No. 42. Zaterdag 24 Mei 1919 42e Jaargang. RECHT i FEUILLETON. Een gevaarvol nnrtje. t Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 35 cent, franco per post 55 cent per kwartaal. Afzonderlijke nummers 3 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 uur te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Kleeuwens Zoon en j. A. Ross. Advertentiën 8 ct. per regel, behalve dienstaanvragen. die tegen 7 ct. per regel worden geplaatst. Bij directe opgaaf van 3 maal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs 2 maai berekend, uitgezonderd dienstaanvragen. Gr. letters en afb. naar plaatsruimte. Advertentiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van 65 cent. Het gaat nog niet bijzonder vlug op den weg naar vrede. De Duit schers schynen van plan te z^jn, om de voorwaarden hunner tegen standers niet te onderteekenen. Want, zeggen zg, die voorwaarden zgn niet gegrond op recht, maar op de hebzucht onzer vijandenze zijn onmenschelijk hard en voor ons niet te vervullenze steunen op de schuld van Duitschland aan den oorlog, maar het Duitsche volk en zijn tegenwoordige regeering hebben geen schuld aan wat een vroegere regeering deed. En wat hier gezegd wordt, wordt door onze zooge naamde groote bladen nagepraat. De deelen van Duitschland, die volgens bedoelde voorwaarden van dit rijk zouden worden afgenomen, moeten alleen dienen tot herstel van geschonden recht en geschon den nationaliteit. „Er is geen sprake van, zegt prof. Van Embden, dat allereerst stoffelijke hebzucht, louter het begeeren van eens anders delf stoffen, zeekust en steden de drijf veer zou zijn. Het is niet zoo iets als de Duitsch-Roemeensche vrede, waarbij het Duitschland enkel om de Roemeensche petroleum te doen was. De geallieerden en geassoci eerden slaken geen hartekreet om benzol, ijzererts en fosforzuur, zoo als dat gedaan werd in het rekest der zes Duitsche economische bon den. Er is ook niets in van den eisch der 852 professoren, 158 lee raars en geestelijken, 148 rechters en advocaten, enz. in Duitschland, die zeiden„Wg moeten Frankrijk meedogenloos verzwakken en onze militaire positie tegenover dit land Wat ik u vertellen ga, gebeurde op een eenzamen landweg, waarlangs zich de heide aan weerskanten uitstrekte, 't Was op een zwoelen Zondagavond, omstreeks half elf, dat een auto lang zaam dien stillen weg kwam afgetuft. Door de twee groote ronde glazen scheen een bundel electrisch licht en verguldde 't wuivende gras en de heidestruikjes met een goudachtigen glans, die echter dadelijk weer uitdoofde. Een groote roode lichtstreep viel op den weg, maar geen nummerplaatje was in den doffen lichtkrans, die de achterlamp verspreidde, zichtbaar. 't Was een langwerpige open reis- auto en zelfs in het donker van den maanloozen avond kon men duidelijk iets eigenaardigs aan de auto waarne men. Toen zij langs een verlicht huisje reed, kon men de oorzaak van het vreemde verschijnsel zien, De geheele auto was met een bruin linnen draperie omspannen en zelfs het lange zwarte voorgedeelte was verbeteren. Daartoe moeten wij een deel van de Noord-Fransche Kanaal- kust veroveren. België moeten wij geheel behouden dat is zonder den minsten twijfel een eerezaak. De bevolking in de veroverde streken mag geen invloed in het rijk hebben. Rusland moet ons vruchtbaar land afstaan, waarop wij ons kunnen vestigen". Het is dan ook volkomen misplaatst, de geassocieerden van roofzucht te beschuldigen. Als het waar was, dat herstel van oude rechtsschendingen, gelijk de geassocieerden dat willen, voor Duitschlands stoffelijke belangen noodlottig zou zijn, dan bewijst dit alleen, welk een groot deel van het Duitsche staatsbezit op onrecht gebouwd was. En gepleegd onrecht herstellen is recht. Duitschland heeft de afgrijselijke misdaad begaan, dezen oorlog te begeeren en door te dry ven, hem daarna te voeren op een geweten- looze wijze, hem door gebrek aan rechtsgevoel eindeloos te verlengen. Bijna alle Duitsche partijen en hun leiders hebben hun regeering daarin gesteund en dus medeplichtigheid op zich geladen. Nameloos leed heeft Duitschland over de wereld gebracht, en 't is grootendeels onher stelbaar. De millioenen dooden zijn ontijdig weggerukt. Aan de legioe nen veiminkten, beroofden, geknak- ten kan Duitschland het ontnomen levensgeluk niet teruggeven. Ver arming is over de menschheid ge bracht de huidige en de komende geslachten zullen erin hebben te berusten. Maar van de stoffelijke schade, toegebracht door den woes- ten inval, door de gemeene ver nielingen, door den onmeedogenden er mede bedekt. De zware groote man, die dezen zonderlingen wagen bestuurde, zat over het stuur gebogen en had den rand van zijn slappen hoed, diep over de oogen getrokken. 't Roode puntje van een cigaret gloeide in de donkere schaduw, die zijn hoed op zijn gezicht wierp. De kraag van zijn duffelsche jas had hij zoo hoog mogelijk opgezet. Hij had 't stuur losgelaten en tuurde ingespan nen in ie duisternis, als zocht hij een lang verwacht voorwerp, terwijl de auto bijna geruischloos den langen, hellenden weg afgleed. Hij hoorde het zwakke getoeter van een naderende auto. De man richtte zich uit zijn gebogen houding op en luisterde ingespannen. Daar hoorde hij het weer Hij boog zich voorover en trachtte met spiedende blikken de duisternis te doorboren. Dan doofde hij plotseling zijn cigaret uit en hield deD adem in. In de verte zag hij twee gele puntjes zich tot een lichtstreep vereenigen. Toen verdween zij, om dan dadelijk weer te verschijnen. De •tille man in de auto was plotseling I een en al leven. Hij haalde een zwart duikbootoorlog, is tenminste een j deel harstelbaar. De rechtsgrond voor die schadevergoeding is boven twijfel. Nu zegt men wel ook Ide zoogenaamde groote bladen in ons land dat de verplichting om vele milliarden te betalen en veel schepen te leveren het Duit sche volk veroordeelt tot hard werken en niettemin tot armoede en men verbeeldt zich, dat daarmee de vredesvoorwaarden veroordeeld zijn. Men kan op dien grond even goed het vonnis van eiken straf rechter of de executie van den failliet verwerpen. Maar de demo ralisatie, die uit den oorlog reeds in zoo ruime mate is voortgevloeid, kan slechts door duidelijk rechts herstel genezen worden. Slechts langs dien weg kalmeert zich het geschokte geweten der volkeren. De schadevergoeding is een deel van dit rechtsherstel. Het Duitsche volk gedwongen tot armoedeNu ja, dat is zgn ver diende loon. Maar de Fransche, Bel gische. Servische volkeren zuchten onverdiend onder armoede en ont bering, zij, de aangevallenen, die toch reeds zoo smartelijk geleden hebben. Ook met de schadevergoe ding, die immers, jammer genoeg, het bedrag der schade niet in de verte evenaren kan, houden deze gemartelde naties nog voor onaf- zienbaren tgd de zwaarste lasten te dragen. Vooral voor Frankrijk blijven de vooruitzichten somber. Dit slachtoffer wordt gedrukt door een schuldenlast van 175 milliard. Wanneer werkelijk iemand het gevaar van den ondergang moet loopen, laat het dan de schuldige zjjn en niet het slachtoffer. stoffen masker uit zijn zak en beves tigde dit voorzichtig, er vo#r zorgend, dat hij toch goed kon blijven zien. Hij stak even een zaklantaarn op en legde een pistool naast zich op de bank neer. De bestuurder bukte zich en draaide de electrische lichten uit, alleen een zwakke grijze lichtstreep gaf op de donkere heide de richting van den weg aan. 't Getuf en geblaas naderde al meer en meer. 't Was een ouder- wetsch» auto, en de motor steunde als een gepijnigd dier. De donkere auto schoot vooruit en versperde de ander den weg, terwijl een acetyleen-lantaarn als waarschuwing werd heen en weer bewogen. Met een schok werd de automomiel tot stilstand gebracht. „Pas toch opriep een toornige stem uit. „Op mijn woord, het scheelde geetf haar of we hadden een ongeluk gekre gen Waarom rijdt u ook zonder licht Ik zag noch hoorde u aankomen, voordat u mijn lichten bijna stuk reed I" De acetyleen-lantaarn bescheen het blozende gelaat van een jongen man, hij had blauwe oogen en een klein blond snorretje. Plotseling veranderde de booze uitdrukking in zijn gezicht in een volslagen verbazing. De bestuur- Doch van al dat geroep over Duitschlands ondergang gelooven we niet veel. Het is groot ge schreeuw, vooreerst ons aan de zware verplichtingen te ontkomen en verder om indruk te maken op zoogenaamd medelijdende neutralen, als onze „groote bladen". De bewering, dat het Duitsche volk en zijn tegenwoordige regee ring niet aansprakelijk zijn voor wat een vroegere regeering deed, is onzinnig. Bjj den vrede van 1871, toen de Fransche regeering uit het begin van den oorlog verdwenen was, stelden de Duitsche overwin naars de nieuwe Fransche regeering wel terdege aansprakelijk en namen zij Elzas-Lotharingen. En in dezen oorlog, bij den vrede van Brest- Litowsk, vroegen dezelfde lieve Duitschers er ook niet naar, of het Russische volk en de regeering van Lenin en Trotzky schuld hadden aan den oorlog, ofschoon ze zeer goed wisten, dat dit niet het geval was. Niettemin namen ze van Rusland flinke brokken land en een zware som geld. Ze missen dan nu ook volkomen het recht, de verant woordelijkheid voor den oorlog met zijn euveldaden van zich af te schuiven en op den rug hunner vroegere regeering te laden. Dat zou wel een heel gemakkelijk en goedkoop middeltje zijn, om onge schonden uit den brand te komen. En als de Duitschers nu weigeren te teekenen Maarschalk Foch heeft reeds alle troepen aan den Rijn geïnspecteerd en met zijn onder bevelhebbers geraadpleegd. De Ame- rikaansche bevelhebber kan zich zelfs geen uitstapje naar [Londen veroorloven. En Wilson en Lloyd der van de donkere auto was van zijn zitplaats gesprongen en hield nu een zwart lang pistool recht op den reiziger gericht en achter dit pistool was een zwart masker, waaruit twee oogen fon kelden, zichtbaar. „Handen omhoog riep een barsche stem. „Handen omhoog Of Alhoewel de jonge man dapper was, stak hij toch zijn banden op. „Stap uit," commandeerde de aan valler kortaf. De jonge man stapte uit en trad op den weg, op de hielen gevolgd door zijn aanvaller met de lantaarn en het pistool. Even wilde hij zijn armen laten zakken, maar een kort bevelend woord, deed ze hem ijlings weer omhoog brengen. „Zeg eens," begon de jonge man, „dat is nu toch al lang uit de mode Ik geloof, dat je maar gekheid maakt „Je horlogezeide de stem achter het pistool. „Dat meen je toch niet „Je horloge zeg ik (Wordt vervtï/dj

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1919 | | pagina 1