No. 20.
Zaterdag 6 Maart 1920
43® Jaargang,
NERVEUS.
FEUILLETON.
Vreemden in huis.
NEDERLAND.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per hall jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 MUF te bezorgen
bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij v.h. Firma's
F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij contracteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den pr0s van f 1,
„In onzen tijd halen veel men-
schen, vooral zij, die zei ven geen
kinderen hebben, zich een grooten
last op den hals, door een Duitsch
of Oostenrijksch of Hongaarsch
pleegkind tot zich te nemen. In
plaats van er genoegen aan te
beleven, wat in de meeste gevallen
moet kunnen, hebben ze displezier,
soms zoo erg, dat ze er na een
paar weken meer dan genoeg van
hebben en het kind ergens in
pension geven of het naar een
kindertehuis sturen. Het is wel
hard voor menschen, die, met de
meest humane bedoelingen bezield,
zich afsloven, soms ook financieel,
om een ondervoed stumperdje er
bovenop te helpen, als ze na korten
tijd zien, dat hun liefde averechts
werkt en dat ze, de wanhoop nabij,
na zich halfdood geërgerd te hebben,
het moeten opgeven. Er zijn van
die kinderen, die gewoonweg zich
gedragen als een jeugdige Alexander
de Grootevrij als des konings
zoon door des konings hof, zich
het middelpunt van heel het gezin
wanend, loopen ze rond. Er zijn
er, die niet verkiezen vóór twaalf
uur uit hun bed te komen, die hun
kleedingstukken laten rondslingeren
en weigeren, ze opteruimen, die
geen hand willen uitsteken, om
door hen veroorzaakte wanorde .te
herstellen en die zeggen „Ik ben
hier wel gekomen om te eten,
maar niet om te werken."
In politiek zijn vele kleine wijs
neusjes onder de gastjes doorkneed,
in revolutionaire vooral. Er zijn
vijftienjarige meisjes, die-alle poli
9
NOVELLE
ERNST ECKSTEIN.
Het lieve kind autwoordde met eenen
blik vol zaligheid. Men stapte in en
reed in het voortreffelijkste humeur
naar het hotel.
Wel moest het bekoorlijke vrouwtje
driemaal het kamermeisje bellen, eer
men waschwater kreegwel wilde het
slot van het groote handkoffertje
absoluut uiet open, zoodat Hugo, trots
al zijne goede voornemens, uitbarstte:
„Het is om dol te worden Maar
daar hij bespeurde dat Nora hem met
een angstig gezichtje aankeek, kalmeer
de hij zich dadelijk en verklaarde met
een vriendelijk knikje, dat de huisknecht
het ding wel in orde zou brengen.
Deze kleinigheden uitgezonderd, ging
de dag in de volmaakste harmonie
voorbij een gelukkig voorteeken voor
de acht weken, die hun wachtten.
Toen men op Rigi-Scheideck was
tieke vergaderingen afloopen, en bij
aanmerking hierop brutaal zeggen,
dat ze in elk opzicht daarvoor
geschikt zijn, en die zich overigens
gedragen als de egel, die de winter
gast van den mol wasals je je
steekt aan mijn prikkels, als het
je hier niet bevalt, welnu ga dan
heen.
Maar de kleine gasten worden
ook vaak in de eerste dagen totaal
verwend. Een tienjarig meisje, dat
in Weenen of Boedapest blij was, een
eenvoudig katoenen of wollen jurkje
te hebben, krijgt den derden dag
een fluweelen. Een vriend des
huizes geeft haar een zilveren
soms een goudenarmband.
Een ander wil niet achterblijven
en doet er een gouden ringetje bij.
Doch slechts weinig kinderen kun
nen het teveel aan liefde, in
weinige dagen opeengestapeld, ver
dragen. En onwillekeurig komt ons
in den geestals nu de ezel vet
werd, zoo sloeg hij achteruit, dat
wil zeggen hij begon te schoppen."
.De hier gegeven schildering is
niet van ons, maar van een bekend
schrijver in het Handelsblad, waarin
ze als hoofdartikel was opgenomen.
De pleegouders, zegt hij behandelen
de kinderen in den beginne ver
keerd door te veel toetegeven en
toetestoppen, Zeker, dat gelooven
wij ook. Niet iedereen kan met
kinderen omgaan, vooral zij niet,
die zelf geen kinderen hebben.
Maar dat de toestand reeds na een
paar weken zóó wordt, dat de pleeg
ouders „genoeg van hun pleegkind
hebben", dat zij „na zich halfdood
geërgerd te hebben, de wanhoop
nabij zijn" en dan maar verstandig
doen, door zich „den grooten last
gekomen, begou daar zulk eeu gezellig
en kalm leventje voor hen, dat zij zelf
verbaasd stonden over den weldadigen
invloed der verandering van woonplaats.
Zoo van tijd tot tijd vervielen zij weer
eens heel eventjes in de oude kwaal,
maar dit droeg er steeds toe bij óm
huu heldhaftig besluit om zichzelveu te
beheerschen des te vaster te doen worden.
Da heerlijke lucht, de indrukwek
kende kalmte der Alpenwereld, de
lichte, voedzame kost en hun geregeld
leven brachten ook het hunne bij tot
de beterschap.
En zoo werd de kunst ook hier,
evenals bij Goethe,s Bajadere, tot
natuur.
Door het vermijden van alle moge
lijke conflicten werden de zenuwen tot
kalmte gebracht, en daarmee wies ook
de kracht om elk conflict te mijden,
eene wisselwerking die reeds op
het eind der vierde week de meest
verrassende resultaten vertoonde.
Hugo was zoo vroolijk als een jong
student, Nora zong en lachte als een
deerntje van zestien jaar, en nu ge
noten zij eerst volop van datgene,
wat zij tot dien dag nog altijd eenigs-
zins al» eene opoffering hadden be
van den hals te schudden," zie dat
alles bewijst toch wel, dat die
Duitsche en Oostenrijksche kinderen
een allesbehalve fraai karakter
hebben. Ze zijn ongehoorzaam, on
willig, brutaal. Voor genoten wel
daden „beginnen ze to schoppen".
Ja, ze zouden haast hun pleegouders
uit het huis "jagen, gelijk de egel
tegenover de mol deed. Prachtig,
niet waar? En zeker wel een
aanbeveling, om „zoo'n ondervoed
stumperdje'' in huis te nemen
Wij hebben in die koortsachtige
haast, om treinen bij treinen vol
van die brutale ondervoeden hier
heen te halen, van den beginne
af een schrikbarend ziekelijke
overdrijving gezien, ook toen we
van al de geschilderde onhebbelijk
heden natuurlijk nog niets konden
weten. Van onze eigene ondervoede
kinderen, die er toch ook by
honderden zijn, trekken weinigen
zich iets aan. Maar voor Ivreemde-
lingen stroomt het geld en gaan
bijna, alle huizen open. Wat is dat
anders dan ziekelijke verdwazing,
een volkomen besef aan praktischen
zin, die volgens het spreekwoord,
dat het hemd nader is dan de rok,
zou moeten beginnen in eigen
kring 1 Misschien zou men ter ver
schooning kunnen aanvoeren, dat
men van de Nederlandsche kinderen
wél, doch van de vreemde niet
weet, hoe brutaal, enz. ze zijn, en
dat men uit gebrek aan inzicht
meent, dat die vreemden veel beter
zijn dan de landzaten. Indien dit
zoo mocht zijn, zal men dan nu
toch van die laatstbedoelde dwaling
wel genezen zijn. Of zou het ook
hier moeten luiden lomperdje, jij
znlt nooit, nooit leeren
schouwd van deze zomerkuur op een
der mooiste plekjes van de wereld.
Tooi de zevende week ten einde
liep, was Hugo zoo volkomen overtuigd
van de volkomen genezing zijder lieve
Nora, en Nora van de genezing van
haren lieven Hugo, dat zij beiden
hun hart uitstortten. Hugo vertelde
ronduit, wat dokter Köllner hem had
medegedeeld.
„Ja", met deze woorden eindigde
hij „je waart zieker dan je'wel
dacht. Ik zal je eerlijk zeggen je
leven stond op het spel, en alleen
mijn sjtalen wil kon je redden. In den
beginne viel het mij wel moeilijk, mij
over die kleine onaangenaamheden heen
te zetten, maar langzame/hand raakte
ik er aan gewend, en nu ben ik al
zoo ver, dat ik mij niet begrijpen kan
hoe ik zoo over elk bagatel kon op
stuiven. Zie je, en zoo heeft die be
zorgdheid voor mijn wijfje op mij ook
kostelijk gewerkt. Ik ben nu een heel
ander mensch en niets is nu weer
in staat mij mijne philosophische
kalmte te doen verliezen".
Zijn vrouwtje had hem eerst met
verbazing aangehoord, maar nu barstte
zij toch in lachen uit.
De schrijver in het Handelsblad
geeft nog eenige behartigenswaar
dige wenken voor hen, die toch
maar besluiten, een vreemd kind
in huis te nemen. „Men behandele
het kind de eerste dagen als een
vreemde men houde het kort, heel
kort als dat noodig blijktgeen
liefde, geen vriendschap, behoorlijk
eten. zonder versnaperingen men
leere het orde en regel, op tyd
opstaan, op tijd naar bed. Geen
gesprekken met het kind, vooral
niet over onkinderlyke zaken als
politiek, oorlog, vrede, nationaliteit
enz. Blykt na een aantal dagen of
weken, dat het kind zich voldoende
heeft aangepast aan de immers voor
hem zeer ongewone, Hollandsche
omstandigheden, kent het zijn
rechten en zijn plichten, zijn plichten
vooral, dan eerst, maar ook niet
eerder, wage men een beetje meer
dan gewone hartelijkheid, een
beetje liefde bij de behandeling."
Wie nog lust mocht hebben, een
Duitsch, Oostenryksch of Hongaarsch
kind tot zich te nemen, verzuime
vooral niet, deze wenken op te
volgen. Anders zal het hem stellig
vergaan als den bedoelden mol.
Goes. Op hoogst tragische wijze
vond de heer Y. Talsma Donderdag
morgen den dood.
Bezig met papiersnijden brak de
hefboom der snijmachine. De heer
Talsma viel achterover met het
hoofd op de pers.
Na een paar uren in bewusteloozen
toestand te hebben verkeerd, trad
de dood in.
Zij vertelde wat haar op het hart
las-
,/Maar dat is plagiaat viel Hugo
haar een paar malen in de rede. „Zoo'n
doortrapte schelm
Zij waren het eens, dat dokter
Köllner om zijn helsche sluwheid ge
straft moet worden, zij het dan ook
op eene prettige manier.
Deze straf gelukte prachtig. Zij
wisten vooruit, dat Köllner, als hij zijne
beide patiënten zoo volkomen genezen
terugzag, zijn geheim zou verraden en
uit dit geval eene moraal zou trekken.
Maar dat plezier zou hem vooreerst
niet gegund worden. Zij zouden het
doen voorkomen alsof zij, trots alle
onthullingen, overtuigd waren dat die
huichelachtige diagnose volkomen juis^
was geweest. Doch daarna zou een
vorstelijk geschenk, bestaande uit hon
derd flesschen Rudesheimer dat
dokter Köllner zoo streng verbood,
maar toch zoo gaarne dronk bewij
zen dat men hem voor zijnen kunst
greep, die zijnen paedagogischen tact
verried, hartelijk was.
En zoo geschiedde hei.
Nova ten minste, die den dokter het
eerst te zien kreeg, speelde haar rolletje
VAN