No. 58. 43® Jaargang, ONZE KOLENPOSITIE. FEUILLETON. Dit blad verschijnt Woeasdag eo Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes $0 cent per kwartaal,, voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco pei* post, bij vooruitbetaling. ADVERTENT1ËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag J2 utss* te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- ea Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Kleeuwens Zooa en J. A. Ross. Advertentlën 10 ct. per regel. Bij cont^acteeren vaa minstens 1000 regels per jaar zeer belangrijke reductie. Advertentiën. als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetaigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor des prijs van f 1, Het zou voor ons, Nederlanders, weieens leelijk kunnen loopen met onze brandstof. De directeur van de steenkolendistributie in ons land heeft verklaard, dat het er op dit oogenblik al tamelijk donker mee uitziet. Hij voegde erbij, dat de distributie waarschijnlijk .nog ver scheidene jaren voortgezet zal moeten worden, wat voor hem misschien wel grond zou opleveren, om zijn ontslag te nemen uit een betrekking, die lang niet gemakke lijk en lang niet aangenaam is. De ongunstige toestand van wat men noemt onze kolenpositie is natuurlijk in hoofdzaak daaraan te wijten, dat wij niet genoeg steenkolen uit Duitschland krijgen. En na wat deze week te Spa is voorgevallen, vreezen we, dat het nog weieens heel wat erger zou kunnen worden. Wat toch is het geval Op de confeientie te Spa zouden geallieerden en Duitschers onderhandelen over de hoeveelheid kolen,die Duitschland aan zijn voormalige vijanden, vooral aan Frankrijk en België, zou moeten leveren^ omdat de Duitschers gedurende den oorlog een aantal Fransche kolenmijnen voor tal van jaren zonder noodzaak op eene gemeene manier onbruikbaar heb ben gemaakt. De Duitsche gevol machtigden te Spa zouden omtrent deze zaak een voorstel doen. Vol gens dit voorstel nu wil Duitsch land van 1 October 1920 af per 17 Naar het Italiaansch. ,/Ben ik zoo sentimenteel en zoo poëtisch f" dacht Mario. Misschien was hel wel zoo, maar het is nooit aange naam, in een heerlijken droom gestoord te worden. „Het begint koel te worden", zeide Gabrielle en wikkelde zich huiverend in haren mantel. „Wanneer wijde lagune dwars over steken, naar den Giardino Pubblico, zullen wij nog meer last van den wind jjebven. Het is beter dat wij een van de smalle watersteegjes ingaan." Zij voeren achter het arsenaal om, tusschen de door de ondergaande zon helrood gekleurde zandbanken door. In het stilstaande water spiegelden zich, niet verwonderlijke scherpte, de lange, rooskleurige wolkenstrepen en de roodgetinte muren van het arsenaal. Die onnoozele jongen had haar den mooien gondeltocht bijna bedorven maand één millioen en vierhonderd duizend ton leveren en van 1 October 1921 af per maand één millioen en zevenhonderdduizend ton. De geallieerden van hun kant hadden natuurlijk ook een eisch omtrent deze hoeveelheid. Bij het stellen daarvan waren zij zooveel mogelijk op matiging en samen werking bedacht. Daarom hadden zij hun eersten eisch van drie en een kwart millioen ton terugge bracht op twee millioen en vier honderdduizend ton per maand. Maar nu de D uitschers juist één millioen ton beneden het "door de geallieerden gevraagd bleven, moest de voorzitter der conferentie verklaren, dat het Duitsche voor stel volkomen onvoldoende was. De Duitsche minister Simons deelde mede, dat Duitschland onmogelijk hooger kon gaan in verband met den binnenlandschen politieken toestand. De groote Duitsche mijn- bezitter Stinnes, die"" over de mini ster van zijn land vrijwel den baas speelt en tegenover de conferentie op even brutale wijze was opge treden als tegenover die ministers had Simons zoo wijs gemaakt. Bovendien hadden Stinnes en Simons verteld, dat de Duitsche mijnwerkers in opstand zouden komen, als zij te veel kolen naar hun zin voor de geaillieerden moesten delven. Eigenlijk waren het ongetyfeld die twee sprekers, die de mijnwerkers tot opstand zouden .brengen. Zoo schenen ook In den grond van haar hart, had me vrouw de Bréteuil bovendien misschien een weinig berouw. Maar wie had ook kunnen denken dat Mario het flirt spelletje van daarginder zoo ernstig op zou nemen In elk geval begon zij hem, met zijne onverstoorbare bewondering voor haar persoon, wat zwaar op de hand ie vinden en was het maar goed dat haar verblijf te Venetië op zijn eind liep. Was zij eenmaal weg, dan zou Mario haar wel spoedig vergeten. Op het terras der villa, ouder het uitgehaalde gordijn der veranda, dat in den frieschen^ ochtendwind vroolijk klapperde, zat mevrouw Vitali de kran ten en de adressen der brieven in ie zien, die met de post gekomen waren. „Die is voor papa, en deze ook, kijk, daar is ook een briel van Mario Zij scheurde het enveloppe open, dat op den grond viel. Nora, die naast haar zat, bukte zich om het op te rapen. „Het is", zeide mevrouw, toen zij den brief doorgeloopen had, „alsof die jongen zich den tijd niet gunt om een oogenblik te blijven zitten. Hij schrijft geen brieven, maar telegrammen." Nora draaide het enveloppe om en om en bekeek het van alle kanten. de geallieerden te Spa het intezien wat niet te verwonderen is. Want Simons had ook nog den eisch laten hooren, dat de geallieerden j voor betere voeding en woning der mijnwerkers zouden zorgen. En ofschoon hieraan zou voldaan wor den, wilde hij toch de te leveren hoeveelheid kolen niet hooger stel len dan het door hem genoemde cijfer. Naar onze meening en dat zal ook wel de meening der geal lieerden zijn willen de Duit schers allereerst genoeg kolen voor zichzelf hebben, in de tweede plaats wenschen zij kolen aan anderen, voornamelijk aan ons, te leveren, om in ruil voedingsmid delen uit ons land te halen en wat er dan ten slotte nog aan kolen overblijft, willen zij voor de geal lieerden bestemmen. Het komt dan precies uit, zooals Poincaré schreef: „Aan hot volk, dat de Duitschers hebben willen vernietigen, willen ze alleen hun overschot afstaan." Diezelfde Duitschers vergeten en ook hierop wees Poincaré .met het volste recht dat Frankrijk den elfden November 1918 den oorlog had kunnen voortzetten, in Duitschland had kunnen doordrin gen, de burgerbevolking had kunnen straffen met roof en moord, de Duitsche. mijnen onbruikbaar had den kunnen maken. Doch „uit adel des geestes* heeft Frankrijk zich niet schuldig gemaakt aan zulke euveldaden, zooals de Duitschers op groote schaal in Frankrijk en België hebben begaan. Tot loon „Het is zonderling, het poststempel is van Milaan en toch zou ik er op durven zweren dat de brief ergens anders van daan komt", zeide zij half luid. „Waar zou bij anders van daan moeten komen, melieve Ik kan mij ter wereld niet voorstellen welk belang Mario er bij zou hebben om ons te laten gelooven dat hij zich op eene andere plaats bevindt dan waar hij werkelijk is." ,,Hij schaamt zich misschien om er voor uit te komen dat hij zijnen tijd verspilt met Gabrielle de Bréteuil na te loopen." „Hoe kom je op het idee Gabrielle zou mij dat stellig geschreven hebben." „Dat beteekent niets. Gabrielle heeft u maar éénmaal een kort briefje ge schreven en toen kan zij er niet aan gedacht hebben." Er was iets hards en prikkelbaars iu hare stem. In de laatste weken had Nora haar vroeger zoo opgeruimd en gelijkmatig humeur verloren. Zij stond op en keek, tegen de balustrade van het terras geleund, naar buiten. „Kijk eens, daar kernen Vieri en papa aan Die hebben al eene morgen wandeling achter den rug." voor dien „adel des geestes" ont vangen nu de Franschen de weige ring hunner voormalige vijanden, om iets aftestaan ter vergoeding voor die euveldaden. Alleen een over scot. Na deze besliste weigering der Duitschers hebben de geallieerden de conferentie te Spa geschorst. Maar dat niet alleen. Zij hebben maarschalk Foch die reeds uit Spa naar Parijs, en maarschalk Wilson die naar Londen was vertrokken, onmiddellyk dringend naar Spa teruggeroepen. Wat dit beteekent kan men wel ongeveer raden. Toen de ontwapening van Duitschland besproken werd waarbij die twee maarschalken tegenwoordig waren, hebben de geallieerden bij monde van Lloyd George gedreigd, dat zy nog meer Duitsch gebied, bijv. de mijnstreken aan de Ruhr, [zouden bezetten, als Duitschland niet toe gaf, wat toen ook is gebeurd, na- melyk dat toegeven. Doch nu de Duitscher in de kolenkwestie niet toegeeft, zou het zeker niet onmo gelijk zyn, dat de vroeger geuite bedreiging toch nog ten uitvoer werd gebracht. Dan is er nog een gewichtige zaak te bespreken, de schadever goeding die Duitschland te betalen zal hebben. Weigert het ook hierin dan staat het ongetwijfeld wel vast, .dat nog een goed stuk Duitsch gebied een bezetting met geallieerde troepen zal hebben te doorstaan, waardoor ons land zeer zal worden getroffen. „Denk ji dat iedereen zoo lui is als jullie „Dat is waar, paatje, maar u moest eens weten hoe lekker ik het in bed vind Zij bleef in dezelfde houding terwijl de beide beeren de trap opliepen, maar keerde zich om toen zij hen op het terras hoorde komen. „Hebt u niet wat nieuws te vertellen, Vieri i" vroeg mevrouw Vitali. „Een massa Om maar iets te noe men over een paar uren zal het gaan regenen. Maar ik weet toch iets beters, dat ik zoo pas uit de beste bron vernomen heb. Freule Fassini gaat trouwenvindt u dat niet heel inte ressant „Stellig, wij kennen haar familie sedert lang. Wie is de gelukkige ?l< „Dat weet ik u waarlijk niet te zeggen. Ik zal den brief van haar broeder meebrengen, dan kunt u bet zelve lezen. Het moet geen schitterende partij zijn, want het is een huwelijk uit liefde." f Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1920 | | pagina 1