No. 2.
Zaterdag 3 Januari 1920
43® Jaargang.
Niet rooskleurig.
NEDERLAND.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 50 cent per kwartaal,
voor buiten Goes f 1,50 per halt jaar franco per post,
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 UUP te bezorgen
bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij v.h. Firma's
F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross.
Advertentiën 10 ct. per regel.
Bij cont'acteeren van minstens IOOO regels per jaar
zeer belangrijke reductie.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prijs van f 1,
Zou het nu werkelijk haast ge
daan zijn? Waarmee? Met den
oorlog? Ja, daarmee ook; maar
bovendien met een aantal andere
dingen, die daaraan vastzitten. Men
verwacht, dat binnen enkele dagen
de oorlogstoestand eindelijk volko
men achter den rug zal zijn. Dat
zal wezen, zoodra de Duitsche
regeering haar laatste vonnis zal
hebben onderteekend, hierin be
staande, dat zjj op straffe van
strenge tuchtiging belooft, al het
havenmaterieel, dat de geallieerden
van haar eischen, inderdaad zal
uitleveren, al zegt die regeering
ook, dat zy het niet kan, omdat zij
niet zooveel bezit. Zij vertrouwt
nu maar op de mondelinge belofte
der geallieerden, dat bedoelde eischen
verzacht zullen worden, als het
blijkt, dat de Duitsche regeering
geen leugens heeft verteld. En om
dit te kunnen uitmaken, is een
commissie van onderzoek naar
Duitschland vertrokken. Wij hopen
en vertrouwen, dat de Duitschers
ditmaal d© waarheid hebben gezegd.
Een leugen in dit opzicht zou hun
trouwens weinig baten, omdat toch
alles in hun land door hun voor
malige vijanden kan worden onder
zocht, En als zij gelijk hebben,
dan hopen en vertrouwen wij ook,
dat de geallieerden hun woord zul
len houden en werkelijk hun eischen
zullen matigen. Wy hopen zelfs,
dat zij dit niet alleen ten opzichte
van het havenmaterieel zullen doen,
maar ook met betrekking tot hun
andere vergoedingseischen.
Zie, als Duitschland nu zijn
„laatste vonnis" geteekend heeft,
dan heeft het immers geheel en al
de volledige oppermacht der ge
allieerden en geassocieerden erkend
en aanvaard. En komt het nu
binnenkort nog zoover, dat de
meeste Duitschers met Kautsky op
grond der officieele stukken erken
nen, dat juist en alleen Duitschers
en Oostenrijkers den oorlog op hun
geweten hebben, dan is het zeker
wel tijd voor hun vroegere tegen
standers, wat zachtmoedig te wor
den. Ook uit naastenliefde, zeker,
en ook in het besef hunner macht
maar niet minder uit eigenbelang.
De algemeene toestand op eco
nomisch gebied is droevig. Ook wij,
Nederlanders, en alle andere neu
tralen weten daarvan wel mee te
pratenmaar toch is het in de
Europeesche landen, die aan den
oorlog hebben deelgenomen, vooral
in Oostenrijk en Duitschland, veel
erger. De honger in het eerste, en
binnenkort ook in het andere land,
is zóó verschrikkelijk, dat de be
kwame Amerikaansche voedselre-
gelaar Hoover moest verklaren
„Als de menschen daar niet spoe
dig en afdoende geholpen worden,
zullen in het jaar 1920 niet min
der dan twintig millioen personen
van den honger en zijn gevolgen
omkomen". In Maart of April zal
er waarschijnlijk in heel Duitsch
land geen aardappel meer te vin
den zyn. De oogst van broodkoren is
evenmin schitterend. Vet ontbreekt
thans reeds bijna geheel. Melk,
suiker en vleesch zijn weelde arti-
len. Met kleeding en schoeisel staat
het niet veel gunstiger. Daarbij
komt het kolengebrek. In het bui
tenland kunnen Oostenrijk en
Duitschland niet koopen, omdat hun
geld daar slechts een geringewaarde
heeft. De Oostenrijksche kroon,
anders 50 cent, geldt thans minder
dan 2 cent; de Duitsche mark,
anders 60 cent, is nu nog geen 7
cent waard. Toch schijnt de geest
gesteldheid van de volkeren daar
beter te wordener komt meer
werklust en meer zin voor orde.
Doch als de honger niet gestild
wordt en waarschijnlijk nog ver
ergert, dan verandert dat weer.
Dan komt er oproer op groote
schaal. En communisten en bolsje
wieken zullen er zich dan niet tot
hun eigen land bepalenmaar
stellig slaat dan de oproerige geest
ook op andere landen over.
Want men vergete niet, dat de
toestand in Frankrijk, België en
Engeland maar weinig beter is dan
in Duitschland en dat het in die
landen binnenkort even erg kan
zijn. De Belg Huijsmans zeide deze
week„Het vredesverdrag is ont
worpen en wordt toegepast in de
onderstelling, dat Duitschlands eco
nomische ondergang de redding van
Frankrijk, België en Engeland be-
teekent. Maar nu reeds zien wij,
dat Duitschland in zijn ondergang
de drie andere landen mee zou
sleuren. Men zegt, dat om onzen
ondermijnden economischen toe
stand te redden Duitschland
verplicht moet worden, vergoedin
gen te betalen in geld, materialen
en voedingsmiddelen. Maar de beste
economisten en financiers der ge
allieerden erkennen thans, dat de
geallieerden juist geld, materialen
en grondstoffen aan de Duitschers
moeten verstrekken, en dat wij
met het oog op eigen redding moeten
trachten, de Duitsche industrie,
handel en geldmarkt te herstellen."
De Engelsche economist George
Paish heeft na zijn bezoek aan
Duitschland verklaard, dat het
dwaas was, op de betaling van ver
goedingen van de zijde van Duitsch
land te wachten, omdat dit land
in de onmogelijkheid verkeert, die
te betalen. De toestand in Duitsch
land is volgens Paish zóó ontzet
tend, dat men eiken dag een wan
hoopsdaad kan verwachten, die
niet enkel Duitschland zou vernie
tigen, doch ook voor Frankrijk,
Italië, Engeland, België en het
overige Europa noodlottige gevolgen
zou hebben
Op dit oogenblik kan de Duitsche
^egeering nog borg staan voor de
rust in haar land, mits zij over
voedsel beschikt. Dat doet zij
zonder hulp van buiten binnen drie
maanden niet meer. Wie het Duit
sche volk nu helpt, helpt heel
Europa. Men dient aan Oostenrijk
en Duitschland voedingsmiddelen
en grondstoffen op crediet te leve
ren. Volgens Paish zou dit crediet
niet minder dan twintig milliard
pond sterling, dat is 240 milliard
gulden, moeten bedragen. Wie zal
dit verschaffen Men hoopt op
Amerika. Maar Amerika zal niet
blij ven heipen, als de machthebbers
in Europa alleen naar macht door
militairisme blyven streven wel,
als het waarlyk om economisch
herstel van Europa te doen is.
Het militairisme en de begeerte
naar macht moeten dus tot een
minimum beperkt worden, niet
alleen in Duitschland, doch ook in
Frankrijk, in Italië, in België, ja,
overal. Dan pas kunnen wij lang
zamerhand tot den ouden, echten
vredestoestand terugkeeren.
Bbvolkins.
2e helft December 1919.
Ingekomen
H. Albera, offie. L. dei Heili alt
Sneek, Westwal 220; O. Smit, kellner
alt Vliningen, Kreakelmerkt 137F.
A. de Coninck, loi werkman alt Vlis'
lingen, 'i H. fl.k, d(jk 274; W. A.
den Boer, wed. Bollend, zonder beroep
alt Grzvenhzge, Oade Viichmzrkt
66J. C. KaUper, onder wij zerei alt
Dordrecht, Vlnsmnrkt 31M. ven Stee,
ichilder alt Ovezend, H. H.k. itreet
95; M. P. Verié, verpleegster alt Prin-
cenhege, Zasterstreet 103; D. Htbeli,
loi workmen alt Botterdam, Groene
Weidje 183cJ. M. Neela, koetsiers-
knecht alt Kloetinge, Peerdenweg 70c.
Vertrokken
Chr. Zendee, fraithendeleer neer
BannikJ. J. C&ssa, benkwerker neer
UeerlemP. Goedbloed, ileger neer
Kloetinge Joh. Bol, boekhouder neer
BotterdamL. G. Viergever, slagers-
knecht neer Middelburg J C. Ander
ion, muziekdirecteur neer Almelo ;L.
J. van Lengevelde. commiiiionneir,
neer Krebbendyke*
De uitlevering van den ex-keizer!
De Matin-redacteur Sauerwein,
zendt uit Amerongen aan zijn blad
een uitvoerig artikel over den ex-
keizer.
Hij verteld daarin, dat Wilhelm
zeer verschrikt is door de publicatie
van Kautsky, juist toen hij zich,
steeds meer tot rust gekomen, be
zighield met de toebereidselen voor
de verhuizing naar Doorn en zon
der te complotteeren trachtte eenige
prestige te behouden bij de zeldzame
Duitschers, die de Nederlandsche
Regeering tot hem door dringen
liet. De publicatie van Kautsky ver
oorzaakte bij hem eerst groote woe
de, omdat hij aldus uitgekleed werd
tegenover het publiek, vervolgens
kwam ongerustheid bij hem, aange
zien thans algemeen ingezien wordt
welk groot persoonlijk aandeel bij
in de ontketening van den oorlog
gehad heeft. Het algemeen gevoelen
in Holland is, dat hij alles gedaan
heeft om het vuurtje aan te blazen
en dat, zoo hij niet alles heeft voor
zien, dit alleen bewijst, dat zijn ma-
telooze ambities vergezeld gingen
van zeer middelmatig intellect.
De Nederl. Regeering gegeneerd
door deze algemeene opvatting, zal
in antwoord op de vraag tot uitle
vering eerst antwoorden met een
beroep op het gastrecht, daarna uit
stel zoeken, omdat Amerika niet
mee doet en eindelijk verklaren, dat
»offense a morale suprème* geen
bekend delict is en men bovendien
slechts naar het eigen land uitlevert.
Dit alles wist Wilhelm, maar thans
zijn er documenten en materieele
bewijzen.
Wilhelm vraagt zich af, of de
Nederlandsche regeering zal kunnen
blijven weigeren.
Daarom is hij begonnen een apo
logie te schrijven, iederen middag
na het houtzagen des morgens,
waarin hij verklaart, in het uiterste
geval tot alles bereid te zijn, liever
dan ernstig nadeel toe te brengen
aan het land, waar hij zonder eenige
uitnoodiging gekomen is.
Intusschen is zijn verdediging deze
ie. de gepubliceerde documenten
bewijzen, dat toen ik het Servisch
antwoord had vernomen, ik geoor
deeld heb, dat Oostenrijk satisfactie
moest eischen, maar toen was het
te laat om het tegen te houden
2e Engeland heeft den oorlog
ontketend door niet te interveniee-
ren om Parijs en Petersburg tegen
te houden.
Betreffende de beruchte kanttee-
keningen verzekert hij, dat deze een
strikt persoonlijk karakter hebben
en alleen uitdrukken de oogenblik-
kelijke indrukken en dat zij zonder
eenigen invloed gebleven zijn op de
besluiten der regeering. Hij gaf
zoodoende alleen zijn hart lucht.
Sauerwein besluit, dat alles thans
afhangt van den vorm van den eisch
der geallieerden. Indien deze ener
giek is kan hij Holland er niet toe
brengen om Wilhelm uit te leveren,
maar kan hij Wilhelm dwingen zich
zelf over te leveren of te vluchten.
Te Finsterwolde (Groningen) zijn
goedgeslaagde proeven genomen met
het voederen van garnalenmeel aan
paarden en koeien.
Het meel wordt vermengd met
gerstemeel en gaarne door de dieren
gegeten. De voederwaarde is groot.
Kolen uit Duitschland 1
Hangende de onderhandelingen
over een economische overeenkomst