No.. 50.
Zaterdag 19 Juni 1920
4de Jaargang,
JEU WD.
Een overeenkomst.
FWUtTII.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per hali jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 ilUP te bezorgen
bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij v.h. Firma's
F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij conDacteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjariagt-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prifs van f 1,
Er is bij onze Tweede Kamer
een wetsontwerp ingediend, om
goedkeuring te verleenen aan een
contract, dat onze regeering met
Duitschland gesloten heeft en
waarbij Nederland zich verbindt,
aan Duitschland een crediet te
geven van 60 millioen gulden voor
den aankoop van levensmiddelen
uit Nederland of Nederlandsch-
Indië en van 140 millioen gulden
voor den aankoop van grondstoffen
Duitschland zal voor dit crediet
een rente van zes procent te
betalen hebben en een onderpand
van 200 millioen gulden aan Duit-
sche schatkistbiljetten bij de Ne-
derlandsche bank moeten deponee-
ren. Wij zullen ons nu maar niet
verdiepen in de vraag, welke
waarde die schatkistbiljetten wel
hebben. Er zijn al meer schrifte
lijke beloften van Duitsche zyde
als vodjes papier behandeld.
Onze regeering heeft zich bij het
sluiten dezer overeen omst laten
leiden zoowel door het belang van
Duitschland als van ons. Als de
ellendige toestanden der wereld
hersteld zullen worden, is het
noodig zegt zij, dat Duitschland
weer sterker wordt. Dat is ook in
ous belang, vooreerst, omdat dit
land een groot afzetgebied voor
onze productie vormt, en in de
tweede plaats, omdat wy van
daarginds kolen, grondstoffen en
halffabrikaten moeten betrekken.
Verder is het verkeer in onze
havens voor een goed deel afhan
kelijk van de wederopleving der
Duitsche nijverheid aan en nabij
den Ryn.
9
Naar het Italiaansch.
Werktuigelijk bleef hij de doeken
en dekens gladstrijken. Opeens trok
mevrouw de Bréteuil haren arm onder
haar hoofd weg en liet zich achterover
op den stapel vallen. Haar lichtbruine,
geparfumeerde krulletjes beroerden bij
die beweging, vluchtig, het voorover
gebogen gezicht van Mario.
„Parfaitzeide zei, met eenen
zucht van welbehagen zich nedervleien-
de. Zij dankte hem met eenen glim
lach, terwijl hij op eene knie bleef
liggen en zijne oogen liet gaan over
de mooie gestalte, die vóór hem uit
gestrekt lag, tot waar de blanke,
gevulde hals het fiere, uitdagende ge
laat droeg. Met eene snelle beweging
sprong bij overeind en streek zich met
zijne hand, door de haren.
„Nu, wat is er?" vroeg Gabrielle.
Hij aarzelde een oogenblik, maar
Men zou kunnen vragen, of het
herstel van Duitschland onze
regeering zooveel meer ter harte
gaat dan dat van Frankrijk en
België. Laten wij gevoelsoverwe
gingen terzijde, dan moet erkend
worden, dat onze betrekkingen met
deze landen van minder beteekenis
zijn dan die met Duitschland. We
betreuren dit en zouden ze gaarne
uitgebreid zien. Maar... dat wordt
ons in den laatsten tijd wel heel
moeilijk, zoo niet onmogelijk ge
maakt. België neemt op politiek
gebied tegenover ons een houding
aan, die doet vreezen, dat er van
vriendschappelijke betrekkingen niet
veel terechtkomen. En vele Eran-
schen schijnen meer met België
dan met ons meetegaan, zoodat
ook onze gedragslijn tegenover
Frankrijk voorzichtigheid vereischt.
Bovendien hebben we in de kwes
tie van het Rijnvaartcontract wei
nig van deze beide landen te
hopen, wel veel te vreezen. Wordt
dit contract gesloten in den geest
van Frankrijk, dan heeft niet alleen
de Duitsche nijverheid aan en nabij"
den Rijn, maar in dubbele mate
het verkeer in onze havens daar
door te lijden. In vereeniging met
Engeland en Duitschland zullen wij
ons in deze zaak moeten schrap
zetten.
Maar wy moeten op het inge
diende wetsontwerp terugkomen.
Onze regeering meende verplicht te
zijn, om als voorwaarde voor het
crediet te stellen dat Duitschland
aan Nederland eenige zekerheid
gaf ten aanzien van de levering
van steenkolen. Temeer waarde
hechtte zjj daaraan, omdat hoogst
onzeker is of geregeld en in belang-
verwijderde zich zonder antwoord te
geven.
Sedert veertien dagen was het Mario
alsof hij in eenen droom leefde. Zijn
vroeger bestaan, of, om juister te spre
ken, alles wat, weinige weken geleden,
zijn leven was, scheen op een* uitge-
wischt, naar achter geweken het had
alle beteekenis verloren. Hij bleef er
nog aan gehecht met de pijnlijke ver
kleefdheid, die wij hebben voor dingen
en gedachten, die zoo geheel één met
ons zijn geworden, dat zij, wanneer ze
ons ontnomen worden, een stuk van
onszelven inet zich nemen. Bij zulk
eene scheuring openbaart zich, met
wreede duidelijkheid, de broosheid en
onbestendigheid van ons wezen.
Het beeld van Gabrielle de Bréteuil
vertoonde zich in zijne gedachte, op
eenen achtergroud van verwarde droo-
men en wensch n, met eene klaarheid
die al het andere verluisterde, als ware
zij de eers'e vrouw die hij ooit gezien
had. Zij was voor hem de openbaring
van iets, waarvan hij het bestaan nooit
vermoed had. De geur van Gabrielle's
parfums, die zich mededeelde aan alles
wat zij aanraakte haar luchtige och-
- tendtoiletten, die in hun golvende
rijhe hoeveelheden, steenkolen s
uit andere landen kunnen worden
betrokken. Als kolenleverancier
komt tegenwoordig behalve Duitsch
land feitelijk alleen Amerik in aan
merking. In den tegenwoordigen
tijd is het echter meer dan ooit
een eisch van goed beleid, te trach
ten voor twee ankers te liggen.
Met het oog op een en ander is
het voor onze kolen voorziening van
werkelijke beteekenis, dat Duitsch
land zich bij de overeenkomst heeft
verbonden, gedurende een tydperk
van vier jaar maandelijks tenmin
ste negentigduizend ton steenkolen
en aanverwante producten aan
Nederland te leveren. Duitschland
verbiudt zich, zoo mogelijk meer te
leveren. Men mag vertrouwen dat
door bijkomstige aanvoer uit
andere landen, met name uit
Amerika, de kolenvoorziening van
ons land ongeveer op het tegen
woordige peil zou zijn te handhaven.
Dit vertrouwen van de regeering
moeten we geheel voor haar
rekening laten. Want al belooft
Duitschland ons negentigduizend
ton kolen per maand, dat is dus
ruim één millioen ton per jaar,
dan is liet nog de vraag of de
geallieerden niet zooveel kolen van
Duitschland zullen eischen, datwy
voor een grooter of kleiner deel
achter het net visschen.
Aangenomen echter dat Duitsch
land aan zijn verplichtingen kan
voldoen, dan zal deze kolenleve-
ring toch slechts tot 31 December
1923 duren. Waarschijnlijk zal dan
ook het crediet van zestig millioen
gulden voor levensmiddelen zijn
afgelost. De andere 140 millioen
gulden behoeven eerst op 31 De-
plooien de onberispelijke zuiverheid
harer vormen lieten raden maar niet
vertoonden het handwerk waar zij
aan bezig was, en dat zij tusschen een
hoop glanzige zijdedraden op een werk
tafeltje liet liggen de bloemen die zij
verloor waar zij ging, alles met één
woord, het onbeschrijfelijke dat Ga
brielle medebracht en achterliet waar
zij zich vertoonde, het was alles nieuw
voor hem. Maar dat was niet het
eenige, dat hem in haar aantrok.
Mevrouw de Bréteuil had buiten van
kwijnende mélancholie, die een verbor
gen verdriet aan gevoel van ledigheid
schenen te verraden, waar Mario, in
vlagen van ridderlijk medelijden, des
noods ten koste van zijn leven, haar
van had willen verlossen. Liet hij daar
iets van merken, dat dreef Gabrielle
met zijne opgewondenheid op fijne,
maar goedige manier den «pot. Hij zou
bereid geweest zijn, alles wat hij was
en bezat aan hare voeten te leggen
indien hij de macht bezeten had haar
leed te lenigen, zonder iets voor zich
in ruil te verlangen, tevreden met het
genot van zich te mogen opofferen.
Maar er waren ook oogenblikken waarin
Gabrielle hem zoo zonderling aanzag
cember 1929 afgelost te zijn. En
hoe moet het dan na 1923 met de
kolen gaan Er liggen in Duitsch
land tegen onze grens kolenvelden,
die het eigendom zijn van een
Nederlandsche maatschappij. Nu
hebben wij bij deze overeenkomst
vergunning gekregen, om op Neder-
landsch gebied een schacht of
mijnput te maken, waar.door de
kolen in die, velden te bereiken
zullen zijn. Doch van de daar
gedolven kolen mag tot 31 Maart
1954 slechts de helft uit Duitsch
land worden uitgevoerd tot een
hoogste bedrag van één en een
kwart millioen ton. Na 1 Januari
1924 zal die uitvoer vrij zijn van
uitvoerrechten en bijdragen.
Voor het loopende jaar 1920 zaï
de opbrengst dezer mijnen vermoe
delijk slechts vijftigduizend ton
bedragen, waarvan dus niet meer
dan vijfentwintigduizend ton naar
Nederland mag worden uitgevoerd.
Die hoeveelheid zal stijgen, zoodat
men in 1923 rekent op een op
brengst van tweehonderdduizend
ton per jaar, dus voor ons honderd
duizend ton. We zullen maar aan
nemen, dat deze kolen niet met
een Duitsche slimmigheid worden
begrepen onder de ruim éénmillioen
ton, die Duitschland ons tot eiude
1923 per jaar zal „leveren". Dan
kunnen we misschien met inbegrip
van de Amerikaansche kolen in
die vier jaar een spaarpotje, een
reserve aanleggen. Maar dan verder?
Men rekent dat de straksbedoelde
grensmynen in 1931 een hoeveeb
heid van één millioen en in 1939
van twee en een half millioen ton
zullen opleveren In aanmerking
nemende, dat wij daarvan niet
zij kon zoo vertrouwelijk zich tot hem
neigen wanneer zij samen spraken of
op hem leunen wanneer zij gearmd
gingenzij kon met zulk eene over
gave zich naar hem buigen, wanneer
hij 's avonds, bij het naar huis gaan,
haar den mantel over de blanke schou
ders wierp, dat Mario er geheel van
zijn stuk door raakte. Het volgende
oogenblik kon zij weder eenen [straal
van ijskoud water over zijne vurige
gedachten werpen door haar koelen
glimlach of door een ongevoelig, los
daarheen geworpen woord, dat hem
uit de hoogte der verrukking in de
diepte der ontgoocheling deed neertui
melen.
„Iloe staat het met u Nora Is zij
nog altijd onvermurwbaar had zij
op eenen dag gevraagd, toen Mario er
neerslachtiger dan anders uitzag. Het
deed hem pijn, den naam van zijn
nichtje op dien toon te hooren uitspre
ken, het klonk hem bijna als eene
heiligschennis.
Wordt vervolgd
-----