Het Medaillon. ZUINIGER FEU IL L E TO Dit blad verschijat Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 35 cent, fraeco per post 55 ccat per kwartaal. Afzonderlijke nummers k 3 cent verkrijgbaar. ADVERTENT1ËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 Kfftüf* te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- ea Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Kleeuwens Zoon en J. A. Ross. Advertentfën 8 ct. per regel, behalve dienstaanvragen. die tegen ct. per regel worden geplaatst. Bij directe opgaaf van 3 maal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs 2 maal berekend, uitgezonderd dienstaanvragen. Gr. letters en afb. naar plaatsruimte. Adverteniiën, als geboorte-, huwelijks-, verjarings-, doodberichten ea de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen, aiet meer daa ach> regels beslaande, voor den prijs van 65 cent De meeste menschen hebben ge hoopt en gedacht, dat, als de oorlog maar eenmaal uit was, alles ook weer spoedig in orde zou komen dat alle goederen, die schandelijk duur waren, veel goedkooper zouden worden dat tal van dingen, die in 't geheel niet te krijgen waren, nu wel in groote- hoeveelheid zouden loskomendat het groote aantal werkeloozen snel zou verminderen en dan tegen hooge loonen aan 't werk zou kunnen gaan. Ruim vijf maanden is het geleden, dat de wapenstilstand werd gesloten en de oorlog dus metterdaad een einde nammaar van al het gehoopte is nog weinig of niets in vervulling gegaan. Nog altijd Is er een groote duurte, die voor de meeste goederen niet is verminderd, voor sommige zelfs verergerd. Nog altijd loopen velen zonder werk. En wie wel werk heeft en een tamelijk hoog loon ontvangt, kan toch nog lang niet alles koopen, wat hij graag zou hebben, omdat alle prijzen nog veel te hoog zijn. Men wordt onder dien toestand ongeduldig en wil met verschillende middelen daarin verandering en naar men meent verbetering brengen. In Rusland, Duitschland, Oostenrijk en Hongarye, waar bij al het genoemde ook nog de honger is blijven bestaan, ziet men het eenige redmiddel in revolutie en het omverwerpen der bestaande regeeringen, wat t'otnutoe nog bitter weinig heeft geholpen. In ons land is het nog zoo ver niet maar de mogelijkheid bestaat toch I .Lady Norton leunde vermoeid tegen de zijden kusseifs van de sofa en be dacht dat de inkoopen, die ze dien dag had gedaan, haar heel wat geld hadden gekost. Een ervan zelfs zoo veel, dat ze het beter vond er voor zichtigheidshalve eerst met haar man over te spreken. Terwijl ze zoo zat te peinzen trad Humphrey zelf binnen. Als naar ge woonte kuste hij haar en ging toen uit het raam staan kijken naar het gewoel op straat. „Humphrey 1" begon ze na een korte pauze. „Heb ik je verteld, dat' ik vanmorgen bij den juwelier Gay ben geweest „Neen. Met wie „Met Maud." „Met Maud en „Dicky natuurlijk," vulde ze aan. Hij lachte bitter. „Hoe dikwijls en er is zelfs vrij veel kans, dat het toch wel zoover komt. Komt hier werkelijk eenmaal revolutie, dan zal die niet bepaald blijven tot de communisten maar dan zullen waarschijnlijk de meeste socialisten daaraan ook mee doen. En nu heeft Troelstra op het Paasch congres gezegd, dat in dit geval de voor mannen zijner partij de leiding zullen nemen, om te voorkomen, dat een warboel en een slachting ontstaat. Maar in geval van revolutie hebben die voormannen hun men schen volstrekt niet in de hand. Doch al v/as dat wèl zoo, dan zouden de leiders toch, zooals Troelstra zeide, geheel handelen volgens den volkswil. Nu hebben de meeste menschen wat *hun niet kwalijk te semen is een verkeerd inzicht in den loop der maatschappelijke dingen. Dat blijkt reeds uit hun verwach ting, dat na het eindigen der vij andelijkheden de wereld er heel spoedig anders uit zou zien. Dat blijkt ook uit wat er in de straks genoemde landen gebeurt, waar van datgene, wat de menschen ver wachtten, ongeveer niets is uitge komen. Óm het volk beter in te lichten, heeft prof. A. van Gijn, voormalig minister van financiën, een werkje geschieven, waarvan we de aandachtige lezing ten zeerste aanbevelen. Het is getiteld„Wat zal de naaste tijd brengen en kost vijf cents. Van Gijn praat niet voor de brandkast, maar vleit ook den arbeider niet, zooals Troelstra en consorten. Hij spaart niemand, maar toont duidelijk aan, dat allen de een meer, de ander minder anders moeten gaan doen en leven heb ik je nu al gevraagd met die menschen te breken Heusch Hilda, het is slecht gezelschap voor je." „Wees niet zoo dwaas," zei ze ge forceerd kalm. „Ik w i 1 het, hoor je. Als je man is het mijn plicht je te beschermen." Lachend haalde ze de schouders op. „Ze hadden een pracht van een medaillon bij Gay," begon ze. even later, „vól diamanten en -robijnen „Maar je hebt er al drie," viel hij in, „waarvan er een zelfs een fortuin waard is." „O, dat leelijke dingzei ze pruilend. „Je hebt het toch zelf gekozen." „Natuurlijk, maar dat was drie jaren geleden, toen wist ik nog niet beter." „Juist," zei hij peinzend. „In die dagen gaf je niets om al die dingen, toen gaf je alleen om mij." Ze antwoordde niet dadelijk en een oogenblik dacht hij, dat zijn woorden indruk op haar hadden gemaakt, maar opeen hernam ze „Maud en Dicky zeiden beiden, dat zulk een koopje misschien nooit weer zou voorkomen. Ik heb het medaillon dus besteld." dan totnut.oe. Omdat hij naakte, maar droevige waarheid zegt, is zijn geschrift niet aangenaam stem mend, doch wel hoogst nuttig. Hij voorspelt geen gouden toekomst, maar bewijst, dat het nog heel wat erger kan worden dan nu. Om dit tegen te gaan heeft men slechts één middelzuinigheid. Zuinig moeten zijn de Staat en de gemeen ten, rijken, middenstanders en armen. Alle andere middelen, die aangeprezen worden, ook door socialisten en communisten, maken den toestand niet beter, maar slechter. „Staats- en gemeenteregeering moeten zich durven verzetten tegen de eischen van duizenden in haar dienst, die meer oischen dan noodig is, om op eenigszins bescheidener voet te leven dan vóór den oorlog. Zij moeten dat durven, ook al zouden die duizenden hun stem biljet dieigend opheffen tegen de regeeriug of de partij, die de vaste tractementen niet verhoogt of duurtetoeslagen niet handhaaft. Niet minder noodig is hét, dat de Staat ten spoedigste ophoude met het kunstmatig aanwakkeren van het verbruik van de groote massa's, doordat hij vele artikelen honderden millioenen per jaar beneden kost prijs aan de bevolking levert en nog wel zonder te vragen, of de genieters van het voordeel hun inkomen sedert 1914 niet zéé zagen stijgen, dat zij ook zonder de toe lage gelijk of beter zouden kunnen leven dan toen. Het helpt natuurlijk niets, als een deel van de bevolking door bezuiniging op dagelijksch verbruik het nationaal vermogen weder tracht te doen stijgen, wan- Zijn vuisten balden zich. „Hoeveel kost het „Tweeduizend pond." Hij kwam op haai' toe, alsof hij haar bij den arm wilde grijpen, maar bij bedwong zich en sprak kalm „Het spijt mij ik heb je uog nooit iets geweigerd maar je moet dat medaillon afbestellen." „Waarom vroeg ze driftig. „Omdat ik het niet betalen kan." „Vijf jaren geleden, toen je nog geen naam had gemaakt, wilde je mij altijd alles geven en nu je rijk en geëerd bent, weiger je mij „Kom Hilda, wees redelijk. Ik zeg je, dat het mij op het oogenblik niet past en daarmee is het uitbegrepen Tien minuten later stond Lady Nor ton met den voet op de tree van haar rijtuig, toen ze door iemand achter haar bij den naam werd genoemd. „O, ben jij het, Dicky zei ze met een mengeling van genoegen en aar zeling. Het was een lange, krachtig ge bouwde man, beschaafd, geestig en bij de dames zeer gezien. „Mag ik het genoegen hebben u te vergezellen,Lady Norton verzocht hij. neer de Staat het op aller kosten an de groote massa gemakkelijk blijft maken, om meer te verbruiken dan hoogst noodzakelijk is. Yelen meenen, dat zij hun mede- menschen moeten aansporen, om toch vooral veel te blijven verteren in het belang van de arbeiders. Nog altyd heerscht dat ongelukkige denkbeeld, dat wie voor zijn inko men verbruiksartikelen koopt, wel laat arbeiden en laat verdienen, maar dat hij, die een deel van zijn inkomen niet voor eigen behoeften verbruikt, die effecten koopt, geld op de spaarbank brengt of by zyn bankier laat staan, zulks niet doet. Nog altijd zien velen niet in, dat juist die laatste personen dadelijk evenveel en op den duur veel meer laten verdienen want dat effecten koopen beteekentgeld in handen brengen van wie fabrieken, schepen, woonhuizen bouwen, of wel scholen, bruggen en wegendat geld op de spaarbank brengen hetzelfde betee kent, en dat geld hij zyn bankier laten staan beteekentgeld ver schaffen aan handelaren en industri- eelen voor het doen vervaardigen van de hulpmiddelen by hun bedrijf. Verteren wil zeggen den arbeid der menschen leiden in de richting van productie van goederen, die éénmaal genot geven. Sparen wil zeggen dien arbeid leiden in de richting van productie van kapitaal goederen, die straks aan millioenen arbeiders gelegenheid geven om loonender arbeid te verrichten. Inkrimping van verteringen leidt niet tot werkeloosheid en hard werken evenmin". Ziehier enkele aanhalingen, die in het hoekje nader worden ont- Liever niet," was het korte ant woord. „U gaat naar Gay, nietwaar, om het medaillon af te "bestellen, omdat de kostwinner er tegen is." Verbaasd keek ze hem aan. „Hoe weet u dat „Och, ik ken dat soort menschen. Ze zijn soms gierig al stroomt hun brandkast ook over. Maar ik zou mijn boodschap nog vergeten. Maud droeg mij op u te vragen, of u vanmiddag bij ons kwaamt theedrinken." „En Gay dan „Mag ik dat zaakje voor u in orde brengen Ze zuchtte, verlicht dat ze iemand anders de onaangename taak op (le schouders kon schuiven. „Graag. Wilt u dan zeggen, dat het mij zeer spijt, maar dat „Laat de quaestie geheel aan mij over. Waarom zou ik niet voor u ^prgen, Lady Norton uw man heeft zijn bezigheden, zijn genoegens - en u „Wat bedoelt u viel ze hem iD de rede met een lichten blos. „Niefs. U bent toch niet boos." (Slot volgt.) V Hij Keerde zich eensklaps om en keek haar onderzoekend aan.

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1919 | | pagina 1