No. 36. Zaterdag 1 Mei 1920 43® Jaargang. t '2 FEUILLETON. Een dreigement. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 5° cent per kwartaal, voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post, bij vooruitbetaling. ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 UUP te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross. Advertentiën 10 ct. per regel. Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar zeer belangrijke reductie. Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarlngs-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van f 1, Er is weer eens een belangrijke vergadering gehouden van den zoogenaamden Oppersten [Raad, bestaande uit de [eerste ministers van Engeland, Frankrijk en Italië en eenige anderen van minder macht, waaronder ook een paar Belgische ministers. Er zijn op die conferentie te San Remo verschil lende dingen besproken, maar liet voornaamste was toch wel de ver houding van Duitschland. tot de geallieerden. De Franschen wilden het vredesverdrag van Versailles met kracht handhaven; Engelschen en Italianen schenen in den beginne eenige bepalingen van dat verdrag ten gunste van Duitschland te willen verzachten. Ten slotte echter werd de Engelsche eerste minister voor het Fransche. standpunt ge wonnen. Waar Duitschland nog bijna geen enkele bepaling van het verdrag behoorlijk was nagekomen, maar integendeel trachtte, om zich geheel of gedeeltelijk daaraan te onttrekken, ging het volgensde Fransche zienswijze niet op, om dat land buitengewoon zachtzinnig te behandelen. Bovenal liepen de besprekingen over de militaire macht van Duitschland. In het vredesverdrag is bepaald, dat het Duitsche leger uit niet meer dan honderdduizend man mag bestaan. Nu hadden de Duitschers verzocht hun legersterkte tot tweehonderd duizend man te mogen opvoeren, om zooals zij zeiden aan alle oproerige pogingen het hoofd te kunnen bieden. De conferentie van San Remo heeft kort en bondig GRANT ALLEN. Indien Cecil Mitford iets minder omtrent het leven en de heldenfeiten van John Cann hadde geweten, zou hij zich misschien gepaaid hebben met de ijdele hoop, dat nog niet al de schatten waren opgegraven dat er nog meer kisten in den grond waren begraven, dat er nog meer dubloenen waren verborgen in het niet onder zochte gedeelte van het kleine drie hoekig stukje grond. Doch de eigen woorden van den stervenden John Cann spraken te duidelijk en te onomwonden, dan dat er eene ver keerde uitlegging aan gegeven kon worden, „In eene sterke eikenhouten kist, met ijzeren banden, en vier voet diep onder den grond in den Zuid- geweigerd, hiervoor toestemming te geven. Het Duitsche militairisme, redeneerde zij, moet krachteloos worden gemaakt, tenminste wel totzoo verre, dat een aanval als in 1914 voor het vervolg onmogelijk is. En dan zou men de paarden achter den wagen spannen, als men veroorloofde, dat de sterkte van het Duitsche leger werd opgevoerd tot het dubbele van wat eenmaal is vastgesteld. Met een leger van honderdduizend man moeten de Duitsche regeerders maar zien, dat ze oproerige bewegingen bedwingen, Dat zou heel goed gaan, als die regeering met beleid en met kracht optrad. Maar dat doet ze niet; ze slingert naar alle kanten en weet niet, lioe ze orde in den warboel zal brengen. Er heeft, gelyk men weet, een gevaarlijk oproer gewoed in het westen van het rijk. Door de zoo genaamde rijksweertroepen is hier aan ongeveer een einde gemftffct, waarbij als voorwaarde werd ge steld, dat de oproerlingen alle wapens zouden inleveren. Die voor waarde is aangenomen... op papier. Maar in werkelijkheid worden geen wapens ingeleverd. Wel worden hier en daar huiszoekingen gedaan waarbij weieens wapens en munitie wordt gevonden, doch dat is van geen beteekenis in vergelijking met de reusachtige hoeveelheden, die achtergehouden worden. De regee ring kan maar niet den juisten weg vinden, om de weerspannigen tot het afgeven hunner wapens te bewegen. De rijkweer mag voor dit doel niet zoo krachtig optreden, als noodig zou zijn. Want.., die rijks- weer is zelf ook niet te vertrouwen westhoek van de Home Croft te Bovey*, stond er duidelijk in het dokument te lezen; het was nie? mogelijk er eene andere uitlegging aan te geven. Werkelijk had er in die ééne minuut in Cecil's brein als het ware eene geheele omwenteling plaats gehad, en nu zag hij de legende van John Cann voor de eerste maal van zijn leven in het ware licht. De zeep bel was uiteengespat, de aureool was verdwenen, het spooksel was wegge vlucht, en de grievende, folterende werkelijkheid was in al hare naaktheid in de plaats gestreden. Het geheele verloop van John Cann's leven gelijk hij het tot in de kleinste bijzonderhe den kende, trok als eene levende schilderij zijn geestesoog voorbij, dit maal niet schitterend gekleurd door eene kinderlijke phantasie, maar vol sombere, grauwe tonen de- kleuren der werkelijkheid. Alles wat hij in de wereld bezat, en meer dan dit, had hij opgeoflerd ter wille van eenen kleinen schat, dien een arme zwerve ling zich bespaard had. Een man met minder geestkracht zou de teleurstelling verkropt of de ontgoocheling tot zijn stervensuur lang niet. Vooral onder haar officieren zijn er een groot aantal die voor ae republiek Duitschland niet deugen, die de tegenwoordige regeering maar liefst zouden weg jagen, om ze te vervangen door een keizer of koning, onder wiens bestuur zy weer veel meer macht en invloed zouden krijgen. Wel is de eerste poging in die richting, indertijd door Kapp onder nomen, mislukt. Maar men schijnt vooral in Noordoostelijk Duitschland weer druk bezig aan voorbereidende maatregelen, om iets dergelijks nogmaals te beproeven. Voortdurend worden soldaten aangeworven, die door voorstanders van keizerdom en militairisme betaald worden. Meent men binnen korter of langer tjjd kans te zien, het nogmaals te wagen, dan breekt de dwaasheid misschien weer los. Mochten deze pogingen dan slagen, dan werd de oude geschiedenis herhaald. In een minimum van tijd was dan het grootste deel van het Duitsche volk weer soldaat. En, in woede over do nederlaag, gehoorzaamde het weer even slaafsch aan zijn militaire heerschers als voorheen, om zich zoo mogelijk over die nederlaag te wreken. Het komt ons voor, dat de con ferentie van San Remo gelijk heeft als ze de vergrooting van het Duit sche leger belet. Als de Duitsche regeering krachtig tegen den oproe- rigen geest der communisten wil ingaan en met dat doel de achter gehouden wapens wil opsporen, moet zij de rijksweer versterken, naar zij beweert. Doch die rijks- weer is zoo onbetrouwbaar, dat dit middel even erg zou zijn als de met zich rond gedragen hebben. Niet alzoo Cecil Mitford. De schat van John Cann, gelijk die in zijne ver beelding bestond, beheerschte hem gansch en al, en nu de schat tot bijna niets was weggeslonken een onbeduidende paar honderd pond was het hem te moede, alsof de aarde onder hem wegzonk, en hij voor zich niets dan een groot ontzaglijk ledig zag. Niets, niets, dan dat ledig. Cecil Mitford zat daar op den rand van den kuil, terwijl zijne beenen bungel den boven de holte, waar de schat van John Cann nooit verborgen was geweest; droomerig staarde hij met strakken blik voor zich uit in eene, naar het hem dacht, oneindige ruimte, waarin hij niets, volmaakt Biets ouder- scheidde. Hoe lang hij daar zat weet niemand doch laat in den avond, toen de menschen uit den Rooden Leeuw hunnen gast begonnen te missen en hem gingen zoeken, vonden zij hem nog altijd zitten op den rand van den kuil, dien hij had gedolven, om hem te maken tot het graf van al zijne hoop en verwachtingen, en zagen hem nog steeds met strakken blik staren kwaal, misschien ergers. Want het zou volstrekt niet onmogelijk, het zou zelfs waarschijnlijk zijn, dat die verstrekte rijksweer, tezamen met de bovenbedoelde troepen uit NoordoostDuitschland het oude militairisme in al zijn glorie ging herstellen, met al de rampzalige gevolgen ervan. We zijn dan ook van meening, dat het militaire stelsel van Duitschland klein gehou den moet worden. Wil of kan dit land aan den eisch tot ontwapening niet voldoen, dan zoo dreigen de geallieerden zullen dezen nog meer Duitscli gebied gaan bezetten. Misschien was dit nog het beste middel, om aan de niet eindigende verwarring een einde te maken. NEDERLAND. De jeugdige verkoopsters hebben hun uiterste best gedaan. Een woord van lof en dank is hier zeker op zijn plaats. De heer Karei de Jong, een der eerste pianisten van ons land, zal met zijn broeder den heer Aug. K. de Jong, den talentvollen violist, die hier reeds enkele keeren zoo'n veel- verdiend succes behaalde, Sonaten van Mozart, Brahms en SaintSaëns uitvoeren. Ieder, die waarachtige kunst wil naar. die leege ruimte voor hem. Een doos met losse geldstukken lag achteloos neergeworpen op den grond naast hem. De arme man was krank zinnig geworden, fluisterde men elkan der toe; en werkelijk was dat het geval, niet in dien zin, dat hij allerlei dolzinnige dingen deed doch dof hul peloos, naar het scheen zonder eenig gevoel of bewustzijn. Nu hij den schat van John Cann had verloren, scheen het gansche heelal voor hem verdwenen te zijn. Zij brachten hem naar huis, naar de herberg, terwijl twee man hem ondersteunden, en legden hem vol zorg te bed, precies als een klein kind. De landeigenaar wilde, toen de ge heele beklagenswaardige geschiedenis hem ter ooren kwam, niets met die akelige dubloenen te doen hebben er rustte een vloek op, zei hij en zoo kwam 's lands schatkist, die geen geweten heeft en geen medelijden kent, toch eindelijk in het bezit van het kleine sommetje, dat den schat van John Cann uitmaakte. BOOR Gees. De verkoop der Emma- bloempjes tea bate der Zeeuwsche Tuberculosebestrijding heeft niet minder dan f 216 opgebracht. Een prachtig resultaatÉn dan met het ellendige weer der laatste dagen. Goes. Een zeldzame gebeurtenis op muzikaal gebied staat ons Maan dag te wachten. Slot volgt.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1920 | | pagina 1