No. 39
Woensdag 18 Mei 1921
WEDERZIEN
28 FEUILLETON.
Nederland.
Dit blad verschijat Woensdag en Zaterdag.
Abonneme&tsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 UUP te bezorgen
bij N.V, Goesche Courant
en Kleeuwecs Ross'
Drukkers- en Uitgeversbedrijf.
Advettentiën 10 ct. per regel.
Bij cont~acteerea vaa minstens IOOO regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankketaigingea, «iet meer dan acht
regels beslaande, voor den prijs van f 1,
Een Zaterdagmiddagdien*t in de Ned.
Herv. Kerk.
De afdeeling Amsterdam van den
Christ. Nat. Werkmansbond en de
vereeniging Kerkelijk lieven aldaar
hebben den bijzonderen kerkeraad der
Ned Herv. Gemeente te Amsterdam
gevraagd om instelling van een dienst
op Zaterdagmiddag.
Voor de mannen van onze
reddingboot.
Wij ontvingen een schrijven onder
boveustaanden titel, dat te lang is om
in zijn geheel te worden opgenomen
en waarin de vraag gesteld wordt wat
wij kunnen doen voor de dappere man
nen onzer reddingbooten, die zoo
menigmaal zonder aan eigen levensge
vaar te deuken den strijd mei de golven
aanbinden.
In het schrijven wordt o.m, gezegd
Onze sympathie hebben zij reeds,
maar hun komt nog onze steun toe,
opdat, als zij de kracht gaan missen
om met de reddingboot uit te gaan,
zij een onbezorgden ouden dag kunnen
genieten. Maar ook, opdat zij weten
dat er voor hun vrouwen en kinderen
wordt gezorgd, indien zij komen te
vallen bij het uitoefenen van hun edel
beroep...
De N.Z. Hollandsche Redding Maat
schappij, Heerengracht 450, te Amster
dam en de Zuid Hollandsche Maatschap
pij tot Redding van Schipbreukelingen
Prins Hendriklaan 34a te Rotterdam,
die belangloos worden bestuurd en
ANNIE FOORE.
„Onmogelijk, mijnheer Bloem,
onmogelijk
„Hij heeft haar toch wel bemind-
van dat hij een knaap was.... En
ze is zoo lief, zoo mooi, zoo goed
ze zou hem die andere spoedig doen
vergeten.
„Ik kan mij niet begrijpen, mijn
heer, dat niet uwe waardigheid
als vader u verbiedt.
„Als het misschien zijn mocht,
omdat we arm werden."
„Foei, welk een vooronderstel
ling
„Als het daarom zijn mocht, zeg
hem, dat ik hard werken wil, tot...
tot ik er bij neervalzeg hem dat
we iederen cent uitsparen voor
haar.... dat we haar nog ryk zullen
maken, vóór onzen doodzeg hem
dat! Ik smeek het u... wij zullen
hem ons huis geven, al wat we
bezittenwij hebben niets noodig,
alleen dat ons kind gelukkig zij 1"
die in stand worden gehouden door
vrijwillige bijdragen, zorgen ook, naar
haar vermogen, voor de bejaarde boots
lieden en roeiers en voor de weduwen
en kinderen van de bij het redding-
werk omgekomen redders. Door haar
dus te steunen, steunen wij een bij
uitstek menschlievend en edel doei,
hetzij door een jaarüjksche bijdrage,
hoe gering dan ook, of door het schen
ken van een gift in eens."
Het stuk is onderteekend door den
heer W. Chr. Tegel, Amsterdam.
Daling van den suikerprijs
Het Ned. weekblad voor den handel
in Kruidenierswaren meldt een verla
ging van den suikerprijs met een
gulden per 100 K.G. en verklaart
verder, goede redenen te hebben om
aan te nemen, dat nog een paar weke-
lijksche dalingen van een gulden per
baal te verwachten zijn.
Een protest.
Bij de Roomschen te Bergen op
Zoom bestaat sinds eenigen tijd het
voornemen om op een of ander plein
een beeld op te richten voor het Hei
lige Hart. Nu schijnt men daarvoor
gekozen te hebben- het pleintje voor de
St. Jozefkerk en aan liet stadsbestuur
te hebben verzocht dit aan den open
baren dienst te onttrekken. De bekend
making van B. en W. waarin dit aan
de ingezetenen in het officieel gedeelte
der plaatselijke bladen wordt medege
deeld, is gedateerd op 26 April, maar
werd eerst 3 Mei in genoemde bladen
opgenomen terwijl vóór 6 Mei reeds
schriftelijk bezwaren tegen dit voorne-
Mevrouw Lacroix ziet den smeeke-
ling nietanders ware ze wellicht
getroffen door dat grijze, gebogen
hoofd, door den zielsangst op dat
droel gelaatmaar zij houdt den
blik gevestigd op de pendule, waar
van de wijzer langzaam voortgaat
naar één uur.
„Is het omdat we te min zijn,
te burgerlijk gaat hij voort met
klimmenden drang. „Laat hem haar
meenemen, ver van ons af! Zij
behoeft ons niet meer te kennen....
U moogt haar... van ons vervreem
den! Zij mag u toebehooren... Wij
zullen afstand van haar doen."
Ze hoort het niet, dien kreet van
het bloedend vaderhart, ze hoort
alleen dat de pendule één uur
slaat.
„Mijnheer Bloem, ik geloof dat
het nergens toe dienen kan dit
gesprek voort te zetten. Het doet
mij innig leed dat ik u ongetroost
moet heenzenden.
En als hy onbewegelijk, star-
oogend zitten blijft
„Uw rijtuig is, geloof ik, vóór.
Adieu, mynheer Bloem."
Daar hij nog steeds niet oprijst,
verlaat ze het vertrek met een
statige buiging. Dan hoort hij in
de voorgalerij het bevel„Karetta,
toewan Bloem" en kort daarop het
men bij het Dagelijksch Bestuur moesten
worden ingediend.
Daarom heeft de kerkeraad der Herv.
Gemeente dan ook onmiddellijk een
schrijven bij B. en W. ingediend, waarin
hij zijn verbazing uitspreekt over een
dergelijke manier van handelen, tenge
volge waarvan de gelegenheid om be
zwaren iu te dienen 5 Mei was nog
wel Hemelvaartsdag zoo goed als
buitengesloten is. Hij protesteert ver
der tegen het plaatsen van een zoodanig
beeld dat een zuiver Roomsch karakter
draagt, op een plaats, waar het anders
denkenden aanstoot geven kan.
Auto onder den trein. Te Ter-
winselen, nabij Staatsmijn „Wllhelmi-
na", heeft, naar de „L. K." meldt,
een ernstig ongeluk plaats gehad, dat
als door een wonder zonder verlies van
een meuschenleven is verloopen. Om
streeks zes uur wilde daar de heer C.,
uit Berg en Terbijt, iu zijn auto den
mijnspoorweg passeereu in de richting
van Schaesberg. Hij matigde daarbij
voorzichtigheidshalve de vaart van zijn
wagen, hetgeen evenwel een ongelukkig
gevolg had, daar juist een trein uit
Schaesberg aankwam, waarvan de loco
motief de midden op den overweg rij
dende auto greep.
De heer C. werd bij de hevige bot
sing uit den wagen geslingerd doch
bekwam weinig of geen letsel. De ruto
werd evenwel geheel vernield de kap
is later op een afstand van circa 80
M. teruggevonden. Ook een partij koopt
waren, in de auto geladen, ging groo-
tendeels verloren. De geheele materi-
eele schade beloopt naar schatting plm.
f4500.
rollen van een wagen, die vóór
komt.
Als zij is heengegaan, als het
stil is geworden, wijkt eindelyk de
overspanning, die hem staande
hield.
Eea steenen beeld gelijk, geheel
vergetend waar hy is, blyft hij
onbeweeglijk zitten... één oogen-
blikdan buigt zich het moede
hoofdhij valt voorover op de
tafel, en in de stilte weerklinkt
een snikken, eerst luide als van
een kind, dan doffer en doffer als
van een man wien het harte breken
gaat.
Daar wordt hem een hand op
den schouder gelegd.
„Mijnheer Bloem..* O, houdt op...
wat ik u bidden mag, boud op!"
Hij vliegt overeind. Dan, terwijl
de grysaard en den jongeling elkan
der aanstaren, komt over beider
lippen in één smartkreet, dezelfde
naam
„Anna
»Ja, Anna", spreekt de vader
met een wereld van verwijt in dat
woord.
Maar reeds besterft hem het
verwijt op de lippen, reeds heeft
hij geblikt in dat bleek, vervallen
gelaatreeds ziet hy dat hoofd
zich buigen in ootmoed en schuld-
De mensch en de aap. Moeier
Heb je den cent aan den aap gegeven
Jantje: Ja moe.
MoederEn wat deed hij er mee
Jantje: Hij gaf hem aan z'11 vader,
die het orgeltje draaide.
In den stijl. Jong heertje, dat
in een gewone vigelante stap1. „Laat
ons in den vuilnisbak stappen".
Koetsier „En waar moet ik de vui
ligheid afladen, mijnheer
Gedrang. „DriDg zoo niet
„D ing zelf zoo niet
„Gij dringt alsof gij heelemaal al
leen hier waart". (Msb.)
Poesjes voor Prinses Juliana.
Volgens de „De Scheveninger" hadden
de Scheveningsche jongens, Jacob en
Leen Korving, resp. 7 ea 6 jaar oud,
ook gehoord, dat de hond van Prinses
Juliana onlangs dood gevonden waa in
de duinen. Bij hen had een zes-tal
weken geleden de poes kleintjes ge
kregen en ze vroegen nu hun moeder,
of ze het prinsesje op hare verjaardag
een jong poesje mochten brengen. De
moeder vond de idee aardig, doch
durfde niet meewerken aan de uitvoering
De knapen bielden echter zoo aan, dat
zij toegaf. Op den ochtend van 30
April togen de jongens ieder met een
'poesje er op uit. Aan den Ruigen Hoek
gekomen, werden zij vriendelijk dcor
het personeel ontvangen en daarna tot
het Prinsesje toegelaten, wie ze hun
poesjes aanboden. Ze vond het heel
aardig De Koningin kwam ook en
vond het erg leuk, dat die lieve poesjes
de prinses juist op haar verjaardag
besef, reeds klinkt het hem tegen
met stokkende stem „Vergeving
vergeving 1"
Hij wendt zich af. Het is hem
als hoort hy weer dien kreet„Als
ik maar sterven mochten de tong
kleeft hem aan het verhemelte en
hij kan met spreken, ook al wil hy.
Leo grijpt zijn hand, en wild,
hartstochtelijk, roept hy zyn schuld,
zijn berouw uit.
„O, ik weet, het is lafhartig van
me geweest; laag, verraderlijk! Ik
weet een geheel leven vol liefde en
toewijding zal niet kunnen vergoe
den, wat ik misdeedMaar ik bid
u, laat mij het beproeven, laat me
het beproevenEn als Anna's
vader zwijgen blijft:
„Ha, u verstoot me Ja, ik
begrijp hetik begrijp, dat ik u
een ellendeling moet schijnen.
Immers, u weet niet hoe vreeselyk
de macht is, die me heeft geregeerd
hoe duivelachtig de listen zijn
waarin ik ben verstikt geworden."
„Ik vermoed het, Leo."
„Toch, dat neemt mjjn schuld
niet weg 1 Ik had niet mogen toe
geven Ik had den stryd moeten
volhouden. Zij was waard, dat er
om haar geleden werd
„Zij verdiende ten minste niet ver-
stooten te worden vooreene andere."
"WO>
DOOR