No. 7.
Woensdag® 21 Januari 1920
43e Jaargang.
DmvloeMÉodiëD
FEUILLETON.
NEDERLAND.
r~
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per half jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 UUP te bezorgen
bij N. V. Stoom-, Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij v.h. Firma's
F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij conDacteeren van minstens 1000 regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prfls van f 1,
Goes. Zaterdagmiddag maakten
wij gebruik vaa de uitnoodiging van
den heer J. A. Wilton van Reede
alhier, om een kijkje te komen
nemen in zijn oorlogskamer, welke
op de bovenverdieping van het huis
gelegen is. Wat ons hier te zien
werd gegeven, grenst bijna aan
't ongelooflijke.
We hadden er dan ook niet op
gerekend een zoo uitgebreide col
lectie voorwerpen, op den oorlog
betrekking hebbende en wat daar
mede in verband kan worden ge
bracht, te zullen aanschouwen. En
juist omdat er zooveel te zien was,
is het dan ook bijna onmogelijk
alles hier te noemen. Doch we zullen
onze lezers toch in de gelegenheid
stellen, zich een denkbeeld te vormen
van dien »schat<, die daar aanwezig
was.
De wanden waren grootendeels
versierd met prachtige platen, zoowel
Amerikaansche, Duitsche als Hol-
landsche, en welke het volk aan
spoorde tot het inteekenen op de
oorlogsleeningen of om dienst te
nemen bij de resp. legers. tDe Hol-
landsche platen doelden meer op de
inlevering van granen en om zich
tegen het bolsjewisme te keeren.
Ook merkten we tusschen deze platen
op het portret van onze Koningin,
terwijl boven onze hoofden de vredes-
vlag op zeer vernuftige wijze aan
de zoldering was bevestigd en waarop
de vredesduif, het symbool van den
vrede, met het jaartal 1919 was
aangebracht. De heeren J. Wilton
van Reede en J. A. Wilton van
Reede Jr., vertelden ons, dat er
feitelijk het jaartal 1918 op had
MAX PEMBERTON.
Hij liet het woord aan zijn gast,
die geen gebrek aan stof scheen te
hebben.
„Goede hemel, Evelyn," zeide hij,
„gij zult mij hier toch niet langer
willen houden morgen is het mijn
trouwdag
Zij antwoordde hem zeer langzaam.
„Hoe interessantIk herinner mij,
het is nog niet lang geleden, dat mijn
trouwdag bepaald werd en uitge
steld."
Hij lette niet op de toespeling, maar
ging lafhartig voort
„Gij schijnt niet te begrijpen, dat
uw broeder en gij mij een beleediging
hebt aangedaan, die u in alle landen
van Europa gehaat zal maken. Groote
hemel de geheele stad zal lachen. Ik
houd geen vriend meer overiedere
club zal mij weigeren, zoo waar ik leef."
gestaan, doch daar de vrede op zica
liet wachten, tot het volgende jaar,
hebben zij er 1919 van moeten maken.
Het voornemen bestond bij da
heeren Wilton van Reede, zoodra
de vrede was afgekondigd, deze vlag
uit te hangen, doch daarvan is
naderhand afgezien.
Verder waren op verscheidens
tafels langs de muren en in het
midden van het vertrek onderschei
dene voorwerpen uitgestald, en onder
deze tafels lag nog een massa din
ges welke voor het ruilen bestemd
waren, zoo de gelegenheid zich
voordoet.
We zagen er o.a. verschillende
kaarten welke met de distributie in
de centrale landen in verband had
den gestaanlinten van matrozen
mutsen, waarop de namen voorkwa
men van de Duitsche duikbooteu
»Deutschland« en Möuwe granaten
en stukken van granaten, w.o, zelfs
een stuk afkomstig van de bomaan
slag op Goes, welk feit ongetwijfeld
bij nog zeer velen Goesenaren een
onaangename herinnering heeft doen
bestaan. Een aantal foto's van dt.se
bomaanslag en lijst prijkt aan de
wand en laat duidelijk den toestand
zien, zooals deze was, en naast deze
foto's was een speld aangebracht,
waarschijnlijk afkomstig uit een bom.
Verder zagen wij vreemde munten
en hulpgeld, zeer veel lectuur, een
Transvaalsche oorlogshoed, welke
welwillend werd afgestaan door den
heer Mr. J. Kakebeeke, sabels w.o.
een zeer fraaie gemonteerde salon
sabel, geweren, helmen, enz.
Op de tafel in het midden van
•het vertrek ligt een boekje, waarin
de bezoeker aan deze oorlogskamer,
zijn naam kan plaatsen, en waarin
Met van opgewondenheid glinsterende
oogen luisterde het meisje naar hem.
„Hebt gij er ooit over nagedacht,"
zeide zij, „toen gij als een, lafaard
Amerika verliet, dat de menschen mij
zouden uitlachen en dat ik nooit mijn
vrienden weer in het gelaat zou kunnen
zien Zelfs in de couranten werd ik
belachelijk gemaakt, terwijl mijn hart
verscheurd werd. Gij spreekt van lijden
welnu, ik heb geleden."
Haar stemming sloeg opeens om,
zooals bij vrouwen wel meer gebeurt.
Haar vrouwelijk gevoel kwam in op
stand tegen het spel dat zij speelde.
Zij begon zenuwachtig te schreien, met
de handen voor het gelaat. Een pijnlijke
stilte volgde.
Maclaren scheen te wachten totdat
zij zou sprekendoch toen zij het
woord nam, trilde zij van woede en
stampte met den voet op den grond.
„Waartoe verspil ik mijn tijd aan
u riep zij„gij zijt niet waard dat
men een oogenblik aan u denkt. Bah
Lord Maclaren, doorluchtig edelman
en groot sportsman, zooals de Ameri
kaansche bladen u noemden, ga hun
maar vertellen dat gij u tien dagen
lang voor mij vernederd hebt en dat
we opmerkten de namen vah den
commandant van Zeeland, den bur
gemeester van Goes e.a., waaruit we
kunnen opmaken, dat de belangstel
ling voor een dergelijke verzameling
wel groot is.
Op de vraag of iedereen van
een bezoek aan deze oorlogskamer
kan proflteeren, zeiden de heeren
Wilton van Reede ons, dat zulks
aan ieder wordt toegestaan, mits
men tevoren van zijn komst kennis
geeft, daar het nog al eens voor
komt, dat de heeren W. v. R. van
huis zijn, en daar het op Dinsdag
in den regel te druk is, om den
bezoekers de noodige inlichtingen
te verschaffen.
Na het verlaten van de oorlogs
kamer werden wij nog uitgenoodigd
een fraaie collectie oorlogsborden te
bezichtigen. Deze vertegenwoordigen
een groote waarde zooals de heeren
W. v. R. ons verzekerden. Er waren
er die doelden op den vrede, dis
tributie, wapenstilstand enz.
Het bezoek aan deze oorlogska
mer heeft bij ons een onvergetelij-
ken indruk achtergelaten.
Gees. Iu de kruidenierszaak van
den heer A. Gunst aan de 's Heer
Hendrikskinderenstraat alhier, is
Maandagnacht ingebroken. Er is
voor een flink bedrag aan winkel
waren ontvreemd, benevens een
horloge en f 200. Van de daders is
tot nu toe niets bekend.
Bevolking.
Ie helft Januari 1920.
Ingekomen.
A. van der Klooster, ■chippers-
knecht uit Wissekerke, Groote Kade
gij mij geknield om medelijden hebt
gesmeekt. Ga hun vertellen dat mijn
manschappen geschaterd hebben, toen
de rollen verwisseld werden en gij de
vrouw waart. O, zij zullen het weten,
reken er opuw vrouw zal het op
haar huwelijksreis lezen. Ik zelf zal
het haar zenden, ik, die nu de lachers
op mijn hand heb, spruit van een
edelen stam. Ga heen en neem de
herinnering aan uw verblijf op dit
jacht mede, als het beste geschenk dat
ik u kan geven."
Toen zij naar de kajuitsdeur wees,
staarde Maclaren eenige oogenblikken
met de grootste verbazifig aan. Zonder
een woord te spreken begaf hij zich
op het dek, waar de sloep, met de
manschappen erin, reeds op hem
wachtte. Hij vertelde mij, dat verschil
lende aandoeningen hem bij het verlaten
van het jacht bezielden toorn over
de beleediging, zucht naar wraak,
maar vooral de gedachte, of hij nog
bijtijds kSt. Peters zou kunnen bereiken
voor de huwelijksplechtigheid. Als hij
maar den volgenden morgen in Enge
land kon zijn, meende hij er zich met
leugens wel door te kunnen redden.
Maar zou dat gaan Waar was hij f
26. F. F. Visser, monteur uit Arnhem
Piccardstr. 29. M. J. Vierbergen, man
denmaker uit Oudewater, 's Heer
Hendrikskinderenstr. 69. C. v. Damme,
mandenmaker uit Hingene (België)
St. Jacobstraat 198.
Vertrokken.
H. Laugeveld, kantoorbediende, naar
Arnhem, J. Biarling, onderwfjzer, Ier-
seke, H. de Jonge, koopman, Arnhem,
B. L. Oostrum, buffetjuffrouw, Schie>
dam, P. D. Touw, letcerietter, Gral
venhage, G. Roddenhof, lettersetter,
Middelburg, J. W. Torbfjn, kantoor*
bediende, Amsterdam, H. Albers, of:
fieier Leger dei Heiis, Weesp, J. van
Gooien, fabrieksdir., Kapeile, P. Ver
burg, landbouwer, Koudekerke.
Zonderlinge verhoudingen 1
De directies der spoorwegmaat
schappijen hebben aan het hoofd
bestuur van het Nederl. Onderwijzers-
Genootschap bericht, dat onderwij
zers niet in aanmerking kunnen
komen voor een werkmanskaart.
Bij 't lezen van dit bericht is men
aanvankelijk geneigd, uit te roepen
»Wat een vraag 1 Een onderwijzer
is nu eenmaal geen werkman in den
gangbaren zin van het woord I"
Maar bij nadere beschouwing gaat
men toch tot de meening overhellen,
dat de spoorwegmaatschappijen
werkman" dan maar als werker"
moeten lezen en uitleggen.
Want het gaat ten slotte maar
om de dubbeltjes en in onze tijd kan
bij menig geschoold werkman een
dagelijksch spoorreisje er beter af dan
bij de meeste onderwijzers, die voor
't vak moeten reizen, b.v. om ergens
les te nemen of te geven.
Nu is 't waar, dat zich hier «en
eenigszins zonderling verschiet opent.
Want indien de onderwijzer wèl,
Waar zou hij aan wal gezet worden
In één adem richtte hij deze vragen
tot de roeiers, tegelijk opstaande om
de gebalde vuist in de richting van
het jacht en te roepen„Loopt allen naar
de hel
Het antwoord dat hij kreeg, was
niet gerustsrellend. Zooals de matroos
hem vertelde, zou hij aan wal gezet
worden te Crotoy, het kleine stadje op
een landtong in de baai van de Somme.
Vandaar voer eens per dag een stoom
boot naar Saint Valery vanwaar hij
per spoor naar Boulogne kon komen.
Onmiddellijk begreep hij, dat zijn eeni
ge kans op redding was, die stoom
boot te krijgen. Als zij nog niet weg
was, kon hij vóór den avond te Bou
logne zijn zoo noodig, kon hy de
nachtmail en een extra-trein van Fol
kestone nemen. Maar als zij eens weg
wasDie mogelijkheid durfde hij zich
niet voorstellen.
De mannen roeiden snel naar het
strand, waarvan de zandige duinen en
vlakke lijnen zichtbaar werden. Het
jacht lag ver weg voor anker op den
gladden waterspiegelde zon ging
onder in een kleurspel van rood en
geel vuur. Doch Maclaren had geen
DOOR