Woensdag 25 Augustus 1920 HOI IK ALS DERDE STUURMAN VOER, NEDERLAND. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal, voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post, bij vooruitbetaling. ADVERTENTIËN voor Diasdag- en Vrijdagmiddag 12 MUI* te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- ea Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Rleeuwens Zoon en J. A. Ross. .Adverteatiën 10 ct. per regel. Bij conUacteerea van minstens 1000 regels per jaar zeer belangrijke reductie. Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor dea prijs van f 1, g verzorging zijner patiënten betrof. IZija plaats zal worden ingenomen door Dr. Looijen. Wij hopen dat deze de voetsporen van zijn voorga a- is benoemd tot agent van politie te Zlerikzee. Een zeer talrijk puöliek was op gekomen geea plaats was onbezet en velen konden zelfs niet worden toegelaten. Ds. Homburg, voorzitter der af- deeling, leidde de bijeenkomst, waarin door zaag en voordrachte«i en tableaux, tegen drankgebruik en drankmisbruik werd geprotesteerd, en voor geheel-onthoudiog werd ge pleit. De aanwezigen, uit den aard der zaak geestverwanten, brachten in opgewekte stemming den avond door ea gaven vaak op geestdrift volle wijze van hun instemming blijk. Behalve collega's en vrienden vaa den overledene was aan de groeve onze burgemeester aanwezig, die een kort en diepgevoeld woord van af scheid sprak. Velen zullen dan heer Van der Harst met groot leedwezen zien vertrekken. Hij was een kundig, plichtsgetrouw dokter, wien niets te veel was, als het de behandeling en 3 FEUILLETON, Een zeeroman van W. CLARK. RUSSELL. Ik had een scheepje gemaakt, dat ik op dén vijver wilde probeeren. Ik nam het en giüg den tuin in, met geen gedachte meer aan mijn halluci natie, en met het verhaal van den tuinman gladweg uit mijne herinne ring. Vroolijk fluitend, geheel vervuld van mijn nieuwe spelletje, liep ik naar buiten en boog mij over den waterkant, om mijn klipperfregat den doop te laten ontvangen. Ik moet daarbij mijn evenwicht verloren hebben, want opeens plomp! daar lag ik er in, hals over kop. De vijver was diep genoeg om wel drie jongens van mijne groote, boven op elkaar te laten verdrinken. Ik gleed er, naar ik meen, heel stil in en toen ik onder water was, dacht ik bij ger zal drukkec. Dollar en duurte. Het Friesch Dbl. schrijft Wat die twee met elkassder te maken hebben, op 't oogeablik Meer dan meo vermoedt. De lezer keet de markeahistorie. Zelfs eea knaap hoort ge tegen woordig spreken over den marken- koers en weet, dat de mark, die vóór den ooricg eeu 60 ct. ia Ne" detlaadsch geld deed, thans al lang beneden de IQ ct. is gezakt, met het ongelukkig gevolg voor Dultsch- land, dat ai wat daar uit het buiten land wordt ingevoerd, ontzettend duur geworden is. Welnu zooals DuUschland met zijn marken staat tegenover Neder-' land, zoo staat ons land, met ge heel Europa tegenover Amerika. Gelukkig lang aiet in die mate. Maar Ia beginsel is 't hetzelfde verschijnsel. Onze gulden doet reeds een vrij aanzienlijk „disago", gelijk men alt ia handelskringen noemt, tegenover dea dollar. En dat beïnvloedt weer de duurte. Met name alles, wat wij uit Ame- rika betrekken moeten, ondervindt er de gevolgen van, omdat wij met onzen gulden volstrekt overzee niet meer kunnen doea, wat we vroeger konden. M. a. w, voor dezelfde hoe veelheid koopwaar, die hetzelfde getal dollars fs blijven kosten, moe ten wij toch méér guldens betalen. 't Resultaat cr van is duidelijk mijzelf „dit is een droom!".Eu opeens, terwijl ik dit zoo dacht, zag ik duidelijk naast mij in het water - ik weet niet of mijne oogen open of gesloten waren het spooksel vau den vorigen avond hetzelfde mooie, zachte, uitdrukking loze gezicht, met de wolk van zil verblond haar, wegstroomeude in de groene duisternis. Het gezicht was dicht bij het mijne, zoodat ik meende het wel te hebben kunnen aanraken. Het verdween in een oogenblik. Ik rees naar de oppervlakte, stiet een schreeuw uit, hief mijne handen om hoog en zonk weder... Ik herinner mij volkomen mijne gewaarwordingen. Er was in mij geen angst niets dan eeu droomerig gevoel, alsof ik in slaap gevallen ware en zoo aanstonds aan den waterkant, met mijn scheepje in de hand, zou ontwaken. Nogmaals rees ik, en spartelde, en schreeuwde, met mijn mond vol mod derig water en kroos. Wie had mij gezegd, of waar had ik h.et gelezen, dat, als een drenkeling voor de derde maal zinkt, bij niet meer boven komt,?... Deze gedachte vergezelde mij terwijl ik feitelijk voor de derde maal nu Dij koopwaar stijgt in prijs. En 't ergste vaa dit verschijnsel is wel, dat de maane® van de beurs ea dea geldhandel zeggen, dat er voor 't oogeablik niets aan te doen is. Dat het met alle andere Euro- peesche landen tegenover Amerika net zoo gesteld is, en voor vele landen nog heel wat erger, is zeker voor ons maar- een heel schrale troost. Tweeërlei, dunkt ons, volgt eruit. Ten eerste, dat het thans een loocende arbeid fs, om wat we uit Amerika krijgen en wat toch ook hier kaa worden verbouwd of ver vaardigd, hier ook aan te pakken en ten tweede, dat met des te meer zorg en ijver andere duurte-oorza- ken, die weggenomen kunnen wor den, moeten opgespoord en be streden. Men schrijft aan het R. N De veepest. »Ea toen kwam de veepest». Zoo vertelde mijn grootvader en wij josgsns zaten met gretige oogen de woorden uit zijn mond te kijken als hij ons de verschrikkelijkste ver halen deed, Van koeien, die zoo springlevend ia het land liepen en eenige uren later morsdood lagen ea dan gingen „stinken als de pest('. We hoorden verhalen van boeren, die van schatrijk in enkele weken straatarm werden, van landerijen, waaruit het vee in enkele dagen verdween als sneeuw voor de zon, van „kapitale hofsteden", die publiek zouden verkocht worden zonder dat er één enkele kooper kwam opda gen, ja, dat men zelfs voor tien stuiver de bezitter van eea land goed kon wordes. van de oppervlakte verdween, al trap pend en worstelend. Doch het geloof bleek in miin geval niet geloofwaardig, want ik rees voor de derde maal, en, mijne handen uitstekende, greep ik een ijzeren rooster, dat tot wateraf voer diende en waaraan iets hcoger een ijzeren traliewerk bevestigd was. Ik klemde mij vast, ik werkte mij omhoog en ik rolde op het gras, waar,, ik roerloos bleef liggen, tot barstens gevuld met vuil water en allerlei onsmakelijkheden. Terwijl ik daar zoo lag, kwam naar ik later vernam de tuinman voorbij. Hij had niets gehoord of gemerkt. Toen hij mij op de kant zag liggen, mijn haar en gezicht en mond bedekt met kroos en slijm van waterplanten, hield hij mij eerst voor dood. Doch eenig hadenken leidde hem tot de slotsom, dat ik er zelf moest uitgekropen en dus bezwaarlijk ver dronken kon zijn. ,»Ah, mon Dieu riep hij, terwijl hij mij opnam en naar het hi is droeg, Mijne moeder, die uit venster hem zag aankomen, stormde naar buiten, gillende „Is hij verdronken Is hij dsod Later, toes mijn goede grootva der al jarenlang dood was, heb ik nog vaak over zijn verhalen nage dacht en dikwijls rees bij mij twij fel, of al hetgeen ik In mijn kinder jaren hoorde wel waarheid was ge- wees't. De veepest en mond- en klauwzeer werden langzamerhand één in mijn gedachten en ten slotte vestigde zich bij mij de overiuiging, dat de veepest, zooals mijn groot vader die schilderde, niet zoo heel erg geweest kon zijn. Tot voor enkele weken de kranten de eerste berich ten brachten van het uitbreken der veepest in België. Toen werd het na eenige dagen duidelijk, dat dit een ziekte is, die hemelsbreed van het mond- en klauwzeer verschilt. Bij eea goede verpleging valt nog veel van het door mond- en klauw zeer aangetast vee te redden. Als een dier echter het slachtoffer wordt van de veepest, is het gewoonlijk reddeloos verloren. Tot nog toe Is de gevreesde ziekte buiten onze grenzen gebleven. In België is ze helaas reeds Jover vele provinciën verbreid. Met een buitenlandsch rum derras, de zebu, is ze binnengebracht. Wanneer zullen we weer kunnen zeggen, dat deze ziekte uit onze omgeving voor goed verdwenen is Dat zal afhangen van de maatrege len, die men neemt. Er is één ge luk bij dit ongeluk De smetstof schijnt niet zoo gemakkelijk verspreid te kunnen worden, als bij mond- en klauwzeer. Slechts door directe aan raking wordt het gezonde vee aan getast. Wordt dus op stal een der koeien ziek, dan kan men vaak de ziekte afdoende beperken, door on middellijk het zieke dier af te maken en met de buurkoeien te verwijderen. Draag hem naar binnen. Leg hem op de sofa. O, mijn jongenMijn arme, lieve jongen „Tk geloof niet dat hij verdronken is, Madame", zeide de tuinman „Anders zou hij er niet zoo heel alleen uitgekomen zijn. Ik vond hem zoo op het gras liggen. Als ik u raden mag, Madame, laat hem dan dadelijk uitkleeden, terdege afwrijven, en dan goed warm in bed. Beter kan geen dokier u voorschrijven, Madame". Mijne moeder handelde fluks naar dien goeden raad, waarvan het gevolg was, dat ik al heel spoedig weer tee kenen van leven gaf. Mijn vader was uit. Toen hij thuiskwam en ik uit een verkwikkenden -slaap ontwaakte, voelde ik mij zoo flink alsof er niets gebeurd ware. Mijne ouders stonden bij mijn bed. Ik opende mijne oogen en glim lachte. Mijn vader kuste mij en mijne moeder, na eene hartstochtelijke om helzing, viel op hare knieen en dankte God, zooals alleen eene moeder danken kar, voor mijne redding, terwijl mijn vader diep geroerd er bij stond. Ik wilde opstaan. Doch mijne moeder wilde daarvan niet hooren en beloofde dat zij mij bij mijn bed wat moois Goes Goes. Zaterdag gaf de Afdeeiiög „Goes" van da Christelijke Geheel Oathoudersvereenigiag een prepa- gaeda-avoad in de Sociëteit V.O.V. Goes. Maandag j.l. vond de be grafenis plaats van Dr. Coenen, ge meente-geneesheer alhier. Goes. Naar wij vernemen besloot Dr. Vaa der Harst zija praktijk neer te leggen om zich ie Arnhem te gaan vestigen.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1920 | | pagina 1