No. 32. Zaterdag 17 April 1920 43® Jaargang. DesetaJitaCai. s FEUILLETON. Prettige buren. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 5° cent per kwartaal, voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post, bij vooruitbetaling. ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 UUI* te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross. Advertentiën 10 ct. per regel. Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar zeer belangrijke reductie. Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en ds daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, vooi den prijs van f 1, Misschien zal binnenkort de overeenkomst tusschen Nederland en Belgie worden gesloten, waar bij onder andere gepaald wordt, dat over ons grondgebied ten behoeve der Belgen een kanaal zal worden gegraven van Antwerpen naar Moerdyk en een ander dwars door Limburg, om Antwerpen te verbinden met den Rijn. Bovendien krijgt Belgie nogal meer voordeelen en rechten met betrekking tot de Schelde en het kanaal van Gent naar Terneuzen. Die overeenkomst is een gevolg van den oorlog ofschoon ons land daaraan niet deelnam. Wij hebben dan ook, militair gesproken, geen slaag gehad, zoodat men oppervlakkig zou zeg gen, dat er dan ook geen grond bestaat, waarom we ten onzen koste aan Belgie voordeelen en rechten in ons gebied zouden moeten geven. Maar Nederland is een klein land, en al is Belgie dat ook, het heeft groote en machtige vrienden, Die grooten nu waren er sterk voor, dat wij aan onze zuiderburen de bedoelde voordeelen zouden toestaan. En er is ook wel iets voor te zeggen, wat wij nu maar niet zullen bespreken. En nu zijn de Belgen ons vast heel dankbaar, meent ge? Wie dat denkt, kent de Belgen niet. Bij de meesten van hen, tenminste bij hun machthebbers, is nu al even min als vroeger veel van dank baarheid te merken. Integendeel al zullen zij het verdrag met Nederland teekenen, omdat hun groote vrienden het zoo willen, zij #OOK GRANT ALLEN. Eene maand, zes weken, twee maan den kropen langzaam voort, en nog geen enkele persoon van eenig aan zien ia Spantiih Town werd ziek of ongesteld. Men had mooi praten over tropische ziekten. Wel, de stad was afgrijselijk, afschuwelijk ongepermitteerd gezond. Cecil Mitford kookte inwendig van woede en kon het haast niet verkroppen. Zou hij daar dan altijd moeten wachten tot er de eene of andare onbeduidende man verkoos te sterven? Het ergste van alles was nog wel, dat hij niemand deelgenoot van zijne srgernis kon maken Jhij moest doen alsof hij voor niets anders belangstelling koesterde dan voor al de oude geschiedenissen van mijnheer doen dat met „spijtige teleurstel ling". Want zij wilden van ons veel, veel meer. Zij eischten minstens de volle heerschappij over de Schelde, het bezit van Zeeuwsch- Vlaanderen en van Limburg en nog eenige „kleinigheden". Maar... daar wilden de groote vrienden toch niet aan, want dezen zagen in, dat het wat al te grof zou zijn om Belgie tegen alle recht in te verrijken met eenige stukken Nederlandsch gebied. Dat de groote mogendheden zoo min mogelijk ten eigen koste voor deelen aan de Belgen wilden geven kan men in Belgie nog begrijpen, al is men er weinig door gesticht. Maar dat zy Limburg Zeeuwsch— Vlaanderen en de Schelde aan Belgie hebben misgund, terwijl deze haar toch niets behoefden te kosten, dat schijnt aan den Bel gischen geest volkomen onverklaar baar. Men blijft in Belgie dezelfde fabeltjes, tegen ons gericht, vertel len, zoo vaak, dat de menschen ze gaan gelooven. Het Handelsblad komt ze weer eens krachtig tegen spreken. Een gedeelte van wat dit blad schrijft, nemen we met volle instemming over. „De Belgen vergeten te zeggen, dat de Lim- burgsche bevolking sinds lang met hart en ziel tot Nederland behoort, medat n ten aanzien van de Schelde, wel verre van Belgie te benadeelen, integendeel een stelsel heeft ingevoerd, dat aan Nederland veel grootere beperkingen oplegde, dan elke andere staat zich ten behoeve van den nabuur op zijn wateren behoeft te laten welgeval len, dat Nederland sinds 1839 Barclay over boschnegers en vrijbui ters, Eindelijk, nadat Cecil twee maanden te Spanish Town vertoefd had, hoorde hij op eenen morgen met kwalijk verholen blijdschap, dat de gele koorts te Port Antonio was uitgebroken. Nu tast dat wist hij zeer goed de gele koorts alleen blanken of afstam melingen aan: en Cecil was in de stellige overtuiging, dat er binnen kort blanken te Spanisch Town zouden sterven. Niet dat hij bepaald slecht of kwaadwillig, of zelfs maar ongevoelig was; doch zijne onstuimige begeerte om den schat van John Cann te vinden had alle betere gevoelens in zijne ziel verstikt, en beheerschte hem gansch en al, zoodat hij eindelijk alles beschouwde uit het oogpunt van zijnen hartewensch. En zoo wachtte hij nog langer, nog ongeduldiger dan te voren, tot de gele koorts ook Spanish Town zou aantasten. Werkelijk kwam de gele koorts al heel spoedig' en de eerste, die er door werd aangegrepen was Cecil Mitford. Dat was eene gebeurtenis, waarvan hij nooit gedroomd had, en gedurende den tijd dat hij ziek lag, speelde de nimmer in eenig opzicht de ont wikkeling van Antwerpen heeft tegengewerkt, welke stad dan ook tot ongeleenden bloei is gekomen; dat de ligging van Limburg in dezen oorlog van groot voordeel is geweest voor de geallieerden, omdat zij een snel oprukken van de Duitsche troepen heeft verhinderd dat het gesloten zijn van de Schelde in den aanvang van den oorlog voor Belgie niet het minst nadeel met zich heeft gebracht, omdat geen der groote vrienden in staat of voornemens was, langs dien weg Belgie te hulp te komen, terwijl na de bezetting de Neder- landsche souvereiniteit over den Scheldemond Duitschlands positie aanmerkelijk heeft verzwakt. Maar niet alleen dat men van Belgische zijde dit alles, reeds zoo dikwijls herhaald, niet wil hooren of begrijpen, men schynt ook maar niet te kunnen komen tot het besef dat er nog zoo iets is als een recht tusschen de volken, En ook schijnt nog altijd bij onze naburen het besef te ontbreken, dat goede vriendschappelijke verhoudingen tusschen ons en hen voor ons beiden van het grootste nut zijn, en dat deze niet kunnen bestaan, zoolang het Belgische volk in zijn hart de onrechtmatige begeerte blijft ronddragen naar het verkre gen, op welke wijze dan ook, van Nederlands onaantastbare rechten. Belgie zal de verdragen teekenen omdat het niet méér heeft kunnen bereiken; omdat het zijn bondge- nooten niet heeft kunnen bewegen al hun gewicht in de schaal te leggen om Nederland van zijn rechten te berooven. Wij hebben schat van John Cann niet zulk eene groote rol meer in zijne verhitte verbeelding. Maar toch, wanneer hij ijlde sprak hij sems van John Cann en zijne dubloenen, totdat de goede oude mijnheer Barclay, die hem met teedere zorg oppaste, gelijk een teer hartig mulat eiken blanke in een dergelijk geval zou verplegen, het hoofd schudde en droevig mompelde, dat die arme mijnheer Mitford zich overwerkt, had door al die minutieuse historische onderzoekingen. Tien dagen lang zweefde Cecil Mitford tusschen leven en dood, en tien dagen lang, van de» vroegen morgen tot den laten avond paste de goede oude mynheer Barclay hem op, even zorgzaam als eene moeder haren eerstgeborene. Eindelijk begon hij langzaam aan te beteren, en zoodra de crisis voorbij was, vergat hij ter stond alles wat met zijne ziekte in verband stond, en dacht even als te voren aan niets anders dan aan den schat van John Cann. Lagen er nog anderen in Spanish Town zitk aan de koorts? Ja, twee, maar niet gevaarlijk. Zijn gelaat betrok bij die tijding en in stilte wenschte hij bijna, dat het het dus goed te begrijpenalle mogendheden, de vrienden van Belgie, hebben verklaard, dat Belgie ongelijk had en Nederland in zyn recht was; niettemin blijft Belgie in zijn stelling volharden en wijt het alleen aan de onverschilligheid der mogendheden, dat zij deze stelling niet tot de hare maakten. Kan het te eeniger tijd die stem ming doenkeeren, het zal opnieuw trachten aan zijn annexionistische neigingen voldoening te doen geven. Dat zal dus het bedroevend einde zijn van de langdurige onderhan delingen: dat er overeenkomsten worden getroffen, waarbij Neder land aanmerkelijke voordeelen aan Belgie geeft, niet alleen zonder er eenigen dank voor te oogsten, maar met de wetenschap, dat het een buurman naast zich heeft, die het nog altijd op zyn rechten heeft voorzien en wiens buitenlandsche politiek het daarom met de grootste zorgvuldigheid en argwaan tevens zal hebben te volgen. Zoodra het Belgie zal gelukken, by een of meer machtige vrienden den steun te vinden, dien het ditmaal niet heeft kunnen verwerven, begint de campagne opnieuw. Dit is het wat een aan Belgie gewyd nummer van de „Times" ons leert." In dat nummer vindt men artikelen van de heeren Hij mans, minister van Buitenlandsche zaken in Belgie, Carton de Wiart, korten tijd Belgisch gezant in ons land, Hennebicq, voorzitter van de scheep vaar tvereen i gin g, Bourqui n professor aan de Brusselsche universiteit en raadgever van Hymans, Delacroix, minister-presi dent. Al die artikelen zijn uitingen anders had inogen zijn. Hij was geen moordenaar, zelfs niet iu geslachten: maar de schat van John Cann De schat van John CannTot welke daden of tot welke wenschen was een mensch niet in staat zoo hij daardoor in het bezit van John Cann's schatten kon komen? Toen Cecil aan de beterhand raakte gebeurde er te Leigh Caymanas iets zeer zonderlings, iets wat volkomen iu strijd was met de ervaring van bijna alle dokteren op het eiland. De heer Barclay werd eenklaps aangetast door de gele koorts, hoewel hij een volbloed mulat was. Hij was afgetobd door het oppassen van Cecil en de besmet ting scheen zich ditmaal bij uitzonde ring aan hem te hebben medegedeeld. Toen de dokter naar hem kwam kijken, vond deze dat de verschijnse len van zeer ernstigen aard waren. Cecil haatte en verwenschte zichzelven om de gedachte, en toch, op eene afschuwelijke vage wijze peinsde hij over de mogelijkheid, dat zijn bemin nelijke en gastvrije vriend zou kunnen sterven. Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1920 | | pagina 1