No. 52.
Zaterdag 26 Juni 1920.
YOL
i3e Jaargang,
JElti»
FEUILLETON,
Recht en Plicht.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 B3ur te bezorgen
bij N. V, Stoom-, Boek-, Courast- en
Handelsdrukkerij v.h. Firma's
F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarlngs-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prijs van f 1,
Naarmate de arbeiderspartij
groeit en nog groeien 2,al, zal zij
behoefte hebben over gezag te be
schikken. De beste harer leden
worden gekozen om de verschillende
takken van dienst te besturen. Zij
zullen voor het gemeenschappelijk
welzijn een steeds zwaarder ver
antwoordelijkheid moeten aanvaar
den er is geen verantwoordelijk
heid mogelijk, wanneer er geen
gezag is. De toekomst wordt in
gevaar gebracht, wanneer alle on
tevredenen zonder onderscheid wor
den begunstigd, en wanneer hun
telkens van hun rechten wordt
gesproken, zonder dat hun ooit hun
plichten in herinnering worden
gebracht.*
Wie was de man, die op deze
wijze de noodzakelijkheid erkende
van gezag, van verantwoordelijk
heidsbesef, van het voldoen aan
plicht, ook door ontevredenen
Ongetwijfeld een kapitalist of een
„bourgeois", die de arbeiders wil
voorhouden, dat zij niet altijd, zelfs
niet in de eerste plaats aan hun
eigenbelang moeten denken, maar
bovenal aan „het gemeenschappelijk
welzijn." Neen, geachte lezer, het
was niemand minder dan de socia
listische minister van kunsten en
weten- schappen in België, de
heer Jules Destrée.
Er was een tijd, dat de socialis
tische partij tegen alle gezag op
tornde, omdat zij meende, dat de
dragers van het gezag krachtens
hun ambt vijandig stonden en
moesten staan tegenover de socia
listische beginselen. Zij heeft deze
Naar het ttaliaansch.
Mario, wil je dat venster hier
tegenover mij dicht doen vroeg zij.
„Wat, heb je het koud vroeg een
der anderen.
„Ja, ik weet niet hoe het komt.
Misschien zal het beter zijn als ik
een doek ga halen.',
Zij stond op. Hare tanden klapper
den, hare handen en dwong haar
tegenover hem te blijven staan, liep
in donker de kamer van haar moeder
door, met de handen voor zich uit,
omdat zij in de duisternis zich ver
beeldde dat er dingen stonden waar
zij tegen aan zou loopen. Midden in
hare kamer bleef zij staan. „Wat
kwam zij er ook doen Zij klemde
zich het voorhoofd vast met de handen,
als moest zij hare gedachten beletten
op de vlucht te gaan. „O, ja Op
den tast vond zij de plaats waar hare
houding verlaten, wijl zij begon in
te zien, dat zonder gezag geen
geregelde samenleving mogelijk is.
En ze geeft de omverwerping van
het gezag thans overgelaten aan de
communisten. Maar de partij der
ontevredenen is ze nog immer.
Voor wie dit niet gelooven mocht,
is het in den laatsten tijd duidelijk
genoeg gebleken. Immers, de socia
listische gelederen zyn sterk ge
dund, wat van dien kant zelf vol
mondig erkend is. Zij, die uit de
partij zijn gaan loopen, waren na
tuurlijk niet zulken, die haar begin
selen m9t lijf en ziel waren toe
gedaan die bleven wel. Het waren
de ontevredenen, die hadden gehoopt
en verwacht, dat zij aan socialis
tische zijde hun wenschen en eischen
bevredigd zouden zien. Doch nu
zij merkten, dat dit niet zoo was
en dat- de macht der partij minder
groot was, dan zij zich hadden
voorgesteld, verlieten zij het vaan
del, dat wijl zij beginselloos
waren toch het hunne niet was,
om het nu misschien maar weer
eens bij anderen te beproeven.
Hebben de socialisten hun stand
punt van gezagsvernietiging om de
genoemde reden verlaten, ook ten
opzichte der ontevredenen beginnen
zij zachtjes aan een andere lijn te
volgen. De uiting van minister
Destrée, dat „de toekomst in gevaar
wordt gebracht, wanneer alle onte
vredenen zonder onderscheid worden
begunstigd, en wanneer hun telkens
van hun rechten wordt gesproken,
zonder dat hun ooit hun plichten
in herinnering worden gebracht",
die uiting bewijst vooreerst, dat er
in zijn party heel wat ontevredenen
zijn, doch ook, dat tegen dezen met
kleederen hingen, nam een doek en
wikkelde er zich rillende in. „Nu
ia het uit mompelde zij halfluid.
Toen keerde zij langzaam en aarzelend
op hare schreden terug. Zij was bijna
bang zich weder in het licht en aan
de anderen te vertoonen. Er was iets
dat haar zeide, dat voor haar het
verdriet nog begonnen was....-
„Ik geloof dat het tijd is om naar
huis te gaan, zeide mevrouw Bréteuil
toen zij Nora in de biljartkamer terug
zag komen. De roode sjaal, die zjj was
gaan halen, deed hare bleekheid nog
sterker uitkomen.
„Nora ziet er tenminste uit alsof
zij doodmoe is Komaan, laat dat biljart
staan tot morgenochtend, het loopt
immers niet weg Weet iemand waar
ik mijn mantel gelaten heb."
Werktuigelijk ging Mario heen om
den mantel te halen. Gabrielle bleef
praten, terwijl hij hem haar over de
schouders wierp en dankte hem met
een onverschilligen glimlach. Hij bleef
echter bij haar.
„Wilt u mij uw arm geven tot aan
het hek, Doria vroeg zij, en zonder
antwoord af te wachten legde zij haar
hand op zijn arm. Een oogeublik zag
kracht wordt opgetreden. Destrée
toch acht het heilloos, om tot deze
menschen maar telkens van hun
rechten te spreken en hun nooit
hun plichten in herinnering te
brengen. Juist, zoo is het. Dit voort
durend op den voorgrond schuiven
van rechten, die vaak in 't geheel
geen rechten zijn, en het angst
vallig vermijden van het wijzen op
plichten dat is de groote kanker
der maatschappij. Werd aan beide,
recht en plicht, gelijkelijk voldaan,
dan zou het er in de wereld vol
strekt niet zoo ellendig uitzien als
thans.
Indien men tot de ontevredenen
maar steeds over hun rechten
spreekt, worden niet alleen kleine
rechten opgeblazen tot reusachtige,
doch worden ook onophoudelijk
nieuwe „rechten" ter tafel gebracht,
die op dezen naam volstrekt geen
aanspraak hebben ja, misschien wel
een duidelijk onrecht vormen. En
wanneer nooit aan plicht wordt
herinnerd, komt men er gemakke
lijk toe, het bestaan van plicht
'geheel of voor een goed deel te
ontkennen. Men ziet het aan ds
groote afmetingen, die de lijntrek-
kery tegenwoordig heeft aangeno
men. Men spreekt over bijna niets
anders dan over het „recht" op
hoog loon, maar men weigert de
erkenning van den plicht, dat de
hoeveelheid en de hoedanigheid van
den arbeid aan dat loon evenredig
moet zyn. Moet dat zoo voortgaan,
dan is inderdaad de toekomst in
gevaar, zooals Destrée, de socialist,
zeide. De aanleiding tot deze woon
den van den Belgischen minister
bestond in zijn weigering, om voor
de Belgische onderwijzers het sta-
hij Nora aan met eene uitdrukking
van willooze berusting, toen volgde hij
Gabrielle meer dan hij haar geleidde.
Pratend en lachend kwam het gezel
schap op het terras, waar de maan
helder scheen en de boomen grillige
schaduwen teekenden Een van de
gasten hief een volksdeuntje aan en
de anderen zongen in koor het refrein,
terwijl hunne voetstappen de maat
trapten.
Gabrielle kwam met Mario een
weinig langzamer achteraan. Zij hield
haar oogen half gesloten en zag
droomerig naar de bochtige lijn der
door de maan verlichte bergen tegen
den donkerblauwen hemel. Met diepe
teugen ademde zij langzaam de zoele
nachtlucht in, die juog verzadigd was
van de gedurende een heelen dag van
zonnehitte uitgewasemde bloemengeu
ren. Hare zinnen, meer nog dan hare
gedachten, waren vervuld van herinne
ringen aan vroeger dagen aan bioem-
geur, bij andere gelegenheden inge
ademd aan melodiën, elders gehoord
en in haar geheugen teruggeroepen
door de ongeoefende, maar frissche
stemmen der vier of vijf zingende jj
jongelieden. Zij was in eene onwisse
kingsrecht te erkennen.Hieromtrent
zei hij nog de gedenkwaardige
woorden„Elk streven van het
onderwijzend corps is steeds in
tegenovergestelden zin gericht ge
weest en beoogt, de vastheid van
het ambt te verzekeren. Doch waar
men de mogelijkheid der uitsluiting
geeft opgegeven, is geen plaats
meer voor het recht van staking."
Dat wil dus zeggen als de onder
wijzers het recht eischen, om als
vaste ambtenaren beschouwd te
worden, dan blijft ook de onafwijs
bare plicht op hen rusten, hun
ambt naar behooren te vervullen.
Erkenden zy alleen dit recht en
niet dien plicht, zoodat zij steeds
bezoldigd ambtenaar bleven, ook
al gingen zjj voor langer of korter
tyd in staking, dan kwam er van
onderwijs en opvoeding niets terecht
en was de maatschappij in gevaar.
NEDERLAND
Goes. We ontvingen de Gids voor
Zuid- en Noordbeveland, uitgegeven
door de Vereeniging voor Vreem
delingenverkeer, die aan alle leden
der Vereeniging gratis wordt uitge
reikt.
Het is een boekje dat verlucht
met eenige aardige kiekjes, een
geestig geschreven overzicht geeft
van de Bevelandsche bezienswaar
digheden.
Goes. Woensdag hield de ver
tegenwoordiger der firma Stokvis te
Rotterdam een kookdemonstratie in
de Sociëteit V.O.V.
Velen hadden aan de ultnoodiglng
van den heer Bonthuls, directeur der
Gasiabrick, voldaan en waren opge-
gemoedsstemming, die overhelde tot
weeke melancholie. Zij voelde zich
prettig te moede van de gedurende
een langen dag, met wijd geopende
longen, onder veel lichaamsbeweging
ingeademde fijne berglucht. Zij be
speurde in alle hare leden de nawer
king van het felle licht der middag
zon van het met een gouden glans
overgoten groen de- bosschen en vel
den van de schitterende harmonie van
zonnestralen, hemelblauw en frischheid,
die ons naar het hoofd kan stijgen
als een vurige wijn. Zij verlangde naar
eene hevige ontroering, die haar op
kon wekken uit de bezwijming, waarin
zij dacht te zullen wegzinken. Had
Mario haar op dit oogenblik van
liefde gesproken, hij zou waarschijnlijk
een geneigd oor bij haar gevonden
hebben, en hij sou ongelijk gehad
hebben indien hij aan hare oprecht
heid getwijfeld had.
Maar Doria voerde eerder dien zwa-
ren strijd met zichzelven, dié hem
onmachtig maakte om iets te willen.
{Wordt vervolgd.)