No. 38. Zaterdag 8 Mei 1920 43e Jaargang.
Twee gelukkigen.
Betalen, betalen.
1 FEUILLETON.
NEDERLAND.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 5° ceQ* Per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per hall jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 uifll" te bezorgen
bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij v.h. Firma's
F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prijs van f I,
Ja, ja, we voelen het allen in
onze beurs maar al te goed, dat de
oorlog ons leelijke parten heeft
gespeeld. Vooreerst is alles razend
duur; en in de tweede plaats heb
ben we veel meer belasting te
betalen dan vroeger. Dat belasting
betalen wordt door velen met
tegenzin gedaan, en toch kan geen
staat of gemeente bestaan zonder
geld. Ook die lichamen hebben als
oorlogsgevolg veel meer noodig dan
voorheen. Was het nu vroeger voor
tal van gemeenten al een moeilijke
taak, om het benoodigde voor haar
huishouding bijeen te krijgen, dat
is in de laatste jaren nog heel wat
erger geworden.
Onze regeering heeft nu een
ontworp in elkaar gezet, waarin
bepaald wordt; hoe de gemeenten
in het vervolg als dit ontworp
aangenomen wordt de benoodig
de dubbeltjes by elkaar zullen mogen
garen. Daar iedereen hierbij onmid
dellijk belang heeft, zullen wij
enkele de voornaamste
punten uit het ontwerp mededeelen
Van de tegenwoordige gemeente
lijke belastingen blijven bestaan;
1. de opcenten op de grondbe
lasting (deze -mogen in dezelfde
verhouding van jthans verdubbeld
worden);
2. de opcenten op de perso
neels belasting en wel tot een
gelijk getal voor alle aanslagen.
Boven de 80 opcenten pas, wanneer
die op de grondbelasting tot het
maximum zijn opgevoerd. Is het
aantal hooger dan 50, dan blyft
het tot 50 beperkt voor hen, wier
K. E. FRANZOS.
Het is lang geleden, dat ik den
man leerde kennen. Ik was toen
negentien jaar oud, de bezitter van
een zorgeloos es toch verlangend hart,
dat ook zoo recht negentienjarig was.
Op eenen neveligen, haast al win-
terschen Octoberavond was ik met
eenen trein van de Noordbaan te
Weenen aangekomen en den vol
genden morgen na dien eersten nacht
in een logement, stonden wij nu bei
den op het Stephanusplein en keken
het was Zondag naar de vele,
vele mooi aangekleede menschen, van
welke er geen een zich om ons be
kreunde; en wij wisten niet waar wij
nu eigenlijk heen moesten,' en wij
waren haast wel een klein (weinigje
woning geen hoogere huurwaarde
heeft dan f 50 tot f 250 (naar de
verschillende klassen van gemeen
ten) en stijgt het geleidelijk zoo,
dat het volle getal bereikt wordt
uiterlijk voor de aanslagen van hen
wier woning een huurwaarde heeft
van tienmaal dat bedrag'.
3. de belasting op honden en die
op publieke vermakelijkheden;
4. de straatbelasting.
Verder mag de gemeente aan
nieuwe belastingen heffen:
1. een taks op gebouwde en
ongebouwde eigendommen, jaarlijks
te heffen gedurende hoogstens
dertig jaar;
2. een belasting op bouwterreinen
tot een maximumbedrag van een
half procent der verkoopwaarde;
3. een belasting op het bedrijf
van ondernemingen, waarin min
stens 10 arbeiders met een loon
van f 2500 werkzaam zijn, kantoren
en winkels zijn uitgezonderd, zoo
dat deze hefRng voornamelijk
fabrieken treft;
4. verkooprechten (debietrechten)
op wijn, bier, gevogelte, wild en
andere genotmiddelen, voorzoover
van deze jlaatste geen rijksaccijns
of rijksdebietrecht wordt geheven
5. een belasting op de verzeke
ring tegen brandschade van roe
rende en onroerende goederen, of
een overeenkomstige belasting, voor
zoover die goederen niet verzekerd
zijn;
6. een belasting van logeergasten
(bij verblijf van minstens een week;)
7. een belasting op openbare
aankondigingen (advertentien zyn
uitgesloten);
8. opcenten op de rijksinkomsten
en de vermogensbelasting
versaagd ik en mijn hart.
Doch al spoedig raapten wij moed
op. Ik herinnerde mij wat ik te doen
had: allereerst eene kamer zoeken
aan de landstraat, want daar woonden
alle juristen. Dit hadden mij de
heeren verzekerd, die jaren geleden,
net als ik nu, als schuchtere knapen
waren uitgetrokken en dan telkens met
de vacantie steeds al langere pijpen en
grooteren dorst en vreemdsoortiger
petten hadden meegebracht naar het
stille stedeken hunner inwoning.
Zoo vroeg ik dan mijnen weg door
de nauwe straten met de hooge oude
huizen en zooj belandde ik in het
stedelijke park. Hier woei de wind
scherper dan in de straten, veel
te scherp voor mijn dunne jasje,
en juist begon ook de regen, fijn, kil,
aanhoudend een echte herfstregen.
Het zag er hier alles behalve vroolijk
uit; en toch verademde ik onder de
hoornen, want ik was aan het stadsge
woel nog niet gewoon, ik was nog
een echt buitenmensch, en de frissche
lucht en de stilte hier deden mij goed.
Al verder lokte mij de eenzaamheid
langs de met kiezel bestrooide paden
tot mij opeens weer tebinnenschoot
benevens op andere rijksbelastin
gen, die daartoe bij een wet vat
baar worden verklaard).
Een belangrijke zaak is die van
de forensen —belasting. Forensen
zijn menschen, die wonen in een
andere gemeente, dan waar ze hun
brood verdienen. In bovenbedoeld
ontwerp wordt onderscheid ge
maakt tusschen bedrijfsen woon-
forensen. Bedrijfsforensen zijn de
heen en weer trekken den, die
gewoonlijk in een stad hun beroep
uitoefenen, maar huiten wonen. Zij
zullen volgens dit ontwerp zoowel
in hun werkgemeente als in (hun
woon gemeen te worden aangeslagen
telkens voor twee derden van de
opcenten op de rijksbelasting. De
woonforensen, dat zijn zij, die
gewoonlijk in een stad wonen maar
buiten een villa hebben, zullen in
de stad van hun inwoning voor
het volle bedrag aangeslagen wor
den en buiten één derde moeten
betalen. Buitengemeenten met veel
fb ensen, die totnutoejrecht hadden
op den vollen aanslag van al haar
inwoners, dus ook van die foren
sen, zullen dus achteruit gaan in
hun inkomsten op dit gebied.
Een eigenaardige bepaling met
betrekking tot de forensen is deze:
Wonen in een gemeente arbeiders
met een inkomen van minder dan
f 2500, die in een andere plaat
hun brood verdienen, dan kan hun
woongemeente van hun werkge
meente een tegemoetkoming eischen
in de „aanwijsbare kosten" van
hun verblijf. Dat wil dus zeggen
als bijv. te Kloetinge, zulke arbei
ders wonen, die hun werk Jte Goes
hebben, en de gemeente Kloetinge
becijfert, hoeveel kosten zij ten
wat ik dien dag te doen had en half
verschrikt bleef stilstaan. Ik bemerkte
dat ik een heel eind uit de richting
was gedwaald, en nergens was een
sterveling te zien, aan wien ik den
weg kon vragen.
Daar kwam tot mijn troost een man
aan de bewuste namelijk, van wien
ik iets wou vertellen. Heel langzaam
kwam hij aan geslenterd, met de
paraplui boven zijn hoofd, hoewel de
regen alweer had opgehouden, De fijne
slanke figuur was keurig net in
Zondagsche kleeren gestoken.
//Kom maar mee!" antwoordde hij
vriendelijk op mijne vraag, en wij
gingen al pratend naast elkander, en
stap bij stap beviel de minzame grijsaard
mij al beter. Want hoewel hij nog zoo
recht liep als eene kaars, merkte ik
toch terstond, dat hij zeer oud moest
wezen. Zijn haar was zilverwit, en het
bleeke, deftige, gezicht had duizend
kleine rimpels. Alleen de oogen stonden
nog zoo helder en droomerig vriendelijk
als die vaD eenen jongeling. Daarom
ook kon ik het vermoeden niet van
mij afzetten, dat deze man een dichter
moest zijn want zoo had ik mij
eenen dichter altoos voorgesteld. Ik
behoeve dezer arbeiders moet ma
ken, dan kan Kloetinge eischen,
dat Goes een zeker deel van die
kosten betaalt. Dat zal er misschien
toe meewerken, dat dergelyke na
burige gemeenten worden samen
gesmolten, naar het schijnt een
lievelingswensch van de tegenwoor
dige regeering.
Het verhoogen van de gemeente
lijke inkomstenbelasting door het
zoogenaamde vermenigvuldigings-
cijfer te verhoogen, heeft in dit
ontwerp afgedaan. Maar de gemeen
te zal natuurlyk toch moeten
zorgen, dat zij het geld voor haar
huishouding binnen krijgt, al is
dat dan uit een andere bron. Het
is en blijft tochSijmen, betaal
Bevolking.
Ia gekomen
A. Hendricks, caféhouder van Ant
werpen, Stationsweg E 7. H. J. Brink-
huil, timmerman van Heerlen, Dlree-
tlekeet Bouwplan I (Nieuw Goes.)
J. Reijnhont, veldarbeider Kruisingen,
J. A. v. d. Goeskade 150. A. C. J.
v. d. Sterren, kantoorbod. Botterdam,
Beestenmarkt 122. J. J. Pennlngs,
schoenmaker Amsterdam, de Ruflter-
laan E 69a* C. Breugelmans, buffet'
juffr. Roosendaal, Groote Markt 61—62.
Vertrokken
L. J. C. Beller, ambtenaar S.S. naar
Kloetinge. J. van Eenennaam, schoen*
maker naar Krabbendjjks. C. A. Kloeg,
onderwdseres naar Breda. W. H. R.
Seeliger Chemist naar Arnhem. G. J.
M. van het Hooft reisiger' naar
Amsterdam. G. A. J. Vorsterman van
Oyen administrateur, naar Aarden
burg. W. J. M. Bitter, manufacturler
naar Teteringen, C. Labeur, Bchaap-
handel. naar Brussel. J. M. Korstan je,
was schier teleurgesteld, toen hij mij
zijnen naam en stand roemde „P.,
ontvanger bij de belastingen."
Dit deed hij echter reeds nadat ik,
van mijn kant, hem zoo ongeveer alles
had meegedeeld, wat er omtrent mijzelf
te berichten viel.
„Wel, dat treft goed," zeide hij
glimlachend „Ik heb zelf een kamertje
te verhuren en als u niet al te veel
verwend bent
„Neen neen mocht ik naar waarheid
verklaren en verheugd ging ik met den
ouden heer mee, mijzelf gelukwenschend
dat ik mijn doel zoo spoedig en zoo
gemakkelijk bereikt bad. Dit aangename
gevoel klom nog, toen de oude man
mij in eene nette, kraakzindelijke
woning binnenleidde en mij voorstelde
aan zijne vrouw, eene kleine, bedrijvige
en spraakzame dame. En daar het
bedoelde kamertje aan mijne bescheiden
eischen ten volle beantwoordde, en ten
overvloede zeer billijk in prijs bleek,
zoo betrok ik het nog dienzelfden dag.
Een jaar lang heb ik bij die lieve
menschen in dat stille huis in de
Reissner-straat gewoond.
Wordt vervoegd.
BOOR