er een klacht In over de slechte
kwaliteit. Men is toen op onderzoek
uitgegaan en bij de twee eerstvol
gende bakkers, n.l. D. W. den Herder
en G. Eckhardt, die desgevraagd
dadelijk, en dus onverwacht en on.
voorbereid, een broodje ter onder
zoek beschikbaar stelden, bleek, dat
het brêod van zeer goede kwaliteit
waszoodat een verder onderzoek
overbodig werd geacht.
Daar dit brood verkocht wordt
tegen 22 cent per 8 ons, en de
meerdere kosten daarvan gedragen
worden door het Rijk en ook ge
deeltelijk door de Gemeente, ver
dient het, au gebleken is van de
goede kwaliteit, niet te worden ver
oordeeld, doch te worden aanbevo
len en zal men goed doen, wanneer
men bij zijn eigen bakker het brood
niet goed bevindt, eens een proef
te nemen bij een ander.
Vrijdagmorgen reed de vraehtaato
van dhr. Leendertie te Wemeldlnge,
welke rjdt voor de Breeda Watering,
wegens het weigeren der remmen
achteruit in de haven.
Men had op de anto 20 vaten ben-
line geladen en daarna wiide de
chauffeur een toon van den heer
Leendertie, wegreden maar de auto
reed achterwaart! daar de Kade aldaar
tegenover de Gevangenis een weinig
helt. De chauffeur die voelde dat sfjn
wagen achteruit in plaats van vooruit
reed, schreeuwde nog„Leg er een
blok achter*Maar reeds was het te
laat. Nog juist bijtijds kon de chauf*
feur van de xitplaats springen. Toen
duikelde de sware wagen [wQ hoor'
den dat hij 8500 K.G. ongeladen
weegt] in het water. HQ kwam terecht
tegen een boot van de stoomvaart-
reederg voorheen J. en A. van der
Schuyt, die uitweek, en de schuine
glooing van da kademuur en takte
gedeeltelik onder water.
Door het aanbrengen van xware
kettingen werd verder wegzinken
belet.
Dit geval liep dus gelukkig soDder
persoonlfike ongelukken af. Wel was
er materieele schade.
Het houtwerk der auto en het
voorstel hebben teer geleden; voorts
is de beschoeiing van de kada geheel
versplinterd en de rand gedeeltelik
vertakt. De boot kreeg slechts weinig
averij.
Een groot aantal nieuwsgierigen
was dra bU de hand, onder hen zagen
wij o m. dhr. burgemeester van Goes
en dhr* Rothuiten, directeur van Ge*
meen te werker.
Het tal een heel werk tljn om het
zware voertuig te lichten. De vaten
bectine waren spoedig op het droge.
G. Crt.
De schrijver van het Dagboek van
een Amsterdammer in de Tel. heeft
ook een troonrede uitgesproken en
wel als volgt
Het Is Mij een vreugde, Mij om
ringd te zien door de bloem van
Hollands natie. Nog grooter is Mijn
vreugde als Ik U een jaar lang niet
zie,
Dank zij den onverdroten ijver
van Mijne Ministers neemt de duurte
nog dagelijks in omvang toe. Ver
schillende wetsontwerpen, die de
duurte in de hand zullen werken,
liggen ter Indiening gereed en zullen
U binnen zeer kort bereiken. Dank
zij de voorzorgen van Onzen Minister
van Landbouw Is de prijs van een
simpel broodje van Soo gram alweer
twee centen hooger geworden.
De bloei van Ons graanbureau is
in het afgeloopen jaar alweer toe
genomen.
Maatregelen, die een verhooging
van den prijs der melk tegengaan,
verkeeren in vergevorderden staat
van ontbinding.
Onze betrekkingen met de buiten-
landsche mogendheden zijn van
voortreflelijken aard. Nog een paar
credieten van een paar honderd
millioen en wij zijn „rut".
Met groote voldoening zij gecoc-
stateerd, dat, in ruil voor onze 200
millioen, de Duitschers onze haring
niet lusten. De Steenkolen-Maat
schappij is echter uit den brand.
De toestand van Onze Koloniën
Is zeer bevredigend. Een heuglijk
feit is, dat zich thans zoowel op
Java als de Buitenbezittingen meer
bioscopen dan scholen bevinden.
De rust werd in het afgeloopen jaar
nergens verstoord. De gevangenis
sen zijn overvol.
De trouw van C nze eigen land-
genooten bianea Onze landsgrenzen
is voorbeeldig. Nu de Bevrediging
vaD het Onderwijs een feit is ge
worden, achten Wij het oogenblik
gekomen, het Bewaarschool-onder
wijs afdoende te regelen in Onzen
geest. Binnen is binnen.
Aan Ons leger ontbreekt geen
pollepel. Gezien het succes, dat
Onze Oostelijke naburen hebben
gehad met hun „Volk in Waffen"
zijn maatregelen in voorbereiding,
welke beoogen Onze zuigelingen,
zoodra zij zindelijk zijn, te oefenen
in den wapenhandel. De comman
danten Onzer Burgerwachten zullen
zich met de opleiding belasten.
De toestand van Onze Vloot is
aanzienlijk verbeterd. Indien de heer
Slier nog drie schepen sloopt, Is er
niets meer van over.
Hoe minder gij in het aanstaande
zittingjaar uitvoert, hoe liever het
Mij is, want des te minder bokken
schiet gij.
Ik verklaar de zitting der Staten-
Generaal voor geopend.
P.S. De belastingen worden na
tuurlijk verhoogd.
Er is ingediend een nieuw wets
ontwerp betreffende de jacht.
De jachtwet heeft steeds blootge
staan aan aanvallen, die bijna alle
gegrond waren op de overweging,
dat iu den voortdurenden strijd tus-
schen de belangen van den land
bouw en van de jacht de eerste in
die mate overheerschen, dat daar
voor de laatste moeten wijkeD.
In deze wetsvoordracht wordt de
geldende jachtwet, onder de noodige
technische herziening, bestendigd,
doch daarnevens regelen gesteld, om
de nadeelen, die de landbouw onder
het heerschend recht van den wild
stand ondervindt, [zooveel doenlijk
te weren en op te heffee. Mitsdien
bevat het wetsontwerp naast een
verbeterde reglementeering der be
voegdheid tot opruiming van wild
en schadelijk gedierte ten einde na
deel te voorkomen, eene regeling
betr< ffende vergoeding van wildscha-
de en eene tot afschaffing der heer
lijke en der overige zakelijke jacht-
rechten.
Het ligt in de bedoeling der Re
geering om in verband met de positie,
waarin sommige bedrijven verkeeren,
o.a. de sigareniodustrfe te bevorderen,
dat de beoefenaren van een in moeit
lijke omstandigheden verkeerende
industrie in staat worden gesteld, een
ander vak te leerea, b.v. metselen.
Ter aanmoediging en ondersteuning
zal aan gemeente-besturen een bij
drage In de kosten van den toeslag
op het loon, voor den tijd dat de
in opleiding zijnde arbeiders nog niet
voldoende geschoold zijn en derhalve
nog niei op vol loon aanspraak
kunnen maken, worden gegeven.
Daarvoor is een post op de Staats-
begrootlng uitgetrokken.
De communistische partij heeft
een vergadering te Amsterdam ge
houden, waarin de heeren Wijnkoop,
Kruyt en van Leuven een en ander
vertelden van hun ervaringen in
Rnsland.
De heer Kruyt deelde o,m. het
volgende mee
Hij gaf allereerst een schets van
de groote veranderingen, welke de
revolutie heeft veroorzaakt, Zeker,
't is in Rusland nog lang geen hemef
op aarde, de transportmoeilijkheden
vooral maken, dat er schaarschte is
niet alleen van levensmiddelen, maar
van allerlei zaken, noodig voor in
dustrie en bedrijf. Maar spreker en
zijn vrienden hadden, toen zij in
Ruslaod waren aan gekomen, dan ook
geenszins het gevoel, dat zij nu in
den hemel van het communisme
wareD, maar zij hadden het zeer
sterke en verheugende gevoel, dat
zij wèg waren uit de hel van het
kapitalisme. Dat bleek reeds uit tal
van uiterlijke verschijnselen. Men
zag bijvoorbeeld in Petrograd en in
de andere Russische stedea geen
winkels meer, die noodelooze luxe
instellingen van het kapitalisme.
De winkels zijn ontruimd en inge
richt tot verblijven voor de voor
malige bewoners van sloppen en
achterbuurten, welke nu in verval
raken, Men beeft wel wat anders te
doen dan die krotten af te breken
men laat ze eenvoudig vernietigen
door den tand des tijds. Ook de
restaurants zijn verdwenen. Spreker
en zijn vrienden hadden stilgestaan
voor een voormalig restaurant, dat
nu nog net goed genoeg werd ge
acht om er 's nachts karren te ber
gen. Natuurlijk is door dit alles het
karakter van de steden totaal ver
anderd. Zij hebben niet meer dien
schijnglans, die de kapitalistische
steden kenmerkt. In zooverre hebben
de burgelijke journalisten, die in
Rusland zijn geweest, gelijk wanneer
zij spreken van het verarmde Pei
trograd".
Maar zij kijken tegen de dingen
aan, zij kijken er niet doorheen.
Daardoor verstaan zij niet de be-
teekenis van wat zij noemen die
verarming. Een ander gevolg is, dat
men niet meer ziet dat andere waan
zinnige instituut van het kapitalisme,
de mode, dat men niet meer ziet
het alcoholisme, dat alleen verniei
tigd kan worden door de vernieti
ging van het kapitalisme, dat men
niet meer ziet de prostitutie, niet
meer het militarisme, o ja, er is
het *roode leger» ca het weet ter
dege goed wat het te doen heeft,
maar dat is geen militarisme.
De heer Kruyt wees dan op ver
schillends goede gevolgen van de
Russische revolutie, de verbetering
van de volksgezondheid, waardoor
o.a. het cijfer van de kindersterfte,
dat in Rusland zeer hoog was, be
langrijk is teruggebracht, de ver
betering van het onderwijs, tenge
volge waarvan veel meer kinderen
dan vroeger de scholen bezoeken,
terwijl het onderwijs In betere han
den gegeven is dan die van den pope
Ten slotte sprak de heer Kruyt
nog over de arbefdspraestatie, welke
hij zeer roemde. Hij had verschlh
lende fabrieken bezocht, en daarbij
had bij kunnen constateeren, dat er
zeer hard gewerkt werd. Rusland is
nog lang niet het luilekkerland, zoo>
als sommigen zich voorstellen, er
moet hard en dubbel hard gewerkt
worden onder buitengewoon moei
lijke omstandigheden.
UIT DEN VREEMDE.
Het revolutionnaire Ierland.
Een bijzondere correspondent van
de „Liberté" heeft dezer dagen een
onderhoud gehad met gravin Marei
klevitz, de bekende revolutionnaire
leidster in Ierland, die tijdens den
opstand van 1916 persoonlijk aan de
gevechten deelnam en spoedig daar-
op door de Engelsche autoriteiten
ter dood werd veroordeeld.
Door tusschenkomst van een voor
aanstaand Sinn-Fefner werd de cor
respondent in staat gesteld een
onderhoud te hebben met deze
„amazone" van 1916. De Slnn-Feincr,
die den correspondent geleidde, had
een rijwiel bij zich, ten einde, zoo
zeide hij, beter te kunnen ontsnappen,
wanneer de politie hem mocht over
vallen. En toen de journalist er zijn
verwondering over uitdrukte, dat hij
zich op klaarlichten dag in de straten
der stad verteonde, antwoordde de
Ier
De geheele stad is ons gunstig
gezind. In uw hotel zijn aile keil»
ners mijn vrienden. Onder hen
zijn er nog, die in 1916 onder mijn
bevelen gestreden hebben en ande
ren, die met mij in de Montjoy-
gevangenis een hongerstaking zijn
begonnen. En kijk, die politieagent,
die 't hoofd afwendde, toen wij hem
voorbijgingen, hij herkent mij onge
twijfeld, maar hij durft mij niet te
verradee.
Daar staan wij dan voor het huis,
waarin ik met de gravin een onder
houd zal hebben. Wij worden bin
nengelaten en naar een salon geleid,
waar wij eenfgen tijd moeten wachten.
Plotseling wordt de deur geopend
en gravin Marckievitz treedt binnen.
Het is een lange, magere vrouw.
Zij draagt een gouden bril,waarachter
een paar helderblauwe oogen schit
teren. In uitstekend Fransch zegt
zij tot mij
Ob, de Engelsche politie kent mij
goed, maar ik ken haar nog beter.
Gij weet, dat ik na den opstand van
1916 gearresteerd en door de Engel
sche regeering ter dood werd ver
oordeeld. Mijn straf werd eerst
veranderd in levenslangen dwangan
beid. Ik werd in een gevangenis
opgesloten, waarin ik 15 maanden
doorbracht. Toen werd ik bege
nadigd.
Onmiddellijk zette ik mij weer aan
't werk. Spoedig werd ik opnieuw
gearresteerd, beschuldigd van mede
plichtigheid aan het zoogenaamde
»Duitsche complot». Ik verklaar u,
dat dit complot nooit heeft bestaan.
Gij kunt mij gelcoven, want het
bestaat, dan zou ik niet geaarzeld
hebben er deel aan te nemen. De
Duitschers echter haat ik, hoewel
minder dan de Engelschen»
Thans beschuldigt men "mij op
nieuw. Waarvan Ik weet het niet.
Een heel leger van agenten zoekt
naar mij. Ik heb geen domicilie
meer. Niet één nacht slaap ik onder
het zelfde dak. Op straat heb ik
geen vrees. Mijn vrienden waken
over mij. Onlangs nog, heb Ik in
Dublin op een groote meeting een
rede gehouden. Toen er [soldaten
kwamen opdagen, kon ik door de
menigte heensluipen en mij ia vei
ligheid brengen.»
Opeens werpt de gravin een blik
naar de straat en begeeft zich naar
het raam. Een patrouille nadert, doch
zij gaat het huis voorbij. Spoedig
hoort men de soldaten niet meer.
De „samenzweersterc Is weer gerust
en vervolgt
Op het oogenblik ben ik minister
van Arbeid van de regeering der
Iersche republiek. Ik heb mij vooral
gewijd aan de instelling van abri-
trage-commissies, die de geschillen
tusschen patroons en arbeiders
moeten beslechten. Het revolution!
naire socialisme is hier weinig ont
wikkeld.
Gij verwondert u er misschien
over, dat een vrouw fs belast met
functie, waaraan zulke groote moei
lijkheden zijn verbonden in een
land, dat in een latenten staat van
revolutie verkeert. Maar vergeet niet,
dat de vrouwen een groot aandeel
hebben in het Iersche bevrijdingsi
werk. Wij hebben een groote revo-
lutiennaire organisatie, waarin ik
president ben. Zij draagt den ouden
v