No. 26. Zaterdag 29 Maart 1919 42e Jaargang, Nog eens: België en wij. FEUILLETON. ANGELINA. Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag. Abonnementsprijs voor Goes 35 cent, franco per post 55 cent per kwartaal. Afzoode'lijke nummers 3 cent verkrijgbaar. ADVERTENTIËN voor Dinsdag- en Vrijdagmiddag 12 UUI* te bezorgen bij N. V, Stoom-, Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij v.h. Firma's F. Rleeuweas Zoon en J. A. Ross. Advertentiëu 8 ct. per regel, behalve dienstaanvragen. die tegen 7 ct. per regel worden geplaatst. Bij directe opgaaf van 3 maal plaatsing derzelfde adver tentie wordt de prijs 2 maal berekend, uitgezonderd dienstaanvragen. Gr. letters en afb. naar plaatsruimte. Advertentiën, als geboorte-, huwelijks verjariags-, doodberichten en de iaarop betrekking hebbende dankbetuigingen, niet meer dan acht regels beslaande, voor den prijs van 65 cent. Wat de eischen of wenschen van België betreft, hebben we lang in raadselen gewandeld en voor een deel doen we dat nog. Wilde de Belgische regeering Zeeuwsch- Vlaanderen en Zuid Limburg van ons inpalmen Wenschte ze heer en meester te worden over onze Schelde en over de oevers van het Terneuzensche kanaal We wisten het niet. Alleen wisten we, dat er een grooter of kleiner aantal Belgen waren, die al het genoemde of een deel ervan wèl begeerden. In de laatste dagen is er over deze zaak wat meer licht opgegaan. Vooreerst is vrij duidelijk gebleken, dat da lust van sommige Belgen, om Neder- landsch gebied te annexeeren, in hun land maar weinig instemming vindt; en naar het schij ut, hebben ook hun groote bondgenooten geen lust, om aan die wenschen voldoe ning te helpen geven. Daardoor gaan die veeleischende heeren nu wel een toontje lager zingen. En wij vermoeden, dat ook de Belgische regeering niet veel meer van annexatieplannen zal laten hooren, wat voor ons reden is tot ver heugenis. Wel wordt in België nog altijd druk gepraat over een herziening van het tractaat van 1839, al bedoelt men daarmee dan ook niet, om stukken grond van ons gebied aftenemen. Wat dan wel bedoeld wordt, is eenigszins verduidelijkt door den heer Coppieters, lid van de Belgische Eerste Kamer of senator, zooals men ginds zegt. Deze volksvertegenwoordiger had J. POSTHOORN. het over de Schelde en het kanaal van Torneuzen naar Gent. Wat hij over de Schelde zeide, waren niet veel meer dan algemeene beschul digingen aan ons adres, die nu juist niet door ernst en degelijkheid schenen uittemunten. Tenminste e?n Belgisch blad heeft den heer Coppieters toegevoegd, dat hij met zijn verwijten over de Schelde aan een verkeerd adres was en niet bij de Nederlandsche, maar bij ds Bel gische regeering daarmee moest aankloppen. Iets anders is het echter met zijn woorden omtrent het Terneuzensche kanaal. Hier noemt hij een aantal feiten en cijfers, die wij maar niet m«t een minachtend stilzwijgen kunnen voorbijgaan. Het voornaam ste van wat hij hierover zeide, willen we in 't kort meedeelen. Het kanaal, dat in België 17 en in Holland 15 kilometer lengte heeft, is in België op den bodem 50 en aan den waterspiegel 97 meter breed, in Holland op den bodem 24 en 67 meter. Het gevolg is, dat de schepen in België wel, maar in Holland niet kunnen kruisen, be halve te Sluiskil en te Terneuzen, wat voor een drukke scheepvaart onvoldoende is. Daardoor verliezen de schippers veel tyd en missen dikwijls het gunstige tij. De sluizen te Terneuzen, waar door alle schepen naar Gent moeten binnenvaren, zijn 140 M. lang en 18 M. breed die te Sas van Gent 200 M. lang en 26 H. breed. Maar al zijn de laatste grooter, dat helpt niets, omdat schepen van meer dan 17 M. breedte te Terneuzen toch niet kunnen binnenkomen. De verlichting van het kanaal is Waarom prentte zich deze geschie denis zoo vast in mijn geheugen en vervolgde mij zoo, dat zij werkelijk een plaag voor mij werd Dat is een van die moeilijk op te lossen zielkundige vraag stukken. Zoo dikwerf ik tot mij zelf zeide, dat dit geheele drama mij eigen lijk niet in 't minst raakte, steeds bleef mij de gedachte kwellen aan het doode kind, de mooie ongelukkige Angelina, wier naam met een stem vol tranen se dert 40 jaren nacht aan nacht door de ledige kamers van een verlaten huis weerschalde. Ik ging daarom gedurende de twee eer ste wintermaanden op onderzoek uit. Zoo veel stond bij mij vastAl was er ook weinig publiek geworden, in ieder geval moesten toch de couranten uit dien tijd van het verdwijneH van een inensch onder zulke omstandigheden, van dit hoogst avontuurlijke drama, eenige melding hebben gemaakt. Ik doorzocht de jaargangen van couranten in de Nationale Bibliotheek, doch vond niets. Geen regel kon ik ontdekken, die op 't geval eenige betrekking had. Daarna deed ik navraag bij tijdgenooten, bij menschen die in de hofkringen verkeerd hadden. Geen echter wist mij bondig te antwoorden en ik kreeg slechts elkaar tegensprekende mededee- lingen. Hoewel de gedachte aan het mysterie geen oogenbiik ophield mij te martelen, had ik toch langzamer hand alle hoop opgegeven, ooit de waarheid te doorgrondon, tot een toe val mij op een morgen op een nieuw spoor bracht. Alle twee of drie weken placht ik den ouden dichter V., die ia April 1897 als zeventigjarig grijsaard over leden is en tot wien ik in teedere bewondering opzag, een vriendenbezoek te brengen. Lange jaren reeds boeide een verlamming der beenen hem aan den ziekestoel in zijn klein studeer vertrek in de Rue d'Assas, welks venster op den tuin van het Palais de Luxembourg uitziet. Daar leidde hij in stille bespiegeling eeh soort droom leven want in zijn jeugd had hij op Belgisch gebied doorloopend. In Holland zijn alleen Terneuzen, Sluiskil en Sas van Gent verlicht, zoodat bij nacht de scheepvaart .op hef kanaal onmogelijk is. In België mogen de schepen varen met een snelheid van 350 AI. per minuut, in Holland niet sneller dan 250 M. Verandering in al deze toestan den mag alleen met de toestemming van Holland gemaakt worden maar verzoeken van België daar omtrent werden door de Holland- sche regeering telkens op de lange baan geschoven. Toch betaalt Holland niets van de kosten. Alle graafwerken, het bouwen van sluizen en bruggen op Hollandsch gebied werden uitge voerd door Hollandsche onderne mers met enkel Belgisch geld. De laatste wijzigingen hebben België 40 millioen francs gekost. Voor de haveninrichtingen van Terneuzen betaalde dat land 20 millioen francs. De onderhoudswerken, het personeel voor het bewegen van bruggen en sluizen, alles wordt door België betaald. En alsof dat alles nog niet erg genoeg was, tracht de Hollandsche regeering aan de Belgische „nutte looze moeielykheden" in den weg te leggen. Daarvan geeft Coppieters twee voorbeelden. In 1906 vroeg de Belgische regeering aan den Hol- landschen minister van financiën, om voor de schepen, die van Gent door het kanaal en de Scheids naar Antwerpen gaan, de te Sas van Gent bestaande formaliteiten te willen afschaffen. Die formaliteiten veroorzaken heel dikwijls vertra gingen, die beletten het tij voor Terneuzen te bereiken. Het vsrzoek slechts van de verbeelding geleetd, had zich zelf een sprookjesslot gedroomd, waarin hij, ver van de gewone werke lijkheid verwijderd, geleefd en bemind had. Wie van ons herinnert zich niet zijn fijne, sympathieke trekken, zijn zilveren haar met de kinderlokken, zijn matblauwe oogen, die de onschuldige uitdrukking der jeugd hadden bewaard Men kan niet zeggen, dat hij altijd loog. Hij fantaseerde slechts onop houdelijk, zoodat men nooit recht wist waar bij hem de werkelijkheid ophield en de fantasie begon. Hij was een betooverende, oude man, die de voeling met het leven reeds lang verloren had en wiens gesprek mij dikwerf als de vage, zachte onthulling van een onbe kende wereld aandeed. Op dien dag dus zat ik bij hem aan het venster van de kleine kamer, die, als altijd, door een helder haard vuur werd verwarmd. Buiten vroor het venijnig. De tuin van het Palais de Luxembourg breidde zich, door sneeuw bedekt, uit als een groote, blanke vlakte van smettelooze reinheid. Ik weet niet meer hoe ik er op kwam hem de geschiedenis van de „wildereis" te verhalen, van den vader die her werd van de hand gewezen. Plet afl ,ozen der overstroomingen van Vlaanderen langs het kanaal van Terneuzen is slechts toegelaten tot op een verhooging van 10 cen timeter van den waterspiegel. Wanneer die grens bereikt is, slui ten de Hollandsche autoriteiten de sluis van Sas van Gent die slechts als versperring dient, en de scheep vaart is onderbroken Binnen de grenzen van het trac taat van 1839 is er geen oplossing van dezo kwestie. In het belang van beide landen is de herziening van dit tractaat wenschelijk en noodig. België heeft het alleen aan vaard onder den druk der macht (van Frankrijk en Engeland). Moeten we nu, vraagt Coppieters, tot daden van geweld overgaan En zijn ant woord isNeen, de discussie is voldoende. Het is de zaak der diplomaten. Tot zoover senator Coppieters. Wij zijn er benieuwd naar, wat van Nederlandsche zijde hiertegen aan gevoerd zal worden. Indien echter alles, wat de senator zeide, juist is, dan weten we nu niet alleen, wat er in het tractaat van '39 volgens hem veranderd zou dienen te wor den maar dan erken non we vol mondig, dat hij daarin volkomen gelijk heeft. De geschilderde toe standen schijnen werkelijk onhoud baar. Dat de kosten van mogelijke wijzigingen voor België's rekening zonden komen, zal van die zijde wel geen bezwaar ondervinden. Immers, het kanaal dient alleen Belgische belangen. Niettemin mis sen wij het zedelijke recht, die be langen stelselmatig tegen te werken. trouwd was, van de jaloerschheid der stiefmoeder, van het dochtertje, dat het levende evenbeeld der gestorven moeder geweest was en eindelijk van de begrafenis in den kelder. Hij had met een stillen glimlach toegeluisterd, die hem ook in de oogenblikken dat hij bedroefd was niet verliet. Wij ble ven beiden een poosje zwijgen. Zijn wazige blik verloor zich in de blanke verte, in de schemerige oneindigheid van den tuin, terwijl de schaduwen van een droom gestalten voor hem schenen aan te nemen en hem zacht- keus kwamen omzweven. „Ik heb den heer De G. heel goed gekend," zeide hij langzaam. „Ik heb zijn eerste, bovenaardsche, mooie vrouw gekend ook de tweede, die niet min der schoon was, en beiden heb ik hartstochtelijk bemind, zonder het ooit uit te spreken. Angelina die nog schooner was en voor wie alle mannen op de knieën zouden gezonken zijn, kende ik ookmaar de zaken heb ben zich anders toegedragen, dan u mij vertelde." m DOOR (Wordt verv«lfd.)

Krantenbank Zeeland

Volksblad | 1919 | | pagina 1