No. 71.
Woensdag 3 September 1919
42® Jaargang.
s FEUILLETON.
Tizian's Madonna.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag.
Abonnementsprijs voor Goes 35 cent, franco per post
55 cent per kwartaal.
Afzonderlijke nummers 3 cent verkrijgbaar.
ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en
Vrijdagmiddag 12 UUS" te bezorgen
bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en
Handelsdrukkerij v.h. Firma's
F. Kleeuwens Zoon ea J. A. Ross.
Advertentiën 8 ct. per regel, behalve dien$taanvragen.
die tegen 7 -ct. per regel worden geplaatst.
Bij directe opgaaf van 3 maal plaatsing derzelfde adver
tentie wordt de prijs 2 maal berekend, uitgezonderd
dienstaanvragen. Gr. letters en afb. naar plaatsruimte.
Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigiages, niet meer dan acht
regels beslaande, voor den prijs van 65 cent.
JNEDERLAND.
Bevolking
2e kolft Augustas 1919.
Ingekomen.
Vertrokken.
W. H. Wessel, bouwk. opzichter,
naar TerceuiecB. de Hocgh, Dir.
Landb. wintersch naar Winterswijk
M. J. van Ogen, coupeuse, naar Mid
delburg; G. van Djjl, reiziger, naar
DordrechtD. L van Drie', matroos,
naar RotterdamA. J. Schoenmaker,
werkman, naar RotterdamA. F.
Westerwcudt, Off. Leger des fleils,
naar Rotterdam*
Wij zijn evenwel van oordeel, dat
deze dag, de eerste jaardag van onze
geëerbiedigde Koningin na het sluiten
van den vrede, wel wat meer had
Uit bet Zweeclsch.
Dat duurde zoo ongeveer eene week.
Mylord werd mistroostigde goden
waren niet met hem.
Op zekeren dag, toen hij tien minu
ten goed weder waarnam om eens rond
te wandelen bespeurde hij op een balkon
iets wits. Dat was een buitenkansje
Hij keerde dan ook recht tevreden en
vergenoegd naar zijn logement terug.
Het kon immers Lady Mary's japon
geweest zijn Vermoedelijk was het
een gordijn dat in den wind fladderde
Zijn kamerdienaar was ook wat opge
wekter gestemd door het aankomen van
een nieuwe gast, met een aardig, zwart
harig kamermeisje, dat lange gesprek
ken met hem hield op de trap.
Maar Lord William begon zich zoo
eenzaam te voelen, dat hij eindelijk
den lust niet meer kon bedwingen om
eens kennis aan te knoopen met den
predikant van de plaats. Het was een
ongetrouwd, bejaard heer.
Op eenen namiddag, toen de hemel
zijnen tranenvloed voor een oogenblik
mogen worden aangemerkt als een
nationale feestdag. Wij mogen ge
lukkig constateeren dat wij, trots
alle gevaren, die ons van buiten,
maar ook binnenlands hebben ge
dreigd, onze onafhankelijkheid cog
onaangetast is en het past
allen Nederlanders, vooral op een
feestdag als deze, te laten zien hoe
geliefd ons vorstenhuis hun is. Een
algemeene vlaggentooi had ons in
ziens beter gesproken van de toe
wijding, die in alle harten van ware
vaderlanders leeft en welke ons doet
hopen, dat eene lange gelukkige
regeering voor onze koningin zij
weggelegd.
Het mag echter met voldoening
worden vermeld, dat de twee mu
ziekcorpsen, die onze stad telt,
's avonds beide eene uitvoering in
de tent op de Markt hebben gegeven.
Eene groote menigte was op de
Markt samengestroomd om, mede
uitgelokt door het schoone weder,
te genieten van de gaven van beide
gezelschappen. Wij weten niet of
alle toehoorders echter in gelijke
mate hebben kunnen genieten.
Ook weten v/ij niet of alle bezoe
kers zich bewust zijn van de vele
moeilijke studieureo, die aan een
concert moeten voorafgaan. Wij zou
den bijna zeggen, dat velen markt-
waarts gaan om luidruchtige ge
sprekken te kunnen houden, welke
het in de nabijheid staanden vrijwel
onmogelijk makeD, de stille passages
te volgen.
Verder heelt men veel iast van
jongens en meisjes, groot en klein,
die door hun aanstootelijk en wan
ordelijk gedrag alle afkeuring ver-
staakte, begaf Mylord zicb naar de
pastorie. De weleerwaarde heer Stevens,
die verdrietig naar het sombere weder
stond te turen, kwam hem met open
armen tegemoet.
„Welkom", zeide hij, terwijl zijn
blozend gelaat opklaarde. „Gij komt
als eenen afgezant van den Heer, want
met dat ellendige weder, dat de goede
God ons zendt, heeft men wel eene
kleine afleiding noodig."
Mylord stapte een pref tig studeer
vertrek, voorzien van eene flinke biblio
theek, binnen.
„Ja, ziet ge", zeide de heer SteveDS,
„ik woon hier maar alleen, ben onge
huwd, en deze trouwe vrienden"
wijzende op zijne boeken ,,zijn mijn
liefste gezelschap. Maar nu ik het voor
recht heb u bij mij te zien, zullen we
'het ons zoo aangenaam mogelijk maken,
en voor alles zien wat warms te drinken
te krijgen Kaatje, breng eens wat
cognac en kokend water."
Spoedig zat Mylord, onder een glas
grog, in druk gesprek met den goed-
hartigen dominee, dien hij als een
belezen, ontwikkeld man leerde kennen,
en die last not least bij de
familie Clarendon een vriend van den
huize was.
„Weet ge Mylord," zeide hij, „het
dienen.
Wij willen gaarne nogmaals aan
dringen bij het publiek, om zoover
het doenlijk is, de uitvoeringen op
de Markt voor velen muziekvrlenden
zoo genietbaar mogelijk te doen zijn.
Wij zijn de uitvoerders nu dank
baar voor hunne arbeid en hopen
dat het weer nog van dien aard mag
zijn, dat wij dit jaar nogmaals eene
uitvoering van beide korpsen mogen
verwachten.
De 8-urige werkdag
De oorlog heeft zooveel vernietigd.
Enorme kapitalen zijn verloren ge
gaan. Van overproductie is nu dan
ook geen sprake meer. Integendeel
is het voor alle landen een gebiedende
eisch, de productie zoo hoog moge
lijk op te voeren.
Door verkorting van den arbeids
duur pleegt de productie daarentegen
niet te worden opgevoerd.
In alle landen valt vermindering
der productie waar te nemen, en ia
ons land schijnt de productie thans
tot ongeveer 6o o/0 van die van
vóór den oorlog te zijn geslonken l
Duurte en nog eens duurte, ziedaar
het voornaamste resultaat.
En als tweede gevolg komt natuur
lijk de ondergang van menig bedrijf.
De Minister van Arbeid, plus
socialist que Troelstra, heeft den
treurigen moed, zelfs in de Tweede
Kamer te verklaren, dathij het
niet eens de moeite waard vond,
precies na te gaan, welken invloed
de verkorting zou hebben. En als
een ras-echten bolsjewiek zoo ver
klaart de Controleur vertelde hij,
dat het beter was, wanneer een bedrijf
heeft ook zijne goede zijde, een oude
vrijer te wezen zooals ik. De jonge
dames zijn minder stijf tegenover ons,
bijv. Lady Mary. Zij vertrouwt mij haar
lief en leed toeze weet wel dat ik,
vrouw noch kind hebbende, niets liever
hoor dan hare zachte stem. Soms be
treft het onze armenzij verschaft mij
de middelen, en ik tracht die behoef-
tigen op te zoeken, die het meest hulp
waard zijn. Dan houden we ernstige
beraadslagingen, bijv. of we den maan-
delijksehen onderstand aan John Bark's
vrouw maar niet zouden intrekken,
wijl de man toch altijd alles verdrinkt,
en het geld liever besteden om kleine
Jane Orney wat te laten leeren, enz.
Zij heeft zelve, hier in den omtrek,
goede vrienden onder de armen. Des
Zondags, met mooi weder, kunt ge
haar dikwijls met eenen heelen troep
kinderen aantreffen daar bemoeit zij
zich het meest mede."
„Bezoekt Mylady u dikwijls P"
„O ja, zij komt nog al eens, maar
ik ga meer naar haar. Het is voor mij
een genot mijne kleine woning en mijDe
stille omgeving eens tegen hare deftige
vertrekken en haar aangenaam gezel
schap te mogen verwisselen. Het kasteel
is prachtig, maar Mylady ontvangt mij
altijd in hare eigen apartementen. Zie
met slechte sociale verhoudingen
maar zoo spoedig mogelijk ten gronde
giag-
Er is nog een quaestie, die bij den
acht-uren-dag wel onder het oog
mag worden gezienDe acht-uren-dag
is n.l., vergissen wij ons niet, thans,
voor zoover ons werelddeel betreft,
alleen nog ingevoerd bij ons, Chinee-
zen van Europa.
De Chineczen van het Oosten wer
ken ook thans nog heel wat langer
dan 8 uur.
Reeds zeer spoedig zal op de
arbeidsmarkt dan ook een slag worden
geleverd tusschen Europa en Amerika
aan den eenen, en Oost-Azië aan den
ac deren kant. Dan komtde con
currentie. Want een werkelijke een
heid der arbeidersklasse van de heele
wereld is legendarisch en zal altijd
wel legendarisch blijven.
De scherpe concurrentie der Euro-
peesche werknemers en Aziaten zal
ook hier een inzinking der loonen
veroorzaken. Zoo zal er van zelf,
eerst clandestien, later meer openlijk,
harder en langer gewerkt worden. De
goede vaklieden zullen hun brood
wel blijven verdienen. Het uitschot
zal moeten verdwijnen.
En voor we het weten, is de
8-uren-wet opgeborgen bij zoovele
juridische ontwerpen, waarover geen
overeenstemming was te krijgen.
Alleen Aalberse zal er dan af en toe
nog eens een traan om wegpinken.
Luchtverkeer 1
Naar onlangs is medegedeeld, dat
de bekende firma Vickers Ltd.
eenige luebtdiensten over ons land
zal gaan exploiteeren, verneemt de
eens wat een fraai geschenk ik van
haar gekregen heb", en de predikant
haalde voorzichtig een boek uit de kast.
„Het is eene der oudste uitgaven
van Don Quixote met platen, een zeld
zaam exemplaar. Wilt ge het eens in
zien
„Het heeft er veel van alsof Mylady
eene geletterde dame was".
„Zij is inderdaad bijzonder ontwik
keld. Zij is eene hartstochtelijke bewon
deraarster van ooze groote dichters en
kent hare geliefkoosde schrijvers van
buiten maar met studeeren houdt ze
zich in het geheel niet op. Zij kan
onmogelijk langer dan een half uur
achtereen stil zitten."
Lord William zat met ingehouden
adem te luisteren, om geen woord te
verliezen van hetgeen de gemoedelijke
dominee hem vertelde, doch hij schrikte
niet weinig toen de heer Stevens eens
klaps zeide
„Wel, Mylord, hebt gij geen lust
mij eens naar het kasteel te vergezellen
Ik ken nog wel niet het doel uwer
komst alhier, maar in ieder geval moet
gij ons niet verlaten, voor gij Wood-
castle gezien hebten de dames zullen
u vriendelijk ontvangen, daar sta ik
voor in".
Een oogenblik was Mylord besluite-
YOL
"A, van Braggon, »mbt. Rsad vac
Arbeid, nit Utrecht, Voorstad 95f; S.
G. M. Wolhoff, knlpverpleegater, nit
Hilversum, Oado Vlschmarkt 66D.
C. C. Verschoor, onderwijzer R. K.
■ehool, nit Amsterdam, 'a H H. K Btr.
69 j N. L, Beekes, kinderjoffronw, nit
Kloetlnge, Groote Markt 66L. F.
Roos, kassier, uit Bergen op Zoom,
Lange Kerkstraat 40; J. Meeuwse,
slagersknecht, nit Oudelande, Kreuk? 1-
markt 139.
Goes. De jaardag van H. M. de
Koningin werd alhier zonder veel
vertoon gevierd. Hoofdzakelijk door
dat deze dag op Zondag viel, was
er van vlaggen enz. niet veel te
merken, terwijl den daarop volgenden
dag blijkbaar niet velen meer dachten
om door het dragen van oranje of
het uitsteken van vlaggen, uiting te
geven aan hunne liefde voor het
vorstenhuis.