Zaterdag 17 .Januari 1920 43e Jaargang. ^©lu feITITLËT 0 N. DsTerMiellÉiio 6 Ook onze wensch Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 5° cen* Per kwartaal, voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post, bij vooruitbetaling. ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 UUS* te bezorgen bij N. V. Stoom-, Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Kleeuwens Zoon enj. A. Ross. Advertentiëu 10 ct. per regel. Bij cont'acteeren van minstens IOOO regels per jaar zeer belangrijke reductie. Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van f 1, Bij onze Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend, waarbij aan de regeering de bevoegdheid, wordt verleend, toetetreden tot het Yol kenbondsverdrag. Willen wij lid van den Volkenbond worden, dan moe ten wij ons daartoe bij den secre taris van dien Bond aanmelden binnen twee maanden na het sluiten van den vrede. En daar die vrede verleden week Zaterdag werkelijk gesloten is, heeft de regeering er geen gras over laten groeien, maar dadelijk bedoeld ontwerp ingezon den. Het is vergezeld van een merkwaardige toelichting, zóó frisch en breed van opvatting, dat wij haar een eeresaluut brengen. Trou wens wij vinden in die uitgebreide toelichting denzelfden geest, dien wij een poosje geleden legden in ons artikel over don Bond, en waarin wij ons warme voorstanders toonden van een aansluiting zonder beperkingen. Wij moeten het voor naamste eruit hier overnemen. Het begin, dat zeer aangenaam aandoet, luidt als volgt„Be machtige ge dachte van een Volkenbond, die de Staten in een rechtsorde zou sa menbinden, is door den wereld oorlog naar voren gebracht. De krijg, die bijna vijf jaren over den ganschen aardbol heeft gewoed en zich in zijn noodlottige uitwerking en gevolgen tot in de verste uit hoeken deed gevoelen, heeft het inzicht verdiept en de behoefte aan een nauwere aaneensluiting der Staten, en zoowel bij oorlogvoeron- den als onzijdigen het verlangen gewekt naar een orde, waardoor aan de zwaarbeproefde volken een nieuw vergezicht zou kunnen worden geopend en waarborgen in het leven geroepen tegen herhaling van een een ramp, als waarvan onze tijd getuige was geweest. Dan wordt uiteengezet, dat de Volkenbond nog wel (niet is, wat hij had moeten en kunnen zyn maar als te veel opeens werd ge vergd, zou dit allicht de krachten der wereld to boven gaan. „Aan de toetreding van Nederland be hoort, zoo niet een vaste overtui ging, dan toch een zeker vertrou wen ten grondslag te liggen, dat de Bond in staat zal zijn, de alge meen menschelijke doeleinden van den Volkenbond, zij het dan aan vankelijk op gebrekkige wijze, tot werkelijkheid te maken en dus te kiemen in zich bevat om naar mate de noodlottige uitwerking, die de oorlog op het in en uit wendige leven der volken heeft gehad, geleidelijk verdwijnt op- tegroeien tot een werkelijke vrede. Door ons bij den Volkenbond aantesluiten, kunnen wij ingeval van oorlog niet meer geheel onzijdig blijven, omdat dan bepaalde ver- plichtingen op ons rusten. En al zijn de kleine staten niet in den Kaad van den Bond vertegenwoor digd, dat is niet zoo heel erg. Want vooreerst kan die Raad alleen te- sluiten nemen, als allen ervóór zijn, zoodat eon enkele groep van lan den haat wil niet aan anderen kan opleggen. En dan, wanneer een zaak wordt behandeld, waarbij een Bondslid betrokken is, dat niet in don Raad is vertegenwoordigd, zooals Nederland, dan wordt voor dat geval de Raad >net een verte- genwoordiger van die mogendheid uitgebieid. Als dus Nederland met de eene of andere oorlogskwestie iets te maken kreeg, kwam er ook een Nederlander in den Raad van den Bond. En hij alleen kon dan door tegenstemmen beletten, dat aan ons land door anderen geweld werd aangedaan. Krijgt een staat een geschil met een anderen, dan moet dit aan het ooi deel van den Bondsraad worden onderworpen, waarbij de twee, die geschil hebben, niet meestemmen. Gaat een Staat oorlogvoeren zonder den Raad te hebben gekend of zonder drie maanden lang op de uitspraak te hebben gewacht, dan krijgt hij den ganschen Volkenbond tegen zich. Of elk lid van den Bond, dus ook Nederland, indien het zich aansluit, bij zulk een oor log zijn militaire medewerking zal moeten verleenen, kan volgens de meening onzer regeering. door elk lid zelf als souverein beslist worden. Wij zouden dus aan zulk een oorlog niet behoeven meetedoen, als wij niui wilden. Natuurlijk zal het kunnen gebeuren, dat wij mis schien voor onze eigen veiligheid wèl aan zulk een krijg moeten meedoen. Om die reden en ook om den eersten aanval van een binnendringenden vijand te kunnen afslaan, zal een Nederlandsche strijdmacht niet kunnen worden gemist. Van de uitvoerbaarheid der voorstellen omtrent inkrimping van bewapening (die de Volkenbond volgens art. 8 en 9 van het verdrag wil) zal het intusschen afhangen, of en in hoever die Nederlandsche strijdmacht een ander karakter zal kunnen krijgen dan zij op dit oogenblik heeft. Bijzondere vermelding verdient de verplichting, om doortocht te verleenen aan de strijdkrachten van ieder lid van den Bond, dat deel neemt aan een gemeenschappelijke actie, om de verbintenissen van den Bond te doen eerbiedigen. De gevolgen, die dit voorschrift voor Nederland kan hebben, zijn duide lijk. Omringd dat liet is doorgroo- te mogendheden, waartegen de krijg kan gaan, loopt het gevaar, bij het gewapend optreden van den Bond het tooneel van den strijd te worden met de noodlottige gevol gen, die daaraan zijn verbonden. De regeering ziet niet voorbij, dat, om de gemeenschappelijke daad te doen slagen, het recht van door tocht van groot belang kan zijn. Ook geeft zij er zich rekenschap van, dat het land, dat toortocht verleent, op den steun van een machtige groep van staten zal kun nen rekenen. Zij verheelt zich ech ter niet het gevaar, dat in deze bepaling voor Nederland ligt opge sloten, en zich bewust van het offer, dat door Nederland bij zijn toetreding in dit opzicht wordt ge bracht. Door echter hierop over wegenden nadruk te leggen, loopt men gevaar het spel te spelen van degenen, die de ongebreidelde oor logsvrijheid der staten en het tegen woordige, in zijn verdere ontwik keling niet voltehouden militaire stelsel wenschen te zien besten digd. Al legt de Bondsactie op Nederland lasten, en al brengt zij risico's mede, die niet mogen wor den onderschat, daartegenover staat veel, wat ook voor Nederland tot bescherming en weer gerustheid DOOR MAX PEMBERTON. //Gij blijft natuurlijk een poosje hier en wel, gij zijt zoo wit als een geest. Als gij zoo kijkt, zou ik waarlijk denken, dat wij niet zulke goede vrien den zijn, als wij een jaar geleden te New-York waren, en dan ga ik maar naar boven, naar Arthur, Gij herinnert u mijn broeder Arthur toch nog wel? Hij was immers uw intieme vriend maar och, mannen kunnen zoo raar doen. Voor een paar maanden werd mij werkelijk verteld, dat hij u wilde doodschieten. Verbeeld u, op uw leef tijd Uit deze woorden bleek het karakter van het meisje hij begreep nu met hoeveel sluwheid het geheele avontuur beraamd was. Hij behoefde s'echts den harden klank van haar stem te hooren om te weten, dat het meisje, dat hem eenige maanden geleden te New-York bedreigd had, nu haar kans waarnam, en dat zij zich zeker niets zou laten ontgaan. Ieder woord, dat zij met zulk een veelbeteekenende heftigheid uit sprak, was als een messteek voor hem zijn haren waren nat van de druppels die er aan hingen hij hield de rech terhand op zijn voorhoofd, alsof dit hem brandde. z/Evelvn, wat wilt gij doen bracht hij eindelijk met moeite uit. /.Ik mijn waarde lord Maclareu ik ben geheel tot uw beschikking; gij zijt mijn gast, en zelfs in Amerika begrijpen wij min of meer wat dit zeg gen wil, Wilt gij na het eten een kaartje spelen, of zullen wij een beetje muziek makeu Op dit oogenblik kwam de hofmee ster binnen, en het gesprek werd afge broken. Bij toeval zag Maclaren, dat de trap vrij was. Hij kreeg opeens den vagen inval, om zich te beroepen op den kapitein van het jacht, en maakte een beweging om naar boven te stor men. Toen hij echter een paar treden op was, werd de weg hem versperd door een Hinken knaap van omstreeks vijf en-twintig jaar, die hem tamelijk ruw weer in de kajuit duwde, z/Acb, Maclaren, zijt gij daar erg vriendelijk van u om aan boord te komen, dat moet ik zeggen." De spreker was de broeder van Evelyn Lenox, en de eigenaar van de Bowery. Hij speelde zijn rol beter dan zijn zuster, omdat hij er minder per soonlijk belang bij had hij scheen er veel pret in te hebben. Maclaren zag echter zeer goed in, dat hij naar geen onzin' zou luisteren hij koos dus de wijste partij, en toen het diner opge dragen was, nam hij werktuigelijk, als in een droom plaats aan tafel. Het eten was uitmuntend, al kwam het uit een kombuis en smaakte nog beter door de geestigheid van de gastvrouw die haar plaats met zooveel bevallig heid bekleedde. Zij scheeu haar boos heid geheel vergeten te zijn. Zij was een wel onderrichte kokette en haar slachtoffer troostte zich met de gedachte: ,/MorgeB zullen zij mij aan wal zetten, en ik kan gemakkelijk iets verzinnen." Om tien uur dronk hij lachend een glas grog. Om elf uur droomde hij dat hij in de kerk te St. Peters voor het altaar stond, en dat twee bruidjes samen door de kerk naar hem toe kwamen. Wat ik u ga vertellen, gebeurde op den avond van Maclaren's trouwdag. Het jaeht lag rustig ergens in de baai van de Somme de zee glinsterde, als een spiegel, waarover de donkere scha duwen van vaartuigen en zeilen vielen. Er was bijna geen wind, alleen nu en dan een beetje van de landzijdeen de manschappen van de Bowery lagen sterk dampend op het dek, en maakten liuu goed in orde, of deden andere schijnbaar nuttelooze dingen, waarvan de matrozen zooveel houden. Vaak hielden zij met hun werk op om te luisteren naar de klanken die uit den salon tot hen kwamen en eens, toen Maclaren's spreken bijna schreeuwen werd, maakte een hunner de opmer king z/Nu, de oude heer schijnt niet op zijn gemak te zijn." Beneden ging het heftig toe. Evelyn Lenox zat op de sofa, met de armen op de tafel, en haar gelaat straaide van triomf. Kanrsetandend en met ge balde vuisten stond Maclaren voor haar. Arthur, de broeder, rookte een pijp, en deed alsof hij een courant las. Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1920 | | pagina 1