijk al zeilend Pernambuco bereiken zouden, was zwak. Mijne beste hoop bleef op bet ontmoeten van een schip gevestigd. //Komen er nooit schepen door deze zeeën vroeg Bella, die blijkbaar moede werd van het zitten want er was geen ruimte voor haar om de beenen eens uit te strekken, en niets maakt na eenige uren de leden zoo stijf, als het voortdurend zitten op eene harde bank. „O, ja", antwoordde ik schepen genoeg, en de meeste onder Engelsche vlag. Maar bedenk eens hoe groot de zee is, en wat een klein ding ons bootje. Er kunnen wel een half dozijn schepen in onze nabijheid zijn, daar achter de kim, zonder dat wij ze te zien krijgen". z/Ik ben angstig voor den nacht", zeide Belle. „Als we eens in den grond gevaren werden //Wei, laten wij dan den aap op den uitkijk zetten zeide ik en die boe ventronie keek mij aan alsof hij mij ver stond. //Maar het gevaar van in den grond gevaren te worden is hier niet groot. En de nacht is er nog niet. Ik genegenheid, vriendschap, liefde Waar kent men ze nog? Ze zijn verdwenen bij het woeste wr:ngen om ruimte, het brutale grissen om bezit. Wie eerlijk en recht zijn weg door het leven zoekt, wordt van dien weg afgeduwd, gestooten, gesmeten door gewetenloozen en onbeschaamden, door kwakzalvers en bedriegers, door onbekwamen met grooten mond en kromme grij phand. De tijden zijn ontzettend moeielijk voor allen. Doch beterschap zal niet komen, zoolang het slechtste deel der menschheid het betere deel tiranniseert. Yoor groote kwalen passen slechts groote geneesmidde len. En als de gansche maatschappij ziek is, kan genezing alleen dan verwacht worden, als, allen met allen samenwerken in goede rich ting als iedereen beproeft optebou- wen in plaats van aftebreken als men elkanders deugden waardeert en kleine gebreken niet breed uitmeetals niemand meer begeert dat hem naar de mate zijner krachten en daden toekomtals zij, die te veel hebben, te rechter tyd wat willen afstaan aan hen, die al te zwaar door nood worden gedrukt. De menschheid van heden tenminste een groot, misschien wel het grootste, gedeelte moet een innerlijke verandering- ondergaan. Wellicht is dit slechts mogelijk door den dwang van den nood, als men aan den lijve ervaart, dat het niet kan blijven gaan, zooals het gaat. Men zal moeten inzien, dat de maatschappij er vroeger beter aan toe was dan thans. Eerst, als dit besef levendig is geworden, zal men trachten, langzamerhand naar vrees dat de wind weer zal gaan liggen." Wat ik vreesde, gebeurde. Tegenzons- ondergang, nadat wij een uur of wat goede vaart hadden gemaakt, verflauwde de wind en de lucht werd weder roerloos. Met onbeschrijfelijke-pracht van goud en kleuren daalde de zon onder de kimme en de nacht was over de zee. Ik streek het zeil en spreidde de tent uit, voor Belle om onder te slapen. Yan des kapiteins groote ulsterjas maakte ik haar eene matras, en van opgerolde sjaal een hoofdkussen. Een tweedef mantal diende haar tot deken, z/Denk je zelf den heelen napht wak ker te blijven, Walter P" vroeg zij mij. z/Er moet uitkijk gehouden worden", antwoordde ik. z/Kan je ook mij dat niet toevertrou wen //Wel zeker". „Ik vind", zeide zij, „dat je mij toch een klein aandeel meet laten hebben in het redden vae mijn eigen leven. Je wilt al de eer voor jezelf hebben. Maar ik heb even goede oogen als jij, en zoo noodig kan ik even wakker blijven als eene pleegzuster." Zoo besloten wij dan de wacht onder elkaar te verdeelen. Ik zou uitkijk die oude, rustige tijden terugte- keeren. Dan zullen de luidende klokken geen verzet wakker roepen, maar aanmanen tot eendrachtig samenwerken. Dan .zullen ze onge veer hetzelfde zingen als de Londensche, die Wittington terug riepen gij, menschenkind, keer terug van uw dwalingen en betreed weer de kalme, gelukkige paden uws vroegeren levens. Komt, laten wij allen aandachtig en scherp luisteren naar die klanken uit de hoogte. Met eenigen goeden wil hooren wij er mogelijk nu reeds een weinig in van de welluidende muziek, die er te onzaliger ure uit veidween. Zoo ja, dan stygt toch iets van den weldadigen reuk in onze neusgaten, die nit den ge* nezenden levensbalsem van het Kerstfeest oprijst. - Heil, dengene, die het goede wil Verhoogfng van dea bieraccijns. Naar de N.Ct. meldt is binnenkort de indieoning bij de Tweede Kamer te verwachters vaa een wetsontwerp tot verhoogiog van dea bieraccijas met 100 procent. Dreigead conflict. Bij de Eiectrische tramwegmaat schappij, VHsslogea-Middelburg wier centrale ook ekctriciteit levert voor kracht ea licht te Vlissingea ea Middelburg, dreigt een conflict, dat ia zijn gevolgen ernstig zou kunnen worden. De directie, die het volgens het personeel op een conflict schijnt aan te sturen antwoordt niet op adressen der verschillende organisaties houden totdat ik vermoedde dat het twee uur was en dan zou ik een paar uren gaan slapen. Op deze wijze zou ik bet wel kunuen volhouden mits er geen ruw weder kwam. Maar van ruw weder was de lucht geen spoor of teeken te zien. De nacht bleef zoo rustig als een slapend kind. De hemel stond vol steiren. Vóór Belle zich ter ruste begaf, nuttigden wij nog wat avondeten, en wij praatten samen nog wat, met gedempte stemmen, als om demajesteite- lijke stilte, die daar om ons uitgebreid lag, niet te stoten. In dezen nacht bereikte mijn roman zijn toppunt. Ik was met mijn lief alleen op de oceaan, in de duisternis van den nacht Of wij elkaar van liefde spraken Och, ik kan u verzekeren dat de min zich bijzonder slecht op bare plaats voelt in eene open boot, met slechts een paar duim-dikke planken tusschen haar en de zwarte eeuwigheid. Ook zat bet spooksel der herinnering neg mee aan onze zijde. Hoe konden wij anders, dan nog denken aan de verschrikkingen van dien ijseljjken nacht aan de plotselinge, jammerlijke wegvaging van een aantal medemenschen, wier T^arTgam.mn*u 111 i>aMMncaBaM—acggEjnMwsf

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1920 | | pagina 1