«O. 96.
Zaterdag 27 November 1920
Bij dit nr. behoort
een Bijvoegsel.
Geld, geld!
FEUILLETON,
HOE IK ALS OEHOE
STUUBüAM VOER.
Nederland.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 UUP te bezorgen
bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij v.h. Firma's
F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, ais geboorte-, huwelijks-, verjarlngs-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prijs van f I,
T
Als twee menschen tegenwoor
dig een gesprek beginnen, komt
het al heel gauw op de duurte, de
schreeuwende, wreede duurte, die
maar blijft aanhouden en voor vele
zaken nog maar steeds erger wordt,
al zijn er ook enkele dingen, waar'
van de prijs een beetje aan den
dalenden kant is. En bij die duurte
van allerlei levensbenoodigdheden
komen dan verder de hooge belas
tingen, die waarlijk ook niet „voor
de poes" zijn. Op de vraag of die
cok nog meer moeten stijgen,
evenals de meeste prijzen, heeft
onze minister van Financiën dezer
dagen een en ander gezegd, dat de
moeite waard is om onthouden te
worden.
Al is het jaar 1920 niet slecht
geweest, zoo zei hij, het zal toch
met een belangrijk tekort sluiten.
Voor het volgende jaar 1921 is een
tekort geschat op 43 millioen, waar
zeker nog 28 millioen bij komt voor
verschillende uitgaven, die in deze
raming nog niet waren begrepen,
zooals voor de nieuwe pensioen
regeling, voorde onderwijzers, voor
de nooduitkeering aan de gemeen
ten, voor de ziekenzorg, enzte
zamen dus 66 millioen. Wat de
inkomsten betreft, durft niemand
verwachten, dat 1921 even goed
zal zijn als 1920. Als de prijzen
dalen, dalen ook de invoerrechten,
29
Een zeeroman van
W. CLARK RUSSELL.
Met toenemende ongerustheid zag
ik hoe dikwijls de mannen een bezoek
brachten aan het vaatje met rum. Ook
dronken zij uit de flesschen sterken
drank en wijn, die in kisten aan land
gedreven waren. Toch werkten zij on
ophoudelijk door. Vooral droegen zij
er zorg voor, de bagage van de pas
sagiers, voor zooveel die kwam aan
drijven, iu veiligheid te brengen
andere voorwerpen die nog door de
branding heen en weer geworpen wer
den, lieten zij daar voor in de steek.
Ik zag dat zij naar het noordelijke
eiland wezen blijkbaar overlegden zij
of zij er heen zouden gaan, en nu en
dan keken zij naar de dalende zon.
Op 't oogenblik waren de twee eilandjes
neg verbonden door een breede strook
droog zand, maar als de vloed opkwam
het statistiekrecht en de accijns op
het geslacht. Ook het registratie
recht zal sterk dalen. Door onze
hooge valuta kunnen we de con
currentie met het buitenland niet
volhouden en werkloosheid dreigt
van alle kanten. Wie durft dus
onderstellen, dat 1921 meer zal
opbrengen dan 1920? Brengt het
nog evenveel op, dan moet toch
voor het straks genoemde tekort
van .66 millioen dekking worden
gezocht, dat wil zeggen deze som
moet toch ook op de eene of
andere manier worden opgebracht.
e tabaksaccijns, ging de minister
voort, ligt voor behandeling gereed.
De memorie van antwoord inzake
de successie- en de grondbelasting
ligt gereed. Het heffingspercentage
van laatstgenoemde (de grondbelas
ting) zai sterk verminderd kunnen
worden, omdat de waarde der
onroerende goederen sterk is geste
gen. Maar dan zullen voortaan geen
uitgaven meer mogen worden ge
daan, zonder dat de middelen tot
dekking zijn aangewezen. De directe
belastingen kunnen niet verder
worden opgevoerd. Het kapitaal
wordt reeds aangetast. Met Enge
land staan we hierin bovenaan.
Men mag dan ook de regeering
niet verwijten, dat zij het kapitaal
niet durft aantasten. Door de hooge
belastingen wordt het vormen van
nieuw kapitaal (het rijker worden)
tegengegaan Zoo wordt te Amster
dam reeds tot 59 procent (dus
meer dan de helft) van het inkomen
aan belasting betaald. We moeten
dus veeleer tot boidtetingverlaging
komen.
Hier rtép de heer Troelstra den
minister toe: „Andere bronnen!"
Deze antwoordde: Uit de staats-
exploitatie of de socialisatie kunnen
die niet komen. Want deze bedrij- f
ven moeten volgens den heer Troel- I
stra uitsluitend in het belang der f
arbeiders worden geëxploiteerd,
zonder dat winst wordt gemaakt.
En gaat men 't vermogen zelf aan-
tasten, wat zou daarvan dan het
gevolg zijn? Dan zou zoo goed als
alles worden verteerd en geen
kapitaal meer worden gevormd.
Wat thans wordt weggelegd is ten
rrofijte van 't maatschappelijk
leven, en zal er geen v-rwarring
komen der gansche maatschappij,
dan mag de kapitaalvorming niet
te zeer aangetast. Wij moeten dus
komen op 't gebied der indirecte
belastingen. Dat willen de heeren
(in de Tweede Kamer) ten slotte
ookmaar zij willen de bedrijven
in handen brengen van den staat,
terwijl de minister het particulier
initiatief behouden wil. Daarom
w il hij straks met de Kamer onder
handelen over verhooging van het
tarief van invoerrechten, van den
drankaccijns en over de weeldebe
lasting. Zuinigheid en verhooging
der productie dienen overigens in
dezen tijd de leuze te zijn.
Omtrent de weeldebelasting merkt
de minister nog op, dat in zijn
ontwerp niet de badkuipen belast
i worden, maar alleen de mooie bad
kuipen. Er zijn verder ook dames
hoeden, die weelde zijn. (Dat mee-
nen wij ook). De minister wil
gaarne rekening houden met de
opmerkingen van mevrouw Groene-
weg maar toch houdt hij de dames
hoeden in het oog.
zon die verbindingsweg onder water
staan. Ik ging een paar ledige kisten
halen die ons tot zitplaats konden
dienenik sprak de mannen echter
niet aan, en zij zeiden evenmin iets
tot mij. Het was duidelijk dat zij niets
met ons te doen wilden hebb-m. Ik
begreep dat wel, maar welke beweeg
reden zij hadden, was mij niet helder.
Belle en ik gingen naast elkander
op de kisten zitten, en spraken over
de matrozen en over onzen toestand.
Ik had mijne pijp in mijn zak gevon
den, een stuk zwarte Cavendish-tabak
in een andere zak, en ofschoon de
tabak vochtig was, meende ik ze toch
wel te kunnen aanhouden indien ik
mij vuur kon verschaffen. Ik zag dat
eenige matrozen rookten, en daar ik
zeer verlangde naar mijne pijp, stond
ik op en riep hun toe of ze iets had
ken om vuur te maken. Een matroos
hield een lucifersdoosje in de hoogte,
en kwam met onvaste schreden naar
mij toe. Maar ik had liever dat deze
mannen, hetzij zij dronken waren of
niet, uit Belle's nabijheid bleven ik
ging hun dus tegemoet.
,/Waar heb je de lucifers gevonden
vroeg ik.
„O, er is een kist vol", antwoordde
hij, met een dikke tong. ,/Maar ze
zijn haast alle bedorven. Alleen een
paar doozen in het midden waren nog
droog".
*Kan je mij zeggen", ging ik voort,
ffhoe lang het jelui bedoeling is, op
dit eiland te blijven
,/Neen", antwoordde hij kortaf.
^Waarom zouden wij ons haasten
Er is hier volop te eten en te drinken,
we hebben niets te doen, en u zegt
dat de kust niet ver af is..... Neen,
we hebben niets besloten." En, zich
op zijne hielen omdraaiend, slenterde
hij naar zijne maats terug, onder het
loopen de krabben wegschoppend.
De zon viel in zee, spoedig begon
nen de sterreD te flikkeren, en de
donkere avond van de keerkringen
bedekte het naargeestige tooneel van
de schipbreuk met zijne schaduw. Dicht
bij de lichtende streep van de bran
ding, lag als een bleeke vlek het stuk
zeildoek dat de lijken van den jongen
en den zeeman bedekte. Wij voelden
het angstige mjsterie van den nacht.
Nooit hadden de sterren zoo ver af
geschenen. Een zachte wind streek
door de duisternis, en de licht-schui-
Wat de minister van Financiën
ons hier als toekomstbeeld voor
oogen houdt is lang niet rooskleu
rig een zeer aanzienlijk tekort dat
in grooten omvang door indirecte
belastingen zal gedekt moeten wor
den. We zijn. altijd tegen indirecte
belastingen geweest en hebben
steeds gemeend, dat de staat door
directe belastingen in zijn behoef
ten moest voorzien. We hebben
ons ook tegen hoogere invoerrech
ten verklaard, omdat we van
vrijen handel veel meer welvaart
voor maatschappij en staat ver
wachten.
Nu geven we natuurlijk gaarne
toe, dat we in een zeer buitenge
wonen tijd leven, een tijd waarin
ook de staat moeite heeft, om het
hoofd boven water te houden, zoo
dat zeer zeker bronnen van inkom
sten moeten worden aangeboord,
die men liever met rust zou hebben
gelaten. Het woord is dan nu ook
aan de ware deskundigen, die moe
ten uitmaken, of de indirecte be
lastingen en speciaal de invoer
rechten tot die bronnen zullen
moeten behooren, dan wel of er
niet iets anders op te vinden zal
zijn, om meer geld in de schatkist
te brengen. Groote zuinigheid voor
al op het gebied der landsverdedi
ging, zou al vast groote sommen
in de schatkist houden.
Goes. Dc heer J. Snoodijk, fiets
handelaar en hersteller heeft het
leuke denkbeeld gehad in zijn uit
stalling te plaatsen een voetballer
mende golven dis den vorigen nacht
nog zware zeeën geweest waren, gaven
geluiden als van eene harp. De zwarte
massa van het voorste gedeelte van
het wrak was in de schaduw wegge
zonken, maar daarachter zagen wij
schamplichtjes langs het hooge gevaarte
dat door den achtersteven gevormd
werd. Somtijds, als ik er naar keek,
hield ik mijn adem in, mij afvragend
of dat geheimzinnige ding ook een
rots kon zijn die daar altijd gestaan
had, eene carricatuur van een schip.
De mannen die ia den omtrek van
hun boot bleven, begonnen te zingen.
Een van hen zette in, en de zes
anderen zongen het refrein mee wat
zij vrij goed deden, in aanmerking
genomen dat de meesten stoomdronken
waren. Maar zij hadden goed gegeten,
en hard gewerkt, misschien droegen
die omstandigheden er toe bij, dat zij
niet zoo spoedig last hadden van den
drank. Dat gezang stierf vreemd weg
in den vochtigen nachtwind, en het
scheen een soort van gemor onder de
vogels teweeg te brengen.
(Wordt vervolgd.)