No. 42
Zaterdag 28 Mei 1921
44® jaargang
"terug üit hit
rijk oir dooden
FEUILLETON
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 UUP te bezorgen
bij N.V, Goesche Courant
en Kleeuwens Ross'
Drukkers- en Uitgeversbedrijf.
Advertentlën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren van minstens IOOO regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advcrtentlén, als geboorte-, huwelijks-, verjarlngs-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetniglngen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prijs van f 1,
Over Petroleum,
Het is niet aan te bevelen, om
met groote heeren kersen te gaan
etenze gooien met de pitten. In
dat onplezierige geval verkeert ons
land op dit oogenblik. He groote
heer, met wien we aan 't kersen
eten zijn, heet Amerikaen hij is
reeds aardig bezig, o: s de pitten
te doen gevoelen. Wat is de zaak
In 't kort deze. Wij hebben het
geluk, dat er in Oost-Indië hier en
daar behalve steenkolen ook petro
leum in den grond zit, een vloei
stof, die steeds meer waarde krijgt,
omdat ze niet alleen geschikt is,
om in lampen en kooktoestellen
gebrand te worden maar in de
eerste plaats, omdat er reeds een
groot aantal stoomschepen zijn,
die hun vuren niet meer met
steenkolen, doch met petroleum
stoken, wat voordeel en gemak
aanbrengt. Nu bestaat op het In
dische eiland Sumatra, in een
streek, die Djambi heet, velden
waaronder naar men met zeker
heid weet rijke hoeveelheden
petroleum aanwezig zijn. Onze re
geering kan die „Olievelden" ont
ginnen Hoch in plaats van dit zelf
voor rekening en risico van den
Staat te doen, geeft zij er de voor
keur aan, om hierin met anderen
samentewerken voor gezamenlijke
rekening. Zy heeft daarom bij de
Tweede Kamer een wetsontwerp
ingediend, waarbij zij gemachtigd
zou worden, om met de Koninklijke
Nederlandsche en de Bataafsche
8
GASTON LEROUX
„Mooi, flink gezegd, lieveling
riep zy. „Waarover zou Andrézich
ook te beklagen hebben P Sinds zijn
vertrek heb jij aan de zuurstof van
thorium het maxiaum van licht
weten te gevenik ken niets
mooiers dan de Rozengaarde en ik
ken niets meer praktisch dan de
gloeikousjes, merk „de Reiger", de
éénige, heeren en dames, de eenige,
die met de zon en de maan kun
nen wedijveren schatZij
omhelsde Jacques en troonde hem
lachend mee naar 't raam.
Door dit venster, dat gelegen was
aan den rechtervleugel, die iets
vooruitsprong, had men gelegen
heid, den indrukwekkenden statigen
vorm van het kasteel in Lode wijk
XIV styl te bewonderen, met zijn
muren, versierd met voorstellingen
uit de mythologie, leeuwenkoppen
Petroleummaatschappijen een con
tract in dien geest te sluiten. Dit
wetsontwerp is door de Tweede
Kamer reeds aangenomen en wacht
slechts op de goedkeuring der
Eerste Kamer.
Maar zie, daar gebeurt iets
vreemds. De gezant der Vereeni ?de
Staten van Noord-Amerika in Den
Haag komt aan (onzen minister van
Koloniën vertellen, dat er in zijn
land een groote maatschappij, de
Standard Oil Company, bestaat, die
ook wenscht, met onze regeering
samen de Djambivelden te ontgin
nen. „Gij komt te laat, zeggen
onze ministers van Koloniën en
van Buitenlandsche Zaken; die
zaak is „behoudens medewerking
der Staten-Generaal" reeds afge
handeld".
„Weet, wat je doet, antwoordt
Amerika. Er zit heel wat Neder-
landsch geld in onze Amerikaan-
sche petroleummaatschappyen. Laat
je ons nu niet toe, om in Djambi
meetedingen, dan verkoopen we
vooreerst alle Nederlandsche aam
deelen in onze maatschappijen en
verder geven wij ontslag aan alle
Nederlandsche ambtenaren, die bij
bedoelde Amerikaansche maatschap
pijen in dienst zyn".
Om nu de Amerikaansche regee
ring, die boos is, weer in haar
humeur te brengen, zegt de onze
tot haar: Al kunnen we in Djambi
geen Amerikaansch kapitaal laten
mededingen, dat kan dat wel op
andere plaatsen in Indië, want we
hebben daar nog meer olieterreinen
van waarde". Die laatste mededee-
en relief en marmeren festoenen,
die door den tijd onduidelijk ge
worden waren. Aan de vier hoeken
verhieven zich heoge torens, die
aan het geheel een onvergelijkelijke
grootschheid gaven. Aan hun voe
ten waren de grachten en de stee-
nen bruggen, die naar de stijlvol
aangebrachte grasvelden voerden,
naar de fraaie „rozengaarde", naar
't park, naar de boschjes en naar
't uitgestrekte woud, dat reeds de
herfsttinten vertoonde en dat wel
goud scheen in de ondergaande zon.
„O, lieveling, 't is net of alles
van ons hoort! Nooit zal ik er af
stand van kunnen doen".
Jacques omhelsde zijn vrouw.
„Wat ben je toch nog een kind
„Ik kan me mezelf niet meer
voorstellen in onze kamers van
„de Reiger", vervolgde zjj en schud
de met haar roode krullen.
„Toch zijn we er gelukkig ge
weest", zei Jacques, „en we waren
wat blij, dat André er ons gast
vrijheid verleende bij onze terug'
keer uit Saigon".
.Maar hoe is't mogelijk gelukkig
te zy'n, wanneer men 'n aalmoes
ontvangt!" zuchtte zij, terwyl zy
verder ging met toilet maken en
zenuwachtig de fijne kleedingstuk-
ling nemen de deskundigen uit
Amerika echter niet aan. En op
het aanbod van onze regeering is
van over den Oceaan nog geen
antwoord ontvangen. Wy behoeven
echter niet te meenen, dat Amerika
deze zaak licht opvat en ze met
een sisser zal laten afloopen. Bij
bovenstaande bedreiging aan ons
adres is het zelfs niet gebleven.
Reeds in den herfst van het vorige
jaar heeft onze regeering de bood
schap gekregen, dat in Amerika
geen vergunning tot ontginning
van petroleumbronnen meer zal
worden verleend aan maatschap
pyen, waarvan de meerderheid der
aandeelen by Nederlanders berust.
Nu kunnen we ons erg boos
maken op de Amerikanen en zeg
gen „wat heeft een vreemdeling
ermee te maken, wat wy met onze
Indische olievelden doen?" Het is
werkelijk onaangenaam, als een
vreemde beproeft, in ons huis den
baas te komen spelen. Maar voor
eerst kan men vragenis het wel
juist, dat Amerika te laat is geko
men met zyn aanvrage, om in
Djambi mee te doen Laat was het
zeker, maar te laat beslist niet.
Want niet alleen onze regeering
had op die.aanvrage te beslissen;
daar hadden Tweede en Eerste
Kamer het beslissende woord in.
En al heeft nu de Tweede het be
doelde wetsontwerp aangenomen,
ze zou dat waarschijnlijk niet ge
daan hebben, als ze alles had ge
weten, wat tusschen onze en de
Amerikaansche regeering over deze
zaak was geschreven en besproken.
ken betastte, die zoozeer haar
schoonheid verhoogden.
Hij beknorde haar en bracht haar
hun armoede in herinnering. Zy
hadden elkaar in Tonkin ontmoet
en waren daar getrouwd. Zy was
de dochter van een kolonist, wiens
zaken slecht stonden. Zij was in
vrijheid opgevoed en door de dage-
lijksche omgang met heel rijke jonge
misses had zij een groote behoefte
aan weelde gekregen. Hy werd
voor even rijk gehouden als zijn
broer, maar in werkelijkheid had
hij zijn vaderlijk erfdeel opgemaakt
door het te steken in caoutchouc-
ondernemingen, waarvan hy door
zeeschuimers aan de Ivoorkust was
beroofd.
Hij was naar Tonkin getrokken
met eenige nietswaardige aanbeve
lingen om een nieuw leven te be
ginnen, werd er dadelijk verliefd
op de knaj pe Famay, die hem hart
en hand schonk, in de meening, een
goed huwelijk te doen.
Hij was zóó dol op haar, dat hy
haar bedroog, uit angst haar anders
te zullen verliezen. Toen zy achter
de waarheid kwam, had zich een
heftig tooneel afgespeeld, maar zij
waren nu eenmaal getrouwd, de
kleine Jacquot was pas geboren en
Hier hebben we weer die ellendige,
geheime diplomatie.Maar bovendien:
het is nog niet te laat, omdat onze
Eerste Kamer het wetsontwerp nog
niet heeft goedgekeurd. Zal ze dat
doen? Zelfs een katholiek blad als
de Residentiebode, dat op vriend-
schappelijken voet met onze regee
ring staat, raadt de Eerste Kamer
ten sterkste aan, het ontwerp af-
testemmen. „Dan kan, zegt dit blad,
Djambi in vieren worden verdeeld,
zooals de heer Treub in de Tweede
Kamer voorstelde. Men kan dan
één vierde geven aan de Standard
Oil, één vierde aan de Bataafsche
en aan nog twee kleinere maat
schappyen elk ook één vierde, en
voor allen dezelfde voorwaarden
stellen. Er zal geen twijfel over
bestaan, dat het zaak is voor Ne-
deiland, om Amerika te vriend te
houden. Het is ons steeds goed
gezind geweesten met het oog op
de wederzij dsche koloniën (de Ame«
kaansche Filippijnen liggen vlak bij
Oost-Indië) is dit groote en rijke
land ook een nabije buur geworden,
wiens vriendschap we op alle mo
gelijke manieren moeten blijven
winnen. Ook zonder direct het ergste
te vreezen Amerika is niet be
paald oórlogzuchtig moeten we
erop bedacht zijn, dat het machtige
land van overzee ons op duizender
lei wijs leelijk dwars kan zitten.
De eerste Kamer is nu in de gele
genheid een einde te maken aan
dreigende internationale verwikke
lingen."
Wij zijn het hierin met de Resi
dentiebode geheel eens. Wat in
zy waren beiden nog zoo jong
Gelukkig hielden zy genoeg van
elkaar, om niet heelemaal aan de
toekomst te wanhopen.
Ondertusschen moesten zij toch
leven. André, die weduwnaar was
geworden en met twee kinderen
achterbleef, had geschreven„kom
maar hier met je vrouw, iu de
fabriek heb ik een plaats voor je,
waar je my van nut kunt zyn".
En zij waren gegaan.
De familie Munda de la Boissière
had langen tijd eerlijke magistraats
personen en dappere krijgslieden
aan Frankrijk geschonken, maar in
deze eeuw, waarin 't zoo moeilijk
valt te leven wanneer men geen
millioenen bezit, hadden zij niet
geaarzeld zich aan handel en nij
verheid te wijden, wat achteraf
beschouwd niets minder eervol is,
dan zyn naam te verkoopen in
Amerika, en wat zelfs zekerder is,
als men niet behoort tot den aller-
oudsten adel.
André, die tien jaar ouder was
dan Jacques, deed een goed eind
examen aan de Politechnische school
en ging dadelijk een eigen fabriek
beginnen.
(Wordt vervolgd
UIT HET FRANSCH VAN