No. 73. Woensdag 10 September 1919 42e Jaargang. YOL 1 FElHLLÏfotï Groene Thee, .NEDERLAND. J. SHERIDAN LE FANU. Hoewel in genees- en heelkunst tamelijk wel onderlegd, heb ik nooit daarin gepraktiseerd. Een ongelukkig toeval was oorzaak dat ik het beroep, waarop ik mij met zooveel moeite had voorbereid, nooit ter hand heb kunnen nemen. Eens, in de snijkamer bezig zijnde, bracht ik mij met een mes een kerfje toe, nauwelijks zichtbaar. Deze nietigheid kostte mij het verlies van twee vingers, ijlings afgezet, en eene knak aan mijne gezondheid toegebracht, waarvan ik nooit weer geheel ben op gekomen. ik ben sedert nooit weer recht wel geweest en heb het zelden langer dan een jaar achtereenvolgens op ééne plaats kunnen uithouden. Op mijne omzwervingen maakte ik kennis met dr. Martin Hesselius, een zwerver als ik, insgelijks medicus, en eveneens in zijn vak een enthousiast. Hij was bemiddeld, ten minste zoo niet naar Engelsche naar vaste- landsche begrippen. Toen ik hem voor het eerst ontmoette, was hij reeds een man op leeftijd, wel een vijf-en-dertig jaar ouder dan ik. In dr. Martin Hesselius vond ik mijnen meester. Zijne kennis was even diep als veelomvattend en zijn door zicht grensde aan het wonderbare. Hij was juist de man om eenen jeugdigen enthousiast als ik geweldig te impo- neeren. Mijne bewondering voor hem heeft dan ook den toets des tijds door staan en onze scheiding door den dood overleefd. Ik ben er zeker van dat zij niet misplaatst was. Gedurende bijna twintig jaren ben ik hem als zijn medisch secretaris be hulpzaam geweest en na zijuen dood heeft hij zijne verbazend uitgebreide verzameling papieren ter zifting en rangschikking aan mij nagelaten. Zijne beschrijvingen van vreemdsoortige ziek tegevallen en ziektetoestanden zijn ook hierdoor zoo merkwaardig, dat zij meestal in tweeledigen vorm voorkomen. Eerst komt een ziektebeeld, dat, hoogst aamschouwelijk en bevattelijk, als door eenen intelligenten leek voor leeken ontworpen isen daarna eerst volgen eene zuiver wetenschappelijke beschrij ving, diagnosis,ontleding en toelichting. Énkele dier gevallen, zooals zij in den eerstbedoelden vorm voorkomen,- leken mij geschikt ter publicatie, hetzij om eenen lezer te kunnen boeien, hetzij om hem tot nadenken te stem men. De verhaler is en blijft dr. Martin Hesselius. Ik zelf ben afgezien van eenige onbeduidende wijzigiugen slechts de afschrijver of vertaler. Hier volgt dan nu, met verandering van persoonsnamen slechts, eene mede- deeling, geput uit des doctors ervaring gedurende eene reis door Engeland, ruim zestig jaar geleden door Hesselius ondernomen. Zij is vervat in eene reeks van brieven aan zijnen vriend professor Van Loo te Leiden. Deze brieven schijnen na des professors dood, in 1819, aan dr. Hesselius te zijn terug gezonden. Sommige er van zijn in het Fransch, de meeste echter in het Duitsch geschreven. Ik ben een getrouw, hoe wel misschien niet zeer bevallig ver taler en terwijl ik ik herhaal het hier en daar iets wegliet en de namen der betrokken personen onkenbaar maakte, heb ik in den grond niets gewijzigd, nog veel minder iets inge- lascht. De weleerwaarde heer Jennings is een man van middelbaren leeftijd, lang en mager. Hij kleedt zich met eene ietwat ouderwetsche, echt clericale keurigheid. In zijne bewegingen is hij deftig, hoewel volstrekt niet stijf. Zijne trekken, zonder schoon te mogen hee- ten, zijn regelmatig, en zijne gelaats uitdrukking is uiterst vriendelijk, maar tevens schuw. Ik ontmoette hem op zekeren avond ten huize van Lady M^ry Heyduke. De bescheidenheid en minzaamheid van zijne manieren namen mij terstond voor hem iu. Het gezelschap was slechts klein, en hij nam aan het gesprek niet zonder levendheid deel. Wel scheen tij liever te luisteren naar hetgeen anderen zei den, dan zelf het woord te voeren doch wat hij in het midden bracht, was altoos helder en goed ter snede. Hij staat hoog in de gunst bij Lady Mary, die, naar het schijnt, hem over allerlei dingen raadpleegt en hem verslijt voor den gelukkigsten en meest gezegenden man ter wereld. Blijkbaar is hij een Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 35 cent, franco per post 55 cent per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent verkrijgbaar. ADVERTENT1ËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 U4IJ" te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- ea Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Kleeuwens Zoca en J. A. Ross. Adveitentiën 8 ct. per regel, behalve dienstaanvragen. die tegen 7 ct. per regel worden geplaatst. Bij directe opgaaf van 3 maal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs 2 maal berekend, uitgezonderd dienstaanvragen. Gr. letters en afb. naar plaatsruimte. Advertendën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekkiag hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor der; prijs van 65 cent. Goes. De heer B Torbijo alhier slaagde Vrijdag te Amsterdam voor liet schriftelijk examen boekhouden (Practijk-diploma van de Ned. Kost school te Amsterdam.) Goes. Wij verwijzen onze lezers naar een in dit nummer voorkomende advertentie, blijkens welke de Turn kring Zuid- en Noord-Beveland op Zaterdag 13 Sept. op de Groote Markt alhier een turndag met atletiek wedstrijden hoopt te geven. Daar er op het gebied van lichamelijke oefening nog zooyeei verbeterd dient te worden, twijfelen wij er niet aan of genoemde Turndag zal een toon beeld geven, op welke wijze men het best zich zal kunnen oefenen. Tevens doen wij hier aan de bur gerij van Goes het vriendelijk verzoek, dien dag onze gemeente een zooveel mogelijk feestelijk aanzien te geven door het uitsteken van vlaggen. Een ieder helpe mede om dezen dag tot een onvergetelijken te maken. Beter inzicht breekt door Er zijn nu toch teekenen waar te nemen zegt de Stand. dat het althans in de voornaamste producee- rende landen tot eenige bezinning komt onder de werklieden, die dusver enkel oog en hart hadden voor hun eischen van loonsverhooging en arbeidsduurbeperking. In Amerika dreigde ook de vlam hoog uit te slaan, maar Wilson nam een vastberaden houding aan, onder wijl hij van zijn kant zich bereid toonde om aan alle redelijke verlan gens der arbeiders tegemoet te DOOR komen en het schijnt, dat zijn waar schuwing bij de leiders insloeg. Men beseft tenminste in al wijder kdng, dat een dco zetten van de eischen, door stopzetting, desnoods van alle spoorwegverkeer en nijveiheid, zou neerkomen op een slachten van de kip die de eieren moet leggen. Van nog meer beteekenis is echter, dat men ook in de kringen der Engelsche »Trade-Unionsc inziet, hoe men, door enkel eischen te stellen, zonder met iets anders daa het belang van het oogenb'.ik der werklieden te rekenen, een verkeerden weg opgaat. Dat men zoo misschien wel de ver vulling zijner wenschen kan afdwin gen, maar straks vastloopt, en het eind den last zal dragen, als het werk gaat ontbreken. Het driemaandelijksch rapport van den algemeenen bond van Britsche vakvereenigingen bevatte dezer dagen een waarschuwend woord van het hoofdbestuur, waarin wordt verklaard, dat het tijdperk van a.s. Mei tot November noodlottig zal zijn, tenzij het verstand terugkeert en de pro ductie vermeerdert. En als bewijs, dat er een kentering op handen is, mag o.a. gelden, dat de eisch der vakvereenigingen om de arbeidsweek van 47 tot 44 uur terug te brengen, is uitgesteld. Met groote meerderheid was het besluit inzake de arbeidsbeperking genomen, maar de werkgevers wisten met de stukken aan te toonen, dat de invoering der 47-uursweek reeds een zeer ernstige uitwerking op de productie had, en bet effect beslist noodlottig zou zijn als de arbeidsduur nog meer werd ingekort. Daarvan kwamen toen de werklieden zoo onder den indruk, dat ze hun eisch van 44 uur voorloopig terug- 1 tl. men. Een commissie uit beide partijen zal nu een nader onderzoek icsteilen en dan later rapporteeren ot de bionenlandsche industrie inder daad het kind van de rekening wordt, als er nog korter wordt gewerkt. Zóó gaat het den beteren weg op. Geen onzinnig eischen meer, maar wederzijdsch overleg, hoe het best de belangen over en weer te bevorderen. Gelukkig dat er nu ook ia Duitsch- laad eenige tempering van de stakiogs- manie wordt geconstateerd. Bang blijft de winter, dien we tegengaan, in ieder geval, maar zullen we er zonder nog vlijmender misère door- komen, dan kan dit alleen, als we met niets sparende kracht de productie over heel de linie ter hand nemen. Vergeet ook niet, dat de fiaancieele afrekening nog komen moet. En al wacht men nu, gelijk in Engeland, veel van allerlei bezuiniging, er moet in ieder geval nog meer, teel meer opgebrachten dit zal niet kunnen, al3 er enkel geëischt, maar alleen al er meer en Intensiever gearbeid wordt. Een bolsjewiek aan 't werk in Rotterdam. Zaterdagmiddag heeft een onbe kend vreemdeling, vermoedelijk een Poolsch of Russisch anarchist, de omgeving van het Maasstation, den Haringvliet en de Spaansche kade, onveilig gemaakt. Omtrent de toe dracht van het drame verneemt het Rott. Nieuwsbl. nog het volgende Een vreemdeling had in den uit Utrecht aan het Maasstation alhier aankomenden trein doorzijn vreemde handelingen de aandacht getrokken. Bij aankomst werd hij door een zijner medereizigers aangewezen aan den rechercheur vaa den vreemde lingendienst, I. De Vries, die den man, die inmiddels het station ver laten had, achterop liep en inhaalde vóór hotel Continental aan de Oos terkade. Om het den vreemdeling onmogelijk te maken, zich te ver weren of een wapen te trekken, greep hij hem om beide arme», doch rolde, door den tegenstand van den gegrepene, na een kleine worsteling met den vreemdeling op den grond en kwam onder te liggen. Bliksem snel haalde daarop de aangewezene een browning voor den dag en loste op den rechercheur twee schoten één in den schouder en één in den buik. Daarna sprong hij open vluchtte in de richting van het Oude Hoofd plein. Daar verlieten juist twee rij- wielagenteo, L. Van Schaick en C. Vau Loenen den politiepost aan de Oosterkade, toen hun aandacht ge trokken werd door het beroep van Houdt hem l Houdt hem !c Zij snelden toe en trachtten den vreem deling, die aldoor maar schoot, te grijpen. Van Schaick kreeg daarbij een schot in de lies en viel op straat. Hij wist evenwel oog zijn revolver te trekken en den onverlaat een schot achterna te zenden, dat hem in den rug trof. De agent Van Loenen schoot eveneens op hem en trof hem in een dijbeen. Dit belette hem evenwel niet den Haringvliet op te loopen, waar hij pand 92 Consulaat van Nicara gua binnenrende en dit aan de tuinztjde aan het Oude Hoofd weder verliet. Daar werd de achtervolging weder hervat, waarop de vreemdeling de Spaanschekade opliep en den tabakswinkel van gebroeders Schilte

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1919 | | pagina 1