No. 91. Woensdag 10 November 1920 iS Ml IK ALS DERÖF, STUURMAN VOER, FEUILLETON. Nederland. 6 Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal, voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post, bij vooruitbetaling. ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 UUF te bezorgen bij N. V, Stoom-, Beek-, Courant- en Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Kieeuwens Zoon en J. A. Ross. Advertentiën 10 ct. per regel. Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar zeer belangrijke reductie. Advertentlën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van f 1, Bezwaren tegen de Invaliditeits- en Ouderdomswetten De Bond voor Staatspensionoeering bereidt een volkspetitionaement voor tegen de Invaliditeit*- en Ouderdoms- wetten-Aalberse. Het motiet hiervoor wordt uiteen gezet in een stuk, waarin verschil lende bezwaren tegea die wetten worden opgesomd. Zoo wordt ge wezen op het feit, dat de bepalingen van de Iavsiiditeits- en Ouderdoms wet, krachtens welke aan meer dan 300.000 Nederiaadsche mannen ea vrouwen op 3 December 1919 het Staatspensioen werd toegekend, slechts overgangsbepalingen zijn, m. a. w. dat allen, die na 3 December 1919 den 65-jarige leeftijd bereikten opdat Staatspensioen geen aanspraak kunnen doen gelden en dat deze, indien zij niet in loondienst zijn en niet in staat om de premies van de vrijwillige verzekering te betalen, gedoemd worden op hun ouden dag armoede en gebrek te lijden. Verder wordt gewezen op des zwaren druk gelegd op economisch zwakke werkgevers, de lage uiikee- ringen, de onbillijke vesdeeling der lasten, den administratieven romp slomp, het systeem van zegeltjes plakken, de bureaukosten enz. Het doel van den Bood voor Staatspensionneering is om allen, die zich met deze wetten niet vereeni gen kunnen de gelegenheid te geven dit te uiten. De Bond heeft daartoe het plan gevormd om een g cot volkspetiti. oneement tegen de wetten-Aalberse te organiseeren en droeg de uitvoe ring van dit plan op aan een daartoe benoemde commissie. De Arbeidswet op het platteland 1 Het spreekt dat de uitvoering der Arbeidswet op het platteland moei lijkheden oplevert. Daar vindt men l vele kleine patroons, die met een ot twee zoons samen werken en daar door niet aan de wettelijke beperking van den arbeidsduur zijn gebonden, hetgeen wel het geval is ten aanzien van de patroons, die met ééa of twee gezellen werken. Voor laatst genoemden wordt de concurrentie door de inwerkingtreding der Ar beidswet dus onmogelijk gemaakt. Gevraagd wordt, of de mogelijkheid bestaat maatregelen te nemen, ten einde deze onbillijkheid ten opzichte van laatstgenoemde patroons weg te nemen. 25 Een zeeroman van W. CLARK RUSSELL. Ik was in een te ellendigen toestand om hem en zijn makkers te verwijten dat zij laf gehandeld hadder», en schandelijk vooral voor zeelui. Hij liep langzaam naar de plek waar de laatste brekers op het strand rolden, en bleef daar staan als een sjouwerman, wach tende wat de zee zou aansfoelen. De voorste helft van het schip bleef hard doorbranden, en ik smeekte den hemel dat het de aandacht van een voorbij varend vaartuig op ons zou vestigen. En nu mag ik al wel zeggen wat ik later vernam dat het rif waarop ons schip gestrand was, de Roeas ge naamd wordt. Bij het roode licht, dat sterk weerkaatst werd door de wolken, kon ik zien dat er een of twee kleine eilanden waren. Ze zagen er nu vuur rood uit, maar ik verwachtte dat ze Jammerlijke verkwisting Het werkliedenblad Patrimonium schrijf Van betrouwbare zijde vernemen wij, dat onlangs bij gelegenheid van de Tilburgsche kermis een totaal van c.a. vier honderdduizend gulden van de Spaarbank was afgelost. Vier ton Tilburg is een stad van een goede 50.000 inwoners met eec zeer breede arbeidersbevolking. Men kan er op aan, dat verreweg het grootste deel van de opgenomen spaargelden en van de loonen der laatste weken zijn verbrast. Vooral de jonge menschea veroorloven zich dan allerlei dwaze uitgaven. De betrekkelijke hooge loonen van jeugdige personen leiden dikwijls tot allerlei dwaasheden. Zoo stond dezer dagen een jocgmensch, zoon van melkwit zouden zijn, en verblindend door het zand als de zon opgegaan was. In den omtrek waren verscheiden reeksen van half onder water liggende klippen te bespeuren, en aan het snelle voortstuiven van het schuim zag ik dat overal om het eiland heen het water op dergelijke hindernissen stmitte. Werkelijk, wij waren op deze noodlottige plek geloopen alsof wij opzettelijk erheen gestuurd hadden indien het gevaar tieD minuten vroe ger opgemerkt was zou bij de sffelle vaart van ons schip, een wending naar stuurboord of bakboord ons gered heb ben en wij zouden nog voortstevenen in de richiing van de Kaap de Goede Hoop. Bij het aanbreken van den dag zat Belle nog naast mij. Zij was joDg en sterk, en alleen door den angst had zij in het water haar bewijstzijn ven loren. Het woei nog tamelij"k hard. De roode vlammen waren verdwenen maar massa's rook bleven opstijgen uit de zwarte overblijfselen van het wrak. De lucht was een weinig betrok ken, maar het was een prachtige zonsopgang, en de branding had veel van hare woestheid verloren, hoewel arme ouders vol branie, al sigaretten- rookend achter op een tram. Hij gaf den conducteur geen 2X/S cent, maar f 1 fooi. De conducteur was een hoogst fatsoenlijk man. Zeker was de gnidea in zijn handen economisch nuttiger dan in die van het jong' mensch. Hij vond het dan ook juister, om den gulden niet te weigeren. Maar hij heeft het geld na zijn diensttijd aan den vader van den jongen, dien hij kende, ter hand ge steld. Een eere-saluut Zou er 'niet in overleg met de ar beidersorganisaties een regeling in zake verplicht sphren door jeugdige personen zijn te treffen f risico met lichtere varkens is minder. 't Is ons inziens daarom verklaar baar zegt het blad, dat onze Regee- ring overweegt den uitvoer van varkensvleesch en bacon maar toe te staan, in beperkte mate, daar er adders toch geen uitzicht op groo- tere productie is. De Regeering wenscht een proef met de hernieu wing van den export te nemen, 't Zal weer gaan met consenten, een kwaad, waarvan onze Regeering slechts coode gebruik maakt. Wat wolvee betreft hst gevaar is niet denkbeeldig, dat door grooter uitvoer kwantum, hetwelk verwacht wordt, de prijzen zullen oploopen. Lager vleeschprijzen in zicht Het vleesch is van zijn hoogste peil een dubbeltje teruggevallen, maar 't is nog altijd duur. Zou echter, vraagt de Vee- en Vieeschhandel, de algemeeae prijs daling, welke vanuit Amerika in aantocht is, ook over oas land komen en hier eindelijk weer vleesch en spek tot redelijke prijzen ver verkrijgbaar komen. De maisprijzen loopen terug, dat geeft weer beter uitzicht voor de varkensmesterij, welke geen slechter tijd heeft gehad, maar veel te weinig produceerde, 't Was of de boeren door den kwaden geest des tijds waren bevangen weinig doen, maar er goed op verdienen. Waar blijft hun vroegere lust tot mesten Vree zen zij geen afzet voor hun pro ducten te vinden, nu Londen als afneemster bleef uitgeschakeld? 't Blijft gissen, maar de overtui ging wint veld, als de boer voor Londen kan mesten, durft hij het beter aan va kens op te leggen, het het schuim nog woelde en bruiste over de even onder water liggende riffen. Maar hoe naargeestig was bij het schemerlicht ons toevluchtsoord ook zonder de aanwezigheid van het wrak zou het dat geweest zijn. In de verte, op den oceaan wisselden lijkkleurige strepen met sombere diepten af. Van den horizont, waar de lucht zwaar als een doodskleed hing, kwaaien de zwarte golven naar het rif toe rollen. Maar de zon steeg hooger en alles begon wonderlijk te schitteren in het licht. Mijn oog viel dadelijk op twee licha men, die dicht bij elkaar lagen, door de branding aangespoeld, op een hon derd voet van ons af. Ik zeide Belle dat zij moest blijven zitten, en ging er naar kijken. Ik kwam niet gemak kelijk vooruit, want behalve de ontel bare krabben en duizendpooten, was het strad vol zeemeeuwen en andere vogels, zoo volslagen onbekend met den mensch, dat ik ze weg moest schoppen onder het loopen. Eenige groote vogels vielen mij woest aan, j klapwiekend en met open bek, en schorre kreten uitend. Toen ik bij de De oorzaken van de vertraging in den spoorwegdienst. In verband met het steeds grooter wordend aantal klachten, dat ons over den spoorwegdienst bereikt, heeft men zich tot eenige deskun digen op dit gebied gewend met de vraag Hoe komt het toch, dat sinds de inwerkisgtreding der nieuwe spoorwegdienstregeliog de treinen loop vrijwel in de war is, en er bijna geen trein zonder vertraging aan komt De conclusie uit de bijna eenstemmittg gegeven antwoorden is de volgende ie. De leidende hoofdambtenaren, der Nederiaadsche Spoorwegen, die na de fusie tusschen de maatschap pijen den dienst vaststellen (in hoofdzaak gewezen officieren van de genie en artillerie) heaben geen re kening gehouden met de praktijk en ook geen personen uit de prak tijk geraadpleegd. Hun kennis van de praktijk hebben zij, zoo deelde men ons mede, opgedaan door bei twee lijken kwam, zag ik met diepe smart dat het ^een» dat van mijn vriendje Boyton was. Hij lag nog in de armen van den bootsman, die hem zeker had willen redden, en ook ver dronken was. De aanblik van dien armen jongen, nu dood en koud, zijn geest mer zoovele romantische opwel lingen en hoogè aspiraties gevloden trof mij in het hart, en ik begon te snikken. Wat verder op het strand bespeurde ik een andere gestalte. Ik dacht dat het een kleine jongen was, maar bij nadere beschouwing herkende ik den aap dien wij gered hadden Hij leefde en zat onbewegelijk naar het wrak te staren. Al was het schip met man en muis vergaan, die aap was bestemd, gered te worden Ik keek om mij heen, en het hart zonk mij in de schoenen toen ik dat vreeselijk tooneel van verlatenheid na ging. Twee kleine riffea midden in den oceaan, en ik wist zelfs niet, waar wij ons bevonden. Ik meende eenige oude wrakstukken te bespeuren aan den noordkant van het eilandje. Ongetwij feld was op deze riffen al menig goed schip aan stukken geslagen. Eenige matrozen waadden door het water om

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1920 | | pagina 1