No. 16
Zaterdag 21 Februari 1920
43® Jaargang,
NERVEUS.
a FEUILLETON.
„Nieuwe" dankbaarheid
JNEDERLAJSD.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per hall jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen
bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij v.h. Firma's
F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij cont»acteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prijs van f 1,
Er was een tijd, dat men veel
hoorde van de Belgische dankbaar
heid aan ons, omdat wij bij den
Duitschen inval in België de groote
scharen vluchtelingen uit dat land
een veilig onderdak bezorgden. Het
is door tal van Belgen tijdens hun
verblijf alhier en ook nog wel kort
daarna met een vloed van woorden,
soms in prachtige, zelfs roerende,
taal gezegd en geschreven, dat zij
onze hulp en onze menschenliefde
nooit, neen, nooit zouden vergeten.
He dankbaarheid van het Belgische
volk zou ten eeuwigen dage blijven
bestaan, diep gegrift in het hart
van dat volk.
Nu is het meer vertoond, dat
die menschelyke „eeuwigheid" maar
kort duurde. Doch ditmaal is die
„eeuwigheid" toch al bijzonder snel
aan een einde gekomen. Wat ons
persoonlijk betreft, wij hebben
nooit veel geloof gehecht aan de
duurzaamheid van woorden en be
loften. Maar met die Belgische
woorden is het ons toch nog veel
bitterder tegengevallen, dan ooit
met andere het geval was. Welis
waar kan ondankbaarheid ons niet
veel schelen, omdat wij daaraan
gewoon zijn geraakt. Maar in dit
geval wordt de zaak erger en ern
stiger.
Het is bekend, dat de Belgen van
ons hebben geëischt dat we hun
Zeeuwsch-Ylaanderen en Zuid Lim
burg zouden afstaan. Bovendien
hadden ze nog eischen omtrent
de Schelde, het kanaal van Ter-
neuzen, een kanaal van Antwer
pen naar Moerdijk en een van
Antwerpen naar den Rijn, Toen
NOVELLE
ERNST ECKSTEIN.
Als het dan onvermijdelijk is, welnu
ga dan met hem meeMaar volg
mijnen raad op, en speel niet met
vuurIlugo lijdt aan eene lievige
zenuwaandoening. Eene enkele scène,
zooals ge in de laatste dagen hadt,
kan au de allernoodlottigste gevolgen
voor hem hebben."
„En waarom zegt ge mij dat eerst
nu r
„Omdat ge zelve ietwat nerveus
zijt, wilde ik u niet noodeloos bang
maken. Ik had hoop, dat hij mijnen
raad zou opvolgen en zonder u naar
Zwitserland gaan. Maar zijne koppig
heid noodzaakt mij nu wel, alle andere
overwegingen te laten varen. Wees
uiterst voorzichtig met hem, mevrouw-
was dus van die eeuwigdurende
dankbaarheid al niet veel meer te
bespeuren. Het liep onze buren met
deze eischen echter niet geheel
meewant van het inpalmen van
de genoemde deelen onzes lands
kwam niets en zal ook niets komen.
Inzake de kanalenkwestie kregen
de Belgen echter voor een groot
gedeelte hun zin. Er zijn dan nu
ook onder hen wel eenige verstan
dige menschen, die erkennen, dat
de overeenkomst, die met ons land
gesloten zal worden, hun heel wat
voordeelen oplevert, zóóveel, dat
zij niet méér kunnen verlangen.
Maar daar komt deze week een
lid der Belgische Tweede Kamer
in een openbare vergadering van
dat lichaam met eenige beschuldi
gingen aan ons adres, die wij niet
onbesproken mogen laten. Het was
de Waalsche (Franschsprekende)
afgevaardigde, de socialist Hubin.
Hij vertelde vooreerst, datde Hollan
ders met het lijden en het ongeluk
der Belgen millioenen verdiend
hebben. Wijzelf en velen onder
onze lezers hebben indertijd Bel
gische vluchtelingen in huis gehad.
En nu schromen wij niet, om voor
zoover ons betreft en dat zal
wel voor tal van andere Hollanders
ook gelden te verklaren, dat
meneer Hubin met dit praatje een
groote leugenaar is. Het is wel
mogelijk, dat sommigen onder ons
den Belgen destijds meer hebben
afgezet, dan oorbaar was, Maar dat
is geen reden, om in dit opzicht
alle Hollanders over één kam te
scheren.
In de tweede plaats vertelde
Hubin, dat Koningin Wilhelmina
aan den voormaligen Duitschen
tje Zorg zoo goed als ge kunt voor
hem Bespaar hem elke onaangenaam
heid, alles, waarover hij zich boos zou
kunnen maken In één woord be-
heersch uzelve elk oogenblik en
alles zal best gaan
„Zijt ge daar zeker van vroeg de
jonge vrouw sidderend.
„Volkomen zeker Maar ik ben
bang, dat gij de kracht zult missen.."
„O, die zal ik wel vinden Als ik
er maar vast en zeker van overtuigd
mag zijn, dat hem geen gevaar dreigt,
wanneer ik goed voor hem zorg."
„Niet het minste. Alleen moet er
op twee dingen gelet worden. Ten
eerste moet ge u steeds blijven be-
heerschen, ook al zegt Hugo, en al
zijt gij er ook van overtuigd, dat hij
weer geheel en al in orde is. Zijne
ziekte brengt dat nu eenmaal mee. De
verandering van lucht, de nieuwe
indrukken doen in den begine dikwijls
wonderen, zonder dat er van eene
werkelijke genezing sprake kan zijn.
Daii vooral komt het er op aan,
standvastig het doel voor oogen te
houden, dat ge begrijpt het zelve wel^
niet maar zoo in een ommezientje be
reikt kan worden."
gouverneur van België, Von Bissing
een telegram van gelukwensch zond
toen deze Duitscher de Fransche
hoogeschool te Gent in een Vlaam-
sche veranderde. Dat is de jtweede
leugen, die Hubin op zijn rekening
heeft.
Verder beweerde hij, dat de
„Haagsche Post" heeft gevraagd, of
wij Vlaamsch België maar niet bij
ons land zouden trachten te voe
gen. Wij lezen de „Haagsche Post"
niet en weten dan ook niet, of dit
blad zulk een dwaasheid werkelijk
heeft geschreven. Maar wel weten
we, dat geen enkel ook maar
eenigszins verantwoordelijk persoon
in ons land er ooit over gedacht
heeft, om Belgisch Vlaanderen te
annexeeren.
Die meneer Hubin meent zeker
een heele slimmerd te zijn maar
inderdaad lykt zyn handelwijze
veel op boerenbedrog. Hij keert
eenvoudig de rollen om. Terwijl hij
en een aantal van zijn landgenoo-
ten er vurig voor geijverd hebben,
een flink stuk van ons land te
kapen,, stelt hy het nu juist
andersom zoo voor, alsof wij
een groot gedeelte van zijn land
willen weggrissen. Dat is werkelijk
het gewone boerenkunstje, om
eigen misdadige bedoelingen te
bemantelen en zoo spoedig mogelijk
te doen vergeten. Maar al willen
wij gaarne in vrede en vriendschap
met de Belgen leven, de annexatie
pogingen van hunne zijde leven
toch nog in onze herinnering voort.
Eigenaardig was het slot van
Hubins rede. Hy verklaarde met
nadruk, dat, indien het ergste ge
beurt en België te niet gaat, hy
niet vergeten zal, dat hij een Waal
„Natuurlijk!" zei de jonge vrouw.
„Ten tweede", zoo vervolgde de
dokter, „mag Hugo volstrekt niet
vermoeden dat gij bezorgd voor hem
zijt. Ik heb reeds gezegd dat ge geene
reden hebt om u ernstig ongerust over
hem te maken, altijd onder die voor
waarde, dat ge onwrikbaar trouw blijft
aan uw besluit om u zelve te beheerschen
iets w^t heel moeilijk is. Gij kunt
dus met volkomen opgewektheid op
reis gaan, ja, ik durf zelfs zeggen dat
die opgewektheid dringend gewenseht
is, want niets werkt op dergelijke
patiënten zoo gunstig, als eene vroolijke
omgeving..."
Er was gebeld.
„Dat is Hugo riep Nora zenuw
achtig.
„Kalm, kalm Als gij u zoo opwindt
merkt hij misschien dat er wat bijzon
ders aan de hand is. Ik behoef u nu
verder geenen raad meer te geven. Gij
weet genoeg. Alleen zou ik gaarne met
hem nog een ernstig woordje spreken.
Ik wil zekerheid hebben, dat hij de
voorschriften, die ik hem voor zijn
dieet heb gegeven, werkelijk zal op
volgen."
Hij is naar zijne kamer gegaan.
is en hij aan den oproep van
Wallonië gehoor zal geven. Nu
willen sommigen beweren, dat
Hubin hier toonde, niet goed bij
het hoofd te zyn, omdat hy sprak
van de mogelijkheid, dat „België te
niet zou gaan". Doch wij zien hier
iets anders in en wel den wensch
van Hubin, dat België te niet zal
gaan. Want tamelijk onverbloemd
brengt hij den „oproep", dat is de
wensch van Wallonië, het Fransch
sprekende deel van België naar
voren, welke wensch hierin bestaat
dat Wallonië zich zooveel mogelijk
bij Frankrijk zal aansluiten, eigen
lijk het allerliefst, dat het een deel
van Frankrijk zal worden. Dan zal
immers de heer Hubin niet verge
ten, dat hij een Waal is. Dat wil
zeggendan zal hy ongetwijfeld
alle mogelijke moeite doen, om dien
hartewensch in vervulling te doen
gaan, opdat hy een even vurig
Franschman zal worden, als hij nu
Waal is. Niet de Hollanders bren
gen in België tweespalt, maar de
heer Hubin en zyn geestverwanten.
Toen hij verklaarde, de overeen
komst met ons land met wantrou
wen te zullen ontvangen, juichten
de Walen hem toe, en een van hen,
Pepin, riep„Wy moeten tegen
Holland zijnZiedaar de „eeuwige"
Belgische dankbaarheid. De waarheid
©ischt echter, te zeggen, dat de
minister-president een goede ver
standhoudingmet Nederland wensch-
te.
Slachtoffers der staking 1
De suikeriabriek Spakler en Tet
terode te Amsterdam heeft werk
Wilt ge zoo goed zijn..? Hier door het
salon...!"
Dokter Köllner begaf zich naar
Hugo's studeerkamer. De advocaat
scheen vandaag nogal in eenen goeden
luim te zijn. Hij heette den dokter
hartelijk welkom. Men had juist dien
eenen Miiller die wegens diefstal en
moord was aangeklaagd, wegens ver
zachtende omstandigheden eene mindere
straf opgelegd.
„Van harte gefeliciteerdzei de
dokter. „Hugo Demosthenes heeft een
succes van belang, moet ik zeggen
Zeg eens om over iets anders te
spreken uwe vrouw heeft mij verteld
wat ge in uw schild voert."
„Ja, het is..."
„Zeker, ik begrijp het zeer goed.
Ik merkte dadelijk dat niet jij, maar
zij mijn plannetje wil verijdelen..."
„Zou je dat denken vroeg Hugo
verbaasd.
„Beste vriend, je kent de vrouwen
nog nietVooral de vrouwen die in
hevige mate nerveus zijn
VAN
(Wordt vervolgd).