No. 100. Zaterdag 13 December 1919 42e Jaargang. FEU ILL ETON. VERKEERD BEOORDEELD. Bericht. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 35 cent, franco per post 55 cent per kwartaal. Afzonderlijke nummers h 3 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 Ulll* te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- ea Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross. Advertentiën 8 ct. per regel, behalve dienstaanvragen. die tegen ct. per regel worden geplaatst. Bij directe opgaaf van 3 maal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs 2 maal berekend, uitgezonderd dienstaanvragen. Gr. letters en afb. naar plaatsruimte. Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichtea en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van 65 cent. i Met het oog op onze administra tie zal, gelijk dit reeds door alle bladen geschiedt, voortaan over het abonnementsgeld by vooruitbetaling worden beschikt. In verband hiermede wordt in den loop dezer maand het abonnement 4e kwartaal 1919 opgehaald en zal in Januari 1920 het ie kwartaal 1920 worden geiad. DE UITGEVER. Nog altijd geen vrede 1 En die zal er toch zeker moeten zijn, vóór de wereldsche toestanden weer wat in 't reine komen. Geen vrede Want Duitschers en Franschen vooral zijn het over verschillende dingen nog oneens. Over de Duit- sche krijgsgevangenen, die nog in Uit het Russisch. /jrAntwoord 1 Laat dien horloge ketting met rust.Waarom tril je zoo? Waarom ben je zoo nerveus? Ik houd niet van nerveuse menschen!" Papa, ik wil leeren, ik wil mijn best doen, ik wil alles doen wat u mij zegt - maar neem mij van het gym nasium. Gorschak plaagt mij zoo en hij heeft mij hij heeft mij den laatsten keer zoo beleedigd dat ik dat ik hem niet meer zien kan z/Je hebt geen recht om zoo te pra ten. Hoor je wel daartoe heb je geen recht, Ik verzoek je dien onzin uit je hoofd te zetten en morgen weer naar het gymnasium te gaan." //Papa neem mij van het gym nasium! Ik kan daar niet meer leeren!" //Is dat je laatste woord? Pas op je tellen. Je zult er anders berouw van hebben. Ik laat niet met mij gek scheren!" Frankrijk worden vastgehouden. Al wat Duitsch is, roept moord en brand en eischt, dat die soldaten dadelijk zullen worden vrijgelaten, al is er voor de tegenwoordige be volking te weinig eten. De Opper ste Raad te Parijs zegt doodkalm „Volgens het ook door u ondertee- kende vredesverdrag moeten die gevangenen vrijgelaten worden, zoodra de vredestoestand is inge treden. Dat zal gebeuren, maar niet vroeger. Er is geen enkele reden, waarom die Duitschers vóór het rechtmatige tijdstip vrij zullen zijn. Waarmee heeft ook maar één Duitscher die gunst verdiend Over het niet nakomen door de Duitschers van de verplichtingen, hun by den wapenstilstand opge legd. Daar is vooreerst de geschie denis met de Duitsche oorlogsvloot. Die moest aan den vijand uitgele verd worden. Maar terwijl ze, van een Duitsche bemanning voorzien, op de reede van Scapa Flow (Enge land) lag, gaf de Duitsche admiraal bevel, de schepen te doen zinken, welk bevel werd opgevolgd. De ge allieerden en geassocieerden kregen deze schepen dus niet in handen. Daarom eischen zij nu dokken, kranen, baggermolens, enz. van Duitschland, wat door dit land geweigerd wordt op gronden, die niet steekhoudend zijn. Zoo noodig, zullen we hierop terugkomen. Een tweede bepaling van den wapenstilstand was, dat het Duit sche leger moest worden ingekrom pen tot een troepengetal van twee honderdduizend man. Eerst was „honderdduizend" bepaald. Maar omdat de Duitsche regeering be weerde, met zulk een klein aantal z/Papa ik kan niet ik kan niet langer er heen gaan!" //Dan, vriendje, zal ik je er toe dwingen En Filjajew stond op, met gemaakt kalmte, schelde het kamermeisje, en beval haar sodawater te gaan halen en eerst Jakow te roepen. Nadat hij deze orders gegeven had, ging hij, even schijnbaar kalm, weer zitten en begon weer te rooken. Grischa stond daar, zenuwachtig, besluiteloos, als in eene donkere ruimte, niet we tende, waarheen hij zich wenden moest. Na een pijnlijk zwijgen vroeg hij ,/Papa wat wilt u doen?" ,/Dat zal je zoo aanstonds zien," Jakow trad binnen, iets achter den rug houdend. Grischa keek hem aan en een angstig voorgevoel bekroop hem. „Papa waarom is Jakow geko men „Doe wat ik gelast heb", sprak Fil jajew barsch. Jakow, grinnikend, deed aarzelend een paar stappen voorwaarts en toonde daarbij in de linkerhand een bundel rijsjes. Grischa dit ziende, meende - waanzinnig te worden, en schreeuwde: de orde en rust niet te kunnen handhaven, werd dat aantal ver dubbeld, Nu schijnt het echter, dat daarmee de orde en de rust nog niet verzekerd zijn. En daarom worden allerwege „burgerwachten" opgericht. Dat is niets anders dan politie, zegt de Duitsche regeering. Geen praatjes, voegen de geallieer den haar toe het zijn troepen in ka?erne's en onder bevel van officieren, troepen, die ge dadelijk op ons zoudt kunnen loslaten. Met het in dienst nemen ervan over schrijdt gij verre het aantal, u bij den wapenstilstand toegestaan. Wij eischen dus, dat die „burgerwach ten" afgedankt worden. Maar Duitsch - land is doof enhoudt zijn bur gerwachten. Een derde geval. Een der bepa lingen van den wapenstilstand zegt, dat alle Duitschers, die zich in den oorlog aan onwettige daden tegen de geallieerden hebben schuldig ge maakt, aan dezen uitgeleverd moe ten worden, bij wie zij zullen terechtstaan. Maar ook hierbij, precies als in de twee straks ge noemde gevallen, gaan de Duitscheis terugkrabbelen en uitvluchten zoe ken. Het schijnt, dat elk Duitscher een door hem onderteekend contract als een „vodje papier" beschouwt, zoodra hij meent, dat hij zich op de eene of andere wyze gemeen of niet, dat doet er niets toe aan zijn verplichtingen kan ont trekken. Eerst vertelde de Duit sche regeering, dat zy de bedoelde personen niet kon vinden. Toen, dat zij een grooten tegenstand zou ontmoeten, als zy die personen meest allen officieren, waaronder van hoogen rang opvatte en naar Doch Filjajew spoorde met een ge baar den knecht aan, die daarop lang zaam, schuinweg, Grischa naderde. De knaap deinsde terug, aan al zijn leden bevend, de verschrikte oogen niet van Jakow afwendend. Achterwaarts wijkend kromp hij, ineen, als een in liet nauw gedreven, dier en hij prevelde tusschen de tanden: z/Waag 't niet! Waag 't niet, mij aan te raken!...." Op de ronde tafel bespeurde hij eene schaar, greep die bliksemsnel, en met fonkelende oogen schreeuwde hij: Blijf staan of ik steek je dood,!.." Jakow deinsde terug. De schaar en de fonkelende oogen boezemden hem ontzag in, Grischa's bedreiging en zijn scher men met de schaar bracht Filjajew buiten zichzelf. z/Laat liggen die schaar!" beval hij. Papa zeg dat hij weg moet gaan //Weg met die schaar!" z/Ik zal ze weggooien ik zal ze dadelijk weggooien. Maar stuur eerst Jakow weg!" Frankrijk of elders naar de gealli eerden zond. Maar het nieuwste snufje op dit gebied, dat al het andere in onbeschaamdheid verre overtreft, is het volgende. „De Duitsche regeering heeft in de kwestie over de uitlevering te Parijs voorstellen gedaan. Daarbij zouden de geallieerden van den eisch tot uitlevering moeten afzien. Tegen de bedoelde Duitsche onderdanen, die onwettige oorlogsdaden hebben bedreven, zou op Duitsch grondge bied een gerechtelijke vervolging worden ingesteld, waarbij de gealli eerden door een commissaris ver tegenwoordigd mochten zijn. Deze voorstellen zijn van Duitsche zijde nog niet openbaar gemaakt, om den geallieerden de mogelijkheid te geven, self dergelijke voorstellen te opperen." Men zietde Duitschers lappen de voorwaarden van den wapen stilstand aan hun laars. Het mooiste is wel, dat de geallieerden zelf het voorstel moeten doen, om die voor waarden maar als „vodjes papier" te behandelen. Als wij raad hadden te geven, dan zou het deze zijn „Geallieerden en geassocieerden, houdt op met het zenden en ont* vangen van nota's. Zendt naar Duitschland niets anders dan maar schalk Foch met al wat hy meent, aan de rechterzijde van den Rijn noodig te hebben." Het algemeene gevoelen ook in ons land is, dat zoo iets niet noodig is. „De Franschen zijn en blijven maar bang voor het Duitsche gevaar; doch Duitschland is voor zóó langen tijd lam geslagen, dat het geen gevaar meer oplevert." Zoo zegt men maar zoo zeggen wij niet. Laten wij even het woord Filjajew liep op hem toe, woedend: en rukte en wrong hem de schaar uit de handen. z/Pak hem beetriep hij //Leg hem op den grond!" Jakow pakte den knaap. Deze klem de zich aan de leuning van de sofa vast. Doch Grischa klampte zich nog vaster. Zijne vingers geleken ijzeren haken. Met opeengeklemde tanden wrong Filjajew de vingers van den knaap eindelijk los en rukte hem naar zich toe. Grischa had echter nog gelegen heid den voet van de sofa te grijpen en trok het meubel met zich mee. De leening der sofa bleef nu hangen aan de groote fotografie van de beambten der Bank en deze viel op den grond. Het glas was aan stukken de scherven vlogen overal heen en het gerinkel maakte op Filjajew den indruk alsof er in zijn eigen borst iets tot gruis geslagen werd. Hij werd woedend hij verloor alle zelfbeheer- sching. Wordt vervolgd). z/Papa zeg aan Jakow dat hij heeugaat!" z/Laat los! Laat los die sofa!"

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1919 | | pagina 1