Na iOO Zaterdag 11 December 1920 43* Jaargang LA Sen maaniaadsebp. FEUILLETÖ H0£ IK m OtfiDÊ STUURMAN VOER. Dit blad versehijat Woeaadag sa Zaterdag. Abonaemearsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal, buiten Goes f 1,50 per hall jaar franco per pos», bij vooruitbetaling. voor ADVERTENTïËN voor Diasdag- es Vrijdagmiddag SS ssean* te bezorgen bij N. V, Stoom Boek-, Courant- es Handelsdrukkerij v.h, Firma's F. Kleeuwens Zoos ea J. A. Ross. Bij Adverteetiën 10 ct. per regel, coatracteereo va«* minstens IOOO regels per jaar zeer belangrijke reductie. >.lKn air geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer daa acht regel? beslaande, voor des prijs van f I, De Duitsche hoogleeraar piof. F. W. Förster heeft voor de Groene Amsterdammer een artikel geschre ven, dat hoogst merkwaardig is. Wij willen er enkele gedeelten aan ontleenen. De schrijver ontkent, dat bij alle volkeren, die in den oorlog tegenover i uitschl nd stonden, een neiging bestaat, om aan dit land hulp te verleenen bij zijn herstel. Maar overal vraagt men toch be staat in Duitschland werkelijk de eerlijke wil 'om tot een economisch herstel en „beterschap* te komen, of leeft daar alleen het verlangen om tot eiken prijs de oude machts positie weer terug te krijgen, het verloren land en volk to herwinnen en revanche te nemen Of Duitsch land zich werkelijk zal kunnen herstellen, hangt geheel af van het terugwinnen van het vertrouwen der wereld. Maar het is, of Duitsch land zich om het veitrouwen der w.reld niet bekreunt. Vijftig jaar lang neerschte in dit land een politiek van egoïsmo, van zelfzucht die voor den Duitscher een begin sel en een onaantastbaar stelsel was. Zoo komt het, dat cok nu, in dezen gevaarlijken tijd, in Duitsch land gesthreven en gepraat wordt op een manier, dat de goede wil der buitenlanders om te helpen, we.r terugschrikt. Zoo komt het, dat koren wordt gedragen o- den molen van hen, die alles verwach ten van wantrouwen, hardheid en onderdrukking. Wantin dat onzalig geschrijf en gepraat vinden zij de overtuigende bewijzen, dat elke ondersteuning van Duitschland 32 Een zeeroman van W. CLARK RUSSELL. Het was alsof men naar den bodem van de zee afdaalde met deze trap. Een groene, donkere, glimmende watervlakte strekte zich voor onze voeten uit, en het was afschuwelijk, dsar twee lijken te zien drijven, vlak tegen elkaar aan, in den hoek aan bakboordszij. Het was hier echter zoo schemerdonker, dat jk niet kon onderscheiden, of het mannen of vrouwen waren Maar het oogenblik was niet geschikt om zich door zijn gevoel te laten meeslepen. Eik oogenblik kon dit stuk wrak opnieuw langs de rotsen schuiven, en dan zouden er nog vier menschen meer hier voor sliijd opgesto ten zijn. Ik ging dus haastig naar de hut vaii Bowser, op den voet gevolgd door de matrozen. Het was een groot vertrek, door een gelijk staat met het leveren van wapenen aan een. onverzoenlijken doodsvijand. Pruisische redenaars durven verklaren, dat het zwaard nog eens weer zal moeten spreken. En in dezen trant schrijven vele bladen hoe langer hoe brutaler, in dezen stijl wordt bij allerlei natio nalistische demonstraties gesproken. Van den goeden wil der geal lieerden is Duitschland afhankelijk ten opzichte van kolen, grondstof fen, credieten, levensmiddelen, her ziening van het vredesverdrag, volksvoeding, kinderredding, Opper- Silezië, opneming in den Volken» bond, ondersteuning derwetenschap, teruggave van Duitsche bezittingen. Gelooft men nu werkelijk, dat de volkeren der geallieerden, zulke idioten zijn, dat zu aan Duitschlands verrijzenis zullen meewerken, als zij den indruk krijgen, dat hun tegemoetkomen, alleen daartoe dien stig zal zijn om den al-Duitschen geest van geweldena-ij weer op krachten te brengen Veen, fzulke idioten zijn z\j niet. Meent mem dat de Kwakers op den duur geld bijeen zullen kunnen brengen, om de voedselvoorziening der schoolkinderen voorttezetten, als steeds luider de gelofte over de grenzen dreunt, dat deze jeugd zal worden opgevoed in onverzoenlyken haat en in het oude Pruisische ge loof aan het zwaard Zal men in Amerika op een goeden dag de Kwakers niet beschuldigen van hul] verleening aan den vijand? Met toenemende g prikkeldheid wordt door de Amerikaansche pers dit nieuwste optreden der al-Duit- schers wereldkundig gemaakt. Frankrijk heeft zijn bondgenooten venster in den achtersteven verlicht en ruim voorzien van alle benoodigd- heden. Mijn blik werd dadelijk getrok ken door een klein kompas dat op de tafel stond, tegen de strooklatten aan gegleden. De chronometers nam ik niet mede, maar wel Bowser's sextant, zijn verrekijker, een paar boeken over zeevaartkunde, er), zoo snel mogelijk, eenige zeekaarten, terwijl de mannen zich bezighielden met een vluchtig on- derzoek van de kasten waarnaar zij zochten vroeg ik maar niet, ik keek zelfs niet naar hen. Ik meende het klinken van geld te hcoren, en het zou ook niet te verwonderen geweest zijn, dat de kapitein een zeker aantal sover eigns op reis meegenomen had. Van eenen knop nam ik een goeden warmen jas die aan Bowser toebehoord had het zou een kleed zijn voor Belle, om in de boot op te liggen, en deeh de toen de verschillende artikelen 0111 der de matrozen uit, want ik kon niet alles zelf dragen toen gingen wij de trap weer op en ik zag toe dat het kompas en de kijker veilig opgeborgen werden in de boot, vervolgens de jas, de kaarten en nog een paar andere dingen waarop de boot uitgezet werd. Engeland en Italië met overtuigende bewijzen kunnen aantoonen dat de geest van het nationalisme in Duitschland werkelijk de geest is van invloedrijke kringen, en dat deze klingen dien geest beschouwen als uitdrukking van het Duitsche wezen en de Duitsche idealen. Hierdoor heeft Frankrijk thans het herstel van Duitschland geheel in de hand. Het zal onbarmhartig zich daartegen ver etten, zoolang het Duitsche volk niet finaal zijn eigen nationalisten heeft opgeruimd- Als de tegenwoordige stemming in Duitschland blyft bestaan en zich verder uitbreidt, dan zai zonder twijfel in niet al te ver verwijder den tijd het Fransche hoofd van staat naar Amerika scheep gaan en daar de betrekkingen van Frankrijk tot de Vereenigde Staten, die reeds stilzwijgend bestaan, opnieuw plechtig bekrachtigen en bevestigen, en de Amerikaansche volksstem ming, die nog vol is van haat tegen Duitschland, zal in.elk opzicht dit verdrag toejuichen. Eu als dan het Duitsche nationa. lisme zou probeereu, om alleen of in bondgenootschap met het Rus sische bolsjewisme de wereld op nieuw in den oorlog te storten, dan kan men er zeker van zijn, dat alle vroegere geallieerden en tevens de „Kleine Entente" veree nigd zullen oprukken, om Dnitsch- land voorgoed te verpletteren, en dat de Amerikaansche techniek en scheikunde het heele Duitsche land in een maanlandschap zonder menschen zullen veranderen, in welks vlakten nog jaren lang giftige gassen zullen zweven, die iedere nadering van menschen en De mannen gedroegen z'ch beleefd, er scheen iets van het oude gevoel van tucht teruggekeerd te zijn, nu zij zich weer op het ongelukkige schip bevonden. En het was mijne zaak niet, hün te zeggen, dat zij nu zelf zonder kompas zouden zijn. Zij hadden ons beiden immers stilletjes willen achter) laten op die rots, waarom zou ik hun van raad dienen Daarenboven wist geen van deze menschen met een sex tant. om te gaan, zij konden geen koers bepalen, en dau was een kompas nun van weinig nut, Ik sprong boven op de verschansing en daalde in de boot afde matrozen gingen langs de hezaanrust in hun eigen boot, en namen mij op sleeptouw. De drie die op het eiland achterge bleven waren, hielden zich nog in de branding bezig, en ik zag dat Belle, voor hare teut staande uaar ons keek, Wij bereiklen het eilandje. De man nen sprongen uit de boot, en alle zef ven trokken baar boog en droog op het zand de mijne lieten zjj tusschen de drie of vier kleine kronkelende schuitnlijuen liggen, die met een zau- gerig geluid telkens opnieuw op het strand geschoven werden, om dadelijk alleD plantengroei onmogelijk zullen maken. Mogen toch de lieden, die in Duitschland weer opnieuw haat en wraak prediken, in plaats van de nationale krachten in den dienst van de verzoening der volkeren te stellen, mogen dezen en al die ver blinde meeloopers zich dit vooruit zicht terdege voor oogen stellen en zicb ervan bewust zijn, met welk vuur zy weer ten koste van hun volk spelen. Als men een paar weken in het buitenland vertoeft, dan bespeurt men duidelijk, dat het geduld der wereld met het spel van het Duitsche militairisme op is. Ziedaar het oordeel van een Duitsch professor over zijn eigen land en volk. Het komt zoo precies met het onze overeen wat onze lezers reeds van jaren her weten dat we niet konden nalaten, er eenigszins uitvoerig gewag van to maken. Er blijkt dus weer het vol gende uitde invloedrijkste, de toonaangevende kringen der Duit- schers hebben nog niets geleerd, ze zijn nog juist dezelfde gewelde naars van vroegers. De Duitsche jeugd (en ook de kinderen der Oostenrijkers, die rnaar blijven dreinen, om zich bij Duitschland aantesluiten) worden opgevoed in de oude geweldenarij, die opvoeding in moordlust wordt ook door onze Nederlandsche hulp mogelijk ge maakt. Wij willen hierbij wel mededeelen, dat wij tot onze bittere v eugde (een vreemde verbinding), ons daaraan niet schuldig hebben gemaakt En eveneens tot onze bittere vreugde moeten wij Frank rijk en zijn bondgenooten gelijk geven, als het met strengh id vast- weer weg te smelten. De boot lag echter veilig, met den kop op bet zand, en daar ik maar liever dadelijk ver trekken wilde, verzocht ik de matro zen, mij te helpen om haar te provi andeeren. Dat deden zij, want zij sche nen mij even spoedig kwijt te willea zijn, als ik verlangend was om weg te komen. Zij vulden het groote vat dat in den boeg stond met versch water uit een der aangespoelde vaten, en daar er overvloed van mondvoorraad op het strand lag, was er voor mij geen reden om bescheiden te zijn ik nam ,in de boot veel meer op dan ik ooit meende noodig te hebben, en ook een paar kisten wijn en champagne. Ik bergde ook wat btandew.ijn in een van de hoeken, het speet mij alleen, dat ik niet een paar glazen van het wrak had meegenomen. Maar ledige blikjes waren voldoende, en als men dorst heeft is men niet kieskeurig op zijn drinkgerei. Ik moest nu nog een hoed" en boven- kleeren voor Belle opzoeken, en een paar manleis of dekens. (Wordi vervoegd.)

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1920 | | pagina 1