No. 21.
Woensdag 10 Maart 1920
¥01i
43e Jaargang,
Een rustle Uier.
1 FEUILLETON.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 5° cent Per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 UUP te bezorgen
bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij v.h. Firmab
F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij cont acteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarlngs-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande,^voor den prijs van f 1,
JN ËDËRLAN D
Niet te veel optimisme
De opbrengst der Rijksmiddelen
is nog steeds stijgende en schijnt
elke sombere voorspelling te logen
straffen. Men moet daarom echter
nog niet te optimistisch gestemd zijn,
meent de Standaard
In vergelijking met de centrale
landen en met de overwinnaars op
het vasteland van Europa genieten
wij voorspoed. Onze gulden blijft
zijn normale waarde dicht nabij, al
kan men er minder voor kcopen.
In dezen voorspoed ligt echter
een groot gevaar. De lage stand der
onzer valuta maakt het ons al moei
lijker om te verkoopen- De buiten
lander kan niet invoeren, wij kunnen
niet uitvoeren. En als onze uitvoer
stilgezet wordt, komen onze bedrijven
langzamethand ook stil te staan.
Uitvoer en invoer moeten voor het
minst gelijken tred houden, zal de
welvaart van een land bewaard
blijven.
Een rijke winkelier met de pak
huizen vol goederen is in betere
conditie dan zijn arme buren. Maar
arme buren kunnen niet koopen en
dit schaadt zijn zaak. Wij kunnen
dus dankbaar constateeren, dat de
inkomst der schatkist alsnog stijgt,
maar het is een verheuging met
beving.
In een fiaancieele kroniek lazen
wij den raad aan ieder om nu toch
te sparen. Want wie nu spaart, heeft
kans om zich voor de toekomst
welvaart te verzekeren.
Wat tot den particulier gezegd
wordt, geldt ook voor de overheid,
geld land en gemeente.
Eerst als het ruimer vloeien der
Ik zocht een rustige kamer, om onge
stoord voor mijn candidaatsexamen te
kunnen studeeren. Die kamer mocht ook
niet te duur zijn want tot de rijken der
aarde behoorde ik niet. Het eerste
vereischte bestond echter in rustigheid
en stilte, daar ik voor stoornis zeer
gevoelig was. Gedurende mijnen stijdie-
tijd had ik tweemaal wegens eenen
kanarievogel, eens wegens eenen keffen-
den mopshond, ééns wegens eene
naaimachine, driemaal wegens kleine
kinderen en vijfmaal wegens piano
speelsters van kwartier moeten veran
deren. Mijne laatste woning was van
al die plagen vrij doch de huislieden
een hond en kinderloos echtpaar,
hadden onophoudelijk ruzie met elkan
der en als de man niet tbuis was,
had de vrouw ruzie met de meid.
Zoo zocht ik dan opnieuw, lang en
moeizaam, tot ik op zekeren ochtend
middelen gepaard gaat met grooter
zuinigheid en spaarzaamheid, zal de
voorspoed van thans ons baten.
Wie weet hoe spoedig de schaa
naar beneden gaat.
Morgenrood voorspeld wel eens
droeven avond.
De staking in het havenbedrijf.
De Nationale schrijft onder het
hoofd „Machteloosheid" dat de
staking van transportarbeiders weer
eens in het licht stelt hoe machteloos
de politie is als de veiligheid van
persoon en goed eenigszins belang
rijk bedreigd wordt.
Het is waar, het aantal molestaties
is gering.
Maar de oorzaak daarvaa is dat
niemand bet hart heeft iets te doen
wat den heeren stakingsleiders of
stakers niet naar den ziu is.
Zelfs autoriteiten informeeren
deemoedig, of dit of dat misschien
genadig zou kunnen worden toege
staan
In de vergadering van de Roomsch-
Katholieke stakers kon men meer
malen de vrees vermoeden, dat aan
de stakers onwelgevallige uitlatingen
tot moord of mishandeling, zelfs van
huisgenooten, zou kunnen ieiden.
Een der sprekers zei het ronduit
ik heb geen zin mij mijn hersens
te laten inslaan.
Dit verschijnsel acht het blad zeer
ernstig.
Wij hebben lang voortgeleefd in
de overtuiging, dat in onzen moder
nen tijd door een goede organisatie
van justitie en politie orde en veilig
heid afdoende verzekerd waren. Het
blijkt zelfs in de verte niet het geval te
zijn
Het onderscheid tusschen onze
in het Tageblatt las„Eene zeer
rustige en nette kamer bij eene alleen
staande weduwe". Dit kon iets voor
mij wezen mits de weduwe niet
met honden of kanarievogels behept
was. Ik richtte mijne schreden naar
het opgegeven adres, en vond een
goedig, vriendelijk oudje, dat noch
viervoetige noch gevleugelde dieren
hield. Zij bezat slechts een eekhorentje;
doch vermoedelijk zou dit kleine wezen
niet zingen. Ook voor het overige
kon ik niets verdachts ontdekken.
Persoonlijk overtuigde ik mij, dat men
van eene kleermakerswerkplaats onder
ons niets kon hooren. Boven ons was
de zolder. Wel had juffrouw Hampel
nog eenen anderen huurder, doch deze,
zoo zwoer zij mij, gaf nooit geluid.
Hoewel mij nu deze verzekering wel
wat optimistisch leek, vertrouwde ik
op het eerlijke gezicht der weduwe en
trok bij haar in.
Juffrouw Hampel had gelijk mijne
kamer was stil, onvergelijkelijk stil.
Van mijnen buurman hoorde ik niets,
van mijne hospita evenmin iets. Zóó
stil bleef het den ganschen dag, dat
ik af en toe gaarne eens het gebabbel
der oude weduwvrouw aanhoorde. Men
„geordende geordende" maatschap
pij ea de maatschappij van de eerste
jaren der Californische goudzoekers
begint langzamerhand zeer gering te
worden
Hek is niet gemakkelijk te zeggen
wat zou moeten worden gedaan om
aan dezen onhoudbaren toestand een
einde te maken.
Het blijkt hoe langer hoe meer,
dat de politie hoogstens bruikbaar
is tegen den individueelen misdadiger
en dat tegen de andere op de polite
nauwelijks mag worden gerekend.
Het zal dan moeten komen tot
een georganiseerde zelfverdediging
van de niet-revoiutionnaire elementen
in de maatschappij.
Een baken in zee
Rusland is voor ons een baken
in zee, heeft een der verdwaaste
gëesten gezegd, die zich thans beij
veren om het arbeiden de volk van
Nederland in een nieuw anar
christisch avontuur storten.
„De dame, die zich beijverde om
de vrouwen der stakende bootwer
kers wat kennis omtrent Rusland en
de daar heerschende toestanden bij
te brengen het was mevr. Koo-
mans—Timmer deed dat wel in
heel algemeene bewoordingen, maar
toch zoo, dat zij in Rusland „het
lichtend voorbeeld" moesten zien,
waarbij vergeleken de arbeiders in
Nederland leefden als in de kapita-
lische hel l Ja, de kapitalisten in
Nederland, bevreesd geworden door
de namaak-revolutie in November
1918, stelden de 8-uren dag in het
vooruitzicht maar wat is daarvan
gekomen 1 Slechts enkele groepen
kwamen in aanmerking, het over-
is dan toch mensch. De goede ziel
was getrouwd geweest met eenen
beambte van het raadhuis, en genoot
een jaarlijksch pensioen van 107 gulden
en 40 kreuzer. Bovendien breide zij
kousen voor het geheele dienstpersoneel
van eeüe naburige groote ^restauratie.
Haar eenige zoon was daar kellner. Hij
bezocht zijne moeder dagelijks een
uurtje. Misschien omdat „Schani" den
ganschen dag moest heen en weer
loopen, verroerde de bleeke knaap
geene vin, wanneer hij bij zijne moeder
was.
Op den tweeden of derden dag,
nadat ik ingetrokken was, bespeurde
ik in de keuken, juffrouw Jlampel's
eenig woonvertrek, een jongetje van
vijf of zes :aar, dat voor de kooi van
het eekhorentje stond. Wantrouwig
zag ik het ventje aan.
„Van wien is dit ventje?" vroeg ik
„Van den heer die in de kamer
naast u woont."
„Waarom hebt u mij dit verzwegen
juffrouw Hampel? Ik heb u toch
gezegd, waar kinderen of honden
zijn
„Maar beste doctor, wees toch billijk!
Erikje hoort men den gauschen dag
groote deel kreeg den 8-uren dag
niet.
Mevrouw Koomaos vergat wel,
aldus de Nederlander, dat de wet
nog in werking moet treden, zij
vergat ook, dat haar eigen partijge-
nooten in de Tweede Kamer naar
vermogen hebben medegewerkt om
deze wet te doen mislukken, maar
zulke kleinigheden zien deze nobele
volksverlichters gemakkelijk over het
hoofd.
Ook vertelde zij er niet bij, hoe
het met den arbeidstijd in het
„lichtende voorbeeld" van Rusland
geschapen staat. Welnu dat moeten
wij dan wel zeggen. Mevrouw Koo-
mansTimmer weet het dan mis
schien voor een volgende vergade
ring ook.
Welnu, de nieuwe Arbeidswet in
Rusland bepaalt o.a, dit
Alle burgers van de socialistische
federalistische sovjet-republiek, met
uitzondering van degenen, genoemd
in de artikelen 2 en 3, zijn onder
worpen aan dwangarbeid.
Arbeiders, die aan deze wet niet
voldoen, worden volgens de Mor
ning Post gegeeseld en de aan
vankelijk vastgestelde arbeidsdag is
verlengd tot 12 uur.
De uitgezoaderdea in dé artt. 2
en 3 zijn zwangere vrouwen gedu
rende 8 weken vóór en 8 weken na
haar bevalling» en gestudeerden,
»die dwangarbeid op de scholen
verrichten».
Wanneer mevrouw Kcomans de
arbeidersvrouwen op bet «lichtende
voorbeeld» van Rusland wijst, schijnt
zij dwangarbeid en geeselfng, alsmede
een 12-urendag verre te verkiezen
boven de Nederl. vrijheid en den
komenden 8-urendag in Nederland
niet, het arme schaap
De kleine zag er inderdaad niet
gevaarlijk uiteen ingevallen gezichtje
dat uit een paar waterige blauwe
oogen stomp en stil voor zich heen-
staarde.
„Ga naar je vader, Erikje", zei
juffrouw Hampel en gehoorzaam
als een automaat maakte het kind
zich uit de voeten.
„Wie is zijn vader?" vroeg ik.
„Wel, meneer Von Miihlbergeen
heel net man maar hij is altoos
thuis, want hij heeft niets om handen.
De vrouw haakt doeken, en als zij
haar werk niet wegbrengt, is zij óók
altoos thuis."
Dus een gansche familie woonde
daar, van mij slechts door een houten
wand gescheiden en in drie dagen
had ik geen gedruisch, nauwelijks een
paar klanklooze woorden zelfs van
haar gehoord Dat was meer dan
merkwaardig, dat was akelig. Ik zeide
het, doch juffrouw Hampel, in hare
onnoozelheid, begreep mij niet. Het
ging den lieden slecht, en daarom
waren zij natuurlijk niet monter.
Allerlei andere bijzonderheden kwamen
nu voo den dag. De man had geen