No. 74.
Zaterdag 11 September 1920
43e Jaargang,
t FEUILLETON.
HOI IK ALS DF.RQE
STUURMAN VOER.
m
Kamp of zegen
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADYERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 UUP te bezorgen
bij N. V. Stoom-, Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij v.h. Firma's
F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer|belangrijke reductie.
Advertentiën, alt geboorte-, huwelijks-, verjaring!-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regeli beslaande, voor den pr^i van f I,
Deze week fazen we het volgende
kenschetsende bericht „Een eer
zame Leidsche familie, maakte een
vacantiereisje naar Valkenburg (in
Zuid-Limburg) en verbond daaraan
een uitstapje naar Aken. Daar viel
de aandacht van moeder de vrouw
zelf zakenmensch bij een
wandeling langs de winkeletalages
op een drietal mooie beeldjes,
vogels voorstellend, van Turijnsch
porselein. Na van den winkelhouder
de verzekering te lieben gekregen,
dat zy er aan de grenzen geen last
mee kon krijgen, „omdat luxe-voor
werpjes vrij mochten worden mee
genomen, werd de koop gesloten
voor 1220 Mark. De voorwerpjes
werden netjes ingepakt en, omdat
de vrouw door den winkelier ge
rustgesteld wa", niet eens achter
gehouden.
Aan de grens werd het gezelschap
echter door de Duitsche douanen
aangehoudende beeldjes, die de
heeren blijkbaar zeer mooi vonden
werden hun afgenomen. Maardaarby
bleef het niet. Moeder de vrouw,
die de voorwerpen had gekocht,
werd voor ejn smokkelaarster ge
houden, en naar den rechter ver
wezen. Met een dame reisgenoote,
die in hetzelfde geval verkeerde,
moest zij Aken weer in. De familie
bleef aan de grens, doch manlief
gaf de vrouw nog 240 gulden Hol-
landsch geld mee.
De chauffeur, die met den plaat
selijken toestand bekend was,
bracht de dames naar het aange
wezen gebouw, waar zij alles
behalve vriendelijk werden ontvan
gen. Onze Leidsche dame werd
Een zeeroman van
W. CLARK RUSSELL.
/Meneer Longmore", zeide het lieve
meisje en haar slanke figuur en
mooie profiel leken mij bij het licht
van de lantaien onuitsprekelijk be
koorlijk //meneer Longmore, mijne
hut bevalt mij best.
Wij zullen maar een klein gezel
schap uitmaken aan de kajuitstafel. Zult
u er ook bij zijn
//Neen", antwoordde ik.
//Hij is maar derde-stuurman", viel
Curling in.
,/En wat bent u vroeg zij.
z/lk ben tweede-."
//Waarom", vroeg Belle, //mag de
tweede-stuurman aan de tafel zitten,
en de derde niet
z/Dat is zoo scheepsgebruik van
Noacb's tijd al af", bromde Curling.
eindelijk na heel wat formaliteiten
aan het verstand gebracht dat zij
vrij zou kunnen uitgaan, wanneer
zij onmiddellijk 8500 Mark stortte.
Zij bracht haar Hollandschen schat
voor het licht, doch daarmee werd
geen genoegen genomen, 't Moest
Duitsch geld zijn. De chauffeur
trad als reddende engel op, door
aan te bieden, het geld te wisselen,
't Was echter nog niet voldoende.
De chauffeur, die het gezelschap als
betrouwbaar had leeien kennen,
schoot het restant evenwel voor,
en zoo werd de 3500 Mark afge
dragen en kon de vrouw weder
naar de in ongerustheid wachtende
familieleden terugKeeren.
Een poging, om de gekochte
beeldjes terug te krijgen, mislukte,
en zoo kwam het gezelschap, met
ruim vijfduizend Mark armer, weder
in Valkenburg aan. De familie die
uit medelijden menig Duitsch kind
had in huis genomen en tot dus
verre Duitschgezinde neigingen had,
is heelemaal „omgevallen", zooals
dat in de politiek heet."
Wat schitterende behandeling is
aan deze Duitschgezinde Hollanders
daar in Aken te beurt gevallen We
zouden waar lijk weieens willen weten
hoe de pro-Duitschers in ons land,
van het slag der Goesche Courant
en consorten, zoo'n gevalletje in het
voordeel hunner geliefde Duitschers
zouden uitleggen. Nog liever zagen
we, dat zulke verwoede Duitscher-
beminnaars dezelfde ervaring opde
den als bovenbedoelde Leidsche
menschen. Wie weet, of dan zelfs
de Goesche en de Middelburgsche
couranten ook niet „omvielen".
Beminnelijke en dankbare mem
schen, die Duitschers Bovenstaand
Aan een gezellig praatje viel voor
Belle en mij niet té denken. Curling
bleef en Belle ging heen om wat
in haar dagboek te schrijven, ik zelf
om mijne kist uit te pakken tegen den
nacht.
Toen ik den volgenden ochtend op
het dek kwam, woei er een frissche
bries, en he*- volk was bezig, onder het
zingen van een vroolijk deuntje, het
anker op te winden. Matrozen deuntjes,
ach, matrozendeuntjes waar zijt gij
gebleven Gij zijt den weg opgegaan
van al de miserie, maar ook van al de
poëzie der oude zeilschepen.
Zoodra de zeilen waren bijgezet en
het fregat zich sierlijk begon te neigen
voor den wind, ging ik naar beneden,
om te ontbijten. Wij hadden dien eersten
dag, bij onze beschuit en koffie, een
extraatje een schotel pens. Deze lek
kernij bleek wel niet juist frisch meer,
maar met volop mosterd liet zij zich
nog zeer goed eten. Vieze varkens
worden niet vet. Dit schoone spreek'
woord gold bijzonder aan boord van
onze oude koopvaardijschepen al
thans voor het volk voorop, en in dub
bele mate nog voor de scheepsjongens,
die vaak den afval van den afval voor
verhaal is eigenlijk niets anders
dan een aaneenschakeling van
Duitsche grofheden en... ploerten
streken. Ja 't is een leelijk woord,
maar het past hier volkomen.
Menschen, die met gekocht en be
taald goed (en waarachtig niet
goedkoop gekochtover de grens
willen, worden voor smokkelaars
aangezien. Ons docht, dat smokke
len bestaat in het over de grens
brengen van goederen, waarvoor
niet de vereischte uit- of invoer
rechten betaald zijn of worden
Klaarblijkelijk was dit hier niet het
geval. Indien de winkelier te Aken
gelijk had, behoefden voor de
beeldjes in het geheel geen uit
voerrechten betaald te worden. Had
hij het niet aan 't rechte eind ge
had, dan hadden de koopsters
natuurlijk bij het over&chrijden der
grens de verschuldigde rechten be
taald. Daar hier nu van smokkelarij
geen sprake was, werden dus de
beeldjes geheel onrechtmatig in
beslag genomen, alzoo gestolen.
Maar de heeren Duitsche douaniers
vonden die dingetjes ook zoo bij
zonder mooi. Officieele Duitsche
eerlijkheid
In het gerechtsgebouw te Aken
werden de Hollandsche vrouwen,
„alles behalve vriendelijk" ontvan
gen, ofschoon de Duitsche rechter
lijke ambtenaren eerst nog moesten
1 uitmaken, of er al dan niet smok-
kelarij had plaats gehad. Nu zijn
alle Duitsche ambtenaren wereld-
I beroemd om hun.... voorkomendheid
met een anderen naam vlegelach.
tigheid. Die bleek ook hier weer.
I De vrouwen zouden vrijgelaten
I worden, als ze onmiddellijk 3500
f Mark stortten. Waarvoor? In En-
lief moesten nemen.
De drie knapen zaten reeds op mij
te wachten, en ik hielp hen, als hun
superieur, aan hunne portie. Een va»
de drie was een kleine snuiter, met een
donker, schrander gezicht en vroolijke,
half dichtgeknepen oogen.
„Wel jongens hoe bevalt 't jullie
hier vroeg ik, terwijl wij alle vier
aan onze harde beschuit knabbelden.
z/Nu, stuurman", zeide er een
„het zal wel gaan, denk ik. Maar ik
zou toch liever bij moeder thuis ge
bleven zijn."
//Hij denkt aan zijn zusjezeide
de knaap met de vroolijke oogen.
z/En lach jij hem daarom uit vroeg
ik.
//Wel jaWant, als hij thuis is,
dan plaagt hij haar, wed ik
//Heb jij geen zusters vroeg ik.
z/Wel zes, stuurman", antwoordde
hij-
„Dat is vijf te veel", zeide ik. vMaar
wie er maar ééne heeft, die mag waar
achtig wel eens aan haar denken. Daar
legt hij geen schande mee in. Maar
niet te véél, hoor Een zeeman moet
nooit zeurig wezen. Zich taai houden
en flink aanpakken, dat is hier de
geland, Amerika en andere landen
bestaat de gewoonte, dat de bedrij
vers van sommige misdaden tegen
borgstelling op vrjje voeten worden
gelaten. Doch van welk misdrijf
was hier ook maar een schijn van
bewijs geleverd Het Duitsche
recht en de Duitsche rechtspraak
zijn wereldberoemd. Wie geeft voor
dat recht en die rechtspraak nog
een enkele Duitsche Pfennig?
De Leidsche familie had uit
medelijden „menig Duitsch kind" in
huis genomen en werd nu voor dit
medelijden betaald met innige
dankbaarheid. De Duitsche dank
baarheid, door de Duitschers zelf
van hun hoogste daken uitgegalmd
is wereldberoemd. Lijkt ze niet
wonderwel op de dankbaarheid van
den wolf, die Roodkapje voor haar
goede gaven met huid en haar
verslond
Zouden de „domme Hollanders",
zooals de Duitschers ons heel
vriendelijk betitelen, dom blijven
tot hun jongsten snik? Zouden ze
uit misplaatst medelijden maar
steeds een aantal jonge Duitsche
wolven blijven voeden, wolven, die
als ze' eenmaal volwassen zullen
zijn, hun domme weldoeners ook
met huid en haar zullen trachten
te verslinden? En zal onze regee
ring wat ze gelukkig nog niet
gedaan heeft aan Duitschland
een reusachtig crediet geven, of
schoon de brave Duitschers de
bepalingen van de credietovereen-
komst nu al aan hun laars lappen,
nog eer die overeenkomst wettig is
aangegaan En zou het werkelijk
wel een ramp zyn, als dat wereld
beroemde Duitschland met zijn
wereldberuchte onbetrouwbaarheid
boodschap. Houdt den kop maar boven
water Over een jaar ben je weer thuis,
met een baard in je keel en haar op
je tanden
Zij grinnikten, al kauwend op het
onsmakelijk riekende ingewand.
Toen ik na dit kostelijke maal weer
boven kwam, waren al de passagiers
op de campagne. Ik telde er twaalf.
De oudste en merkwaardigste was
eene zekere mevrouw Trevor, eene
dame van vijf-en-tachtig jaar. Ik hoorde
haar reeds voor ik haar zag. IJare stem
was namelijk zoo luid en hard en schor
als die van een oude raaf. Zij zat in
een rottingstoel, gewikkeld in ontelbare
sjaals, en terwijl zij tegen den kapitein
praatte, die heen en weer drentelde,
werd haar stemgeluid over het gansche
achterschip gehoord. Ik vermoed dat
zij eene van die oude vrouwen was,
die meenen dat haar alles geoorloofd
is, om geen andere reden dan dat zij
zoo ontzettend oud zijn.
Dan was er een raar, klein mannetje,
met een keel deemoedig gezicht, die
altoos keek alsof hij aan iedereen om
verscliooning vroeg vanwege zijn be
staan.
Wordt vervolgd